Zichtenlluit het Oosten Hemen noon gesonoien Dans les Ruines d'Ypres Van alles Wat Zijne Excel encie Hoofdminister BARON tie BROQUEUILLE /{Geen Paaschkoeken Ypersch Nieuws uit Frankrijk Zicht op een hotk der versterking van den Bosphorus rond Constantinopelen. erroote havenstad, on de kus Ook te Smyrna, de groote havenstad, op de kust van Klein-Asië, door de Bondgenooten beschoten, Is de bevolking verplicht geweest |de stad te verlaten voor het Binnenland. De oude Koning Peter van Serbië en Kroonprins Alexander, die met zijn moedige soldaten reeds zooveel maal de Oostenrijksche overmacht [diepe nederlagen deed ondergaan. Ter gelegenheid der Plechtige Installatie van E. H. Neuville, tot Pastor van Epinay-sur Orge. Lesjdécombres des Halles MINISTER VAN OORLOG die verJedei week een bezoek bracht aan de stad en aan het Burgerlijk hospitaal geopend in het Gesticht van 't H. Hert door de Friends Ambulance Unit, VVV Terug uit Zuid-Afrika Naar Doornvjk en Eecloo La vision ds l'irrëparable Aan de boete Ofjze vliegers aan 't werk David tegen Goliath peu ginisty. Zeventien Belgen, meestal landbouwers, werden kortelings te Gent door de duitschers gefusilleerd omdat ze, ten voordeele ^van 't Belgisch leger, gespionneerd hadden. De duitsche krijgsmacht wilde hen, op zekere voorwaarden, 't leven laten, maar allen," zonder uitzondering, weigerden en verkozen te sterven voor hun land. M. Paul Ginisty a publié, en Janvierdans le Petit Parisien (n° 13.97440* année) le tableau ci-après des grandes ruines de notre ville. Cet article nous le plafons sous le litre Pages de Gloire et non Pages de deuil car nous estimons nos ruines glo rieuses. Ypres, janvier. Puissance de la vie! Elle tente de re- nailre dans cette ville d'Ypres, qui n'est plus qu uii monceau dc ruines, et qui est encore exposée aux obus. L'immensc place qu'enca- dre, d un colé, la longue facade, mainlenant ravagée, blessée A mort. de ce qui fut un des monuments les plus céfèbres des Flan- dres n'est plus déserte. Sur cette place, il n'y a plus unc maison vraimenl intacte: toutcs ont souffert de l'ctfroyable bombardement. II en est qui ne rcprésentenl plus que leur sque- lette noircid'autres ne sont qu a demi dé- inolies Dans quelques-unes de celles-ei. des boutiques, avec une devanture en planches improvisée. se sont enlr'ouvertes. S'il ne reste rien du café de LA LL'NE et do 1 hotel DES TROIS ROIS, Ie café DES TROIS SUISSES, épargné, par miracle, du Te Berlijn is het de gewoonte lekkere Paaschkoeken, uit de fijnste bloeme, te bak ken. De stadsoverheid heeft dit verboden, zeggende dat de bloeme te schaarsch en te kostelijk is, en dat dejberlijners, gelijk alle duitschers zich op hoog-cn leegdagen moeten tevreden houden met het gemeten ration dat het gouvernement toestaat. colé de la rue, offre un abri auquel on a volontiers recours. A colé, un magasin a un scmb'ant d'élalagc, sans vilres, natuieüe- ment. En dépit du froid, on voit, devant les logis, presque tous A perron, des installations de pcljts mnrchands, vendant du fil. des ai guilles, des boutons. Des gamins proposent déjA aux passanfs des cartes postales re présentant les différents aspects des destruc- ctions. D une rue voisine débouche une pe tite voiture. trainée par deux chicns, que conduit une femme emmitoufléc dans une capeline noire. II est vrai que cette animation est fac- tice. Elle provient du passage de troupes, des lialtes de soldats dont la plupart portent un uniforme glorieusement usé, et les voi- tures qui tiaversent la place ne sont que des voitures militaires. Cependant, en dehors de ce mouvement que créent les circonslan- ces on constate une volonté de