Bij voegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 8 November 1913 Opneming eener Kerk te Eiisabeitisian De Koning Roodhuiden DWEERSCHDOOR AFRIKA Van alles Wat Vlaamsche Belangen BELGISCH CONGO Ze durven niet... Officieele Berichten Nationale Inschrijving Het Ypersche Volk fr. 5,00 Een steentje van den arme O.10 A. C. D. Yper 2.00 Leve de Zendelingen 1.00 Katholieke werker 0.40 Ook mijn steentje 0.50 Naamloos 1.00 Totaal fr. 10.00 MENGELWERK N° 8 DER in Hoe men te Washington verlegen zat. IN DE KLEERNIJNERHEID IV Hoe de Zittende-Stier en de Lelie- der-Woestijn elkander verstonden I 4 De aanzienlijke uitbreiding der Belgische Kolonie, geves'igd te Elisabethstad, in Ka- tanga, hebbei de burgerlijke en geestelijke overheid doen besluiten in die stad eene Iverk op te richten, bestemd om de geeste lijke betrachtingen onzer daar gevestigde medeburgers in te willigen. Een komiteit is in België tot stand gekomen ten einde hen behulpzaam te zijn tot het bereiken van dat doel en om mede te werken tot dat vader landslievend werk. Ieder katholieke Belg zal het zijne willen bijdragen, »hoe gering die bijdrage ook zij, tot het opbouwen van dien tempel die, op Afrikaanschen bodem, aan onze duurbare kolonisten de gedachtenis van het vaderland en den eeredienst tot God moet herinneren. Komiteiten zijn ingericht geworden onder de hooge bescherming van Hare Majesteit de Koningin en met de goedkeuring van Zijne Eminencie KardinalMercier, ten einde dit gedacht uit te werken. Die komiteiten richten zich tot al de Bel gen, groot en klein, rijk en arm zij vragen aan ieder in de mate van het mogelijke, een steen te willen aanbrengen tot het bou wen der Kerk van Elisabethstad. Die stee- nen zullen 0.10, 0.50, 1 en 2 fr., enz., bedragen en, groepsgewijze samengegaard, aan de zorgen der onderkomiteiten worden toevertrouwd. Wij durven verhopen dat onze lezers een goed onthaal zullen verleenen aan de Damen die zich zullen aanbieden om zulke steentjes te verkoopen en ze alzoo te helpen tot het welslagen eener onderneming, die we als katholiek en als Belg, gaarne zouden willen zien tot goed einde brengen. INSCHRIJVING VAN HET YPERSCHE VOLK ten voordeele van de Hoofdkerk te ELISABETHSTAD Ik b°grijp er waarlijk niets meer van. Of liever, 't doetmeer en meer word ik in mijn overtuiging versterkt dat het artikel klerikalisme waarmee de Weergalm zoo hoog scheen op te loopen, uit een pen kwam die niet toebehoorde aan een der opstellers van dit liberaal blad. Anders zouden ze wel iets beters kunnen vinden als antwoord. Ziet wij schrijven, dat, vooraleer den be geerden pennetwist aan te gaan,wij wel eerst zouden willen weteD wat zij verstaan door klerikalisme Als ge nu zoo sterk zjjt en zeker van uw slag, dan moet ge geen twee maal peizen om een bepaling te geven... Zou de schrijver van klerikalisme geen an dere bepaling daarvoor kunnen vinden dan die ellendige bombastige woordenkramerij die hij tot twee maal toe in zijn artikel durf de nederschrjjven Voor iemand, die den schijn van geleerdheid wil hebben is dat toch maar kaal. Wij nemen nota van zijn stilzwijgen. Sacundo. Wij vroegen ook dat die redac tie wel zou willen zeggen, ja of neen, of ze geloofde in eenige geloofspunten die een christen mensch moet aannemen. Wij wach ten veertien dagen, geen antwoord. Of lie ver Luistertwij zouden eerst moeten hun artikel overdrukken, opdat on^e legers gouden ien dat wij godslasteraarszijn. »Heb je van uw leven 1... En nochtans, zóó staat het in het nummer van de Weergalm van Woensdag laatst. Dan zullen ze antwoorden op onze vragen 1 I Je moet waarlijk den kop verdraaid hebben om