Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 6 December 1913
M
De Koning
Roodhuiden
ÏPEft ABBBIDISSEJUEKI
ROND DE WERELD.
IN CHINA.
Iftcrbelijbe fltaknckr
Soldaat enlPlissiODiails
YPER
furbdijh "iUeuws
(Mililke Benoemingen
Toon- en tooneelkundige Vereeniging. i- Kunstvertooning 1913-1914
CONGO
E. P. Lebbe
m
HHH
Deuren open
te 5 1/2 ure
M
IN 'T KATHOLIEK VOLKSHUIS
Gordyn
te 6 ure stipt
W
KERSTSPEL IN 3 BEDRIJVEN
met alleenzangen, kinderkoren, gemengde koren
en symfonische tussehenspelen.
120 Uitvoerders
tooneelschikking van c. brillon
ijfil
Kaarten te verkrijgen in 't K. Volkshuis op de volgende
dagen 14,19,20 en 21 December van 11 tot 12 u.
MENGELWERK N° n
DER
Wat Sitting-Bull al in het hoofd
speelde
Gemeenteraad. Heden Zaterdag.
6 December, om 5/ure, zitting van den Ge
meenteraad. Dagorde 1. Weldadig
heidsbureel'plaatsing van kapitalen.
Christen Vrouwenbond
4f\:-
r-'""V
mmnmm
tmm
1
Ons 3e bataillon blyft dit is het
,.Word| YflfictgasaJ,"
as*|
Dichter AL. WALGRAVE Toondichter M HENDERICK
LeidersK.BOSTYN A. VAN EGROO
met medewerking van M. Eug. VERSTRAETE,
1 prijs van Hobo en Engelschen Hoorn van 't Conservatorium van Brussel
V-yY
M. Karei BO.STYN
M. Albert TAN EGROO
Zondag 30 November. 1° Zondag van den
Advent. Mis van dezen Zondag Gedachtenis van H.
Ambrosius, bisschop en kerkleeraar.
Evangelie van den Zondag, in dien tijd ver
nam Joannes in zijne gevangenis de werken van Christus
en hij zond twee zijner leerlingen om hem te vragen Zijt
gij hét, die komen moet of hebben wij eep anderen te ver
wachten En Jezus antwoorde hun
hun Gaat aan
Joannes overbrengen wat gij hoort en zietblinden zien,
kreupelen gaan, dooven hooren, dooden verrijzen en het
Evangelie word aan de armen verkondigd Zalig, wie in
mij niet geëgerd wordt. Toen deze heengingen, begon
Jezus tot de menigte over Joannes te sprekenWat zijt
gij in de woestijn gaan zien Een riet dat door den wind
bewogen wordt Maar wat zijt gij dan gaan zien Een
prachtig uitgedosten mensch Doch 't is in koningshuizen
dat de rijkgekleeden verblijven. Maar wat zijt ge dan gaan
zien Een profeet Ja, zeg Ik u, een profeet, en meer
dan een profeet. Want 't is hij van wien geschreven
staatZie, Ik zend mijnen engel vóór uw aangezicht, die
u den weg bereiden zal.
Maandag 8 Feest der Onbevlekt Ont
vangenis van Maria, (feest met octaaf).
Gedurige Aanbidding te Poperinghe (H.
Bertinus) te Yper (Rousbrug ge-B amen) tc Pas-
schendaele (klooster).
Dinsdag 9. Gorgoniamartelares.
Woensdag 10. H. Melchiades, Paus eif Mar
telaar.
Gedurige Aanbidding te Meessen.
Donderdag 11. H. Damasus, Paus.
Vrijdag 12. H. Crescentius, martelaar.
Zaterdag 13. E. Folguinus, bisschop.
Commandant Michaux Tan het le Lanciers die
lange jaren in Congo dieDst deed geeft onder
titel Carnet de] Campagne (1) eigene
aanteekening uit in Congo/opgenooaen.