réserruction. On déblayc les décombres, on place des é- tais P°ur prévenir les écroulcments, 011 tra- vaille A mettre une sorte d'ordre dans edte misère de déiaslalions. LA aussi, c'est le courage des habitants qui, malgré l'énornii- tó de la catastrophe ne veulent pas dé- scspérer. Et pourlant A Ypres. plus que partoul ailleurs". peut-être. on a la sensation de 1 a- néantisscment d une ville dout l ame mème a été atleinle. I Cette amc. e'le était dans la masse im posante de cet edifice auquel rien ne se pouvait comparer dans I'arehitecture civile, ces Halles, datant de la fin du treizième siècle, qu'un ècrivain beige appelait Le Lou vre dun peuple libre». Elle était dans la Cathédrale Saint-Martin dont la tour carrée De Yperlingen weten dat de krankzinnigen van de gestichten van Yper, als wanneer het bombardementgevaar het verblijf in stad on mogelijk maakte, weggevoerd werden naar Frankiijk, met de religieuzen, de bedienden, de bestuurders, de geneesheeren en het per soneel. Met^hen vertrok ook de E. H. Neuville, bestuurder van het H. Hert, krankzinnigen gesticht voor vrouwen. Dat de installatie, in Frankrijk, t. w. in 't gesticht van Vaucluse te Epinay-sur-Orge, niet al te ver van Paiijs, aan den Ecrvveer- den Bestuurder veel te danken heeft, dit weten best al degene die in beide gestichten weikzaam zijn. Zulks verwondert niemand die den ijver van E. H. Neuville kent. Te Epinay-sur-Orge was de frnnsche pastor moeten vertrekken om dienst te nemen in 't leger. Daar zijn zooveel fransche priesters in 't leger dat er aldaar waarlijk nu in sommige bisdommen een groot te kort is aan priesters. Ook werd algauw E. H. Neuville pastor benoemd van Epinay. Heel eenvoudig en vriendelijk vierde men aldaar zijn installatie Ook de pensionnairen van het krankzinnigengesticht wilden er in zeker mate deel aan nemen... en 't is daarom dat een welbekende dichter voor hen volgend gedicht opstelde hetwelk door een der gasten afgelezen werd. Terwijl in 't Vaderland shrapnels,milraille én bommen, nwit/eis en canons hun zwarte keele uitbrommen, en menschen bij miljoen elkaar naar't leven staan m<t sabi-l en geweer, en 't al in stukken s'aan... terwijl men brandt en moordt.onsland-en stadsgrnooten, ons kerke,ons buis en heenl en al wordt platgeschoten... gaf Glides goedheid ons lot rus tg toevluchtsoord Vaucluse, te tv inay, door oorlog ongestoord. 't Was wel, zeer wel, maar nog niet al want, toen [wij landden, was onze zielezorg besteed aan vreemde handen. Wij hadden God voor ons, maar God 11 el ons nog niet Dat was een nood vonrw ar D.ich hij die 't at voorziet, Voorzag ook brood en wyn en al'aar, lampeen lichten, en daar! elk mocht voortaan voldoen zijn zondagplichten. Maar eene vraag nochtans onopgelost bleef staan, en elkeen vroeg zich afhoe zal 't te l'aschen gaan Waar zal gedoopt berecht waar moeten we gaan [trouwen de mannen le Epinay en te I ongpont de vrouwen I 't Was lastig! doch ineens de knoop wordt doorgehakt Als pastor te Epinay wierd onze proost gepakt Geluk den ouden proost, geluk den nieuwen herder is Epinay wat ver, Longpont nas nog veel verder maar in heel Frankrijk heeft nog nooit een dorp gehad een Vlaamschen pastor., en waar zooveel poer inzat. Alom ishij gelend, al is sinds koite dagen alhiir z["n iev'rigweik zijn rijpe vrucht aan't dragen. Elk tuint zijn blij gelaat, elk kent zijn vlaaoischèn kop, a' staat er sedert kort een franschen i'rieluit op Hij wendt naar Oost en West z'jn noo t vermoeide [hemen, zijne ongeo vonkten a's een paar karbonkelsteenen, zijn vuist is vast als staal, zgn lichaam als een rots, een laming, in een woord, van echten stam en trots! Een Vlaming