Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLK van Zaterdag 25 October 1913
DevenMigii
EENE KUNST-AFFICHE
De Koning
Roodhuiden
Van alles Wat
-fr Tl!
TPEH flRBQUDISSEPIEHT
Han onze coiïesponilenten=
Nieuws uit Congo
-ƒƒƒ/
m
"5* - e
YPER
Bericht Te ^er naa8te
1 II
de zaak van Pater Cambier
Geen complot! Ja,een complot!
Mgr Agouard en de Minister
Rechtzinnige Verklaring
Ministerieële logenstraffing
Beleefde doch bevestigende
herverklaring
Dobbelzinnig wederantwoord
Het laatste woord
van den Bisschop
MENGELWERK N° 6
DER
11
Hoe de hoofdmannen der Indianen
samen raad sloegen.
Zegelrecht op de vreemde titels
Nog een woordje van Boer Jan
over de nieuwe belastingen
V\A
Alcoholische dranken langs de
III
Hoe men te Washington verlegen
zat.
Kunstnieuws. De Toon- en too-
VREDE OP AARDE
Ia September laatst vergaderden te Kisan-
ta (Kwango) al de Missie-oversten uit
Congo om de belangen der Zendelingen te
bespreken en ook samen maatregelen te ne
men voor de toekomst, t. w. om het christen
zendingswerk meer en meer uit te breiden
ten voordeele der beschaving der Zwarten en
het heil der zielen, ook om te kunnen weer
stand bieden aan de vervolgingen die de
Missionnarissen wellicht nog zouden kunnen
te lijden hebben vanwege de vrijmetselaars
agenten. Aan die vergadering was aanwezig,
de vermaarde Pater Vermeersch, Jésuit,die
sedert zooveele maanden op studiereis is,
dweersdoor Congo en Afrika. De vergader
de Missië-oversten waaronder drie bis
schoppenhebben een brief van bedanking
gezonden naar het Belgisch Comiteit, ge
sticht tot verdediging van de Zendelingen en
het Missiewerk onder voorzitterschap van
Graaf d'Urssl.
't ls dank aan dit ijverig Comiteit onze
lezers weten het dat de congoleesche
vrijmetselaars schandalen bekend gemaakt
werden. Gelukkiglijk want anders zouden
de met-duivelshaat-bezielde framassons in
volle gerustheid voort hunne booze plannen
uitgewrocht hebben t. w. de totale vernieti
ging der katholieke zendingen.
't Is dank aan dit katholiek Comiteit dat
het ministerie van koloniën verplicht is ge
weest kennis te geven van het verslag van
den onderzoeksprokureur Duchesne over
Had
't zeil
zou dit
carton3
't Schoonst van al is dat dit verslag reeds
sedert Augustus, in 't Ministerie was
het verdediging8comiteit geen oog in
gehouden en niet voortgewrocht,
verslag misschien nog lang in de
verdoken gebleven zijn
Volksvertengenwoordiger Verhaegen heeft
Dia dag nog eens voor de hoeveelste
maal aan den Minister gevraagd hoever
de zaak nu gevorderd was. De Minister heeft
heel zijne bemoeïag met de zaak uiteengezet
van af 22 November 1912 tot 23 Augustus
1913.
De langdurigheid van het onderzoek be
wijst wel, meenen wij, dat er bestuur-
decentralisatie noodig is in de koloDie-
ad ministratieBrussel is te ver af van Congo.
Daar zelf in Congo zouden er moeten gevol
machtigde en rekenplichtige opperbestuur
ders zijn.
Nu zullen de twee vervolgers van Pater
Cambier, de twee wereldberoemde framas
sons Munch en]; Leolercq eene welverdiende
belooning ontvangen. Doch, dit kan zoo rap
niet gaan, het Congoleesch beroepshof moet
er eerst over beslissen...
Is dat al niet heel aardig, 't ls nu sedert
September een jaar dat die schandalige zaak
aansleept en nog is men aan 't einde niet
maar als er te beslissen is tegen de Missio
narissen, dan gaat het wat rapper. Een
voorbeeld de framasson-socialist Vander-
velde had over twee, drie jaar in de Kamer,
maar zijn mond te roeren over Pater Cam-
bier's Fiobecquoise» of het Ministerie zond
verbod aan'den grooten zendeling dien ver
kwikkingsdrank nog te maken ten gebruike
van de zendelingen.
