Bij voegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 8 November 1913
Opneming eener Kerk te Eiisabeitisian
De Koning
Roodhuiden
DWEERSCHDOOR AFRIKA
Van alles Wat
Vlaamsche Belangen
BELGISCH CONGO
Ze durven niet...
Officieele Berichten
Nationale Inschrijving
Het Ypersche Volk
fr. 5,00
Een steentje van den arme
O.10
A. C. D. Yper
2.00
Leve de Zendelingen
1.00
Katholieke werker
0.40
Ook mijn steentje
0.50
Naamloos
1.00
Totaal
fr. 10.00
MENGELWERK N° 8
DER
in
Hoe men te Washington verlegen
zat.
IN DE KLEERNIJNERHEID
IV
Hoe de Zittende-Stier en de Lelie-
der-Woestijn elkander verstonden
I
4
De aanzienlijke uitbreiding der Belgische
Kolonie, geves'igd te Elisabethstad, in Ka-
tanga, hebbei de burgerlijke en geestelijke
overheid doen besluiten in die stad eene
Iverk op te richten, bestemd om de geeste
lijke betrachtingen onzer daar gevestigde
medeburgers in te willigen. Een komiteit is
in België tot stand gekomen ten einde hen
behulpzaam te zijn tot het bereiken van dat
doel en om mede te werken tot dat vader
landslievend werk. Ieder katholieke Belg zal
het zijne willen bijdragen, »hoe gering die
bijdrage ook zij, tot het opbouwen van dien
tempel die, op Afrikaanschen bodem, aan
onze duurbare kolonisten de gedachtenis van
het vaderland en den eeredienst tot God
moet herinneren.
Komiteiten zijn ingericht geworden onder
de hooge bescherming van Hare Majesteit
de Koningin en met de goedkeuring van
Zijne Eminencie KardinalMercier, ten einde
dit gedacht uit te werken.
Die komiteiten richten zich tot al de Bel
gen, groot en klein, rijk en arm zij vragen
aan ieder in de mate van het mogelijke, een
steen te willen aanbrengen tot het bou
wen der Kerk van Elisabethstad. Die stee-
nen zullen 0.10, 0.50, 1 en 2 fr., enz.,
bedragen en, groepsgewijze samengegaard,
aan de zorgen der onderkomiteiten worden
toevertrouwd.
Wij durven verhopen dat onze lezers een
goed onthaal zullen verleenen aan de Damen
die zich zullen aanbieden om zulke steentjes
te verkoopen en ze alzoo te helpen tot het
welslagen eener onderneming, die we als
katholiek en als Belg, gaarne zouden willen
zien tot goed einde brengen.
INSCHRIJVING VAN HET YPERSCHE VOLK
ten voordeele van de
Hoofdkerk te ELISABETHSTAD
Ik b°grijp er waarlijk niets meer van. Of
liever, 't doetmeer en meer word ik in
mijn overtuiging versterkt dat het artikel
klerikalisme waarmee de Weergalm zoo
hoog scheen op te loopen, uit een pen kwam
die niet toebehoorde aan een der opstellers
van dit liberaal blad. Anders zouden ze wel
iets beters kunnen vinden als antwoord.
Ziet wij schrijven, dat, vooraleer den be
geerden pennetwist aan te gaan,wij wel eerst
zouden willen weteD wat zij verstaan door
klerikalisme Als ge nu zoo sterk zjjt en
zeker van uw slag, dan moet ge geen twee
maal peizen om een bepaling te geven...
Zou de schrijver van klerikalisme geen an
dere bepaling daarvoor kunnen vinden dan
die ellendige bombastige woordenkramerij
die hij tot twee maal toe in zijn artikel durf
de nederschrjjven Voor iemand, die den
schijn van geleerdheid wil hebben is dat
toch maar kaal.
Wij nemen nota van zijn stilzwijgen.
Sacundo. Wij vroegen ook dat die redac
tie wel zou willen zeggen, ja of neen, of
ze geloofde in eenige geloofspunten die een
christen mensch moet aannemen. Wij wach
ten veertien dagen, geen antwoord. Of lie
ver Luistertwij zouden eerst moeten
hun artikel overdrukken, opdat on^e legers
gouden ien dat wij godslasteraarszijn. »Heb
je van uw leven 1... En nochtans, zóó staat
het in het nummer van de Weergalm van
Woensdag laatst. Dan zullen ze antwoorden
op onze vragen 1 I Je moet waarlijk den kop
verdraaid hebben om zoo iets te durven ne-
derpennen.
