Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 6 December 1913 M De Koning Roodhuiden ÏPEft ABBBIDISSEJUEKI ROND DE WERELD. IN CHINA. Iftcrbelijbe fltaknckr Soldaat enlPlissiODiails YPER furbdijh "iUeuws (Mililke Benoemingen Toon- en tooneelkundige Vereeniging. i- Kunstvertooning 1913-1914 CONGO E. P. Lebbe m HHH Deuren open te 5 1/2 ure M IN 'T KATHOLIEK VOLKSHUIS Gordyn te 6 ure stipt W KERSTSPEL IN 3 BEDRIJVEN met alleenzangen, kinderkoren, gemengde koren en symfonische tussehenspelen. 120 Uitvoerders tooneelschikking van c. brillon ijfil Kaarten te verkrijgen in 't K. Volkshuis op de volgende dagen 14,19,20 en 21 December van 11 tot 12 u. MENGELWERK N° n DER Wat Sitting-Bull al in het hoofd speelde Gemeenteraad. Heden Zaterdag. 6 December, om 5/ure, zitting van den Ge meenteraad. Dagorde 1. Weldadig heidsbureel'plaatsing van kapitalen. Christen Vrouwenbond 4f\:- r-'""V mmnmm tmm 1 Ons 3e bataillon blyft dit is het ,.Word| YflfictgasaJ," as*| Dichter AL. WALGRAVE Toondichter M HENDERICK LeidersK.BOSTYN A. VAN EGROO met medewerking van M. Eug. VERSTRAETE, 1 prijs van Hobo en Engelschen Hoorn van 't Conservatorium van Brussel V-yY M. Karei BO.STYN M. Albert TAN EGROO Zondag 30 November. 1° Zondag van den Advent. Mis van dezen Zondag Gedachtenis van H. Ambrosius, bisschop en kerkleeraar. Evangelie van den Zondag, in dien tijd ver nam Joannes in zijne gevangenis de werken van Christus en hij zond twee zijner leerlingen om hem te vragen Zijt gij hét, die komen moet of hebben wij eep anderen te ver wachten En Jezus antwoorde hun hun Gaat aan Joannes overbrengen wat gij hoort en zietblinden zien, kreupelen gaan, dooven hooren, dooden verrijzen en het Evangelie word aan de armen verkondigd Zalig, wie in mij niet geëgerd wordt. Toen deze heengingen, begon Jezus tot de menigte over Joannes te sprekenWat zijt gij in de woestijn gaan zien Een riet dat door den wind bewogen wordt Maar wat zijt gij dan gaan zien Een prachtig uitgedosten mensch Doch 't is in koningshuizen dat de rijkgekleeden verblijven. Maar wat zijt ge dan gaan zien Een profeet Ja, zeg Ik u, een profeet, en meer dan een profeet. Want 't is hij van wien geschreven staatZie, Ik zend mijnen engel vóór uw aangezicht, die u den weg bereiden zal. Maandag 8 Feest der Onbevlekt Ont vangenis van Maria, (feest met octaaf). Gedurige Aanbidding te Poperinghe (H. Bertinus) te Yper (Rousbrug ge-B amen) tc Pas- schendaele (klooster). Dinsdag 9. Gorgoniamartelares. Woensdag 10. H. Melchiades, Paus eif Mar telaar. Gedurige Aanbidding te Meessen. Donderdag 11. H. Damasus, Paus. Vrijdag 12. H. Crescentius, martelaar. Zaterdag 13. E. Folguinus, bisschop. Commandant Michaux Tan het le Lanciers die lange jaren in Congo dieDst deed geeft onder titel Carnet de] Campagne (1) eigene aanteekening uit in Congo/opgenooaen. Daaruit willen wij een bladzijde vertalen een bewijs hoe er de vriendelijkste, de broe derlij kste betrekkingen kunnen bestaan tus- schen officieren en staatsageneten enerzijds en zendelingen anderzijds. Jammer genoeg dat het.door.de schuld van/congoleesche vrijmet selaars, op alle plaatsen en op alle tijden zoo niet gaat. Commandant Michaux zal de zendelingen van Bergh-O. L. V. verlaten, hij schrijft het volgende op zijn nota-boekje Voora leer te vertrekkeal/weze 't mij toegelaten eene tusschenreke neer te schrijven om hul de te breDgen aan die/ brave menschen en hen nogmaals te bedanken voer al 't geen zij voor ons deden. Nooit was gastvrijheid, hertelijker, rechtzinniger en vriendelijker; daaraan hebben zij dubbel^verdienste, im mers.... ze