vrij van taal, een Vlaming vrij va,) voere, een Vlaming recht van heit zooals ze zijn te boere want is zijn hand van staal, zijn hert is louter goud, zi. n middels weet zijn geest te maken honderdvoud. Hij gaat al weldoen, lijk zijn Meester, langs zijn wegen en niemand ooit die kwam Mijnheer Neuville tegen of vond zijn huis en hert herbergzaam openstaan, en mocht gesterkt, getroost, zijn wegen verder gaan, en vond, ten dienst bereid, hem minzaam en verdut lig, en was voor 't leven hem een nieuwe weldaad schuldig. Hij bedelt en hij houwt, hij reddert en hij slicht nog nooit 'n heeft hij zich voor moeite ofwerk gezwicht H ij werkt voor arme en rijk,voor zusters en voor weezen hij heeft al meer dan een zijn groot verdriet genezen maar altijd doel hij voort en zonder ommezien vergeet hij niemand dan zijn eigen zelfmisschien Wij laten, Fpinay, U onzen proost als herder vier dagen in de week en voor nen tijd want verder behoort h[j Vlaand'ren weer, behoort hij 't Heilig Hert» en Yper toe en ons. En als eens uit de vert het blijde nieuws toekomtde Pruisen zijn verslagen, elk mag naai huis en God geeft Yper blijder dagen,. dan moet h j mêe met ans, weer 't Noorden in, en dan Vaucluse en Epinay, gij heide trekt je plan Dan halen wij hem in met trommels en trompetten Te midden 't 1 Heilig Hert gaan wij zijn standbeeld [zetten We zijn Eerwccrde Hrcr een handvol zwakke mcnsche en kunnen niet zooveel uit dank als wij wel wenschen Maar God kan meer dan wij en. moet het at vergaan, Gods dankbaarheid is Iels dat eeuwig blijft bestaan. Ma wette. faisail un majeslueux pendant au beffroi des Halles. Elle était dans les vieilles maisons flamandes, témoins du passé illustre de la- cité. Tout ce que les siècles avaient respecté, lout ce qui évoquait l'histoire d'une ville, s'est écroulé dans le bombardement du 22 novem- bre. C'est maintenant aprés qu'on a essayd le dégagement des formidables éboulemenls qu'il est permis de se rendre compte de ce que ce d'ésaslre a d'inoui. II n'y a rien de tnagiqué comme une pro menade au milieu des ruines du vieux pa lais communal, si vaste quo ses quatre faces se développent sur une superficie dc qua tre mille nuit cent douze mètres. A lui seul, ce palais formait unne ville dans une ville, et il n'en est pas une parlie qui ait échappé A l'effroyable attentat allemand, voulu, dé- cidé, opéré avec une science sauvage. Le beffroi, qui n'a plus que deux cloche- fons, lamentablement mutilés, montre ses gran des plaies béantes. ouvertes par de mon- Irueux proejctiles. Rien n'existe plus des dé tails dc son architecture. Ce n'est plus que de la pierre noire, dont les gigantesques hajes laissent apercevoir le ciel. Par hasnrd, au milieu de ces profondes blessures de la tour, 1'horloge est demeuréo intacte, enregis- strant l'heure, oü dans 1 incendie embrasant le monument, elle s est arrêtéccinq heures moins vingt-cinq. In merveilleuse facade éta- lc douloureusement sas déchirures innombra- bles, et, soudain, A l'extrémité nord, c'est l'écroulement complet, un tas indicible de débris amoncelés. GodWaar is de tijd, de schoone tijd van vrijheid en van vrede! De goede tijd als eik- end-een in eigen huiskriu» en aan eigen heerd de groole wee!de genoot van 't rustigloopen- de leven met t gewone werk en de dag. lijk- st^ie doening: a's 't van verre was. van heel vem1 verie. dal we in de bladen van de streke 'tgewoel en 't geweld trachtten te volgen van kji oorlog in de Hal kans. of van den Rus- sisch-japoncesehcn. of van den oorlog in Transvaal. Pan kizeu we., gretig, met gespannendh.iJ. dqg 001 dag:... en we prangden en prikkel den onze verbeelding om daar iets van le zien te krijgen, dichte, vóór ons. En ze wrocht, onze kranke verbeeldings kracht cru kkin be.