zoo iets te durven ne- derpennen. Hoor eens, jongentje, ge zoudtbeter doen, zoo ge rechtzinnig de waarheid wilt, nog eerst wat ter school te gaan... en dan te schrijven, over zaken waarover ge nu t eer ste woord nog niet schijnt te weten. Ge kunt u 't artikeltje toepassen dat Mgr Mer rier ever uws gelijken geschreven heeft in de dagbladen, verleden week. Om u echter plezier t9 doen zullen we uw artikel drukken maar niet in eens, hoor 1 Daar staan te veel dwaasheden in om in één keer over alles de waarheid te kunnen uit eendoen. Ge zult misschien ondertusschen ant woord gekregen hebben, van uw medehei per, of van iemand anders, om te mogen bekennen o. a. of ge christen zijt of niet. G. V. Vervolg Zijne vrouw en zijne twee dochters zalen haar hem te wachten met eene zekere ver legenheid. Als zij hem zagen opkomen, lie pen ziji hem te gemoet om hem te verwel komen. Maar hunne blijdschap was reeds ge stoord door liet gedacht dat hiji eenige uren later ging moeten ten strijde trekken, tegen vijanden die niemand en sparen. Maar zij bemerkten dat hiji er zelf in gedaan was en flaarom trachtten zij' hunne verlegenheid le verduiken, om hem het afscheid min hard te maken. Zijt gij icvredeh over uwe reize"? vroeg de moeder. (l) De Koning der Roodhuiden, J. Demeester, Rousselaore, fr. 1.50. Er daagt in ons Vlaanderen een zwerm van helle gespuis op, Vlaanderen $al toch blijven stand houden, en 't geloove \al er voort blijven heerschen, want benevens de goadeloo\e dweepers die besloten hebben Vlaanderen te veroveren en in 't ongeloof te dompelen ijn duizenden vastberadene mannen opgereden vast besloten Vlaanderen en het geloove onverpoosd te verdedigen en te vrijwaren en meer dan ooit klinkt het Vlaanderen door Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Christus. Dat lazen wij over een paar weken in een artikel uit Wervick, in 't Ypersche Volk. Gode dank 't is waar er roert entwat in ons Vlaanderen en duizenden Vlamingen droomen van een schoon en groot Vlaande ren, van een Vlaanderen dat oprijst voor hun geest en hart als een reusachtigen boom met eigen V.aamschen ouden stam, en eigen Vlaamsche vruchten. De edelmoedige Vla mingen willen ons Vlaamsch zijn, ons stam gevoel in eere houden met al de schoonheid die het in den loop drr tijden nooit verloor Ons Kristen Katholiek Geloof Te recht juichen wij Werkende Vlamingen: Alles voor Vlaanderen en Vlaanderen voor ChristusDat die hernieuwing van ons eigen vlaamsch leven een opbouwen is, als 't ware van een te duchten dam die alle de pogingen tegen onzen stam en ons katholiek geloof stremt en verhindert, dit valt niet te be twijfelen. Maar helaas waarom wordt die heerlijke beweging die alleenlijk van ede'moedige ridderlijke herten uitgaat nog zooveel tegen gewerkt in zooveel onzer dorpen en kleinere steden Die tegenkanting is een slenter van den tijd, 'k wil het verstaan, maar in 't belang van t behouden der schoone ziel van t kind in t belang van onzen godsdienst en van onze eigenliefde, moet men nu meer dan ooit daarmee afbreken. Hooren wij het niet zoo dikwijls zeggen dat de Vlamingen moeten houden aan 't geloof waarvoor hun voorvaderen streden, aan den schoonen een voud die Vlaanderen steeds deed uitmunten, en aan de schoone reine zeden, die ons kleine Vlaanderen tot een groot Vlaanderen mieken in de middeleeuwen, en dit op alle gebied 1 En dit niettegenstaande ziet men dat de op leiding van ons volk geen vlaamsch karakter heeft. Leert men niet, van kindsbeen af, aan onze kinders dat Fransch schoon is, schooner dan t Vlaamsch. Op alle gelegenheden waar 't kind een blijk geven moet van 't geen het op