waren verre vau rijk. Verschilli- ge onder hen, misschien allen eilaas zijn niet meer zij zijn/vertrokken naar een an der wereld. Mochten zij (dej belooning ont vangen hebben welke zij zoowel verdienden.» Commandant Michaux kwam ook in be trekking met L. E. Pater Cambier. We den ken dat het was tijdens den opstand der Ba- télélas, in i894-95, alswanneer de zendelin gen en kloosterzusters aangevallen en ver jaagd zoo groot gevaar liepen het leven te verliezen. Commandant Michaux schrijft deze hertroerende/bladzijde. u'k Moest'/dichtjoorbij de Missie van Lu- luaburg-St-Joseph. Pater Cambier zend mij een zendeling te gemoet om mij dringend uit te noodigen met mijne troepen langs de zen- dingsplaats te trekken waat... ze hadden allerlei voedingstoffen bereid voor onze soldaten die hen zoo dapper hadden verde digd in de laatste moeilijke tijden. Ik dacht die kleine voldoening aan mijne zwarte krij gers niet te mogen weigeren. (1) Dupagne, Namen. -: Vervolg Kinderen der zeven volkeren, zei t Beer tje, waarom staat gij zoo verwonderd te zien? Sitting stelt ons niets voren dat onmogelijk is. Er is sprake van een opperhoofdman te kiezen, aan wien wijl allen zouden gehoor zamen. Het ware onze man, en bijgevolge zouden wij gehoorzamen aan ons zeiven. .Weet gij niet hoe het gaat bij de Wilten Eeh man, dien ziji Voorzitter noemen, en dien wijl tot nu toe onzen Vader gehceten hebben, roept de krijgers op; en deze komen van alle gouwen bijeen. Zij staan onder één hoofd, gaan waar zij1 gezonden worden, vech ten als men spreekt, en vallen op de plaats (i) De Koning der Roodhuiden, J. Demeester, Ronsselaere, fr. 1.50. We waren onzeggelijk welkom binst de twee dagen die we op.de Missie verbleven werden mijne mannen waarlijk getroeteld door de Paters en de zeven kloosterzusters. 's Anderdaags van onze aankomst was 't Zondag, en ik/besliste; eene verassing te bereiden welke ik wel wist aangenaam te zullen zijn aan/die arme vrouwen die pas zoolaDge maanden in de verschrikkelijkste angsten hadden doorgebracht. Rond 7 ure, als ware 't geweest om een wapen-onderzoek in te Btellen, deed ik mijne mannen, gewapend samenkomen. Allen, in hunne verscheurde kleederen ('t was immers acht maanden reeds dat zij in den strijd waren) hadden toch een fier en koen uitzicht de dapperheid lag te lezen op huDne rechtschapene en eerlijke wezens trekken, en, te zien hoe hunne oogen straal den onder mijn blik, voelde ik hoe zij ook geen ander wil hadden dan den mijne, daar was zelfs geen woord van doene om ons aller herten eensgezind te doen samen- kloppen 'k Liet me zoodanig over aan 't geluk die mannen te schouwen, te beminnen en door hen bemind te worden dat ik schier het doel van den oproep vergat... als een zilverklank de lucht deed trillen en mij tot da werkelijk heid des oogenbliks terug riep... Ding!... ding ding 1... ding 1... 't Is 't klokje der Missiekerk die klept en klipt en zijn stem heinde en verre luiden laat om alle geloofs- genooten tot het Goddelijk Misoffer uit te noodigen. Eenige stonden nadien, door de wijd- openstaande kerkdeur, bsmerk ik Pater Cambier die het altaar beklimt, al zijn ge- loovigen, al zijn geloofsleerlingen met de blanke zusters zijn ophunne gewone plaats... 