Edelmoedige beslissing, voorwaar welke
nooit een Leopold II zou genomen hebben
en. die had meer verstand en doorzicht dan
veel koloniale opperheeren nu thoope.'t Was
al wat de arme Paters hadden tot gezond
heidsdrank en opbeurende laving. Terwijl
nu de vetbetaalde staatsagenten zwemmen
in champagne en andere hjne dranken,
mogen sedert dien de afgebeulde en koorts
lij dende Paters zich vergenoegen met water
Wij zullen dus met vele patiëntie de uit
spraak verwachten van het Beroepshof over
de welopgevoede, edelbartige volksbescha-
vers Leclercq en Munch, deelnemers aan en
uitvoerders van het Loge complot tegen de
zendelingen.
Het onverstaanbare ministerie van Kolo
niën wil maar niet aanveerden dat er een
Logé-complot, eene Loge-organisatie beBtaat
in Congo... De zendelingen die zoo klaar en
duidelijk sprakeu en schrevenhebben
zoogezegd niets bewezen, geen vaste
feiten aangehaald.
Wat er het koloniaal ministerie ook van
zegge, het treedt op als verdediger van eene
slechte zaak het bi ij ft toch klaar bewezen
dat er even als in België, in Congo ook een
vrijmetselaars organisatie en werking be
staat tegen de Katholieke Kerk, tegen bet
zendelingswerk. Dit heel en al tegen de stip-
telijke bepaling van de akte van Berlijn,
die niet alleen de vrijheid van godsdienst
herkent maar oplegt aan alle fonctionarissen
de taak der christene zendelingen te steunen
en te vergemakkelijken.
Er zijn staatsagenten framassons in
Congo dat zal het ministerie niet looche
nen. Er bestaan logen in CoDgo, o. a. te
Leopoldville, te Stanleyville, dat zal het
ministerie niet loochenen.
Al de aanvallers der zendelingen zijn
ingeschreven in de Loge... Dat zal het mi
nisterie ook Diet loochenen.
De Belgische vrijmetselaarslogen hebben
naar Congo het ordewoord gezonden de
katholieke zendelingen tegen te werken.Per
naaste geven wij daarvan de logebewijzen
zelf.
De framassons in Congo zenden in den
duik ialichtiDgen en ambtsgeheimen naar de
logen in België.Zoo bv. hebben wij vrijmetse
laar WaDgermée die de zedelooze dans aan de
maan even weerdig vond als het bidden van
den OnzsVader.en die schreef geene straf te
vreezen over zijne Btrafbare handelwijze,
daar alle rapporten tegen hem toch moesten
in de handen gaan van hooger beambten,
zijae broeders-vrij metselaars... t. w. de vrij
metselaars, Olsen, Stoops en Hansen (die
met Wangermée eD nog twee kandidaten de
framaesonsboel van Kivu vormden).
Dat zal het Ministerie niet loochenen 1
Welnu als het ministerie dan nog durft
houden staan dat de vrijmetselaars brave
en onschadelijke jongens zijn, en in hun
Loge geen ordewoord ontvangen om op alle
manieren de missionnarissen tegen tekanten
hun invloed te krenken, hun gezag te onder
mijnen, hun werk onmogelijk te maken
dan vragen wij ons af indien wij geen redens
hebben om te twijfelen aan de goede gestel
tenis van het koloniaal ministerie.
Een logé-complot is er, meer als genoeg
zame bewijzen zijn ter openbare kennis, ea
het ministerie zelf heefc er nog veel meer,
schriftelijk, in zijne papieren liggen.
Onzeggelijk is 't welke pijn aan het katho
liek herte veroorzaakt wordt door de droevige
handelwijze welke komt uit het ministerie
van koloniën.
Dit hebben wij reeds zoo dikwijls gezegd,
en ook, meenen wij wel, genoegzaam be
wezen, tijdens de pennetwist tusschen den
Minister en den Eerbiedweerdigen Bisschop
Roelens, tijdens de pennetwist tusschen de
Minister en Pater Thibaut, Provinciaal der
Jesuieten... laatste pennetwist waaiin de
Minister, voor 't publiek ten minste, scheen
het laatste woord gehad te hebben... onze
lezers weten op welke wijze doch waarin
hij, wij zijn er overtuigd van, het laatste
woord niet had en niet zal hebben.
De waarheid eindigt altijd met zegepralen.
r*i
Thans slaat een nieuw feit alle katholieken
met verbazing, 't Is het volgende.