Hoor eens, jongentje, ge zoudtbeter doen,
zoo ge rechtzinnig de waarheid wilt, nog
eerst wat ter school te gaan... en dan te
schrijven, over zaken waarover ge nu t eer
ste woord nog niet schijnt te weten. Ge
kunt u 't artikeltje toepassen dat Mgr Mer
rier ever uws gelijken geschreven heeft in
de dagbladen, verleden week.
Om u echter plezier t9 doen zullen we uw
artikel drukken maar niet in eens, hoor 1
Daar staan te veel dwaasheden in om in één
keer over alles de waarheid te kunnen uit
eendoen.
Ge zult misschien ondertusschen ant
woord gekregen hebben, van uw medehei
per, of van iemand anders, om te mogen
bekennen o. a. of ge christen zijt of niet.
G. V.
Vervolg
Zijne vrouw en zijne twee dochters zalen
haar hem te wachten met eene zekere ver
legenheid. Als zij hem zagen opkomen, lie
pen ziji hem te gemoet om hem te verwel
komen. Maar hunne blijdschap was reeds ge
stoord door liet gedacht dat hiji eenige uren
later ging moeten ten strijde trekken, tegen
vijanden die niemand en sparen. Maar zij
bemerkten dat hiji er zelf in gedaan was
en flaarom trachtten zij' hunne verlegenheid
le verduiken, om hem het afscheid min hard
te maken.
Zijt gij icvredeh over uwe reize"? vroeg
de moeder.
(l) De Koning der Roodhuiden, J. Demeester,
Rousselaore, fr. 1.50.
Er daagt in ons Vlaanderen een zwerm
van helle gespuis op, Vlaanderen $al toch
blijven stand houden, en 't geloove \al er
voort blijven heerschen, want benevens de
goadeloo\e dweepers die besloten hebben
Vlaanderen te veroveren en in 't ongeloof
te dompelen ijn duizenden vastberadene
mannen opgereden vast besloten Vlaanderen
en het geloove onverpoosd te verdedigen en
te vrijwaren en meer dan ooit klinkt het
Vlaanderen door Alles voor Vlaanderen,
Vlaanderen voor Christus.
Dat lazen wij over een paar weken in een
artikel uit Wervick, in 't Ypersche Volk.
Gode dank 't is waar er roert entwat in
ons Vlaanderen en duizenden Vlamingen
droomen van een schoon en groot Vlaande
ren, van een Vlaanderen dat oprijst voor hun
geest en hart als een reusachtigen boom met
eigen V.aamschen ouden stam, en eigen
Vlaamsche vruchten. De edelmoedige Vla
mingen willen ons Vlaamsch zijn, ons stam
gevoel in eere houden met al de schoonheid
die het in den loop drr tijden nooit verloor
Ons Kristen Katholiek Geloof Te
recht juichen wij Werkende Vlamingen:
Alles voor Vlaanderen en Vlaanderen voor
ChristusDat die hernieuwing van ons eigen
vlaamsch leven een opbouwen is, als 't ware
van een te duchten dam die alle de pogingen
tegen onzen stam en ons katholiek geloof
stremt en verhindert, dit valt niet te be
twijfelen.