Daaruit willen wij een bladzijde vertalen
een bewijs hoe er de vriendelijkste, de broe
derlij kste betrekkingen kunnen bestaan tus-
schen officieren en staatsageneten enerzijds en
zendelingen anderzijds. Jammer genoeg dat
het.door.de schuld van/congoleesche vrijmet
selaars, op alle plaatsen en op alle tijden
zoo niet gaat.
Commandant Michaux zal de zendelingen
van Bergh-O. L. V. verlaten, hij schrijft
het volgende op zijn nota-boekje Voora
leer te vertrekkeal/weze 't mij toegelaten
eene tusschenreke neer te schrijven om hul
de te breDgen aan die/ brave menschen en
hen nogmaals te bedanken voer al 't geen
zij voor ons deden. Nooit was gastvrijheid,
hertelijker, rechtzinniger en vriendelijker;
daaraan hebben zij dubbel^verdienste, im
mers.... ze waren verre vau rijk. Verschilli-
ge onder hen, misschien allen eilaas zijn
niet meer zij zijn/vertrokken naar een an
der wereld. Mochten zij (dej belooning ont
vangen hebben welke zij zoowel verdienden.»
Commandant Michaux kwam ook in be
trekking met L. E. Pater Cambier. We den
ken dat het was tijdens den opstand der Ba-
télélas, in i894-95, alswanneer de zendelin
gen en kloosterzusters aangevallen en ver
jaagd zoo groot gevaar liepen het leven te
verliezen. Commandant Michaux schrijft
deze hertroerende/bladzijde.
u'k Moest'/dichtjoorbij de Missie van Lu-
luaburg-St-Joseph. Pater Cambier zend mij
een zendeling te gemoet om mij dringend uit
te noodigen met mijne troepen langs de zen-
dingsplaats te trekken waat... ze hadden
allerlei voedingstoffen bereid voor onze
soldaten die hen zoo dapper hadden verde
digd in de laatste moeilijke tijden. Ik dacht
die kleine voldoening aan mijne zwarte krij
gers niet te mogen weigeren.
(1) Dupagne, Namen.
-: Vervolg
Kinderen der zeven volkeren, zei t Beer
tje, waarom staat gij zoo verwonderd te zien?
Sitting stelt ons niets voren dat onmogelijk
is. Er is sprake van een opperhoofdman te
kiezen, aan wien wijl allen zouden gehoor
zamen. Het ware onze man, en bijgevolge
zouden wij gehoorzamen aan ons zeiven.
.Weet gij niet hoe het gaat bij de Wilten
Eeh man, dien ziji Voorzitter noemen, en
dien wijl tot nu toe onzen Vader gehceten
hebben, roept de krijgers op; en deze komen
van alle gouwen bijeen. Zij staan onder één
hoofd, gaan waar zij1 gezonden worden, vech
ten als men spreekt, en vallen op de plaats
(i) De Koning der Roodhuiden, J. Demeester,
Ronsselaere, fr. 1.50.
We waren onzeggelijk welkom binst de
twee dagen die we op.de Missie verbleven
werden mijne mannen waarlijk getroeteld
door de Paters en de zeven kloosterzusters.
's Anderdaags van onze aankomst was
't Zondag, en ik/besliste; eene verassing te
bereiden welke ik wel wist aangenaam te
zullen zijn aan/die arme vrouwen die pas
zoolaDge maanden in de verschrikkelijkste
angsten hadden doorgebracht.
Rond 7 ure, als ware 't geweest om een
wapen-onderzoek in te Btellen, deed ik mijne
mannen, gewapend samenkomen.