-tje,... en we zagen lan ge keurige krijgsbenden van weerskanten voor- bijschtrrureii, me: groote gejaagdheid en geest- drilt naar elkander toe, onder 't gerij en 't gerols ven gahsche karavanen krijgs- er voer tuig.... en we zagen rook, en vier en vlamme, eit doomend bloed ook op c!e slagvelden! En we boorden den donder van l kanon en voel den de davering ervan in onze beenderen, niet de kiel lering van wapens en geweren daar- tusschon en 'l scherpe geschuifel van moord dadig lood en schroot.., en T was al sulfer ok poerreuke dat hoven den strijd hing. M<p.ir de buigers, in wier streken de geesel aan 't woeden was, "n zagen we nitfi noch vróuwen en kinderen; en als we nog lazen en de burgerlijke bevolking vlucht», dan gingen we daar onbedacht ove." alsof het niets was. Doch nu! nu, in de ongelukkige tijden' die we beleven, nu dc oorlogsgeesel onze stre ken vernield, en onze fa mi lied getroffen heeft. 1111 kunnen we zien en welen wat «vluchten» is. We zien nu van dichte bij niet meer enkel in dc verbeelding het afschuwelijk oorlogsspel in al zijne afgrijzelijkhedcn af spelen; "t zijn de oogen 1111 die te zien krij gen, en méér dan ze verlangen', en méér dan 'tgemoed verwerken kan. O! we hebben ze zien dolen en tjolen, van in Oogstmaand reeds, langs de zandige wegen van Brabant en Antwerpen, die duizende on- gelukkigen: vrouwen en kleine kinderen en stokoude menschen. Door de barbaren ver jogen uit huis en hoeve en heerd! verjogen en vervolgd lijk schadig ongedierte en beroofd van have en goed; ja! tot van hun bovenklee- deren toe!... En toen ging er in Vlaanderen in Vlaanderen dat alstlan nog gespaard bleef een kreet op van diepe verontweerdiging en innig medelijden, en overal werden de onge lukkige vluchtelingen ontvangen met goed heid en met liefde. E11 we zagen tot dc werk menschen toe het hunne bijdragen om de vreemdelingen te herbergen en dc liongeri- gen te spijzen en de naakten te klecden... Maar Ileere God! de laatste hoek van 't Vaderland, de schuilhoek van al die ongeluk kigen, werd in zijn schoone hope bedffo- gende bloedhond was nog niet verzadigd, en Vlaanderen ook zou zijn deel in den tol betalen; zijn roover.sbendcn kwamen met woest gewekt alles overrompelen, lijk een onstui uiige stroom die niet houdelijk '11 is en t al omverrespoelt. En verderop moesten de vluchtelingen, en vele van de inwoners uieê, verderop tot over den Yzcr, den Yzer ja!... En dan eerst, met de koude en de sombere winterdagen moest het groote lij den aanvangen. I Eerste medelijden was ver sleten, en de ijverzucht om te helpen en de schoone milddadigheid waren uilgetsorvenve le vluchtelingen kwamen nu niet meer van zoo heel verre, van Aarschot of Leuven, of Meehelen, er waren er kennissen! bij en vrienden en familieleden. En de vreeze van kortelings zelve tc moeten vluchten, en... te le kort te komen, kwam als een schijnreden voorwaart om de gierigheid en de herleloos- hcid die er achter zaten te verduiken. Schande is 't, en niet gelooflijk! Dan hebben we met eigen oogen een teug water uit den steenput zien weigeren, en meer dan éénmaal en een bondel- strooi om er op te rusten in de schure aan vrouwen met kleine kinderen! God!! welke tergende herteloosheid, ewlke schaam telooze hondsch- heid I En de vluchtelingen waren algauw in twee klassen verdeelddie geld luidden en die géén 'n hadden. Dc eerste waren de beste natuurlijk. Maar ze moesten 't ook aldra zien en voelen dat 't 'om hun centen was, en alleen 0111 hun hun eenten dat ze aan andermans heerd halvelinge geduld werden. Lijk de badgasten 's