Maar helaas waarom wordt die heerlijke
beweging die alleenlijk van ede'moedige
ridderlijke herten uitgaat nog zooveel tegen
gewerkt in zooveel onzer dorpen en kleinere
steden Die tegenkanting is een slenter van
den tijd, 'k wil het verstaan, maar in 't belang
van t behouden der schoone ziel van
t kind in t belang van onzen godsdienst
en van onze eigenliefde, moet men nu meer
dan ooit daarmee afbreken. Hooren wij het
niet zoo dikwijls zeggen dat de Vlamingen
moeten houden aan 't geloof waarvoor hun
voorvaderen streden, aan den schoonen een
voud die Vlaanderen steeds deed uitmunten,
en aan de schoone reine zeden, die ons kleine
Vlaanderen tot een groot Vlaanderen mieken
in de middeleeuwen, en dit op alle gebied 1
En dit niettegenstaande ziet men dat de op
leiding van ons volk geen vlaamsch karakter
heeft. Leert men niet, van kindsbeen af, aan
onze kinders dat Fransch schoon is, schooner
dan t Vlaamsch. Op alle gelegenheden waar
't kind een blijk geven moet van 't geen het
op school leert hoort men schier niets dan
fransch fransch op vaders en moeders feest-
da§ i fransch in \ijn nieuw/aarbrieven,
fransch op den feestdag van de schoolover-
sten, fransch ter prijsdeeling.enz. Een bewijs
dat men overal fransch wil te passe en ten
onpasse: Over twee jaar hoorde ik een
meisje van 7-8 jaar, een nieuw jaarbrief
lezen in t fransch natuurlijk, waarvan het
niet het eerste woord van verstond. De
moeder had de tranen in de oogen van klare
ontroeringe wel, wel mijn engelken, zei de
brave vrouwe (die ook geen fransch verstond)
wat is het toch schoone Wat heb je daar
nu al verteld? 'k Weet niet moeder, de
meesteres heeft gezegd dat wij het bladje
moesten omslaan aan tendres soins Zoo
belachelijke tafereeltjes kan ik bij de macht
afschilderen. Premier prix de calligraphic,
Monsieur X.. ging het er op eene prijs-
uitdeeling verleden jaar. Men vroeg het klein
baasken wat calligraphie beteekende het
schokschouderde het wist het niet. Had
men afgeroepen rt prijs in 't schoon-schrij-
ven, had het kind het verstaan ja of neen 1
Ik ken congregatiën in het diepste hoeks-
ken'van West-Vlaanderen, waar alleenlijk
latijnsche en fransche liederen gezongen
worden alles dus behalve 't geen 't meeren-
deel dier congregatieleden verstaan Die
blinde voorliefde voor 't fransch is een
bespottelijk verschijnsel in ons Vlaanderen,
maar ze bestaat toch en groeit niet te min
aan in onze dorpen en kleinere steden, en
men denkt niet aan de noodlottige gevolgen
die deze wantoestand aanbrengt. Men ziet
niet of men wil niet zien dat die voorlieide
tot franschmaken, algauw een voorliefde
baart voor alles wat uit Frankrijk komt,
waaronder toch zooveel rechtstreeks vijandig
aan onzen schoonen vlaamschen eenvoud,
onze degelijke zedelijkheid en ons duurbaar
vlaamsch geloof. Katholieke mannen uit
Vlaanderen, gij allen die meêwerken kunt,
schaart u samen om die zoo noodlottige ver-
fransching te werken met handen en voeten.
Door allerhande doeltreffende middelen
moeten we tonen dat we houden aan 't
Vlaamsch omdat we Vlamingen zijn. We
willen handelen niet als fransche koppen,
we redeneeren als redelijke menschen we
leeren fransch benevens 't vlaamsch, omdat
wij het noodig hebben, maar willen niet dat
die vreemde taal het hooge woord voere in
al de uitingen van ons vlaamsche volksleven.
We willen dat de feesten onzer vlaamsche
volkskinderen een vlaamschen stempel dra
gen, dat schoolfeesten, prijsdeclingen bij
voorbeeld, waar ook wellicht een fransch
stukje gespeeld wordt niet fransch zij in haar
programma en haar wezen.
geeft
Wat hebt gijl mede voor ons vroegen
te zamen de twee kinderen.
Heeft de Voorzitteru wel ontvangen
Zult gijl eene hoogere bediening krijgen
Al vragen die het hert van den krijgsman
doorstaken.
Maar hiji gebaart van niets, spreekt en
lacht met zijne dochters, vertelt hun 't een
en 't ander van zijne reize. Daarna
hij hun een kus en zendt ze naar bed.
Zoohaast hij alleen is met zijne vrouw,
berst zijn hert open. Hij begint te weenen,
en verhaalt al zijne tegenkomsten.
Zijne echlgenoote was eene dier sterke vrou
wen, van wélke het H. Schrift spreekt, en
wier voorbeeld zij trachtle na te volgen.
Zij! troost hem, versterkt hem en spreekt
hem van het volbrengen zijner plichten.
"t Is het welzijn van het Vaderland
dat wij moeten inzien, zegt zij, zonder op
tijdelijke belooningen te peizen. Wij moeten
zelfs 'bereid zim alles voor het Vaderland
te (slachtofferen, tot onze eer, ons leven,
tot onze kinderen toe 1
Oh 1 giji hebt gelijk, zei Custer. Maar nooit
heb ik meer moeite gevoeld om u te ver
laten en ten strijde te trekken, dan dezen
keer... Het spel is slecht begonnen... ik vrees
dat het nog slechter zal eindigen.
De edelmoedige vrouw keerde haar hoofd
oin èn vaagde een traan uit hare oogen.
