Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLK van Zaterdag 25 October 1913 DevenMigii EENE KUNST-AFFICHE De Koning Roodhuiden Van alles Wat -fr Tl! TPEH flRBQUDISSEPIEHT Han onze coiïesponilenten= Nieuws uit Congo -ƒƒƒ/ m "5* - e YPER Bericht Te ^er naa8te 1 II de zaak van Pater Cambier Geen complot! Ja,een complot! Mgr Agouard en de Minister Rechtzinnige Verklaring Ministerieële logenstraffing Beleefde doch bevestigende herverklaring Dobbelzinnig wederantwoord Het laatste woord van den Bisschop MENGELWERK N° 6 DER 11 Hoe de hoofdmannen der Indianen samen raad sloegen. Zegelrecht op de vreemde titels Nog een woordje van Boer Jan over de nieuwe belastingen V\A Alcoholische dranken langs de III Hoe men te Washington verlegen zat. Kunstnieuws. De Toon- en too- VREDE OP AARDE Ia September laatst vergaderden te Kisan- ta (Kwango) al de Missie-oversten uit Congo om de belangen der Zendelingen te bespreken en ook samen maatregelen te ne men voor de toekomst, t. w. om het christen zendingswerk meer en meer uit te breiden ten voordeele der beschaving der Zwarten en het heil der zielen, ook om te kunnen weer stand bieden aan de vervolgingen die de Missionnarissen wellicht nog zouden kunnen te lijden hebben vanwege de vrijmetselaars agenten. Aan die vergadering was aanwezig, de vermaarde Pater Vermeersch, Jésuit,die sedert zooveele maanden op studiereis is, dweersdoor Congo en Afrika. De vergader de Missië-oversten waaronder drie bis schoppenhebben een brief van bedanking gezonden naar het Belgisch Comiteit, ge sticht tot verdediging van de Zendelingen en het Missiewerk onder voorzitterschap van Graaf d'Urssl. 't ls dank aan dit ijverig Comiteit onze lezers weten het dat de congoleesche vrijmetselaars schandalen bekend gemaakt werden. Gelukkiglijk want anders zouden de met-duivelshaat-bezielde framassons in volle gerustheid voort hunne booze plannen uitgewrocht hebben t. w. de totale vernieti ging der katholieke zendingen. 't Is dank aan dit katholiek Comiteit dat het ministerie van koloniën verplicht is ge weest kennis te geven van het verslag van den onderzoeksprokureur Duchesne over Had 't zeil zou dit carton3 't Schoonst van al is dat dit verslag reeds sedert Augustus, in 't Ministerie was het verdediging8comiteit geen oog in gehouden en niet voortgewrocht, verslag misschien nog lang in de verdoken gebleven zijn Volksvertengenwoordiger Verhaegen heeft Dia dag nog eens voor de hoeveelste maal aan den Minister gevraagd hoever de zaak nu gevorderd was. De Minister heeft heel zijne bemoeïag met de zaak uiteengezet van af 22 November 1912 tot 23 Augustus 1913. De langdurigheid van het onderzoek be wijst wel, meenen wij, dat er bestuur- decentralisatie noodig is in de koloDie- ad ministratieBrussel is te ver af van Congo. Daar zelf in Congo zouden er moeten gevol machtigde en rekenplichtige opperbestuur ders zijn. Nu zullen de twee vervolgers van Pater Cambier, de twee wereldberoemde framas sons Munch en]; Leolercq eene welverdiende belooning ontvangen. Doch, dit kan zoo rap niet gaan, het Congoleesch beroepshof moet er eerst over beslissen... Is dat al niet heel aardig, 't ls nu sedert September een jaar dat die schandalige zaak aansleept en nog is men aan 't einde niet maar als er te beslissen is tegen de Missio narissen, dan gaat het wat rapper. Een voorbeeld de framasson-socialist Vander- velde had over twee, drie jaar in de Kamer, maar zijn mond te roeren over Pater Cam- bier's Fiobecquoise» of het Ministerie zond verbod aan'den grooten zendeling dien ver kwikkingsdrank nog te maken ten gebruike van de zendelingen. Edelmoedige beslissing, voorwaar welke nooit een Leopold II zou genomen hebben en. die had meer verstand en doorzicht dan veel koloniale opperheeren