't oogenblik is gekomen... Vooruit 1Marche en aan 't hoofd der legerbende stap ik de kerk binnen ge volgd door het vaandel, de klaroenen, de trommels en eene heele compagnie de an dere compagnies worden gerangschikt aan de kerkdeur, de kapel is immers te kleiu om zooveel volk binnen te laten. Binnen de kerk neem ik plaats in het hoogkoor, de soldaten staan op twee rangen. Dan zie ik rondom mij heen. Pater Cambier schijnt zenuwachtig getroffen de zusters zijn bewogen en de eene na de andera wischt, vluchtig weg, eeue'weldoende traan afde kinders der Missie staren nieuwsgie rig en schijnen heel verstrooid hun rozen hoedje te vergeten de soldaten zien er verbaasd uit en 'tvalt gemakkelijk te be speuren eoq hunne inbeelding diep getroffen wordt door dit mysterie) zooveel te meer ondoordringbaar daar zij er niets aan be grijpen. De Pater die het harmonium bespeet, heeft zonder het te weten, de stapmaten meêgeslegen terwijl hij de psalmen bege leid... het is alsof hij een kiijgs-marsch aan heffen wil. D#ch daar ben ik uit mijne/eigene mijme ring getrokken door de bel van de kleinen zwarten misdienaar. 't Is het oogentlik dat het Sacrificie van Liefde plaats heeft gegrepen, het oogenblik waarop de kerkvoogd, met een zegenend gebaar, de H. Hostie verheft ter aanbidding der geloovigen. 'k Geef een kort bevelde soldaten bie den de wapens, ons schoone vaandel buigt voor de eerste maal, terwijl de klaroenen schallen en de trommels slaan. Op dien stond ook j davert het kerkge bouw daar buiten, rechtover het open portaal, vlak over het)altaar, dreunt de in drukwekkende groet van het bronzen: ka- nongeschot. die hun aangewezen is; maar ze wordendoor anderen vervangen, die voortvechten, en ein digen met de zege te behalen, hoe menig vuldig de vijanden zijn, en hoe groot hun moed moge wezen. En wij; wat zijn wij gewoon te doen Wij dolen bij benden rond, worden langs hier en langs daar aangevallen, en kunnen nooit opentlijk wedergtaan aan de macjrt van den vijand. Wij moeten doen gelijk zij wij moeten ook al te zamen vechten, onder het geleide van één man, die ons de zegepraal zal geven. Ja, zoo moet het zijn, omdat wij allen kinderen zijn van één en hetzelfde vader land I Al de toehoorders waren gelijk vervoerd. Een schrikkelijk geroep steeg op uit de me nigte, en deed den bosch weergalmen. Tus- schen al dal geschreeuw, kon men deze i woorden verstaan j Sitting-Bull! Sitting-Bull!... Waaromkie- zen? Wij willen den Zittende-Stier! Dat was ook mijn gedacht! zei Pretty- Bear; en na Sitting de hand gedrukt te heb ben, kwam hij van de rots af. Sitting beefde van ontroering, en hij was trotsch over die blijken van voorkeur: zijne arendsoogen zweefden over die groote me nigte volks, wier oogen en handen tot hem gekeerd waren. j Maar hij bemerkte dat Red-Cloud, Spot- De iirdruk op di9 arme vrouwen was on beschrijflijk,... allen weenden na de miB kwamen zij mij hun hertroerendstea dark zeggen... Nog nooit in mijn leven, zegde er mij eene, ben ik zoo zalig ontroerd geweest. Ik weet dat mijne handelwijze niets pro- tocolaire was, dat sommige knijzende twijfelgeesten mij wellicht verweten van mijn zwarte soldaten verplicht te hebben aan de Mis tegenwoordig te zijn alhoewel ik daartoe geen macht had. Dat alles weet ik zeer welmaar wat ik ook weet 't is dat het mij is gegeven geweest eenige stonden geluk te verschaffen aan ze ven arme vrouwen belgische vrouwen die, binst meer dan een jaar geleefd hadden in de schrikkelijkBte vrees en pijn, en al de zedelijke tormenten doorstaan hadden van maagden in hunne eer bedreigd. Deze, bij wien het hoofd alle handelingen geleidt, zullen mij ongetwijfeld veroordeelen doch, ik ben zeker de goedkeuring te verwerven van allen die aanvoerden dat zelf, op dienst, men wel eens gehoor mag geven aan de stem des herten.... Wat moeten wij voegen bij dit hert- roerend verhaal Edele herten zijn er in ons verre Congo... Commandant Michaux gij verdient meer goedkeuring en lof als gij 't verwachten durft en wij het zeggen kunnen. Hoe schoon, hoe grootsch, hoe dtugd- doende ware 't, konden, altijd en overal, de soldaten met de zendelingen hand in hand werken aan de beschaving an Congo. ...Waren alle officieren gelijk Comman dant Michaux, daar zouden zij niet» bij ver liezen, voor wat krijgsweerde betreft of dapperheid of hoffelijkheid... allen zouden er veel bij winnen. Een ban ter eere van Commandant Michaux 1 2. ld. vergunningen op het kerkhof. 