Eilaas, zijt was ook vol droevige .voorgevoe
lens 1
en
Zoo vermindere dan algauw alle tegen
kanting tegen onze edele vlaamsche beweging
en dan ook zegge men met meer eensgezind
heid en waarheid lijk de Wervicksche
Mier ...benevens de goddelooze dwee
pers die besloten Vlaanderen te veroveren
en in 't ongeloof te dompelen,zijn duizenden
vastberadene mannen opgerezen, vast be
sloten Vlaanderen en het geloove onverpoosd
te verdedigen en te vrijwaren, en meer dan
ooit klinkt het Vlaanderen door
Alles voor Vlaanderen, en Vlaanderen voor Christus.
A. Van der Druyven.
HET GEVAL VAN YPER
Wij lezen in DE ARBEIDER)) Orgaa
der christene syndikaten van het Arrondis
sement Brussel en der vrije Werkbeurzen
van België
Yper tèlt ongeveer een 70 tal kleermakers
gasten, wiens loestand alles behalve benijdens
waardig is Inderdaad, hun gewoon loon is 28
cm. per uurEnkele fijne werkers heel zeld
zaam, bij totaal gebrek aan vakonderwijs voor
kleermakers verdienen 30 cm. En dat in
een vak waarvan de voortbrengsels wel eens
onder de kunstvoorwerpen gerekend worden
Wat de regeling van den arbeid betreft maakt
Yper geen uilzondering op den algemeenen
regel in ons vak zes maanden van 't jaar moet
het werkvolk zich afbeulen om de twee eindjes
aaneen te krijgen binst de zes maanden slecht
seizoen. Hel gevolg is dat de bekwame werk
lieden uitwijken naar grootere centrums als
Gent en Brussel om meer te verdienen.
In April laatstleden namen eenige moedige
mannen het besluit eene poging te wagen om
aan dien toestand te verhelpen, en stichtten een
vakbond die dadelijk dertig leden telde, met
de leuze Moed en Volharding Een brief, met
verzoek om 5 cm. opslag per uur, werd naaral
de kleermakersbazen der stad gezonden. Die
kleinigheid zou hun zeker gegund geweest zijn
hadden zij stand gehouden. Maar in een midden
waar yooroordeel, jaloerschheid en ikzucht
heerschen is de eendracht moeilijk te behou
den. Die eigenschappen nu bezitten de Yper
sche kleermakers in hooge mate, zoo 't schijnt.
Dat was den bazen natuurlijk niet onbekend
en zij wisten er heimelijk proiijtuit te trekken,
't Is immers gemakkelijk menschen te scheiden
die elkaar niet kuDnen rieken of zien Het was
voldoende aan enkele werklieden wijs te ma
ken dat een syndikaat niets vermag, dat ze
maar liever alleen moesten blijven en vragen
wat ze wilden, en het dadelijk krijgen zouden
Die snullen lieten zich die kool... opstoven
En de bazen, op 's oogenblik van betalen
stribbelden tegen een paar mannen werden
doorgestuurd, en de andere voelden met eens
hunnen moed en hunne volharding in hun
schoenen zinken, verlieten het syndikaat, en nu
ligt het te zieltogen
Och! die lamme kinkels die niet zien in welke
schade zij zichzelf aandoen door hunne laffe
handelwijze Buiten andere voordeden die wij
in een volgend nummer zullen bespreken, ver
liezen zij
A) Aan looi: 50 man zeker zouden verhoo
ging van loon hebben gekregen gesteld dat er
van 1 April tot einde December in ons vak 200
werkdagenzijD, maakt dit de volgende rekening:
5 cm. per uur en per man 0,50 fr. daags
200 dagen per man 100 fr.
voor 50 man 5000 fr.
Dit jaar verliezen zij dus gezamentlijk 5000 fr.
aan loon
B) Aan kracht.- Het is ontegensprekelijk dat
een vakbond van derlig man eene macht daar-
stelt in een stadje als Yper, en een voordeeligen
invloed kan hebben op de weikregeling, den
arbeidsduur, hel opmaken van arbeidskontrak-
ten, enz zijn kracht stijgt of daalt als 't ware
met het getal en het gehalte zijner leden. Eens
de vereeniging uiteen gerukt, en de leden staan
weer afgezonderd en machteloos tegen de mis
bruiken die wij hooger aanstippen. De getrou
wen zijn ontzenuwd, en elke poging om het
syndikaat herop te richten stuit tegen het mis
trouwen der werklieden.