Allen, in hunne verscheurde kleederen
('t was immers acht maanden reeds dat zij
in den strijd waren) hadden toch een fier en
koen uitzicht de dapperheid lag te lezen
op huDne rechtschapene en eerlijke wezens
trekken, en, te zien hoe hunne oogen straal
den onder mijn blik, voelde ik hoe zij
ook geen ander wil hadden dan den mijne,
daar was zelfs geen woord van doene om ons
aller herten eensgezind te doen samen-
kloppen
'k Liet me zoodanig over aan 't geluk die
mannen te schouwen, te beminnen en door
hen bemind te worden dat ik schier het doel
van den oproep vergat... als een zilverklank
de lucht deed trillen en mij tot da werkelijk
heid des oogenbliks terug riep... Ding!...
ding ding 1... ding 1... 't Is 't klokje der
Missiekerk die klept en klipt en zijn stem
heinde en verre luiden laat om alle geloofs-
genooten tot het Goddelijk Misoffer uit te
noodigen.
Eenige stonden nadien, door de wijd-
openstaande kerkdeur, bsmerk ik Pater
Cambier die het altaar beklimt, al zijn ge-
loovigen, al zijn geloofsleerlingen met de
blanke zusters zijn ophunne gewone plaats...
't oogenblik is gekomen...
Vooruit 1Marche en aan 't hoofd
der legerbende stap ik de kerk binnen ge
volgd door het vaandel, de klaroenen, de
trommels en eene heele compagnie de an
dere compagnies worden gerangschikt aan
de kerkdeur, de kapel is immers te kleiu om
zooveel volk binnen te laten.
Binnen de kerk neem ik plaats in het
hoogkoor, de soldaten staan op twee rangen.
Dan zie ik rondom mij heen. Pater Cambier
schijnt zenuwachtig getroffen de zusters
zijn bewogen en de eene na de andera
wischt, vluchtig weg, eeue'weldoende traan
afde kinders der Missie staren nieuwsgie
rig en schijnen heel verstrooid hun rozen
hoedje te vergeten de soldaten zien er
verbaasd uit en 'tvalt gemakkelijk te be
speuren eoq hunne inbeelding diep getroffen
wordt door dit mysterie) zooveel te meer
ondoordringbaar daar zij er niets aan be
grijpen.
De Pater die het harmonium bespeet,
heeft zonder het te weten, de stapmaten
meêgeslegen terwijl hij de psalmen bege
leid... het is alsof hij een kiijgs-marsch aan
heffen wil.
D#ch daar ben ik uit mijne/eigene mijme
ring getrokken door de bel van de kleinen
zwarten misdienaar.
't Is het oogentlik dat het Sacrificie van
Liefde plaats heeft gegrepen, het oogenblik
waarop de kerkvoogd, met een zegenend
gebaar, de H. Hostie verheft ter aanbidding
der geloovigen.
'k Geef een kort bevelde soldaten bie
den de wapens, ons schoone vaandel buigt
voor de eerste maal, terwijl de klaroenen
schallen en de trommels slaan.
Op dien stond ook j davert het kerkge
bouw daar buiten, rechtover het open
portaal, vlak over het)altaar, dreunt de in
drukwekkende groet van het bronzen: ka-
nongeschot.
die hun aangewezen is; maar ze wordendoor
anderen vervangen, die voortvechten, en ein
digen met de zege te behalen, hoe menig
vuldig de vijanden zijn, en hoe groot hun
moed moge wezen.
En wij; wat zijn wij gewoon te doen Wij
dolen bij benden rond, worden langs hier
en langs daar aangevallen, en kunnen nooit
opentlijk wedergtaan aan de macjrt van den
vijand.
Wij moeten doen gelijk zij wij moeten ook
al te zamen vechten, onder het geleide van
één man, die ons de zegepraal zal geven.
Ja, zoo moet het zijn, omdat wij allen
kinderen zijn van één en hetzelfde vader
land I
Al de toehoorders waren gelijk vervoerd.
Een schrikkelijk geroep steeg op uit de me
nigte, en deed den bosch weergalmen. Tus-
schen al dal geschreeuw, kon men deze
i woorden verstaan
j Sitting-Bull! Sitting-Bull!... Waaromkie-
zen? Wij willen den Zittende-Stier!