nu thoope.'t Was al wat de arme Paters hadden tot gezond heidsdrank en opbeurende laving. Terwijl nu de vetbetaalde staatsagenten zwemmen in champagne en andere hjne dranken, mogen sedert dien de afgebeulde en koorts lij dende Paters zich vergenoegen met water Wij zullen dus met vele patiëntie de uit spraak verwachten van het Beroepshof over de welopgevoede, edelbartige volksbescha- vers Leclercq en Munch, deelnemers aan en uitvoerders van het Loge complot tegen de zendelingen. Het onverstaanbare ministerie van Kolo niën wil maar niet aanveerden dat er een Logé-complot, eene Loge-organisatie beBtaat in Congo... De zendelingen die zoo klaar en duidelijk sprakeu en schrevenhebben zoogezegd niets bewezen, geen vaste feiten aangehaald. Wat er het koloniaal ministerie ook van zegge, het treedt op als verdediger van eene slechte zaak het bi ij ft toch klaar bewezen dat er even als in België, in Congo ook een vrijmetselaars organisatie en werking be staat tegen de Katholieke Kerk, tegen bet zendelingswerk. Dit heel en al tegen de stip- telijke bepaling van de akte van Berlijn, die niet alleen de vrijheid van godsdienst herkent maar oplegt aan alle fonctionarissen de taak der christene zendelingen te steunen en te vergemakkelijken. Er zijn staatsagenten framassons in Congo dat zal het ministerie niet looche nen. Er bestaan logen in CoDgo, o. a. te Leopoldville, te Stanleyville, dat zal het ministerie niet loochenen. Al de aanvallers der zendelingen zijn ingeschreven in de Loge... Dat zal het mi nisterie ook Diet loochenen. De Belgische vrijmetselaarslogen hebben naar Congo het ordewoord gezonden de katholieke zendelingen tegen te werken.Per naaste geven wij daarvan de logebewijzen zelf. De framassons in Congo zenden in den duik ialichtiDgen en ambtsgeheimen naar de logen in België.Zoo bv. hebben wij vrijmetse laar WaDgermée die de zedelooze dans aan de maan even weerdig vond als het bidden van den OnzsVader.en die schreef geene straf te vreezen over zijne Btrafbare handelwijze, daar alle rapporten tegen hem toch moesten in de handen gaan van hooger beambten, zijae broeders-vrij metselaars... t. w. de vrij metselaars, Olsen, Stoops en Hansen (die met Wangermée eD nog twee kandidaten de framaesonsboel van Kivu vormden). Dat zal het Ministerie niet loochenen 1 Welnu als het ministerie dan nog durft houden staan dat de vrijmetselaars brave en onschadelijke jongens zijn, en in hun Loge geen ordewoord ontvangen om op alle manieren de missionnarissen tegen tekanten hun invloed te krenken, hun gezag te onder mijnen, hun werk onmogelijk te maken dan vragen wij ons af indien wij geen redens hebben om te twijfelen aan de goede gestel tenis van het koloniaal ministerie. Een logé-complot is er, meer als genoeg zame bewijzen zijn ter openbare kennis, ea het ministerie zelf heefc er nog veel meer, schriftelijk, in zijne papieren liggen. Onzeggelijk is 't welke pijn aan het katho liek herte veroorzaakt wordt door de droevige handelwijze welke komt uit het ministerie van koloniën. Dit hebben wij reeds zoo dikwijls gezegd, en ook, meenen wij wel, genoegzaam be wezen, tijdens de pennetwist tusschen den Minister en den Eerbiedweerdigen Bisschop Roelens, tijdens de pennetwist tusschen de Minister en Pater Thibaut, Provinciaal der Jesuieten... laatste pennetwist waaiin de Minister, voor 't publiek ten minste, scheen het laatste woord gehad te hebben... onze lezers weten op welke wijze doch waarin hij, wij zijn er overtuigd van, het laatste woord niet had en niet zal hebben. De waarheid eindigt altijd met zegepralen. r*i Thans slaat een nieuw feit alle katholieken met verbazing, 't Is het volgende. Mgr Agouard is bisschop van Fransch Congo, hij heeft bijna 40 jaren zendeling schap vervult in