3. ld. rekening van 1912 en begrooting van 1913. 4. Burgerlijke Godshuizen verkoon van land te Zonnebeke. 5. ld. Rekening van 1912. 6. Eeredienst legaat aan de kexktabriek van St Maartens. 7. Muziekschool begrooting 1914.8. Stads- keukenschool: begrooting 1914.9. Staats middelbareschool bespreking over het aangaan van een snelschriftleergang. 10. Openbare feesten het vieren van een hou- derdjarige. Zondag en Maandag laatst gaf de Christen Vrouwenbond zijn jaarlijksch feest in de zaal van het Volkshuis. Als naar gewoonte, schoon en aangenaam feest, uitermate wel gelukt en zeer talrijk bijgewoond door een deftig en aandachtig publiek. Z. E. H. Deken, omringd van EE. HH. Pastoors, onderpastoors en Be stuurders, hebben, tot voldoening en aanmoe diging, het feest met hunne tegenwoordigheid willen vereeren, en ongetwijfeld aangename stonden genoten, zelfs binst het tusschenspel dat soms wat lang duren moest. De opening van jhét feest bestond in een ted, en eenige anderen geen deel namen in de algemeenee geestdrift. Hij verstond wat dat beteekende, en van boven zijne rots sprak hiji tot het volk Mannen, ik heb uwe stemmen gehooid, en zij hebben mijne ziel ontroerd. Maar let op wat gij1 doet Hebt gij wel rondom u ge- zien? In uw midden staan Red-Cloud, Spot ■ted-Thal, Trazi-Horse, en menige andere hoofdmannen! Ik ben maar een kind! Het volk onderbrak hem en riep Sitting-Bull! Sitting-BullI .Wij willen Sitting-Bull De hoofdmannen, wier lof hiji uitgesproken had, voor geheel de menigte, waren daar zoo gevoelig aan dat zijl ook riepen: Doet wat ons volk van u vraagt, Sit ting, en wees onze geleider 't Is wel! riep de held uit. Aangezien mijn volk en de vrienden van mijn volk, mij vragen te willen aan het hoofd staan, zal ik doen wat gij begeert. Maar ik zal de eerste zijn om mij bloot te stellen aan de ballen, en aan de lange messen der Wit ten. Doch, het geleide onzer vereenigde krijgs benden aauveerdende, zou ik eene vraag wil len stellen. Op deze bron, die door den oorlogsgod bewoond is; op deze stake, die versierd staat met de bloedschildering, op deze hap die ze bekroont; in de tegenwoordigheid van den Grootea-Geest, die u beziet van uit den hoo- Een woord, zoo we 't beloofden, over E. P. Lebbe van Yper en zijn Missiewerk/iD China waarover hij ons,[veertien dagen ge leden, zoo aandoenlijk sprak. E. P. Lebbe is priester gewijd geweest te Péking in 1900. Vier jaar daarna werd hij district- of dekenij-bestuurder benoemd.Niet min dan zeven zendingsposten had de moe dige zendeling reeds bekleed, daarvan vijf in de Provincie Tchely. E. Pater LEBBE Zoo hij het ons vertelde is het uur der genade Gods geslegen voor China. De drang naar het Christendom is niet meer weêrbou- delijk en kent geen hinderpalen meer tenzij deze van het protestantisme. Die dwaalleer immers heeft daar ook hare rijke zendingen, terwijl de Roomsch-katho lieke missiën zeer arm zijn. Dit is het gevaar dat de begoede Europeesche- en Be'gische- katholieken moeten afkeeren, het gevaar t. w. veel Chine schen het protestantisme de vervalsohte leer van Christus