Dat was ook mijn gedacht! zei Pretty-
Bear; en na Sitting de hand gedrukt te heb
ben, kwam hij van de rots af.
Sitting beefde van ontroering, en hij was
trotsch over die blijken van voorkeur: zijne
arendsoogen zweefden over die groote me
nigte volks, wier oogen en handen tot hem
gekeerd waren.
j Maar hij bemerkte dat Red-Cloud, Spot-
De iirdruk op di9 arme vrouwen was on
beschrijflijk,... allen weenden na de miB
kwamen zij mij hun hertroerendstea dark
zeggen... Nog nooit in mijn leven, zegde er
mij eene, ben ik zoo zalig ontroerd geweest.
Ik weet dat mijne handelwijze niets pro-
tocolaire was, dat sommige knijzende
twijfelgeesten mij wellicht verweten van
mijn zwarte soldaten verplicht te hebben aan
de Mis tegenwoordig te zijn alhoewel ik
daartoe geen macht had.
Dat alles weet ik zeer welmaar wat ik
ook weet 't is dat het mij is gegeven geweest
eenige stonden geluk te verschaffen aan ze
ven arme vrouwen belgische vrouwen die,
binst meer dan een jaar geleefd hadden in
de schrikkelijkBte vrees en pijn, en al de
zedelijke tormenten doorstaan hadden van
maagden in hunne eer bedreigd. Deze, bij
wien het hoofd alle handelingen geleidt,
zullen mij ongetwijfeld veroordeelen doch,
ik ben zeker de goedkeuring te verwerven
van allen die aanvoerden dat zelf, op dienst,
men wel eens gehoor mag geven aan de
stem des herten....
Wat moeten wij voegen bij dit hert-
roerend verhaal
Edele herten zijn er in ons verre Congo...
Commandant Michaux gij verdient meer
goedkeuring en lof als gij 't verwachten
durft en wij het zeggen kunnen.
Hoe schoon, hoe grootsch, hoe dtugd-
doende ware 't, konden, altijd en overal, de
soldaten met de zendelingen hand in hand
werken aan de beschaving an Congo.
...Waren alle officieren gelijk Comman
dant Michaux, daar zouden zij niet» bij ver
liezen, voor wat krijgsweerde betreft of
dapperheid of hoffelijkheid... allen zouden
er veel bij winnen.
Een ban ter eere van Commandant
Michaux 1
2. ld. vergunningen op het kerkhof.
3. ld. rekening van 1912 en begrooting
van 1913. 4. Burgerlijke Godshuizen
verkoon van land te Zonnebeke. 5. ld.
Rekening van 1912. 6. Eeredienst legaat
aan de kexktabriek van St Maartens. 7.
Muziekschool begrooting 1914.8. Stads-
keukenschool: begrooting 1914.9. Staats
middelbareschool bespreking over het
aangaan van een snelschriftleergang. 10.
Openbare feesten het vieren van een hou-
derdjarige.
Zondag en Maandag laatst gaf de Christen
Vrouwenbond zijn jaarlijksch feest in de zaal
van het Volkshuis. Als naar gewoonte, schoon
en aangenaam feest, uitermate wel gelukt en
zeer talrijk bijgewoond door een deftig en
aandachtig publiek. Z. E. H. Deken, omringd
van EE. HH. Pastoors, onderpastoors en Be
stuurders, hebben, tot voldoening en aanmoe
diging, het feest met hunne tegenwoordigheid
willen vereeren, en ongetwijfeld aangename
stonden genoten, zelfs binst het tusschenspel
dat soms wat lang duren moest.