school leert hoort men schier niets dan fransch fransch op vaders en moeders feest- da§ i fransch in \ijn nieuw/aarbrieven, fransch op den feestdag van de schoolover- sten, fransch ter prijsdeeling.enz. Een bewijs dat men overal fransch wil te passe en ten onpasse: Over twee jaar hoorde ik een meisje van 7-8 jaar, een nieuw jaarbrief lezen in t fransch natuurlijk, waarvan het niet het eerste woord van verstond. De moeder had de tranen in de oogen van klare ontroeringe wel, wel mijn engelken, zei de brave vrouwe (die ook geen fransch verstond) wat is het toch schoone Wat heb je daar nu al verteld? 'k Weet niet moeder, de meesteres heeft gezegd dat wij het bladje moesten omslaan aan tendres soins Zoo belachelijke tafereeltjes kan ik bij de macht afschilderen. Premier prix de calligraphic, Monsieur X.. ging het er op eene prijs- uitdeeling verleden jaar. Men vroeg het klein baasken wat calligraphie beteekende het schokschouderde het wist het niet. Had men afgeroepen rt prijs in 't schoon-schrij- ven, had het kind het verstaan ja of neen 1 Ik ken congregatiën in het diepste hoeks- ken'van West-Vlaanderen, waar alleenlijk latijnsche en fransche liederen gezongen worden alles dus behalve 't geen 't meeren- deel dier congregatieleden verstaan Die blinde voorliefde voor 't fransch is een bespottelijk verschijnsel in ons Vlaanderen, maar ze bestaat toch en groeit niet te min aan in onze dorpen en kleinere steden, en men denkt niet aan de noodlottige gevolgen die deze wantoestand aanbrengt. Men ziet niet of men wil niet zien dat die voorlieide tot franschmaken, algauw een voorliefde baart voor alles wat uit Frankrijk komt, waaronder toch zooveel rechtstreeks vijandig aan onzen schoonen vlaamschen eenvoud, onze degelijke zedelijkheid en ons duurbaar vlaamsch geloof. Katholieke mannen uit Vlaanderen, gij allen die meêwerken kunt, schaart u samen om die zoo noodlottige ver- fransching te werken met handen en voeten. Door allerhande doeltreffende middelen moeten we tonen dat we houden aan 't Vlaamsch omdat we Vlamingen zijn. We willen handelen niet als fransche koppen, we redeneeren als redelijke menschen we leeren fransch benevens 't vlaamsch, omdat wij het noodig hebben, maar willen niet dat die vreemde taal het hooge woord voere in al de uitingen van ons vlaamsche volksleven. We willen dat de feesten onzer vlaamsche volkskinderen een vlaamschen stempel dra gen, dat schoolfeesten, prijsdeclingen bij voorbeeld, waar ook wellicht een fransch stukje gespeeld wordt niet fransch zij in haar programma en haar wezen. geeft Wat hebt gijl mede voor ons vroegen te zamen de twee kinderen. Heeft de Voorzitteru wel ontvangen Zult gijl eene hoogere bediening krijgen Al vragen die het hert van den krijgsman doorstaken. Maar hiji gebaart van niets, spreekt en lacht met zijne dochters, vertelt hun 't een en 't ander van zijne reize. Daarna hij hun een kus en zendt ze naar bed. Zoohaast hij alleen is met zijne vrouw, berst zijn hert open. Hij begint te weenen, en verhaalt al zijne tegenkomsten. Zijne echlgenoote was eene dier sterke vrou wen, van wélke het H. Schrift spreekt, en wier voorbeeld zij trachtle na te volgen. Zij! troost hem, versterkt hem en spreekt hem van het volbrengen zijner plichten. "t Is het welzijn van het Vaderland dat wij moeten inzien, zegt zij, zonder op tijdelijke belooningen te peizen. Wij moeten zelfs 'bereid zim alles voor het Vaderland te (slachtofferen, tot onze eer, ons leven, tot onze kinderen toe 1 Oh 1 giji hebt gelijk, zei Custer. Maar nooit heb ik meer moeite gevoeld om u te ver laten en ten strijde te trekken, dan dezen keer... Het spel is