Mgr Agouard is bisschop van Fransch
Congo, hij heeft bijna 40 jaren zendeling
schap vervult in Congo, zijn residentie is te
Brazzaville, op den Stanleypool, rechtover
Leopoldville. Hij kent Belgisch Congo zoo
wel als Fransch Congo immers hij en zijne
zendelingen van den H. Geest, waren ook in
onze kolonie werkzaam vooraleer onze Paters
van Scheut dit deel van het werk overnamen.
Mgr Agouard heeft niet geaarzeld te ver
klaren dat de toestand onzer Belgische Mis
sionarissen, daar waar zij in betrek leven met
vrijmetselaars-staatsagenten, onuithoudelijk
is. Hij heeft er bijgevoegd dat, wat die stre
ken betreft, de Missionarissen in Belgisch
Congo, onder een katholiek gouvernement,
slechter behandeld worden en moeilijker
kunnen werken dan de Missionarissen in
Fransch Congo, onder een antiklerikaal gou
vernement.
Eindelijk heeft de hoogwèerdige bisschop
de volgende
gedaan, t. w. dat hij de stelligste bewijzen
heeft der vrijmetselaars organisatie in Bel
gisch Congo en dat hij die bewijzen aan den
minister hééft kenbaar gemaakt...
Dat is het spreken van een eerbiedweer
digen bisschop. Daarop heeft Minister Ren-
kin aan de gazetten laten weten dat Mgr
Agouard hem geen zulke bewijzen overhan
digde I I 1
Hoe rijmt men dat te gaar
Mgr Agouard, bij zulke ministerieele ver
klaring meer dan verwonderd, schreef aan
diezelfde gazetten om zijn spijt uit te druk
ken op zulke manier behandeld te worden en
staafde nog eens zijne vroegere bevestiging
dat hij den Minister de onloochenbare be
wijzen van het Congoleesch vrijmetselaars
complot overhandigde.
Daarop heeft de Minister aan eene gazet
die hem gansch toeverkleefd is op zijne beurt
weder verklaard dat de fransche Bisschop
hem geen bewijzen gaf...
...Doch uit de woorden die de Minister
erbij voegde valt er gemakkelijk het volgende
te besluiten
Mgr Agouard heeft aan de minister de
stukken waarvan hij gewaagt heel wel over
handigd. Mgr Agouard vindt dat die stukken
bewijzen zijn, de Minister vindt dat niet...
Er is, zegt de Minister zelf, verschil van
appreciatie tusschen ons beide. Wat Mgr
Agouard mij bekend miek zijn geen be
wijzen... al geen kanten... en geen een ma
gistraat ter wereld zou er anders als ik over
oordeelen...
...Hebt ge 't verstaan, lezets. 't Is weerom
dezelfde onbegrijpelijke, onnoemelijke han
delwijze als het was tegen Mgr Roelens tegen
de Jesuieten... en 't blijkt er uit maar al te
klaar dat het Ministerie heel wel bepaalde
bewijsstukken in handen kreeg... maar, zin
spelende op de woorden die gegeven be
wijzen als geen zoogezegde juridieke bewij
zen wil aannemen...
...Is 't zoo niet
Welnu wij zullen het maar vlakaf zeggen
met La Gazette de Liége dat zijn vooi
ons een ontmoedigende, hertverscheurende
advokatentrekken ...die niet te passé komen
die misplaatst zijn in een zaak welke heel het
katholieke België zoo nauw ter herte ligt.
Ja, het moet ons van het herte... zulke
handelwijze, zulke handelwijze is bitter on-
verdragelijk in hare opzettelijkheid, daar
moet een einde komen aan zulk een toestand,
van den eenen zoowel als van den anderen
kant moet er met christene 'oprechtheid te
werke gegaan worden.
Mgr Agouard vindt zich genoodzaakt op
dit ministerieële wederantwoord een nieuw
schrijven te sturen.
De groote Zendeling zegt het volgende
Mijne weerdigheid, mijne diepe genegenheid
voor België laten mij toe in openbare rede
twist te komen met een lid van een katholiek
gouvernement. Doch
i° Ik maak beroep op de eerlijkheid van
Minister Renkin en vraag hem uitdrukkelijk
mijn gewichtige brief van 12 Augusti 1913 uit te
geven. Daarin vestig ik zjn aandacht (met
bepaalde bewijs feiten tot staving) op der er-
schrikkelijke gevaren welke de vrijmetse
larij aan den Belgische Cougo veroorzaakt.
20 Vermits M. Renkin beroep maakt op
het oordeel van de magistraten van heel de
wereld vraag ik dat deze dan ook eerlijk
als rechters over ons geschil zouden oor
deelen.