De opening van jhét feest bestond in een
ted, en eenige anderen geen deel namen in
de algemeenee geestdrift. Hij verstond wat dat
beteekende, en van boven zijne rots sprak
hiji tot het volk
Mannen, ik heb uwe stemmen gehooid,
en zij hebben mijne ziel ontroerd. Maar let
op wat gij1 doet Hebt gij wel rondom u ge-
zien? In uw midden staan Red-Cloud, Spot
■ted-Thal, Trazi-Horse, en menige andere
hoofdmannen! Ik ben maar een kind!
Het volk onderbrak hem en riep
Sitting-Bull! Sitting-BullI .Wij willen
Sitting-Bull
De hoofdmannen, wier lof hiji uitgesproken
had, voor geheel de menigte, waren daar
zoo gevoelig aan dat zijl ook riepen:
Doet wat ons volk van u vraagt, Sit
ting, en wees onze geleider
't Is wel! riep de held uit. Aangezien
mijn volk en de vrienden van mijn volk,
mij vragen te willen aan het hoofd staan,
zal ik doen wat gij begeert. Maar ik zal de
eerste zijn om mij bloot te stellen aan de
ballen, en aan de lange messen der Wit
ten. Doch, het geleide onzer vereenigde krijgs
benden aauveerdende, zou ik eene vraag wil
len stellen.
Op deze bron, die door den oorlogsgod
bewoond is; op deze stake, die versierd staat
met de bloedschildering, op deze hap die
ze bekroont; in de tegenwoordigheid van den
Grootea-Geest, die u beziet van uit den hoo-
Een woord, zoo we 't beloofden, over
E. P. Lebbe van Yper en zijn Missiewerk/iD
China waarover hij ons,[veertien dagen ge
leden, zoo aandoenlijk sprak.
E. P. Lebbe is priester gewijd geweest te
Péking in 1900. Vier jaar daarna werd hij
district- of dekenij-bestuurder benoemd.Niet
min dan zeven zendingsposten had de moe
dige zendeling reeds bekleed, daarvan vijf
in de Provincie Tchely.
E. Pater LEBBE
Zoo hij het ons vertelde is het uur der
genade Gods geslegen voor China. De drang
naar het Christendom is niet meer weêrbou-
delijk en kent geen hinderpalen meer tenzij
deze van het protestantisme.
Die dwaalleer immers heeft daar ook hare
rijke zendingen, terwijl de Roomsch-katho
lieke missiën zeer arm zijn. Dit is het gevaar
dat de begoede Europeesche- en Be'gische-
katholieken moeten afkeeren, het gevaar
t. w. veel Chine schen het protestantisme
de vervalsohte leer van Christus te zien
volgen. Daartegen werken onvermoeibaar de
katholieke zendelingen met de inlandsche
priesters welke zij reeds hebben opgekweekt,
gevormd en gewijd. Edoch om te gelukken
hebben zij kerken noodig, scholen, kringen
enz. enz... en daartoe is er geld van doen.
Mochten de katholieken van alhier hun
christen plicht verstaan.
En toch met onvoldoende middelen hebben
de katholieke zendelingen verbazende uit
slagen verkregen... dank vooral den z-gen
Gods.
E. P. Lebbe geeft over die uitslagen
eenige voorbeelden
Op zijn eerste standplaats zag hij het getal
katholieke christenen klimmen van 700 tot
2000 in de vijf maanden. Verplaatst te Han
Ts'oen klom de katholieke bevolking, in
zeven maanden, van 10o0, tot/2500 zielen.
Te Tien-Yng, waar de Pater binst een jaar
verbleef, vond hij 65 christen als hij[toe-
kwam wanneer hij vertrok waren er 1500.
Gedurende een jaar zendelingschap teTchou-
Tchéou telt de christenheid, in plaats van
3000, 8000 leden. Eindelijk te Tien-Tsinfou
waar Pater Lebbe vijf jaar dienst deed ziet
bij het get'l zijner parochianen klimmen
van 5000 tot 40.000.