C) Aan achting De getrouwe vereenigden
uit andere streken zien minachtend nêer op de
lafaards die bij den eersten tegenslag den brui
geven om het vereenigingsleven, en bij het
eerste streng woord van hunnen baas het ha
zenpad kiezen, wat dezes misprijzen en hart-
vochtigheid nog vergroot.
Kortom, al de vereenigde kleermakersgasten
betreuren ten zeerste de gebeurtenissen van
Yper, en zij hopen dat de ex leden van Moed
en Volharding hunne spijtige handelwijze zul
len inzien en tot het besef komen dat zij zich
zelf en hunne werkmakkers groot nadeel hebben
berokkend.
Alles is nog niet verloren. Een paar leden
houden stand en wanhopen niet het verloren
terrein te herwinnen, daar zij overtuigd zijn van
hun goed recht. Een vakbond is immers niet
noodzakelijk tegen de bazen gericht, wat dezen
meestal niet willen inzien, maar streeft inte
gendeel naar verstandhouding, gevestigd op
het recht en de belangen van beiden partyen,
ten bate van gansch het vak.
Ypersche kleermakers, dapper aan 't werk
dus Wij staan aan den drempel van het goed
seizoen een flinke poging, en mei Nieuwjaar
juichen al de kleermakers met U om de herin
richting van uwen bond en het bekomen van
verhooging a. F'
Op drie honderd mijlen afstand van de
sterkte Lincoln, greep er in eene indiaan-
sche wig-wam een tooneel plaats, dat ver-
verschilde van hetgeen wij' zooeven bijgewoond
hebben; maar dat er toch ook eenigerwijze
op trok.
Deze wigwam was de hoofdstede van den
hoofdman der Siouwen.
Sitting-Bull wilde de eerste zijn onder zijn
volk, door zijne verdiensten en zijn werk;
maar hij zocht geene eer in zijne woning,
noch in zijne kleederen, noch in zijne levens
wijze. Hij leefde eenvoudig, en minzaam on
der zijn volk, en vereischte geene eerbewij-
zingen, buiten deze die onder zijn volk ver
plichtend waren. Daarom was hiji bemind door
zijne onderdanen, die altijd gereed stonden
om hem te gehoorzamen.
Den zelfden avond dus dat Custer in de
sterkte Lincoln lerug kwam, ging Sitting met
haastige schreden weg en weder in zijne wo
ning. Twee gevlochten matten lagen opgerold
in een hoek. Bijl den heerd, waar er
weinig turf aan 't veuzen was, stond er
bank op drie pooten, van eiken stokken
maakt, en op dieh bank lag er een boek
dat handelde over de krijgsbewegingen.
Onbevaarbaar deel van den Congostroom.
een
een
ge-
De dagbladen vermelden deze week dat er een'Engelsch-Belgisch-Duitsch verdrag [gesloten werd nopens'eenl(Afrikaanschen,; ijzerweg
t. w. van af Lobito-Bay op den Atlantischen Oceaan in de Portugeesche bezittingJAngola, het Oosten in,op Kambove in'Belgisch Katarga
om aldaar.in verbinding te komen met] den Noord-Zuidj Transaf-
rikaanschen spoorweg van Ka'iro naar Kaapstad.
Het is[geweten dat dezen Transafrikaanschen ijzerweg een
oude droom is van Engeland en vnl. van den grooten Eogelschen
landveroveraar Cecil Rodes,'om[de Engelsche Zuid Afrikaansche
bezittingen (Kaapkolonie, Oranje, Transvaal, Rhodesia) te verbin
den metEgyptenland waaroverEngeland ook heer en meester is.Dit
grootsche plan bevat omzeggens drie deelen 1) het zuiderspoor
dweersdoor Engelsch-Zuidafrika, 2) het middenspoor dweersdooc
Congo, 3) het Noorderspoor dweersdoor Egypten.
Het eerste en'derde deel bestaan, en zijn in de handen drr
Engelschen. Het middendee^bestaat niet enjde Engelschen kur-
nen het niet uitvoeren daar de uitgestrekte Cong03treek tusschen
Zuid-Afrika en Egypten aan de Belgen toebehoortmeer oost
waarts staamzij voor de.Duitsche Ugandakolonie. In het Belgisch
middendeel bastaan er] toch reeds ijzerwegen en zjjn er andere
ontworpen.l)e?reiziger diejAfrika zou willen dweerschen van Zuid
tot Noord, neemt den [trein] te Kaapstad rechtstreeks naar Bel
gisch KataDgaTaugs^Kimberley^Mafekiug, Bulewayo, Victoria-
falls op den Zambezestroom, en Elisabethstad en Kambove.