Mgr Agouard stelt de persoonlijkheid van
M. Renkin buiten kwestie, hij looft en prijst
de talrijke beambten in Congo die hun plich
ten kennen en vei vullen. Enkel, zegt hij,
heb ik willen protest aanteekenen met mijne
geëerde belgische collegas tegen de handel
wijze der vrijmetselaars, geen een katholiek
minister kan mij zulks ten kwade duiden...
voor mij zal dan de discussie gesloten zijn.
r*i
Alswanneer onze belgische zendelingen
met Mgr Roelens, Pater Cambier aan. 't
hoofd de dreigende toestand,door de Loge in
Congo veroorzaakt, bekend mieken dan
twijfelden wij geen oogenblik aan de waar
heid hunner gezegdens, een vreemde bis
schop-zendeling voegt nu zijn gezaghebbend
woord bij dit der belgische missionarissen....
wij herhalen dan nog eens fgaSüf
Onze Zendelingen zijn geen'_bedriegers
Onze Zendelingen zijn geen baatzuchti-
gen...
Wij gelooven het woord onzer Zende
lingen....
In de volle mate onzer krachten springen
wij de Missionnarissen ter zijde Leve
België Leve Congo I ja, ja I Maar ook
Leve de Zendelingen! Weg de Congoleesche
vrijmetselaars I
aan- of verkoop, enz indien ze aan het oude
recht van 0,50, 1, 2 fr. enz hierboven beschre
ven, niet hebben voldaan.
Nieuwe uitlandsche papieren zullen in Belgie
niet meer mogen te koope gesteld worden, als
er het zegelrecht van 1 per cent niet is op be
taald, zoodat bij deze, in de toekomst, een recht
van 1 per cent in"den prijs 'zal begrepen zijn
doch voor de oude is dit het geval niet, derwijze
dat- het de huidige bezitter isjdie zich den aftrek
te getroosten heeft.
II.
Veronderstellen wij dat iemand b. v. 5000
Pesos Ceduls 6 bezit. Zoolang hij deze niet
te koop stelt of voorlegt bij eene openbare akte,
is HIJ DAAHOP NIETS VERSCHULDIGD, nOCh Op de
koepons, noch op de stukken zelfdoch, van
zoodra hij die te veikoopen geeft of die bij eene
openbare akte te voorschijn brengt, wordt er
hem daarop 50 frank per stuk of 250 fr. voorde
5 stuks van 1000 Pesos afgehouden, ten voor
deele van den Staat, als die stuks niet getim-
breerd zijn naar 't oude recht.
Ten einde echter elkeen in staat te stellen
zich naar het oude recht te schikkm van
fr. 0 50 per 500
fr. 1,00 1000
ir. 2,00 2000
is er bij de nieuwe Belastingswet een uitstel
verleend van zes maanden om zich naar de
oude wijze d» goedkoopste dus in regel te
stellen.
Wie dit verzuimd moet later niemand daar
over aanspreken tenzij zich zelf
Iedere onze lezers die vreemde obligatiën
bezit, 't zij van Staten van Sleden of van
bijzondere ondernemi gen. zal dus toeldoen
ze een voor een goed na te zien. om zich te
overtuigen of er een Belgische zegel op staat
van 50 e., 1 fr. enz. Vindt hij er geen op, dan
heeft hij zes maanden tijd om zich in regel te
stellen, dot wil zeggen om ze te doen extra
stempelen aan de oude taks.
Laat h;j di:n tijd voorbijgaan, dan zal hij
of 5 fr. per 500 frar k moet-m betalen.
wanneer hij later die stuks afwil zetten of
wanneer zij van hem worden overgeërfd.
E'k zegge het a. u. b. voorts 't is immers
te late bi klaagd als 't kalf verdronken is in
andere woorden, ais de gunstbeurt verstreken
is.
°l
1 O
Vervolg
q Is waar 1... Sprak Washaki, recht
staande, al wat gij zegt is waai Maat ik
zal zeggen met de Roode-Pluim en liet Zwmte-
ltleed, die met ons is en ons geerne ziet
«Wat gedaan?... Waarop zal een nieuwe ooi-
log uitkomen Indien wij geene eetwaren
en geene wapens genoeg hebben wie zal er
onze dorpen beschermen tegen de woede der
Bleeke-Gezichten, die wij alzoo aanvallen
En wel 1 riep Sitting-Bull uit, die tol
dien oogenblik gezwegen had, maar die alsdan
opsroiig als een. leeuw, om te beletten aal
men zou beginnen, ie aarzelen en wel indien
(1) De Koning der Roodhuiden, J. Demeester,
Rousselaere, fr, 1.50.