Congo, zijn residentie is te Brazzaville, op den Stanleypool, rechtover Leopoldville. Hij kent Belgisch Congo zoo wel als Fransch Congo immers hij en zijne zendelingen van den H. Geest, waren ook in onze kolonie werkzaam vooraleer onze Paters van Scheut dit deel van het werk overnamen. Mgr Agouard heeft niet geaarzeld te ver klaren dat de toestand onzer Belgische Mis sionarissen, daar waar zij in betrek leven met vrijmetselaars-staatsagenten, onuithoudelijk is. Hij heeft er bijgevoegd dat, wat die stre ken betreft, de Missionarissen in Belgisch Congo, onder een katholiek gouvernement, slechter behandeld worden en moeilijker kunnen werken dan de Missionarissen in Fransch Congo, onder een antiklerikaal gou vernement. Eindelijk heeft de hoogwèerdige bisschop de volgende gedaan, t. w. dat hij de stelligste bewijzen heeft der vrijmetselaars organisatie in Bel gisch Congo en dat hij die bewijzen aan den minister hééft kenbaar gemaakt... Dat is het spreken van een eerbiedweer digen bisschop. Daarop heeft Minister Ren- kin aan de gazetten laten weten dat Mgr Agouard hem geen zulke bewijzen overhan digde I I 1 Hoe rijmt men dat te gaar Mgr Agouard, bij zulke ministerieele ver klaring meer dan verwonderd, schreef aan diezelfde gazetten om zijn spijt uit te druk ken op zulke manier behandeld te worden en staafde nog eens zijne vroegere bevestiging dat hij den Minister de onloochenbare be wijzen van het Congoleesch vrijmetselaars complot overhandigde. Daarop heeft de Minister aan eene gazet die hem gansch toeverkleefd is op zijne beurt weder verklaard dat de fransche Bisschop hem geen bewijzen gaf... ...Doch uit de woorden die de Minister erbij voegde valt er gemakkelijk het volgende te besluiten Mgr Agouard heeft aan de minister de stukken waarvan hij gewaagt heel wel over handigd. Mgr Agouard vindt dat die stukken bewijzen zijn, de Minister vindt dat niet... Er is, zegt de Minister zelf, verschil van appreciatie tusschen ons beide. Wat Mgr Agouard mij bekend miek zijn geen be wijzen... al geen kanten... en geen een ma gistraat ter wereld zou er anders als ik over oordeelen... ...Hebt ge 't verstaan, lezets. 't Is weerom dezelfde onbegrijpelijke, onnoemelijke han delwijze als het was tegen Mgr Roelens tegen de Jesuieten... en 't blijkt er uit maar al te klaar dat het Ministerie heel wel bepaalde bewijsstukken in handen kreeg... maar, zin spelende op de woorden die gegeven be wijzen als geen zoogezegde juridieke bewij zen wil aannemen... ...Is 't zoo niet Welnu wij zullen het maar vlakaf zeggen met La Gazette de Liége dat zijn vooi ons een ontmoedigende, hertverscheurende advokatentrekken ...die niet te passé komen die misplaatst zijn in een zaak welke heel het katholieke België zoo nauw ter herte ligt. Ja, het moet ons van het herte... zulke handelwijze, zulke handelwijze is bitter on- verdragelijk in hare opzettelijkheid, daar moet een einde komen aan zulk een toestand, van den eenen zoowel als van den anderen kant moet er met christene 'oprechtheid te werke gegaan worden. Mgr Agouard vindt zich genoodzaakt op dit ministerieële wederantwoord een nieuw schrijven te sturen. De groote Zendeling zegt het volgende Mijne weerdigheid, mijne diepe genegenheid voor België laten mij toe in openbare rede twist te komen met een lid van een katholiek gouvernement. Doch i° Ik maak beroep op de eerlijkheid van Minister Renkin en vraag hem uitdrukkelijk mijn gewichtige brief van 12 Augusti 1913 uit te geven. Daarin vestig ik zjn aandacht (met bepaalde bewijs feiten tot staving) op der er- schrikkelijke gevaren welke de vrijmetse larij aan den Belgische Cougo veroorzaakt. 