slecht begonnen... ik vrees dat het nog slechter zal eindigen. De edelmoedige vrouw keerde haar hoofd oin èn vaagde een traan uit hare oogen. Eilaas, zijt was ook vol droevige .voorgevoe lens 1 en Zoo vermindere dan algauw alle tegen kanting tegen onze edele vlaamsche beweging en dan ook zegge men met meer eensgezind heid en waarheid lijk de Wervicksche Mier ...benevens de goddelooze dwee pers die besloten Vlaanderen te veroveren en in 't ongeloof te dompelen,zijn duizenden vastberadene mannen opgerezen, vast be sloten Vlaanderen en het geloove onverpoosd te verdedigen en te vrijwaren, en meer dan ooit klinkt het Vlaanderen door Alles voor Vlaanderen, en Vlaanderen voor Christus. A. Van der Druyven. HET GEVAL VAN YPER Wij lezen in DE ARBEIDER)) Orgaa der christene syndikaten van het Arrondis sement Brussel en der vrije Werkbeurzen van België Yper tèlt ongeveer een 70 tal kleermakers gasten, wiens loestand alles behalve benijdens waardig is Inderdaad, hun gewoon loon is 28 cm. per uurEnkele fijne werkers heel zeld zaam, bij totaal gebrek aan vakonderwijs voor kleermakers verdienen 30 cm. En dat in een vak waarvan de voortbrengsels wel eens onder de kunstvoorwerpen gerekend worden Wat de regeling van den arbeid betreft maakt Yper geen uilzondering op den algemeenen regel in ons vak zes maanden van 't jaar moet het werkvolk zich afbeulen om de twee eindjes aaneen te krijgen binst de zes maanden slecht seizoen. Hel gevolg is dat de bekwame werk lieden uitwijken naar grootere centrums als Gent en Brussel om meer te verdienen. In April laatstleden namen eenige moedige mannen het besluit eene poging te wagen om aan dien toestand te verhelpen, en stichtten een vakbond die dadelijk dertig leden telde, met de leuze Moed en Volharding Een brief, met verzoek om 5 cm. opslag per uur, werd naaral de kleermakersbazen der stad gezonden. Die kleinigheid zou hun zeker gegund geweest zijn hadden zij stand gehouden. Maar in een midden waar yooroordeel, jaloerschheid en ikzucht heerschen is de eendracht moeilijk te behou den. Die eigenschappen nu bezitten de Yper sche kleermakers in hooge mate, zoo 't schijnt. Dat was den bazen natuurlijk niet onbekend en zij wisten er heimelijk proiijtuit te trekken, 't Is immers gemakkelijk menschen te scheiden die elkaar niet kuDnen rieken of zien Het was voldoende aan enkele werklieden wijs te ma ken dat een syndikaat niets vermag, dat ze maar liever alleen moesten blijven en vragen wat ze wilden, en het dadelijk krijgen zouden Die snullen lieten zich die kool... opstoven En de bazen, op 's oogenblik van betalen stribbelden tegen een paar mannen werden doorgestuurd, en de andere voelden met eens hunnen moed en hunne volharding in hun schoenen zinken, verlieten het syndikaat, en nu ligt het te zieltogen Och! die lamme kinkels die niet zien in welke schade zij zichzelf aandoen door hunne laffe handelwijze Buiten andere voordeden die wij in een volgend nummer zullen bespreken, ver liezen zij A) Aan looi: 50 man zeker zouden verhoo ging van loon hebben gekregen gesteld dat er van 1 April tot einde December in ons vak 200 werkdagenzijD, maakt dit de volgende rekening: 5 cm. per uur en per man 0,50 fr. daags 200 dagen per man 100 fr. voor 50 man 5000 fr. Dit jaar verliezen zij dus gezamentlijk 5000 fr. aan loon B) Aan kracht.