Vergeet niet dit aandachtig te lezen.
1.
Artikels 14 en 46 der Wet van 25 Maart 1891
bepalen dat er een zegelrecht verschuldigd is op
alle aandeelen en obligation en andere effecten
op onbepaald termijn of voor een duurtijd van
meer dan vijfjaar, van
fr. 0,50, voor deze van 500 fr. of min
1,00, boven 500 tot 1000
2,00, 1000 tot 2000
en alzoo voorts, op voet van 1 frank per 1000
frank, zonder breuken.
Tot heden werden alle of bijna alle uitland
sche aandeelen en obligatiën aan dit recht
ontrokken, in andere woorden circuleerden vrij
en vrank in 'c land.
De nieuwe Belastingswet heeft daar paal in
perk aangesteld, en onder meer bepaald dat er
voortaan, op alle aandeelen en obligatiën, van
vreemde nationaliteit, een zegelrecht zal gehe
ven worden van 1 per cent, dit is van 10 fr.
per stuk van 1000 fr., van zoodra ze voor de
pinne worden vertoond, hetzij bij publieken
Sluks, die b. v. Ilollandsche, of Engelsche, of
Fransche zegels dragen, kunnen of te Amster
dam, of te Londen, of te Parijs verkocht worden,
zonder dat het Belgische zegel daartoe noodig
is doch in Belgie gaal dat niet, wanneer het
Belgisch zegel erop wordt, gemist.
Het ministerie oordeelt dat het noodig v,as
ons leger te versterken welnu ons ministene
is samengesteld uit verstandige menschen, die
niet anders begeeren danjhet welzijn van 't land.
Het móet bijgevolg zijn, dat zij overtuigd zijn
van de noodzakelijkheid. Om te oordeelen over
die noodzakelijkheid zijn wij op de hoogte der
zaken niet, maar ik ben nogtans genegen te ge
looven, dat onze ministers beter in staat zijn
over die zaken te oordeelen en te weten wat het
welzijn van heiland eischt, dan zek-re mannen
die alles beknibbelen, zonder het fijne van de
zaken te kennen.
Welnu, als 't noodig was ons leger te verster
ken, dat kost geld. Er zijn dus nieuwe inkom
sten vandoen, nieuwe lasten noodig.
Als er nieuwe lasten [noodig waren, konnen
die lasten beter gelegd worden, dan op de wijze
op dewelke zij gelegd zijn De gronden betalen
belastingen deuren, vensters en mobilair zijn
belast, er bestaan patentrechten, enz.
Papierweerden betaalden tot nu toe weinig of
niets. Het is redelijk, dat men die papierweer-
den belaste'zoowel als (de gronden. Gij bezit
voor 103,000 frank gronden. Gij betaalt belas
tingen ten voordeele van Slaat, Provincie en
Gemeente. Een ander bezit voor 100.000 frank
papieren weerden en hij betaalt weinig of niets,
is dat redelijk Dat is onredelijk. Die belasting
op de papierweerden is dus redelijk en recht-
veerdig.
Men belast nog de automobiels en de ciné
mas. Welnu die automobiels rijden kunnen
betalen, 't is een artikel van weelde.
De cinémas, 't is een artikel waarmêa de uit
baters, de eigenaars van films, veel geld win
nen.
Die belastingen vallen dus zoo weinig moge
lijk op de boeren, burgers en werklieden. Dat
zullen de menschen ondervinden op hun con-
r.butiebrief.
Bijgevolg al dat er verteld wordt, dat de
boeren zullen moeten meer grondlasten betalen,
meer voor deuren en vensters, dat er meer zal
moeten betaaldjworden voor patenten, dat er
zullen belastingen gelegd worden op koeien,
peerden, enz ,zijn niet anders dan leugens door
liberalen en socialisten uitgestoken om de men
schen op te maken. Die leugens zullen maar
bunnen tijd meegaan gelijk alle leugens maar
ondertusschen is het noodig de menschen in te
lichten en te waarschuwen tegen al die leugens.
De boeren mogen straf tevreden zijn dat die
belastingen ingebracht zijn onder een katholifk
ministerie. Nu zijn die lasten gelegd op de
papierenweerden, automobiels en cinémas, al
voorwerpen van weelde waarvan de boeren,
burgers en werklieden weinig of niets zullen
gewaarworden.