20 Vermits M. Renkin beroep maakt op het oordeel van de magistraten van heel de wereld vraag ik dat deze dan ook eerlijk als rechters over ons geschil zouden oor deelen. Mgr Agouard stelt de persoonlijkheid van M. Renkin buiten kwestie, hij looft en prijst de talrijke beambten in Congo die hun plich ten kennen en vei vullen. Enkel, zegt hij, heb ik willen protest aanteekenen met mijne geëerde belgische collegas tegen de handel wijze der vrijmetselaars, geen een katholiek minister kan mij zulks ten kwade duiden... voor mij zal dan de discussie gesloten zijn. r*i Alswanneer onze belgische zendelingen met Mgr Roelens, Pater Cambier aan. 't hoofd de dreigende toestand,door de Loge in Congo veroorzaakt, bekend mieken dan twijfelden wij geen oogenblik aan de waar heid hunner gezegdens, een vreemde bis schop-zendeling voegt nu zijn gezaghebbend woord bij dit der belgische missionarissen.... wij herhalen dan nog eens fgaSüf Onze Zendelingen zijn geen'_bedriegers Onze Zendelingen zijn geen baatzuchti- gen... Wij gelooven het woord onzer Zende lingen.... In de volle mate onzer krachten springen wij de Missionnarissen ter zijde Leve België Leve Congo I ja, ja I Maar ook Leve de Zendelingen! Weg de Congoleesche vrijmetselaars I aan- of verkoop, enz indien ze aan het oude recht van 0,50, 1, 2 fr. enz hierboven beschre ven, niet hebben voldaan. Nieuwe uitlandsche papieren zullen in Belgie niet meer mogen te koope gesteld worden, als er het zegelrecht van 1 per cent niet is op be taald, zoodat bij deze, in de toekomst, een recht van 1 per cent in"den prijs 'zal begrepen zijn doch voor de oude is dit het geval niet, derwijze dat- het de huidige bezitter isjdie zich den aftrek te getroosten heeft. II. Veronderstellen wij dat iemand b. v. 5000 Pesos Ceduls 6 bezit. Zoolang hij deze niet te koop stelt of voorlegt bij eene openbare akte, is HIJ DAAHOP NIETS VERSCHULDIGD, nOCh Op de koepons, noch op de stukken zelfdoch, van zoodra hij die te veikoopen geeft of die bij eene openbare akte te voorschijn brengt, wordt er hem daarop 50 frank per stuk of 250 fr. voorde 5 stuks van 1000 Pesos afgehouden, ten voor deele van den Staat, als die stuks niet getim- breerd zijn naar 't oude recht. Ten einde echter elkeen in staat te stellen zich naar het oude recht te schikkm van fr. 0 50 per 500 fr. 1,00 1000 ir. 2,00 2000 is er bij de nieuwe Belastingswet een uitstel verleend van zes maanden om zich naar de oude wijze d» goedkoopste dus in regel te stellen. Wie dit verzuimd moet later niemand daar over aanspreken tenzij zich zelf Iedere onze lezers die vreemde obligatiën bezit, 't zij van Staten van Sleden of van bijzondere ondernemi gen. zal dus toeldoen ze een voor een goed na te zien. om zich te overtuigen of er een Belgische zegel op staat van 50 e., 1 fr. enz. Vindt hij er geen op, dan heeft hij zes maanden tijd om zich in regel te stellen, dot wil zeggen om ze te doen extra stempelen aan de oude taks. Laat h;j di:n tijd voorbijgaan, dan zal hij of 5 fr. per 500 frar k moet-m betalen. wanneer hij later die stuks afwil zetten of wanneer zij van hem worden overgeërfd. E'k zegge het a. u. b. voorts 't is immers te late bi klaagd als 't kalf verdronken is in andere woorden, ais de gunstbeurt verstreken is. °l 1 O Vervolg q Is waar 1... Sprak Washaki, recht staande, al wat gij zegt is waai Maat ik zal zeggen met de Roode-Pluim en liet Zwmte- ltleed, die met ons is en ons geerne ziet «Wat gedaan?... Waarop zal een nieuwe ooi- log uitkomen Indien wij geene eetwaren en geene wapens genoeg hebben wie zal er onze dorpen beschermen tegen de woede der Bleeke-Gezichten, die wij alzoo aanvallen En wel 1 riep Sitting-Bull uit, die tol dien oogenblik gezwegen had, maar die alsdan opsroiig als een. leeuw, om te beletten aal men zou beginnen, ie aarzelen en wel indien (1) De Koning der Roodhuiden, J. Demeester, Rousselaere, fr, 1.50. Vergeet niet dit aandachtig te lezen. 