te zien volgen. Daartegen werken onvermoeibaar de katholieke zendelingen met de inlandsche priesters welke zij reeds hebben opgekweekt, gevormd en gewijd. Edoch om te gelukken hebben zij kerken noodig, scholen, kringen enz. enz... en daartoe is er geld van doen. Mochten de katholieken van alhier hun christen plicht verstaan. En toch met onvoldoende middelen hebben de katholieke zendelingen verbazende uit slagen verkregen... dank vooral den z-gen Gods. E. P. Lebbe geeft over die uitslagen eenige voorbeelden Op zijn eerste standplaats zag hij het getal katholieke christenen klimmen van 700 tot 2000 in de vijf maanden. Verplaatst te Han Ts'oen klom de katholieke bevolking, in zeven maanden, van 10o0, tot/2500 zielen. Te Tien-Yng, waar de Pater binst een jaar verbleef, vond hij 65 christen als hij[toe- kwam wanneer hij vertrok waren er 1500. Gedurende een jaar zendelingschap teTchou- Tchéou telt de christenheid, in plaats van 3000, 8000 leden. Eindelijk te Tien-Tsinfou waar Pater Lebbe vijf jaar dienst deed ziet bij het get'l zijner parochianen klimmen van 5000 tot 40.000. We kunnen niet weergeven hoe aandoen lijk de edelhartige zendeling weet te spre- over de bekeeringen, over de wonderen welke de Goddelijke gratie uitwerkt bij de Chineezen. En men wordt het gewaar dat Pater Lebbe zijn China, zijn volk vuriglijk bemint en al zyne krachteD, zijn leven zelf voor de Chineezen ten beste heeft. Pater" Lebbe is niet "alleTn ëenTpEstên maar ook een uitmuntend bestierder en volksleider, hij is uitermate thuis in de Cbiueesche taal en gelukte er in over/een paar jaren een katholiek weekblad te stichten en op testellen. [T Sedert de Chineesche/re- volutie en de instelling der Republiek is het gouve ne- ment ten voordeeligste ge stemd ten opzichte van de christenen. Hebban wij niet gehoord dat bij de instelling van bet Dieuw landsbestuur Yuan-Chi-K'ai (toen nog voorloopigenu definitieve voorzitter der republiek) dankgebeden vroeg aan de katholieke zendelingen en dat het gouvernement offi cieel vertegenwoordigd was op het Te Deum in de katholieke hoofdkerk^ van Péking Wat is er nu laatst voorgevallen. De Kamers moesten de artikelen van de Grond wet opm,:ken en vaststellen, eu de meerder heid scheen van zin, als officieelen staats godsdienst,het Confucianisme(ChiDee3che geloofsleer van Confucius) jin de grondwet neêr te schrijven. De Protestanten en Boud- histen die eerst hevig tegenspraken lieten het algauw liggen, voor hen is 't toch gelyk aan welk geloof [men aankleeft daar, naar naar hunne meening, gelijk welk geloof goed is. Doch de kloekmoedige Katholieken van Tien-Temeen handsvol dui vers durfden het ook aan het gevaar tegen te werken. Ze wilden en zouden ket\/bekomen geen staats godsdienst, maar de vrijheid van gods dienst moet in de grondwet geschreven staan. Ea ziet, met de hulpe Gods die ze eerst hadden afgesmeekt, hebben zij het dank aan hun onverpoosde werken gesteund door eene machtig geworden pers, door eene voor beeldige organisatie De Vereeniging der Chineesche Katholieke Actie. Het Btond geschreven in groote letters in de dagbladen van Peking op Dinsdag 14 October ZEGE PRAAL DER KATHOLIEKEN, DE COMMISSIE DER GRONDWET BEPAALT DE VRIJHEID VAN GODS DIENST. Bewonderensweerdig is die katholieke F ihiiMfiiip E P. Lebbe midden Chineesche kinders werkinghoopvol staart de blik in eene veel belovende toekomst. Het zijn Pater Lebbe's christenen van Tien-Tsin die de gedachten hebben gemaakt het zijn zijn vrienden, als MM. Na'i en Leou (twee afgeveerdigden), die, aan 't hoofd der Katholieke Actie, den slag