zomers aan zee, moesten ze zijn, alleen ge-komen om 't verzet en 0111 vele vele te verteeren; zonder dat: slechte kalanten en afgedankt I L'extéricur du long édifice, crevé, déchi- queté, tlépeeé, offre l'image tie la désolation mais l'impression est plus sinistre encore A i'inlérieur. Sur Le sol, des abimes s'entr'ou- vrent, creusés par les obus de la plus ter rible puissance destructive. Aux trouées dans tips murs pourtant si êpois, on suit leurs bouleversements. Ils ont emporté, émietlé les étages, dont il ne reste plus trace. Au-dessus dé soi, ce n'est plus que le vide. II n'y a mème pins la forme de ce qu'était la salie prodigieuse par ses dimensions qui, pour voüte avail la charpente mème du toit, avec ses étonnantes complications de poutres, cette salie qui semblait infinie, longeant les faca des. au milieu dc laquelle se trouvait seulcment la chambre du Conseil, dans le btvffroi. Quel aliment a dü trouver le feu 'daas cet amas dé bois vénérable, qui avail servi A la con struction la plus hardie et la plus origi- nale qui füt! On avail calculé que, pour cette charpente. il avail fallu abattre cent hectares de forêts. Le toit n'a résisté parlial- lement que sur une petite étendue, A l'ex trémité sud, du coté de la rue-au-beurre, et c'est IA une singularity car cette rue a été presqu'enlièrement dévastée. Entre ces carcasses dei murs des Halles, on a line sorts de vertige de l'immensité de ce qu'était cette construction. Elle avail défié le temps. En quelque-i heures, les Al- Icmands en ont fa if des ruines. O11 n'aper- eoit plus que par irtfiincs fi-agmcnts Ie; fres- ques qui recouvrent les parois de la galerie échevinale. II n'y a plus une parcelle de l'ancienne maison de bois dont la facade avail été conservée dans les salles, si hau- tes, qu'elle n'y epgaraissait que comme un détail d'ornementathion. C est de la stupcur En méér nog voelden 'tde schamele dut sen zonder geld. Ze werden aanzien ge schuwd zou 'k wel moeten zeggen als iets dat heel schadig is of besmet met een vuile afschuwelijke plaag. Alleen de solda ten hadden nog medelijden over en herte genoeg. God zal 't hun loonen om van hun mager rantsoen wat soep en brood mede te deelen. Dolen mag dat hecten, dolen en tjolen, en onzeggelijk lijden van gebrek en herte- leed. Verre van hun platgebrand of omverre- geschoten huis; verloren sommige en zon der nieuws van ouders of vrouw of man, of kinderen, of broers en zusters; zonder- bestaan, zonder hope van nog iets weer te vinden bij hun terugkeer. En al hun fouten wie is daar nochtans vrij van tol dc kleinste toe, afgespeurd en in 't licht gesteld met vergroot glazen van tiendubbel kracht. En eindelinge dat gedwongen weggevoerd worden uit NOOD naar verre vreemde streken, met den angst in "t herte van nóóit meer 't vader land en 't geboortedorp en 't geliefde woon huis en dc vermiste familieleden weder te zien. Schept moed, ongelukkigen, beklagensweer- dige slachtoffers van den gruwelijken oorlog, gij zoowel als de gevallen strijders; schept moed en sterkt uwe hope bij de gedachte dat er een God leeft, een God van rechtveerdig- heid, die alles te gepastcn tijde te loonen en to vergelden weet, die geen vogel 'n laat ver gaan op het veld en hoornen en planten kleedt met groenigheid en bloemen! C. ASTAES. Rousbrugge den 23 maart 1915 Twee Kamerheeren, M. Standaert van Brugge en M. Vande Perre van Antwerpen, door den Koning op zending gezonden, zijn teruggekeerd uit Zuid-Afrika. Deze afgeveer- digde verklaarde dat aldaar ons Belgenland tot in den hemel verheven wordt om zijn eerlijkheid, zijn moed .en dapperheid. Een bewijs dat het duitsche leger het niet zal uithouden tegenover de oprukkende Bondgenooten kan men vinden in de veel beduidende verhuizing der grocte legerstafs. De duitsche legerstaf te Rijsel gevestigd, is vertrokken naar Doornijk. Deze die te Brugge huis hield is naar Eecloo verhuisd. qu'on éprouve devant de te'Les disparitions d'un passé dart. L*n anglais, mais ce touriste qui veut tout voir, est un officier parcourl avec nous ces é.mouvanls décombres. 