Integendeel, waren de lasten ingebracht ge
weest door de liberalen, meent gij dat het ging
zijn op de papierweerden, op de automobiels en
de cinémas Gij zijt er zoete meê. Die lasten
gingen zijn op de gronden, op de koeien en de
peerden,enz. In één woord, in plaats van op de
Over maanden reeds hebben wij medegedeeld dat het gemeentebestuur een kunst
affiche besteld had bij den vermaarden Biusselschen schilder M. L. Titz- Da.armêe beoogt
het stadsbestuur goede reclaam te maken, in 't land en in den vreemde, om (van laBgs om
meer de aandacht van kunstliefhebbers en reizigers te trekken op odzo aloude vermaarde
kunststad. Die poging is allerloffelijkst en iedereen moet ze goedkeuren wipwenschenjdat
de verwachte uitslag mocht bekomen zijn meer en meer vreemdelingen,'(gedurende het
lente-zomer-en herfstseizoen naar Yper uitlokken en alzoo meer]en meer leefte en pro-
fijt in de inwoners
verschaffen.
Wij zijn gelukkig
vandaag het afdruk
van het werk van
den beroemden
kunstenaar Titz te
kunnen meêdeelen.
Jammer dat eene
gazet geen" kleu
rendruk geven kan;
want hoe schoon de
voorstelling ook is
in trek en lijneD,
nog veel schooni r
is zij met de warme
afwisselende kleu
ren erbij. Die be
geert de kunst-affi
che te zien en te
bewonderen vindt
eene hangen op het
stadhuis en die, uit
kunstliefhebberij,
een exemplaar be
geert voor zyne
collectie, kan naar
wij vernomen heb
ben, zich aldaar
ook een verschaf
fen. De voorstelling
door M. Titz afge
maakt is 't bewon
deren weerd, we
denken dat geen
beter gedacht van
samenstelling kon
opgevat worden
en 't valt gemakke
lijk te bespeuren
datdekunstschilder
met zin en gevoel
heeft gewrocht voor
onze Btad welke bij
zoo genegen is.
tsusr.
töuae. STjjAGQues
•f
i
Af?KT
DC.
LA 6RAMO PLACt
Mouten nuis
DC VCSTÏlNéCfl
MALLC AU* -VIAPfOCS
/*A1S0N ..BiteuyCK
iUfo
DICHUyCK
MUI*
Wij mogen zeker
wel nog een of
twee gedachten
meêdeelen die we hier en daar v rnamen en die we nog al gegrond vinden. Ten eerste 't is
van binst den winter, de goede tijd om de reclame'enjde propaganda door te zetten tegen
het nieuwe seizoen mocht er dus ieverig gewrocht worden. Yper heeft een guide
Yper-tourisle in 't Fransch en 't Engelsch waarom ook niet in 't Vlaamsch en daar
bij nog in andere vreemde talen 1 in 't Duitsch bijvoorbeeld. Langs de zeekust, des zomers,
krioelt het van Duitschers. Ware het ook niet goed dat er een kleiner, kosteloos propagan
daboekje bestond om rond verspreid te worden. Ziet eens wat er elders gedaan wordt, te
Brugge bv. Eu, is Brugge grooter als Yper, Yper fjisjwel 'voorbeen minBte Brugge weerd
zeker Maar daar, gelijk in nog veel andere belgische steden, bestaan er maatschappijen
die, benevens het officieele werk, toch ook.ondersteund door hef stadsbestuur de voortref
felijkste propaganda maken met affiches,^reklaamboekjes, zelfs kunstfeesten, concerten,
enz... Heeft er nooit een Yper-minnend Yperling gedacht alhier ook een soortgelijke
kring van Vrienden van Yper te vormen metghet^doel Ypergte doen kennen, te doen be
zoeken, te doen roemen 1
heeren's automobiel, op de heerens papier
weerden, op de heeren's .cinéma 's, 't ging er
gaan luiden op de boeren hun automobiel, op
de boeren hunne grondlasten, op de boeren t's
cinéma, in andere woorden de boeren gingen/t
keerstje uitblazen en den uil zijn, en nu schie
ten de boeren, de burgers en de werklieden
vrij.
Boeren, ziedaar de waarheid, en laat u niet
bedriegen door boschprokureurs en liberale
taarteklaais, die niet anders.begeeren dan u in
den zak te steken. Boer Jan.
Gezien wij Zaterdag aanstaande het
ALLERHEILIGEN feest vieren, moet Het
Ypersche Volk Vrijdagmorgen verschijnen
Alle correspondenten gelieven dus, de\e
week, hunne mededeelingen een dag vroeger te
Zenden.
hucht van de Barakken, uitgenomen ver-
schillige uitzonderingen betreffende grond-
streken of stichtingen noodig geoordeeld
uit tolbelacg.