1. Artikels 14 en 46 der Wet van 25 Maart 1891 bepalen dat er een zegelrecht verschuldigd is op alle aandeelen en obligation en andere effecten op onbepaald termijn of voor een duurtijd van meer dan vijfjaar, van fr. 0,50, voor deze van 500 fr. of min 1,00, boven 500 tot 1000 2,00, 1000 tot 2000 en alzoo voorts, op voet van 1 frank per 1000 frank, zonder breuken. Tot heden werden alle of bijna alle uitland sche aandeelen en obligatiën aan dit recht ontrokken, in andere woorden circuleerden vrij en vrank in 'c land. De nieuwe Belastingswet heeft daar paal in perk aangesteld, en onder meer bepaald dat er voortaan, op alle aandeelen en obligatiën, van vreemde nationaliteit, een zegelrecht zal gehe ven worden van 1 per cent, dit is van 10 fr. per stuk van 1000 fr., van zoodra ze voor de pinne worden vertoond, hetzij bij publieken Sluks, die b. v. Ilollandsche, of Engelsche, of Fransche zegels dragen, kunnen of te Amster dam, of te Londen, of te Parijs verkocht worden, zonder dat het Belgische zegel daartoe noodig is doch in Belgie gaal dat niet, wanneer het Belgisch zegel erop wordt, gemist. Het ministerie oordeelt dat het noodig v,as ons leger te versterken welnu ons ministene is samengesteld uit verstandige menschen, die niet anders begeeren danjhet welzijn van 't land. Het móet bijgevolg zijn, dat zij overtuigd zijn van de noodzakelijkheid. Om te oordeelen over die noodzakelijkheid zijn wij op de hoogte der zaken niet, maar ik ben nogtans genegen te ge looven, dat onze ministers beter in staat zijn over die zaken te oordeelen en te weten wat het welzijn van heiland eischt, dan zek-re mannen die alles beknibbelen, zonder het fijne van de zaken te kennen. Welnu, als 't noodig was ons leger te verster ken, dat kost geld. Er zijn dus nieuwe inkom sten vandoen, nieuwe lasten noodig. Als er nieuwe lasten [noodig waren, konnen die lasten beter gelegd worden, dan op de wijze op dewelke zij gelegd zijn De gronden betalen belastingen deuren, vensters en mobilair zijn belast, er bestaan patentrechten, enz. Papierweerden betaalden tot nu toe weinig of niets. Het is redelijk, dat men die papierweer- den belaste'zoowel als (de gronden. Gij bezit voor 103,000 frank gronden. Gij betaalt belas tingen ten voordeele van Slaat, Provincie en Gemeente. Een ander bezit voor 100.000 frank papieren weerden en hij betaalt weinig of niets, is dat redelijk Dat is onredelijk. Die belasting op de papierweerden is dus redelijk en recht- veerdig. Men belast nog de automobiels en de ciné mas. Welnu die automobiels rijden kunnen betalen, 't is een artikel van weelde. De cinémas, 't is een artikel waarmêa de uit baters, de eigenaars van films, veel geld win nen. Die belastingen vallen dus zoo weinig moge lijk op de boeren, burgers en werklieden. Dat zullen de menschen ondervinden op hun con- r.butiebrief. Bijgevolg al dat er verteld wordt, dat de boeren zullen moeten meer grondlasten betalen, meer voor deuren en vensters, dat er meer zal moeten betaaldjworden voor patenten, dat er zullen belastingen gelegd worden op koeien, peerden, enz ,zijn niet anders dan leugens door liberalen en socialisten uitgestoken om de men schen op te maken. Die leugens zullen maar bunnen tijd meegaan gelijk alle leugens maar ondertusschen is het noodig de menschen in te lichten en te waarschuwen tegen al die leugens. De boeren mogen straf tevreden zijn dat die belastingen ingebracht zijn onder een katholifk ministerie. Nu zijn die lasten gelegd op de papierenweerden, automobiels en cinémas, al voorwerpen van weelde waarvan de boeren, burgers en werklieden weinig of niets zullen gewaarworden. Integendeel, waren de lasten ingebracht ge weest door de liberalen, meent gij dat het ging