- Het is ontegensprekelijk dat een vakbond van derlig man eene macht daar- stelt in een stadje als Yper, en een voordeeligen invloed kan hebben op de weikregeling, den arbeidsduur, hel opmaken van arbeidskontrak- ten, enz zijn kracht stijgt of daalt als 't ware met het getal en het gehalte zijner leden. Eens de vereeniging uiteen gerukt, en de leden staan weer afgezonderd en machteloos tegen de mis bruiken die wij hooger aanstippen. De getrou wen zijn ontzenuwd, en elke poging om het syndikaat herop te richten stuit tegen het mis trouwen der werklieden. C) Aan achting De getrouwe vereenigden uit andere streken zien minachtend nêer op de lafaards die bij den eersten tegenslag den brui geven om het vereenigingsleven, en bij het eerste streng woord van hunnen baas het ha zenpad kiezen, wat dezes misprijzen en hart- vochtigheid nog vergroot. Kortom, al de vereenigde kleermakersgasten betreuren ten zeerste de gebeurtenissen van Yper, en zij hopen dat de ex leden van Moed en Volharding hunne spijtige handelwijze zul len inzien en tot het besef komen dat zij zich zelf en hunne werkmakkers groot nadeel hebben berokkend. Alles is nog niet verloren. Een paar leden houden stand en wanhopen niet het verloren terrein te herwinnen, daar zij overtuigd zijn van hun goed recht. Een vakbond is immers niet noodzakelijk tegen de bazen gericht, wat dezen meestal niet willen inzien, maar streeft inte gendeel naar verstandhouding, gevestigd op het recht en de belangen van beiden partyen, ten bate van gansch het vak. Ypersche kleermakers, dapper aan 't werk dus Wij staan aan den drempel van het goed seizoen een flinke poging, en mei Nieuwjaar juichen al de kleermakers met U om de herin richting van uwen bond en het bekomen van verhooging a. F' Op drie honderd mijlen afstand van de sterkte Lincoln, greep er in eene indiaan- sche wig-wam een tooneel plaats, dat ver- verschilde van hetgeen wij' zooeven bijgewoond hebben; maar dat er toch ook eenigerwijze op trok. Deze wigwam was de hoofdstede van den hoofdman der Siouwen. Sitting-Bull wilde de eerste zijn onder zijn volk, door zijne verdiensten en zijn werk; maar hij zocht geene eer in zijne woning, noch in zijne kleederen, noch in zijne levens wijze. Hij leefde eenvoudig, en minzaam on der zijn volk, en vereischte geene eerbewij- zingen, buiten deze die onder zijn volk ver plichtend waren. Daarom was hiji bemind door zijne onderdanen, die altijd gereed stonden om hem te gehoorzamen. Den zelfden avond dus dat Custer in de sterkte Lincoln lerug kwam, ging Sitting met haastige schreden weg en weder in zijne wo ning. Twee gevlochten matten lagen opgerold in een hoek. Bijl den heerd, waar er weinig turf aan 't veuzen was, stond er bank op drie pooten, van eiken stokken maakt, en op dieh bank lag er een boek dat handelde over de krijgsbewegingen. Onbevaarbaar deel van den Congostroom. een een ge- De dagbladen vermelden deze week dat er een'Engelsch-Belgisch-Duitsch verdrag [gesloten werd nopens'eenl(Afrikaanschen,; ijzerweg t. w. van af Lobito-Bay op den Atlantischen Oceaan in de Portugeesche bezittingJAngola, het Oosten in,op Kambove in'Belgisch Katarga om aldaar.in verbinding te komen met] den Noord-Zuidj Transaf- rikaanschen spoorweg van Ka'iro naar Kaapstad. Het is[geweten dat dezen Transafrikaanschen ijzerweg een oude droom is van Engeland en vnl. van den grooten Eogelschen landveroveraar Cecil Rodes,'om[de Engelsche Zuid Afrikaansche bezittingen (Kaapkolonie, Oranje, Transvaal, Rhodesia) te verbin den metEgyptenland waaroverEngeland ook heer en meester is.Dit grootsche plan bevat omzeggens drie deelen 1) het zuiderspoor dweersdoor Engelsch-Zuidafrika, 2) het middenspoor dweersdooc Congo, 3) het Noorderspoor dweersdoor Egypten. Het eerste en'derde deel bestaan, en zijn in de handen drr Engelschen. Het middendee^bestaat niet enjde Engelschen kur- nen het niet uitvoeren daar de uitgestrekte Cong03treek tusschen Zuid-Afrika en Egypten