HDe vergunning zal nochtans geweigerd
worden aan deze lieden wier voorgaanden
geene genoegzame waarborgen zouden zijn
tegen het blauwen.
IfAanveerd. enz... (get.) M. Levie.
Minister van Geldwezen
grenzen.In antwoord op allerlei voet
stappen welke onze Volksvertegenwoordigers
en Senators aanwendden, hebben deze vol
gend schrijven ontvangen
Achtbare CollegaGij zult ongetwij
feld met voldoening vernemen dat een en
kwest ter plaats ingesteld door een hoogere
beambte de mogelijkheid heelt doen kennen
van vergunning te verleenen alcoholische
dranken te verkoopen in de dranksiijterijen
gelegen in den omvang van Comen 9n Wer-
vick alsook in de gebouwen op het grondge
bied der twee gemeenten laDgs den steenweg
van Waasten naar Meenen.
Zoo zal het ook zijn voor de slijterijen
gelegen te Meenen, daarin begrepen het ge-
aanstaaüde
gen is.
Markt plaats V R I i 0 A G
daar het Zaterdag Allerheili-
wij geene eetwaren en geene wapens genoeg
hebben, zullen wij de woestijn hebben, en
ons recht hebben, en toonen dat wij geen
slav.en zijn I
Is hel noodig ons in de handen van den
vijand over te leveren, omdat Wij zoo machtig
niet zijn als hjj Is het noodig aan de die
ven toe te werpen, wat zij eerst niet afge
nomen hebben Tot nu toe zijn wij nog
vrij in ons land. Staan wij onder de bescher
ming der Witten, wij eft staan onder hun
gebied niet. Tot den dag van heden is er
geen één onzer volkstammendie onder
hunne wetten buigt. Maar morgen, indien wij
er ons niet tegen verzetten, zullen wij onder
hun juk gebogen gaan, en hun tot slaven
dienen
Broeders, alswanneer wij opi jacht gaan
achter den wilden os, vlucht hij lang en
verre, als hij ons hoort opkomen, 't Is noo
dig alle slag van listen te gebruiken, 0111
hem te verrassen en dikwijls nog is hij
weg, als wij meenen dat wij hem vast heb
ben. En nochtans zijn wij slimmer dan hij';
en wij hebben onze kogels en onze schich
ten, die rapper vliegen dan hij loopen kan.
Waarom ontsnapt hij aan de jagers Waarom
hebben onze vaderen, en hebben wij hun ras
niet lÏÏtgeroeid Omdat hij eindelooze weiden,
bergen en bosschen, en onmeetbare vlakten
bezit I...
En wij ook, wij hebben dat al 1 Kunnen
wij den yij and niet overmeesteren, zoo vluch
ten wij de woestijn in en het is beter
dèèr in vrijheid te leven, dan onder hun
slavenjuk gebogen te gaan, en uit hunne han
den te moeten eten.
Liever duizendmaal sterven dan als ont-
eerde slaven te moeten leven I
Bij die woorden was Sitting-Bull wreed
om zien. Zijne donderende stem deed de
bergen en bosschen weergalmen. De krijgs
lieden aanzagen hem als den redder der wil
de stammen.
Gij hebt mij verstaan, zei hiji tot slot. Mor
gen roep ik mijne Siouwen te wapen en
wij trekken ten oorloge
En gij, wat Zult gij doen
Allen riepen uit
Wij doen gelijk gij:
Allen
Allen 1
't Is wel! de Groote-Geest heeft uwen
eed gehoord. De hap zal nog dezen avond ont
graven worden. Dat zij geverwd worde in
het bloed der Bleeke-Gezichten, en dat zij
de zegepraal zie der Roodhuiden
Daarop neemt hij de vredepijp, en stampt
ze in stukken onder zijne voeten.
Hij grijpt de hap die aan zijne zijde hangt,
en werpt 'ze tegen de stake, te midden de
hoogte. De stake dreunt van het geweld en
de hap blijft er in zitten.
Allen naderen, en met hunne armen uitge
strekt, onder het schrikkelijk wapen, roepen
zij tweemaal uit
Oorlog Oorlog
De hap is ontgraven: dat zij het bloed
^onzer vijanden drinke I
Oorlog 1 Oorlog
De maan was te midden haren loop ge
komen. Het vuur laaide helder. De wind
voerde het geroep der krijgers wijd en verre
over de vlakte. Eenige ronddwalende wilden
hoorden het, en zagen de klaarte der vlam
grafheuvel.