zijn op de papierweerden, op de automobiels en de cinémas Gij zijt er zoete meê. Die lasten gingen zijn op de gronden, op de koeien en de peerden,enz. In één woord, in plaats van op de Over maanden reeds hebben wij medegedeeld dat het gemeentebestuur een kunst affiche besteld had bij den vermaarden Biusselschen schilder M. L. Titz- Da.armêe beoogt het stadsbestuur goede reclaam te maken, in 't land en in den vreemde, om (van laBgs om meer de aandacht van kunstliefhebbers en reizigers te trekken op odzo aloude vermaarde kunststad. Die poging is allerloffelijkst en iedereen moet ze goedkeuren wipwenschenjdat de verwachte uitslag mocht bekomen zijn meer en meer vreemdelingen,'(gedurende het lente-zomer-en herfstseizoen naar Yper uitlokken en alzoo meer]en meer leefte en pro- fijt in de inwoners verschaffen. Wij zijn gelukkig vandaag het afdruk van het werk van den beroemden kunstenaar Titz te kunnen meêdeelen. Jammer dat eene gazet geen" kleu rendruk geven kan; want hoe schoon de voorstelling ook is in trek en lijneD, nog veel schooni r is zij met de warme afwisselende kleu ren erbij. Die be geert de kunst-affi che te zien en te bewonderen vindt eene hangen op het stadhuis en die, uit kunstliefhebberij, een exemplaar be geert voor zyne collectie, kan naar wij vernomen heb ben, zich aldaar ook een verschaf fen. De voorstelling door M. Titz afge maakt is 't bewon deren weerd, we denken dat geen beter gedacht van samenstelling kon opgevat worden en 't valt gemakke lijk te bespeuren datdekunstschilder met zin en gevoel heeft gewrocht voor onze Btad welke bij zoo genegen is. tsusr. töuae. STjjAGQues •f i Af?KT DC. LA 6RAMO PLACt Mouten nuis DC VCSTÏlNéCfl MALLC AU* -VIAPfOCS /*A1S0N ..BiteuyCK iUfo DICHUyCK MUI* Wij mogen zeker wel nog een of twee gedachten meêdeelen die we hier en daar v rnamen en die we nog al gegrond vinden. Ten eerste 't is van binst den winter, de goede tijd om de reclame'enjde propaganda door te zetten tegen het nieuwe seizoen mocht er dus ieverig gewrocht worden. Yper heeft een guide Yper-tourisle in 't Fransch en 't Engelsch waarom ook niet in 't Vlaamsch en daar bij nog in andere vreemde talen 1 in 't Duitsch bijvoorbeeld. Langs de zeekust, des zomers, krioelt het van Duitschers. Ware het ook niet goed dat er een kleiner, kosteloos propagan daboekje bestond om rond verspreid te worden. Ziet eens wat er elders gedaan wordt, te Brugge bv. Eu, is Brugge grooter als Yper, Yper fjisjwel 'voorbeen minBte Brugge weerd zeker Maar daar, gelijk in nog veel andere belgische steden, bestaan er maatschappijen die, benevens het officieele werk, toch ook.ondersteund door hef stadsbestuur de voortref felijkste propaganda maken met affiches,^reklaamboekjes, zelfs kunstfeesten, concerten, enz... Heeft er nooit een Yper-minnend Yperling gedacht alhier ook een soortgelijke kring van Vrienden van Yper te vormen metghet^doel Ypergte doen kennen, te doen be zoeken, te doen roemen 1 heeren's automobiel, op de heerens papier weerden, op de heeren's .cinéma 's, 't ging er gaan luiden op de boeren hun automobiel, op de boeren hunne grondlasten, op de boeren t's cinéma, in andere woorden de boeren gingen/t keerstje uitblazen en den uil zijn, en nu schie ten de boeren, de burgers en de werklieden vrij. Boeren, ziedaar de waarheid, en laat u niet bedriegen door boschprokureurs en liberale taarteklaais, die niet anders.begeeren dan u in den zak te steken. Boer Jan. Gezien wij Zaterdag aanstaande het ALLERHEILIGEN feest vieren, moet Het Ypersche Volk Vrijdagmorgen verschijnen Alle correspondenten gelieven dus, de\e week, hunne mededeelingen een dag vroeger te Zenden. hucht van de Barakken, uitgenomen ver- schillige uitzonderingen betreffende grond- streken of stichtingen noodig