aan de Belgen toebehoortmeer oost waarts staamzij voor de.Duitsche Ugandakolonie. In het Belgisch middendeel bastaan er] toch reeds ijzerwegen en zjjn er andere ontworpen.l)e?reiziger diejAfrika zou willen dweerschen van Zuid tot Noord, neemt den [trein] te Kaapstad rechtstreeks naar Bel gisch KataDgaTaugs^Kimberley^Mafekiug, Bulewayo, Victoria- falls op den Zambezestroom, en Elisabethstad en Kambove. Weze gezegd^dat er in Zuid-Afrika nog talrijke andere spoorwegen zijn met vertakkingen en ondervertakkingen naarPort-Elisabeth, Bloemfontein, Johannesburg, Durban,Pretoria, enz. enz. Het baanvak grecB(Sakania)-Elisabethstad (omtrent 250 kilometers) werd ter uitbating geopend op 1 November 1912. Van Elisabeth stad loopt een vertakking naar Kongo-Ster, een [andere naar Kambove-Ruwe waar het nieuw ontworpen-spoor van Lobito-Bay aankomen zalvan waar ook men spreekt een ijzerweg te beginnen, westwaarts dweersdoor Belgisch Congo naar Lusambo en Leopoldstadwaar eindelijk wij de Belgische ijzerwegen ontmoeten van Opper-Congo en van de Groote Meeren. Om Congo te doorreizen van Zuid tot Noord, injfaetOos- tergedeelte, gebruikt men den bevaarbaren stroom en daar waar deze onbevaarbaar is de pas aangelegde ijzerwegen. Zoo gaat men van Kambove-Ruwe per spoor (meer dan 200 kilometers) naar Kilombo op den stroom van daar per schip tot aan Bilu-Kongolo (400 kilometers). Er bestaat een ontwerp van ijzerweg van af Koügolo naar het Tanganika meer. Van af Bilu is de stroom onbevaarbaar, men neemt dan den trein tot aan Ponthièrestad (315 kilometers) en nu nog eens per spoor (127 kilometers) naar Stanleystad. Wil de reizieer hier den Congo afvaren dit kan hij op een stroom zoo breed als eene zee, gedurende 1600 kilometers tot aan Leopoldstad, daar zal hem de trein wachten tot aan Matadi en hier kan bij scheep gaan naar Antwerpen. Doch we verondei stellen dat onze reiziger het Noorden op wil naar Egypten. Tot nu toe zal bij te voet, van af Stanleystad, de Nylstreek moeten bereiken, toch bestaat er een ontwerp van ijzerweg van Stanleystad naar het Albert-meer waaruit de Nijlstroom loopt naar de Mid- delandsche zee. Zoo komen wij in Egypten en kunnen het dweerschen van Zuid tot Noord per spoor en grootendeels per schip, tot aan Cairo dehoofdslad van Egyptenland, ja zelfs tot aan Alexandrië de groote Egyptische zeehaven op de middelandsche zee.Deze]Nijlreis is veel gedaan door wereldreizigers bijzonderlijk EDgelschen en Amerikaandees, zelf door Bèlgen. Deze laatste hebben het meeste aandeel bijgebracht om niet ver van Caïro eene nieuwe moderne villegiatuurstad Héligotis op te richten. Langs die reis zal men op de verschillige standplaatsen allerbeste hotels aantreffen die hun modern installatie oprichten nevens het natuurschoon van de Nijlstreek, nevens de eeuwenoude overblijfsels der praalge- b mwen uit langvervlogea tijden. (Wellicht hebbm wij eens de gelegenheid hier in Het Ypersche Volk eene beschrijving te geven van het Oude Egypten.) De reis in Egypten gaat langs Assooan. Luxor, Thebes, Kar- nak, Dendera, Maubdeb, Grigeh en veel andere paatsen tot aan Caïro en Alexandrië (bij de 700 kilometers.) Menziethet is een heel lange reis welke men voor 't plezier van op trein te zitten niet in eens afleggen zou, ten]ware men erltoege- noodzaakt ware om heel spoedig thuis tekomen in Europaen Belgie. - s - '-«.v De Nijlstroom. Volkstypen uit Zuid-Egypten. Caïro. een boulevard. HET MIDDAGUUR. Wanneer het te Parijs middag is, is het 11 ure5i m. te Brussel, Amsterdam en Londen, doch sleehts 8 u. 58 m. van den morgend te Rio de Janeiro (in Brazilië) 7 u. bj m. te Buenos Ayres (Ar gentina) 5 u. 5i m. te New-York, 6 ure te Chicago, en 3 u. 41 m. te San-Francisco (V. S. van N. Amerika). Daarentegen, middag te Parijs, komt overeen met 12 u. 5i m. te Berlijn, Rome en Weenen met 1 u. 3a m. namiddag te St- Petersburg, en 2 u. 36 m. te Moskow (Rus land) met 5 u. 56 m te Calcutta (Indië) met 7 u. 36 m. te Peking (China) met 9 u. 9 m. te Yokohama (Japan) en met 9 u. 55 m. te Sydney (Australië). DE HERINRICHTING VAN HET LEGER. De nieuwe inrichting van het leger zal feitelijk den 15 December in uilvoering komen. Ten einde zooveel mogelijk de moeilijkheden te verminderen, die de troepenverplaatsingen, door de herinrichting noodzakelijk gemaakt, zullen verwekken, zullen deze verplaatsingen in drie maal geschieden, namelijk de Dinsdagen 2, 9 en 16 December. Den 15 en den 16 December zullen de batail- lons die zich op dit oogenblik in het kamp van Sitting droomde en sprak luide'in zijn eigen, terwijl hij alzoo over end'weder wandelde in zijn wigwam. Opj zijn aangezicht lagen kommer en onrust te lezen. 't Is dan morgen, sprak hij, dat het lot van mijn volk zal geworpen worden Morgen zullen de Mandanen, de Osagen, de Paw- nien, de overgeblevene Delawaren, de Raven- en Serpentenstammen bijeen komen, om ge zamentlijk eenen opperbevelhebber te kiezen voor den oorlog, dien zij' zullen voeren tegen de Witten. Maar wie zal die bevelhebber zijn? Op die vraag en antwoordde hiji niet; maar de glimlach, die over zijne lippen zweef de, en de lichtstraal, die in zijne oogen blikte, wilden zeggen't en kan niemand anders zijn dan deze die de algemeene vergadering bijeengeroepen heeft niemand anders dan deze die, volkskind zijnde, koning gemaakt geweest is door zijn volk; niemand anders dan deze die tanzien is als de geesel der Witten. Hij zette hem eenen oogenblik neder op den bank "bij1 het stervende vuur, nam het boek in handen en overliep eenige bladzijden. Hij1 had een grootsch ontwerp opgevat. Iliji stond wederom op, en hernam zijne wandeling weg en weêr zijn huis. Wat zit er in mijn hoofd zoo droom de hiji voort. Al de bewoners der woestijn tot 'één volk versmelten Ze allen verbin den door de liefde tot hetzelfde vaderland... Ze allen vereenigd zien door hetzelfde ge loof, door het geloof der Zwarlgekleeden, die Beverlco bevinden naar hunne garnizoenen terugkeeren. Alleen het wintergarnizoen, 't is te zeggen een bataljon, geleverd door het 8e linieregiment, zal in het kamp blijven. De milicianen der kjas van 1912 (voetvolk), die nog recht op verlof hebben, zullen dit van af midden-December kunnen bekomen. De rekruten van 1913, sinds eenige weken onder de wapens, zullen in December ook in verlof mogen gaan de helft der troepen zal den 16 December verlrekkenenden 24 terugkomen de andere helft zal den 24 December vertrekken en tot 3 Januari in verlof blijven. Al de soldaten der klas van 1913 zullen hijge volg den hoogdag van Kerstmisin hunne familie doorbrengen. De klas van 1912 zal den 30 December in on bepaald verlof vertrekken. Esperanto. [De koniDg van Spanje, die sedert lang een warm voorstander van Espe ranto is, gaf onlangs eene verordening tot stichten van eenen leerstoel van Esperanto in de Hoogeschool van Madrid, en van leer gangen der hulptaal in de Handels-Akade- mie, het St-Isidoriusgesticht en de normaal scholen. van 1,200,000 fr. zij beliep 1,260,000 fr., dus meer dan te Luik, minder dan te Brus sel. Het cijfer der abonnementen bleef beneden de laming. Anierikaansehe fortuinen. Het amerikaabsch kongres of Parlement te Was hington, heeft tijdens de bespreking over het wetsontwerp van belasting op het inkomen een onderzoek geopend