's Anderendaags liep het gerucht dat de
Zwarte-Vogel uit zijn graf was opgestaan, en
dat er groote dingen op handen waren.
Eehe maand na de bijeenkomst der hoofd
mannen van de wilde volksstammen, op den
grafheuvel van den Zwarte-Vogel, zaten de
inwoners der stad Washington in onruste en
in vreeze.
Droevige maren liepen rond sedert eeni
ge dagen maar nu sprak men met zulke
zekerheid, dat er niet meer aan te twijfelen
viel.
Men zei dat het landbestuur slecht nieuws
gekregen had yan het land der Indianen,
en dat het zoo slecht was, dat men het eerst
niet dorst kenbaar maken.
Verscheidene woonplaatsen der grenzen zou
den verwoest en vernield geweest zijn, en
de bewoners ten grooten deele vermoord da or
de wilden.
Aan de Black-Hills had men vele mijn
werkers vinden liggen, leelijk doorsteken en
met afgesneden schedel.
Eene zende eetwaren, door den veldheer
Gibbon naar de Indianen gestuurd, die nog
in opstand niet waren, was aangerand geweest
door eene legerbende Siouwen, en deze dié
mede waren, hadden de vlucht moeten nemen
met hunne peerden, om niet vermoord te
worden.
En 't en was in Dacoth alleen niet en bij
de Siouwen dat de opstand uitgeborsten was.
Van alle kanten kwamen er droevige maren
van gevechten en moorderijen. Het vuur
scheen ontstoken te zijn door geheel het
land der Indianen.
Geene veiligheid meer voor de jagers der
Vereenigde-Staten, die in de wildernis achter
de wilde beesten gingen. Geene veiligheid méér
voor de wegbaanders, die met de hap of het
vuur in de hand, het wilde land doorzoch
ten, bosschen en vlakten doorkruisten, en
alzoo nieuwe streken trachtten te winnen
voor hun land.
De protestantscha ministers, tot de Rood
huiden gezonden, die er niet van wilden, maar
katholieke zendelingen vroegen, waren schan-
neelkundige Vereeniging, gesticht na de
opvoering van De Blindgeborene zal
dezen winter zekertwee vertooningen geven.
De eerste zal plaats hebben op Zondag 21*1
December .Zal opgevoerd worden bet gedicht
kerstspel
in 3 bedrijven, met alleenzangen, gemengde
koren, kinderkoren en symfonische tus-
schenspelen. Dichter E. H. A. Walgrave;
toondichter Hr M. Henderick (schrijvers
van De Blindgeborene Honderd uit
voerders. Prachtige nieuwe tooneelschik-
king. Leiding der heeren K.BostynenA.
Van Egroo. Wie De Blindgeborene
zag opvoeren, zal verlangen naar de vertol
king van bet aangrijpend kerstspel Vrede
op aarde welke de vereeniging met even-
toewijding bereiden zal en met overgrooten
bijval verhoopt bejegend te zien.
delijlc weggejaagd geweest en met d» dood
bedreigd, indien zij nog den voet in hunn«
streek dorsten zetten. Deze vertelden dat d*
haat der Indianen, die zoolang hunne woede
verkropt hadden, overal uitgeborsten was dat
al de stammen, zelfs deze die te voren niet
overeen kwamen, aan één en hetzelfde be
vel schenen te gehoorzamen, en dat zij al hun
volk gingen samen brengen.
Men sprak van eenen man die het
gebied zou voeren over geheel het leger dér
Indianen 't was de verbannene van .Was
hington, 't was Sitting-Bull.
En terwijl de predikanten dat nieuws ver
spreidden, vroegen de bevelhebbers van het
leger, die hier en daar langs de grenzen, of
in het land der Indianen lagen, nieuwe sol
daten en krachtige ondersteuning, zeggende
dat zij in state niet en waren den opstand
tegen te houden.
Van Arizona, van Nevada, van Montana,
van Wioming, kwamen er boden op boden
om te zeggen dat er geen doen irieer aan
was ofwel nieuwe krijgsbenden, om ze te
dwingen door de macht, was 't dat zij voort
gingen in hunnen opstand.
De ambtenaar der gouwe van Red-Cloud,
dien wij kennen, en die aanzien was als een
der hoofdmannen die meest voor de Ver
eenigde-Staten waren, schreef naar het land
bestuur dat de markten verlaten, waren, en dat
er alle dagen een algemeene opstand te vreé-
zen was,
L. 'l Vervolgt