hebben geslegen, samen met de redacteurs der kathtlieke ga zetten nl. de «Ta Kong Pao» opgesteld door M. Yng lien-dje den vader vau den kleinen Ignace die Pater Lebbe naar België heeft vergezeld om alhier zijne studiën te vol trekken. Doch—hij hee ft zelf daarover gezwegen wie twijfelt eraan of de groote werkingmet raad en daad is uitgegaan van den moedi gen zendeling zelf die nu in Europa de katho lieken heeft bekend gemaakt met de echte Chineesche toestanden, die weldra de terug reis herneemt naar zijn dierbaar tweede- Vaderland om weêrom zich toe te wijden, om zich te slachtofferen voor zijne geliefde Chineezen. Gods zegen vergezelle hem/en/da geboden aller christenen. MHiP Chinees die van de jacht terugkeert prachtig koor „HULDE AAN HET VADER LAND", gezongen door de meisjes van de zondagschool. Puik was" de uitvoering, met juistheid, fijnheid en gevoel, de zang streelde waarlijk zoet het oor der aanwezigen. Ook een langdurig handgeklap begroette de zang- sters bij het eindigen van hét koor. Schoone intrede. Daarna werd ons opgediend hét drama „EERGEVOEL", uit Frankrijk's omwenteling, 1794. .Weldoordachte geschiedenis en geheel goed voorgedragen. Op meesterlijke wijze hebben, de speelsters hunne rol vertolkt, tot de kleinste toe. Ja, Cécile, gij belooft veel, en sommigen hebben zich zeiven overtrof fen. Jeanne Raimbaud, een waar talent van tooneelspeelster. Rijke en frisschc kostumen, prachtige décors, kundige speelsters, alles was naar wensch. Opleidster en opschikstcrs, gij haalt er waarlijk eerei van, en hertelijk proficiat. Het blijspel „NICHTE SARLOTE VAN ZEVECOTE", dat er op volgde, werd zeer luimig uitgevoerd en genoot allen bijval. De drie speelsters, en tot Poeksken toe, kweten zich opperbest van hunne taak, en menige keeren wierden de lachspieren duchtig ge kitteld. Opperbest gelukt feest, waarlijk deugd doende aan, toehoorsters en speelsters. gen Hemel, en op de zielen uwer vaderen zweert gij mij onderdanigheid en gehoor zaamheid Wij zweren HetI Wijl zweren het!... Zonder aarzelen, zonder wankelen, zon der de redens mijner bevelen le willen onder zoeken .Wij zweren het Zijt gij gereed om uwe dorpen le ver laten, en uw land, en uwe woonsten, en uwe vrouwen en kinderen Wij zweren het 1... Wilt gij u blootstellen aan het balling schap als het noodig is Wij zweren het En aan de dood Wij zweren hetl .Wij zweren het!..., r— Als het zoo is, wij gaan vooruit En Vervloekt zijn de Witten, die ons tot den oorlog dwingen Hoe gelukkig waren onze vaderen niet vooraleer zij de Witten kenden t Ziet gij dien arend, die ginder hoog in de lucht zweeft Hij zou hem moegevlogen hebben eer hij tenden onze landen zou ge komen zijn. Maar er kwam eens eene groote, groote schuite aangevaren, die vol was met krijgs lieden. Doch zij wareli zoo ellendig dat onze vaderen er medelijden mede haddett, en hun wat laud afstonden langs het strand jfauhet Alwie tot het welgelukken van het feest iets had bijgedragen, kreeg een woord van welverdienden dank. verheugend nieuws welk deze week in de stad rondliep. En lt is waar ook het 3e bataillon van 't 3e regiment blijft voorloopig te Yper. We zeggen voorloopig... immers tot nu toe weten wij dat de klas van 1913 al leszins den dienst zal uitdoen te Yper en dat het hoogst waarschijnlijk ook alzoo zal zijn voor de klas van 1914... en misschien nog langer. Dat is alleszins goed nieuws, en dat geeft weer hoop... t.w. deze hoop dat het „provisoire"-!)ier blijven zou mogen veran deren in definilief-verblijven. We kennen wij niet veel yan oorlogsplan nen; doch we zagen geern onze brave