Weze gezegd^dat er in Zuid-Afrika nog talrijke andere
spoorwegen zijn met vertakkingen en ondervertakkingen naarPort-Elisabeth, Bloemfontein, Johannesburg, Durban,Pretoria, enz. enz.
Het baanvak grecB(Sakania)-Elisabethstad (omtrent 250 kilometers) werd ter uitbating geopend op 1 November 1912. Van Elisabeth
stad loopt een vertakking naar Kongo-Ster, een [andere
naar Kambove-Ruwe waar het nieuw ontworpen-spoor van
Lobito-Bay aankomen zalvan waar ook men spreekt een
ijzerweg te beginnen, westwaarts dweersdoor Belgisch
Congo naar Lusambo en Leopoldstadwaar eindelijk
wij de Belgische ijzerwegen ontmoeten van Opper-Congo
en van de Groote Meeren.
Om Congo te doorreizen van Zuid tot Noord, injfaetOos-
tergedeelte, gebruikt men den bevaarbaren stroom en daar
waar deze onbevaarbaar is de pas aangelegde ijzerwegen.
Zoo gaat men van Kambove-Ruwe per spoor (meer dan 200
kilometers) naar Kilombo op den stroom van daar per
schip tot aan Bilu-Kongolo (400 kilometers). Er bestaat een
ontwerp van ijzerweg van af Koügolo naar het Tanganika
meer. Van af Bilu is de stroom onbevaarbaar, men neemt dan
den trein tot aan Ponthièrestad (315 kilometers) en nu nog
eens per spoor (127 kilometers) naar Stanleystad. Wil de
reizieer hier den Congo afvaren dit kan hij op een stroom
zoo breed als eene zee, gedurende 1600 kilometers tot aan
Leopoldstad, daar zal hem de trein wachten tot aan Matadi
en hier kan bij scheep gaan naar Antwerpen. Doch we verondei stellen dat onze reiziger het Noorden op wil naar Egypten. Tot
nu toe zal bij te voet, van af Stanleystad, de Nylstreek moeten bereiken, toch bestaat er een ontwerp van ijzerweg van Stanleystad
naar het Albert-meer waaruit de Nijlstroom loopt naar de Mid-
delandsche zee.
Zoo komen wij in Egypten en kunnen het dweerschen van
Zuid tot Noord per spoor en grootendeels per schip, tot aan Cairo
dehoofdslad van Egyptenland, ja zelfs tot aan Alexandrië de
groote Egyptische zeehaven op de middelandsche zee.Deze]Nijlreis
is veel gedaan door wereldreizigers bijzonderlijk EDgelschen en
Amerikaandees, zelf door Bèlgen. Deze laatste hebben het meeste
aandeel bijgebracht om niet ver van Caïro eene nieuwe moderne
villegiatuurstad Héligotis op te richten. Langs die reis zal men
op de verschillige standplaatsen allerbeste hotels aantreffen die
hun modern installatie oprichten nevens het natuurschoon van
de Nijlstreek, nevens de eeuwenoude overblijfsels der praalge-
b mwen uit langvervlogea tijden. (Wellicht hebbm wij eens de
gelegenheid hier in Het Ypersche Volk eene beschrijving te geven
van het Oude Egypten.)
De reis in Egypten gaat langs Assooan. Luxor, Thebes, Kar-
nak, Dendera, Maubdeb, Grigeh en veel andere paatsen tot aan
Caïro en Alexandrië (bij de 700 kilometers.)
Menziethet is een heel lange reis welke men voor 't plezier van
op trein te zitten niet in eens afleggen zou, ten]ware men erltoege-
noodzaakt ware om heel spoedig thuis tekomen in Europaen Belgie.
- s - '-«.v
De Nijlstroom. Volkstypen uit Zuid-Egypten.
Caïro. een boulevard.
HET MIDDAGUUR. Wanneer het te Parijs
middag is, is het 11 ure5i m. te Brussel,
Amsterdam en Londen, doch sleehts 8 u. 58
m. van den morgend te Rio de Janeiro (in
Brazilië) 7 u. bj m. te Buenos Ayres (Ar
gentina) 5 u. 5i m. te New-York, 6 ure te
Chicago, en 3 u. 41 m. te San-Francisco (V.