over de groote for tuinen. Uit dit onderzoek werd vastgesteld dat men in de Vereenigde-Staten 2500 per sonen aantreft, die jaarlijks van 500.000 tot 1.000.000 fr. inkomen hebben. Bovendien telt men er 550 die een jaarlijksch inkomen van 1 millioen tot 2.500.000 fr. bezitten 350 hebben jaarlijks van 2.500.000 tot 5 millioen ft. te verteren. Honderden anderen eindelijk hebben jaarlijks een inkomen van 5 millioen! De bezoekers. Het bestuur der Gentsehe I entoonstelling had voorzien eene ontvangst r®Lk0oniDkl«k b0sluit van 20 October, is baron Coppens, gepeüsionneerde majoor van het Bel - giscü leger, te Yper, benoemd tot lid van de commissie van het Koninklijk Geslicht te Mee- sen, ter vervanging van en om den tijd uit te doen van wylen M. H. Bossaert. Bij kon. besl. van 20 Sept. is de maatschaD- py van onderlingen bijstand de Handelsreizi- gersbond te Yper, wettig erkend. alleen de Indianen beminnen en hun de waar heid zeggen Dorpen bouwen, dorpen met steenen huizen, rond de bidjilaats der nieuw- bekeerden, zooals onze Zwart-gekleede het gc- zcid heeft (1) Hun leeren het land be werken, dat hun eten in overvloed zal geven I Nu leven de stammen in oneenigheid em gestadigen oorlog onder elkander. Die ze zou erzoenen en onder één hoofd brengen, die ware groot en heerlijk I En waarom zou dat niet kunnen zijn O welke droom I welke droom Zijn aangezicht was opgehelderd glinsterden. Maar welhaast wierden wezen te komen. Ocharm een droom. Ik ben het die de wapens heb doen op nemen. Maar hoe zal de oorlog uitvallen Hij is begonnen met geweld en moorderijen. De Indiaan handelt volgens zijnen aard nu gelijk eertijds vindt hij zijn vermaak in het bloed Ik zelf, in het vechten, bezit ven niet, en ik en sla maar dood iedereen. Dat is niet wel; dat wrake... Wat zal er uit gevalle, het doel dat ik zijne oogen er wolken over zijn sprak hij, t en is misschien in mij zel- geDjk vraagt weder- volgen In allen voor oogen heb is rechtveerdigde Groote-Geest weet hiji zal mij ondersteunen Och I wilden al de Roodhuiden het, én nnj> ver ft) Qeme de pater Desmet JiaddïkwIÏÏs~™> Sitting-Bull gesproken," alhoewel;hy met niet j geheel en gansch heeft kunnen bekeerèm staan en volgen, het ware voor hun geluk! Maar zijl zijn toch zoo ongestadig1 Als zij van eersteh af niet winnen, zonder ooit de minste nederlaag te ondergaan, ziji geven het op en loopen uiteen. Ik voorzie dat ik alle slag van listen zal moeten gebruiken, om ze samen te houden en moed te geven, tegenover die bulderende vuurbossen, die de menschen deen vallen gelijk de bladeren der hoornen. Op dien oogenblik ging de deur van zijne woning open, en eene jonge vrouw kwam binnen, met eene kruik water op haar hoofd Sitting glimlachte als hij ze zag. Hij nam de kruik, zette ze aan zijnen mond. en dronk er met groote teugen uit. Alsdan zelte hij ze néder bij den heerd De vrouw stond voor hem, en scheen te wachten. Maar de krijgsman was aan het droomen gevallen, en «ine stap en scheerde overend' weder zijne kamer Maar de vrouw sprak hem aan,' met slem die zoeter luidde dan deze zingende vogels der bosschen Is de Zitténde-Stier kwaad Hiji kijkt de Lclie-der-Woestijn niet'?. Silling ging er naar toe en kuste ze on ruwe I00?00"' De JOngÖ Vr0UW nam dft luwe hand van den krijgsman in hare han- den cn hem voorttrekkende tot hij het vuur, leed ziji hem op den bank zitten; en nevens hem plaats nemende, sloeg zij een harer ar men rond zyn spierigen hals, en, met haro nand, droogde ziji het fcweet af voorhoofd stond. naar iets wederom eene der zoet en be- andero op zijn i 1 dat 'l

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3