voet volkers hier... er zijn reeds zooveel soldaten te Oostende, en zal de vijand aldaar moeten tegengehouden worden en niet te Yper?... Nu, we zeggen 't, we kennen daar niets van, doch 't ware de vervulling van eenieders ver langen het bataillon te behouden... en, ge steund op de aanwezigheid van die dappere krijgers, op onze twee ooren te mogen sla pen, zonder vrees yoor een inval der... vijanden. groot water, over hctwelke zij gekomen wa ren. En zij mieken steenen huizen, waar tegen onze schichten in stukken vlogen; en zij riepen andere lieden van de landen waar de zon opstaat. En deze kwamen op, ge wapend met den bliksem en het donder- vuur, dat onze vaderen verschrikte en verder opjoeg. Zij namen altijd meer en meer land; en er kwam altijd nieuw volk, biji geheele zwer men, zoodat Zij geheel den over van het groot water besloegen. Maar zij lieten de binnenwaters, de bos- schen en de weiden, met hunne ossen, aan dc. Roodhuiden. Doch later wilden zij verder binnendrin gen. Zij kochten eerst de zachte vellen onzer wilde dieren af; maar welhaast wilden zij ze zeiven vangen, en zij mieken wegen waar er huizen op liepen, sneller dan onze peerden, vol met menschen, die de dieren onzer woes tijn bij geheele benden vervolgden en doodden. Nu hebben zij gehoord dat er goud in onze bergen verdoken ligt. En zij komen op ach ter dit goud, en morgen zal hun vaandel met sterren op de Black-Hills vlotten (1). En alzoo zullen zij al nemen wat er ons nog overblijft, en ons alsdan geheel en ganseh uitroeien,- om alleen meester te zijn van ge- (1) Het Vaandel der VereeDigde-StateD draagt zooveel sterren, als er volkeren zjjn die aan dit land deel maken. Kerk van den H. Martinus Broederschap van O. L. V. van Lourdes en vereeniging des gebeds voor de bekee ring der zondaars, ^Maandag 8 December feestdag van O. L. V. Onbevlekt VOLLEN AFLAAT Solemneele Mis, ten 8 ure /voor de leden van het Broederschap. Bestuurder te Heule, E. H, Yerbrugghe, bo stuurder der Broeders Xaverianen te Brugge, hij dewelke hij vervaDgen wordt door E. H. Fové, econome aan St Lodewijkscollege te Brug ge Onderpastor te Gistel, E. H. De Bevere, coadjutor te De Panne Onderpastor te De Pan ne, E. H Quagebeur, licentiaat in 't Kerkelijk Recht. m SPELLEW ERKVROUWTJES J vergeet niet dat uwe kantjes altijd netter afgewrocht zijn en meer weerde hebbert op Callewaert's blauw papier of zwarte loeien. heel de slreke. Ondertusschen staat de hon gersnood ons reeds te wachten, alhoewel zij ons onderstand en hulpe beloofd hadden. Broeders, kunnen wij dat nog langer lijf den En ware het niet beter aanstonds te sterven, dan alzoo behandeld te worden Ja, ja riepen zij uit; liever sterven dan alzoo te leven Ten strijde tegen d« Witten 1 Ten strijde Dat is wel voor u, dappere krijgslieden; maar wat zullen de ouderlingen doen die niet meer strijden kunnen Zijn zij bereid hun vaderland te verlaten en te gaan vechten in eene onbekende streek, verre van d« Be graafplaats hunner voorvaderen Een ouderling trad vooruit, en sprak in den name van allen Wij zullen gaan waar gijl wilt; ons vader land zal zijn waar wijl zijn zullen. Het is genoeg dat wij weten dat onze zonen v*cht»n voor de vrijheid en het recht I Dat is deftig gesproken, ouderlingen I Gij hebt altijd het voorbeeld gegeven van on verschrokkenheid, en gij wilt het Yoort doen tot het einde toe. Dit zal ons moed geveu in den strijd. Maar gij, vrouwen en moeders, zoudt gij ook uwe wigwams verlaten, waar uw» kin ders geboren zijn, om te gaan dolen in d» woestijn

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3