S. van N. Amerika).
Daarentegen, middag te Parijs, komt
overeen met 12 u. 5i m. te Berlijn, Rome en
Weenen met 1 u. 3a m. namiddag te St-
Petersburg, en 2 u. 36 m. te Moskow (Rus
land) met 5 u. 56 m te Calcutta (Indië)
met 7 u. 36 m. te Peking (China) met 9 u.
9 m. te Yokohama (Japan) en met 9 u. 55 m.
te Sydney (Australië).
DE HERINRICHTING VAN HET LEGER.
De nieuwe inrichting van het leger zal feitelijk
den 15 December in uilvoering komen.
Ten einde zooveel mogelijk de moeilijkheden
te verminderen, die de troepenverplaatsingen,
door de herinrichting noodzakelijk gemaakt,
zullen verwekken, zullen deze verplaatsingen
in drie maal geschieden, namelijk de Dinsdagen
2, 9 en 16 December.
Den 15 en den 16 December zullen de batail-
lons die zich op dit oogenblik in het kamp van
Sitting droomde en sprak luide'in zijn eigen,
terwijl hij alzoo over end'weder wandelde
in zijn wigwam. Opj zijn aangezicht lagen
kommer en onrust te lezen.
't Is dan morgen, sprak hij, dat het lot
van mijn volk zal geworpen worden Morgen
zullen de Mandanen, de Osagen, de Paw-
nien, de overgeblevene Delawaren, de Raven-
en Serpentenstammen bijeen komen, om ge
zamentlijk eenen opperbevelhebber te kiezen
voor den oorlog, dien zij' zullen voeren tegen
de Witten. Maar wie zal die bevelhebber zijn?
Op die vraag en antwoordde hiji niet;
maar de glimlach, die over zijne lippen zweef
de, en de lichtstraal, die in zijne oogen blikte,
wilden zeggen't en kan niemand anders
zijn dan deze die de algemeene vergadering
bijeengeroepen heeft niemand anders dan deze
die, volkskind zijnde, koning gemaakt geweest
is door zijn volk; niemand anders dan deze
die tanzien is als de geesel der Witten.
Hij zette hem eenen oogenblik neder op
den bank "bij1 het stervende vuur, nam het
boek in handen en overliep eenige bladzijden.
Hij1 had een grootsch ontwerp opgevat.
Iliji stond wederom op, en hernam zijne
wandeling weg en weêr zijn huis.
Wat zit er in mijn hoofd zoo droom
de hiji voort. Al de bewoners der woestijn
tot 'één volk versmelten Ze allen verbin
den door de liefde tot hetzelfde vaderland...
Ze allen vereenigd zien door hetzelfde ge
loof, door het geloof der Zwarlgekleeden, die
Beverlco bevinden naar hunne garnizoenen
terugkeeren.
Alleen het wintergarnizoen, 't is te zeggen
een bataljon, geleverd door het 8e linieregiment,
zal in het kamp blijven.
De milicianen der kjas van 1912 (voetvolk),
die nog recht op verlof hebben, zullen dit van
af midden-December kunnen bekomen.
De rekruten van 1913, sinds eenige weken
onder de wapens, zullen in December ook in
verlof mogen gaan de helft der troepen zal den
16 December verlrekkenenden 24 terugkomen
de andere helft zal den 24 December vertrekken
en tot 3 Januari in verlof blijven.
Al de soldaten der klas van 1913 zullen hijge
volg den hoogdag van Kerstmisin hunne familie
doorbrengen.
De klas van 1912 zal den 30 December in on
bepaald verlof vertrekken.
Esperanto. [De koniDg van Spanje, die
sedert lang een warm voorstander van Espe
ranto is, gaf onlangs eene verordening tot
stichten van eenen leerstoel van Esperanto
in de Hoogeschool van Madrid, en van leer
gangen der hulptaal in de Handels-Akade-
mie, het St-Isidoriusgesticht en de normaal
scholen.
van 1,200,000 fr. zij beliep 1,260,000 fr.,
dus meer dan te Luik, minder dan te Brus
sel.
Het cijfer der abonnementen bleef beneden
de laming.