We kunnen niet weergeven hoe aandoen
lijk de edelhartige zendeling weet te spre-
over de bekeeringen, over de wonderen
welke de Goddelijke gratie uitwerkt bij de
Chineezen. En men wordt het gewaar dat
Pater Lebbe zijn China, zijn volk vuriglijk
bemint en al zyne krachteD, zijn leven zelf
voor de Chineezen ten beste heeft.
Pater" Lebbe is niet "alleTn ëenTpEstên
maar ook een uitmuntend bestierder en
volksleider, hij is uitermate
thuis in de Cbiueesche taal
en gelukte er in over/een
paar jaren een katholiek
weekblad te stichten en op
testellen.
[T Sedert de Chineesche/re-
volutie en de instelling der
Republiek is het gouve ne-
ment ten voordeeligste ge
stemd ten opzichte van de
christenen. Hebban wij niet
gehoord dat bij de instelling
van bet Dieuw landsbestuur
Yuan-Chi-K'ai (toen nog
voorloopigenu definitieve
voorzitter der republiek)
dankgebeden vroeg aan de
katholieke zendelingen en
dat het gouvernement offi
cieel vertegenwoordigd was
op het Te Deum in de
katholieke hoofdkerk^ van
Péking
Wat is er nu laatst voorgevallen. De
Kamers moesten de artikelen van de Grond
wet opm,:ken en vaststellen, eu de meerder
heid scheen van zin, als officieelen staats
godsdienst,het Confucianisme(ChiDee3che
geloofsleer van Confucius) jin de grondwet
neêr te schrijven. De Protestanten en Boud-
histen die eerst hevig tegenspraken lieten
het algauw liggen, voor hen is 't toch gelyk
aan welk geloof [men aankleeft daar, naar
naar hunne meening, gelijk welk geloof goed
is. Doch de kloekmoedige Katholieken van
Tien-Temeen handsvol dui vers durfden
het ook aan het gevaar tegen te werken. Ze
wilden en zouden ket\/bekomen geen
staats godsdienst, maar de vrijheid van gods
dienst moet in de grondwet geschreven
staan.
Ea ziet, met de hulpe Gods die ze eerst
hadden afgesmeekt, hebben zij het dank aan
hun onverpoosde werken gesteund door eene
machtig geworden pers, door eene voor
beeldige organisatie De Vereeniging der
Chineesche Katholieke Actie. Het Btond
geschreven in groote letters in de dagbladen
van Peking op Dinsdag 14 October ZEGE
PRAAL DER KATHOLIEKEN, DE COMMISSIE DER
GRONDWET BEPAALT DE VRIJHEID VAN GODS
DIENST.
Bewonderensweerdig is die katholieke
F
ihiiMfiiip
E P. Lebbe midden Chineesche kinders
werkinghoopvol staart de blik in eene veel
belovende toekomst.
Het zijn Pater Lebbe's christenen van
Tien-Tsin die de gedachten hebben gemaakt
het zijn zijn vrienden, als MM. Na'i en Leou
(twee afgeveerdigden), die, aan 't hoofd der
Katholieke Actie, den slag hebben geslegen,
samen met de redacteurs der kathtlieke ga
zetten nl. de «Ta Kong Pao» opgesteld door
M. Yng lien-dje den vader vau den kleinen
Ignace die Pater Lebbe naar België heeft
vergezeld om alhier zijne studiën te vol
trekken.
Doch—hij hee ft zelf daarover gezwegen
wie twijfelt eraan of de groote werkingmet
raad en daad is uitgegaan van den moedi
gen zendeling zelf die nu in Europa de katho
lieken heeft bekend gemaakt met de echte
Chineesche toestanden, die weldra de terug
reis herneemt naar zijn dierbaar tweede-
Vaderland om weêrom zich toe te wijden, om
zich te slachtofferen voor zijne geliefde
Chineezen. Gods zegen vergezelle hem/en/da
geboden aller christenen.