geoordeeld uit tolbelacg. HDe vergunning zal nochtans geweigerd worden aan deze lieden wier voorgaanden geene genoegzame waarborgen zouden zijn tegen het blauwen. IfAanveerd. enz... (get.) M. Levie. Minister van Geldwezen grenzen.In antwoord op allerlei voet stappen welke onze Volksvertegenwoordigers en Senators aanwendden, hebben deze vol gend schrijven ontvangen Achtbare CollegaGij zult ongetwij feld met voldoening vernemen dat een en kwest ter plaats ingesteld door een hoogere beambte de mogelijkheid heelt doen kennen van vergunning te verleenen alcoholische dranken te verkoopen in de dranksiijterijen gelegen in den omvang van Comen 9n Wer- vick alsook in de gebouwen op het grondge bied der twee gemeenten laDgs den steenweg van Waasten naar Meenen. Zoo zal het ook zijn voor de slijterijen gelegen te Meenen, daarin begrepen het ge- aanstaaüde gen is. Markt plaats V R I i 0 A G daar het Zaterdag Allerheili- wij geene eetwaren en geene wapens genoeg hebben, zullen wij de woestijn hebben, en ons recht hebben, en toonen dat wij geen slav.en zijn I Is hel noodig ons in de handen van den vijand over te leveren, omdat Wij zoo machtig niet zijn als hjj Is het noodig aan de die ven toe te werpen, wat zij eerst niet afge nomen hebben Tot nu toe zijn wij nog vrij in ons land. Staan wij onder de bescher ming der Witten, wij eft staan onder hun gebied niet. Tot den dag van heden is er geen één onzer volkstammendie onder hunne wetten buigt. Maar morgen, indien wij er ons niet tegen verzetten, zullen wij onder hun juk gebogen gaan, en hun tot slaven dienen Broeders, alswanneer wij opi jacht gaan achter den wilden os, vlucht hij lang en verre, als hij ons hoort opkomen, 't Is noo dig alle slag van listen te gebruiken, 0111 hem te verrassen en dikwijls nog is hij weg, als wij meenen dat wij hem vast heb ben. En nochtans zijn wij slimmer dan hij'; en wij hebben onze kogels en onze schich ten, die rapper vliegen dan hij loopen kan. Waarom ontsnapt hij aan de jagers Waarom hebben onze vaderen, en hebben wij hun ras niet lÏÏtgeroeid Omdat hij eindelooze weiden, bergen en bosschen, en onmeetbare vlakten bezit I... En wij ook, wij hebben dat al 1 Kunnen wij den yij and niet overmeesteren, zoo vluch ten wij de woestijn in en het is beter dèèr in vrijheid te leven, dan onder hun slavenjuk gebogen te gaan, en uit hunne han den te moeten eten. Liever duizendmaal sterven dan als ont- eerde slaven te moeten leven I Bij die woorden was Sitting-Bull wreed om zien. Zijne donderende stem deed de bergen en bosschen weergalmen. De krijgs lieden aanzagen hem als den redder der wil de stammen. Gij hebt mij verstaan, zei hiji tot slot. Mor gen roep ik mijne Siouwen te wapen en wij trekken ten oorloge En gij, wat Zult gij doen Allen riepen uit Wij doen gelijk gij: Allen Allen 1 't Is wel! de Groote-Geest heeft uwen eed gehoord. De hap zal nog dezen avond ont graven worden. Dat zij geverwd worde in het bloed der Bleeke-Gezichten, en dat zij de zegepraal zie der Roodhuiden Daarop neemt hij de vredepijp, en stampt ze in stukken onder zijne voeten. Hij grijpt de hap die aan zijne zijde hangt, en werpt 'ze tegen de stake, te midden de hoogte. De stake dreunt van het geweld en de hap blijft er in zitten. Allen naderen, en met hunne armen uitge strekt, onder het schrikkelijk wapen, roepen zij tweemaal uit Oorlog Oorlog De hap is ontgraven: dat zij het bloed ^onzer vijanden drinke I Oorlog 1 Oorlog De maan was te midden haren loop ge komen. Het vuur laaide helder. De wind voerde het geroep der krijgers wijd en verre over de vlakte. Eenige ronddwalende wilden hoorden het, en zagen de klaarte der vlam grafheuvel. 