Anierikaansehe fortuinen. Het
amerikaabsch kongres of Parlement te Was
hington, heeft tijdens de bespreking over het
wetsontwerp van belasting op het inkomen
een onderzoek geopend over de groote for
tuinen. Uit dit onderzoek werd vastgesteld
dat men in de Vereenigde-Staten 2500 per
sonen aantreft, die jaarlijks van 500.000 tot
1.000.000 fr. inkomen hebben. Bovendien telt
men er 550 die een jaarlijksch inkomen van
1 millioen tot 2.500.000 fr. bezitten 350
hebben jaarlijks van 2.500.000 tot 5 millioen
ft. te verteren. Honderden anderen eindelijk
hebben jaarlijks een inkomen van 5 millioen!
De bezoekers. Het bestuur der Gentsehe
I entoonstelling had voorzien eene ontvangst
r®Lk0oniDkl«k b0sluit van 20 October, is baron
Coppens, gepeüsionneerde majoor van het Bel -
giscü leger, te Yper, benoemd tot lid van de
commissie van het Koninklijk Geslicht te Mee-
sen, ter vervanging van en om den tijd uit te
doen van wylen M. H. Bossaert.
Bij kon. besl. van 20 Sept. is de maatschaD-
py van onderlingen bijstand de Handelsreizi-
gersbond te Yper, wettig erkend.
alleen de Indianen beminnen en hun de waar
heid zeggen Dorpen bouwen, dorpen met
steenen huizen, rond de bidjilaats der nieuw-
bekeerden, zooals onze Zwart-gekleede het gc-
zcid heeft (1) Hun leeren het land be
werken, dat hun eten in overvloed zal geven I
Nu leven de stammen in oneenigheid em
gestadigen oorlog onder elkander. Die ze zou
erzoenen en onder één hoofd brengen, die
ware groot en heerlijk I
En waarom zou dat niet kunnen zijn
O welke droom I welke droom
Zijn aangezicht was opgehelderd
glinsterden.
Maar welhaast wierden
wezen te komen.
Ocharm
een droom.
Ik ben het die de wapens heb doen op
nemen. Maar hoe zal de oorlog uitvallen
Hij is begonnen met geweld en moorderijen.
De Indiaan handelt volgens zijnen aard nu
gelijk eertijds vindt hij zijn vermaak in het
bloed Ik zelf, in het vechten, bezit
ven niet, en ik en sla maar dood
iedereen. Dat is niet wel; dat
wrake... Wat zal er uit
gevalle, het doel dat ik
zijne oogen
er wolken over zijn
sprak hij, t en is misschien
in
mij zel-
geDjk
vraagt weder-
volgen In allen
voor oogen heb is
rechtveerdigde Groote-Geest weet
hiji zal mij ondersteunen
Och I wilden al de Roodhuiden
het, én
nnj> ver
ft) Qeme de pater Desmet JiaddïkwIÏÏs~™>
Sitting-Bull gesproken," alhoewel;hy met niet
j geheel en gansch heeft kunnen bekeerèm
staan en volgen, het ware voor hun geluk!
Maar zijl zijn toch zoo ongestadig1 Als zij
van eersteh af niet winnen, zonder ooit de
minste nederlaag te ondergaan, ziji geven het
op en loopen uiteen. Ik voorzie dat ik alle
slag van listen zal moeten gebruiken, om ze
samen te houden en moed te geven, tegenover
die bulderende vuurbossen, die de menschen
deen vallen gelijk de bladeren der hoornen.
Op dien oogenblik ging de deur van zijne
woning open, en eene jonge vrouw kwam
binnen, met eene kruik water op haar hoofd
Sitting glimlachte als hij ze zag.
Hij nam de kruik, zette ze aan zijnen
mond. en dronk er met groote teugen uit.
Alsdan zelte hij ze néder bij den heerd
De vrouw stond voor hem, en scheen
te wachten. Maar de krijgsman was
aan het droomen gevallen, en «ine
stap en scheerde overend' weder zijne kamer
Maar de vrouw sprak hem aan,' met
slem die zoeter luidde dan deze
zingende vogels der bosschen
Is de Zitténde-Stier kwaad Hiji
kijkt de Lclie-der-Woestijn niet'?.
Silling ging er naar toe en kuste ze on
ruwe I00?00"' De JOngÖ Vr0UW nam dft
luwe hand van den krijgsman in hare han-
den cn hem voorttrekkende tot hij het vuur,
leed ziji hem op den bank zitten; en nevens
hem plaats nemende, sloeg zij een harer ar
men rond zyn spierigen hals, en, met haro
nand, droogde ziji het fcweet af
voorhoofd stond.
naar iets
wederom
eene
der zoet
en be-
andero
op zijn
i
1
dat
'l