MHiP
Chinees die van de jacht terugkeert
prachtig koor „HULDE AAN HET VADER
LAND", gezongen door de meisjes van de
zondagschool. Puik was" de uitvoering, met
juistheid, fijnheid en gevoel, de zang streelde
waarlijk zoet het oor der aanwezigen. Ook
een langdurig handgeklap begroette de zang-
sters bij het eindigen van hét koor. Schoone
intrede.
Daarna werd ons opgediend hét drama
„EERGEVOEL", uit Frankrijk's omwenteling,
1794. .Weldoordachte geschiedenis en geheel
goed voorgedragen. Op meesterlijke wijze
hebben, de speelsters hunne rol vertolkt, tot
de kleinste toe. Ja, Cécile, gij belooft veel,
en sommigen hebben zich zeiven overtrof
fen. Jeanne Raimbaud, een waar talent van
tooneelspeelster. Rijke en frisschc kostumen,
prachtige décors, kundige speelsters, alles
was naar wensch. Opleidster en opschikstcrs,
gij haalt er waarlijk eerei van, en hertelijk
proficiat.
Het blijspel „NICHTE SARLOTE VAN
ZEVECOTE", dat er op volgde, werd zeer
luimig uitgevoerd en genoot allen bijval. De
drie speelsters, en tot Poeksken toe, kweten
zich opperbest van hunne taak, en menige
keeren wierden de lachspieren duchtig ge
kitteld.
Opperbest gelukt feest, waarlijk deugd
doende aan, toehoorsters en speelsters.
gen Hemel, en op de zielen uwer vaderen
zweert gij mij onderdanigheid en gehoor
zaamheid
Wij zweren HetI Wijl zweren het!...
Zonder aarzelen, zonder wankelen, zon
der de redens mijner bevelen le willen onder
zoeken
.Wij zweren het
Zijt gij gereed om uwe dorpen le ver
laten, en uw land, en uwe woonsten, en
uwe vrouwen en kinderen
Wij zweren het 1...
Wilt gij u blootstellen aan het balling
schap als het noodig is
Wij zweren het
En aan de dood
Wij zweren hetl .Wij zweren het!...,
r— Als het zoo is, wij gaan vooruit En
Vervloekt zijn de Witten, die ons tot den
oorlog dwingen
Hoe gelukkig waren onze vaderen niet
vooraleer zij de Witten kenden t
Ziet gij dien arend, die ginder hoog in
de lucht zweeft Hij zou hem moegevlogen
hebben eer hij tenden onze landen zou ge
komen zijn.
Maar er kwam eens eene groote, groote
schuite aangevaren, die vol was met krijgs
lieden. Doch zij wareli zoo ellendig dat onze
vaderen er medelijden mede haddett, en hun
wat laud afstonden langs het strand jfauhet
Alwie tot het welgelukken van het feest
iets had bijgedragen, kreeg een woord van
welverdienden dank.
verheugend nieuws welk deze week in de
stad rondliep. En lt is waar ook het 3e
bataillon van 't 3e regiment blijft voorloopig
te Yper. We zeggen voorloopig... immers tot
nu toe weten wij dat de klas van 1913 al
leszins den dienst zal uitdoen te Yper en dat
het hoogst waarschijnlijk ook alzoo zal zijn
voor de klas van 1914... en misschien nog
langer. Dat is alleszins goed nieuws, en dat
geeft weer hoop... t.w. deze hoop dat het
„provisoire"-!)ier blijven zou mogen veran
deren in definilief-verblijven.
We kennen wij niet veel yan oorlogsplan
nen; doch we zagen geern onze brave voet
volkers hier... er zijn reeds zooveel soldaten
te Oostende, en zal de vijand aldaar moeten
tegengehouden worden en niet te Yper?...