's Anderendaags liep het gerucht dat de Zwarte-Vogel uit zijn graf was opgestaan, en dat er groote dingen op handen waren. Eehe maand na de bijeenkomst der hoofd mannen van de wilde volksstammen, op den grafheuvel van den Zwarte-Vogel, zaten de inwoners der stad Washington in onruste en in vreeze. Droevige maren liepen rond sedert eeni ge dagen maar nu sprak men met zulke zekerheid, dat er niet meer aan te twijfelen viel. Men zei dat het landbestuur slecht nieuws gekregen had yan het land der Indianen, en dat het zoo slecht was, dat men het eerst niet dorst kenbaar maken. Verscheidene woonplaatsen der grenzen zou den verwoest en vernield geweest zijn, en de bewoners ten grooten deele vermoord da or de wilden. Aan de Black-Hills had men vele mijn werkers vinden liggen, leelijk doorsteken en met afgesneden schedel. Eene zende eetwaren, door den veldheer Gibbon naar de Indianen gestuurd, die nog in opstand niet waren, was aangerand geweest door eene legerbende Siouwen, en deze dié mede waren, hadden de vlucht moeten nemen met hunne peerden, om niet vermoord te worden. En 't en was in Dacoth alleen niet en bij de Siouwen dat de opstand uitgeborsten was. Van alle kanten kwamen er droevige maren van gevechten en moorderijen. Het vuur scheen ontstoken te zijn door geheel het land der Indianen. Geene veiligheid meer voor de jagers der Vereenigde-Staten, die in de wildernis achter de wilde beesten gingen. Geene veiligheid méér voor de wegbaanders, die met de hap of het vuur in de hand, het wilde land doorzoch ten, bosschen en vlakten doorkruisten, en alzoo nieuwe streken trachtten te winnen voor hun land. De protestantscha ministers, tot de Rood huiden gezonden, die er niet van wilden, maar katholieke zendelingen vroegen, waren schan- neelkundige Vereeniging, gesticht na de opvoering van De Blindgeborene zal dezen winter zekertwee vertooningen geven. De eerste zal plaats hebben op Zondag 21*1 December .Zal opgevoerd worden bet gedicht kerstspel in 3 bedrijven, met alleenzangen, gemengde koren, kinderkoren en symfonische tus- schenspelen. Dichter E. H. A. Walgrave; toondichter Hr M. Henderick (schrijvers van De Blindgeborene Honderd uit voerders. Prachtige nieuwe tooneelschik- king. Leiding der heeren K.BostynenA. Van Egroo. Wie De Blindgeborene zag opvoeren, zal verlangen naar de vertol king van bet aangrijpend kerstspel Vrede op aarde welke de vereeniging met even- toewijding bereiden zal en met overgrooten bijval verhoopt bejegend te zien. delijlc weggejaagd geweest en met d» dood bedreigd, indien zij nog den voet in hunn« streek dorsten zetten. Deze vertelden dat d* haat der Indianen, die zoolang hunne woede verkropt hadden, overal uitgeborsten was dat al de stammen, zelfs deze die te voren niet overeen kwamen, aan één en hetzelfde be vel schenen te gehoorzamen, en dat zij al hun volk gingen samen brengen. Men sprak van eenen man die het gebied zou voeren over geheel het leger dér Indianen 't was de verbannene van .Was hington, 't was Sitting-Bull. En terwijl de predikanten dat nieuws ver spreidden, vroegen de bevelhebbers van het leger, die hier en daar langs de grenzen, of in het land der Indianen lagen, nieuwe sol daten en krachtige ondersteuning, zeggende dat zij in state niet en waren den opstand tegen te houden. Van Arizona, van Nevada, van Montana, van Wioming, kwamen er boden op boden om te zeggen dat er geen doen irieer aan was ofwel nieuwe krijgsbenden, om ze te dwingen door de macht, was 't dat zij voort gingen in hunnen opstand. De ambtenaar der gouwe van Red-Cloud, dien wij kennen, en die aanzien was als een der hoofdmannen die meest voor de Ver eenigde-Staten waren, schreef naar het land bestuur dat de markten verlaten, waren, en dat er alle dagen een algemeene opstand te vreé- zen was, L. 'l Vervolgt

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3