Nu, we zeggen 't, we kennen daar niets van,
doch 't ware de vervulling van eenieders ver
langen het bataillon te behouden... en, ge
steund op de aanwezigheid van die dappere
krijgers, op onze twee ooren te mogen sla
pen, zonder vrees yoor een inval der...
vijanden.
groot water, over hctwelke zij gekomen wa
ren. En zij mieken steenen huizen, waar
tegen onze schichten in stukken vlogen; en
zij riepen andere lieden van de landen waar
de zon opstaat. En deze kwamen op, ge
wapend met den bliksem en het donder-
vuur, dat onze vaderen verschrikte en verder
opjoeg.
Zij namen altijd meer en meer land; en
er kwam altijd nieuw volk, biji geheele zwer
men, zoodat Zij geheel den over van het
groot water besloegen.
Maar zij lieten de binnenwaters, de bos-
schen en de weiden, met hunne ossen, aan
dc. Roodhuiden.
Doch later wilden zij verder binnendrin
gen. Zij kochten eerst de zachte vellen onzer
wilde dieren af; maar welhaast wilden zij
ze zeiven vangen, en zij mieken wegen waar
er huizen op liepen, sneller dan onze peerden,
vol met menschen, die de dieren onzer woes
tijn bij geheele benden vervolgden en doodden.
Nu hebben zij gehoord dat er goud in onze
bergen verdoken ligt. En zij komen op ach
ter dit goud, en morgen zal hun vaandel
met sterren op de Black-Hills vlotten (1).
En alzoo zullen zij al nemen wat er ons
nog overblijft, en ons alsdan geheel en ganseh
uitroeien,- om alleen meester te zijn van ge-
(1) Het Vaandel der VereeDigde-StateD draagt
zooveel sterren, als er volkeren zjjn die aan
dit land deel maken.
Kerk van den H. Martinus
Broederschap van O. L. V. van Lourdes
en vereeniging des gebeds voor de bekee
ring der zondaars,
^Maandag 8 December feestdag van O. L.
V. Onbevlekt
VOLLEN AFLAAT
Solemneele Mis, ten 8 ure /voor de leden
van het Broederschap.
Bestuurder te Heule, E. H, Yerbrugghe, bo
stuurder der Broeders Xaverianen te Brugge,
hij dewelke hij vervaDgen wordt door E. H.
Fové, econome aan St Lodewijkscollege te Brug
ge Onderpastor te Gistel, E. H. De Bevere,
coadjutor te De Panne Onderpastor te De Pan
ne, E. H Quagebeur, licentiaat in 't Kerkelijk
Recht.
m SPELLEW ERKVROUWTJES J vergeet
niet dat uwe kantjes altijd netter afgewrocht
zijn en meer weerde hebbert op Callewaert's
blauw papier of zwarte loeien.
heel de slreke. Ondertusschen staat de hon
gersnood ons reeds te wachten, alhoewel zij
ons onderstand en hulpe beloofd hadden.
Broeders, kunnen wij dat nog langer lijf
den En ware het niet beter aanstonds te
sterven, dan alzoo behandeld te worden
Ja, ja riepen zij uit; liever sterven
dan alzoo te leven Ten strijde tegen d«
Witten 1 Ten strijde
Dat is wel voor u, dappere krijgslieden;
maar wat zullen de ouderlingen doen die
niet meer strijden kunnen Zijn zij bereid
hun vaderland te verlaten en te gaan vechten
in eene onbekende streek, verre van d« Be
graafplaats hunner voorvaderen
Een ouderling trad vooruit, en sprak in
den name van allen
Wij zullen gaan waar gijl wilt; ons vader
land zal zijn waar wijl zijn zullen. Het is
genoeg dat wij weten dat onze zonen v*cht»n
voor de vrijheid en het recht I
Dat is deftig gesproken, ouderlingen I
Gij hebt altijd het voorbeeld gegeven van on
verschrokkenheid, en gij wilt het Yoort doen
tot het einde toe. Dit zal ons moed geveu
in den strijd.
Maar gij, vrouwen en moeders, zoudt gij
ook uwe wigwams verlaten, waar uw» kin
ders geboren zijn, om te gaan dolen in d»
woestijn