11 ne se pi que pas, lui, de la coulumière impas-sibilité britannique. II s indigne, it exprime son dé- goüt de ce vandalisme calculé. Pourtant, il se reprend, et it ajoute foidement, d'un air de ce calme résolulion II est extrêmement utile d'avoir eonsi- déré ce spectacle. Dans la partje de Ia galerie du rez-de chaussée, dont la voüte a résisté provi- soirement peut-être, car on ne peut juger rdoü nous sommes, des menace; contra sa solidité une note lugubre ajoute A 1 im pression de tristesse: on a rangé IA ce qui n été sauvé du mat'riel des pompes funèbies des corbillards, des civières, de; draps noirs. On est Wen, en effet. dans le domaine de la mort. On trasaillait. depuis longtemps. a la res- tauration des Halles. Par quelle bizarrerie un échafaudage qui n'entoure ptus qu'un é- boulement, est il reslé debotil'? Mais si on s'approche, on s'apercoit que le bois, a élé entièrement consumó. Ce n'est plus qu'une. apparence. Et la cathédrale Saint-MartinSix sièclcs avaient passé sans qu'aucun aceiient eüt dé menti 1 audace de l'arehijeete élevant sou g.nn- diose vaisseau. Ce nest plus aussi qu'une mine sublime, touchant A ces autre; ruines que sont les Halles. On a remplacé le por- Te Brugge hebben eenige kleine onbe dachte schoolknapen het duitsche vaandel bespot. Daarop krijgt dc stad een boete van 5oo.ooo frank. Daar de duitsche overheid de hand legde op de kleine plichtigen kregen hun ouders drie weken gevang. Dit niet tegenstaande moest de sjad maar seffens 10.000 frank dokken met de bedreiging er 5oo.ooo te moeten betalen indien de duit sche vlag nog bespot werd. Terwijl de Engelsche vliegers naar Ho- boken-bij-Antwerpen vlogen en met hun bommen een duitsch onderzeeër deden springen, een ander erg beschadigden en drie honderd militaire werklieden kwetsten, zijn onze Belgische vliegers naar Ghistel gevlogen, alwaar de duitschers een vliegplein stelden, en hebben de vijandelijke stellingen groote schade toegebracht. De Engelsche vliegers hebben daarbij het duitsch vliegplein van Gits zoodanig ge bombardeerd .dat zij er de plaats hebben moeten ruimen en niet weten waar een ander opgericht. Te Zeebrugge ook werden de duitsche versterkingen en onderzeeërs-instel lingen beschadigd zelfs werd de havenstatie van Brugge vernield. Nu hebben de Belgische vliegers weer in den nacht van 3o op 1 Maart het vliegplein van Handzaeme gebombardeerd en het spoorwegnet van Cortemarck. Vijf vliegmachienen hebben bommen ge worpen te Ichteghem op de duitsche troepen 3o soldaten werden gedood en 60 gekwetst. Ten Zuiden van Dixmude bracht de fran sche vlieger Garros 2 duitsche aviatik- vliegtuigen neer met zijne mitrailleuze. De Belgen maken wonderbaren vooruit gang. Zij hebben een belangrijke opmarsch gedaan in 't Zuiden van Dixmude en 't Oosten van Loo. De duitschers werden zoover achteruitgedreven dat de Belgen hun voorposten stelden langs den rechteroever van den Yzer, tot op 600 meters van Wou- men. In de laatste gevechten in de over stroomde str.ek lukten de Belgen zoowel dat hun zegepralen slechts weinig verliezen kostten. De Belgische divisie die dit deel van het Yzer-front den vijand ontnam telde slechts óodooden en gekwetsten. tail [wr unc cloture en planches, dont les interstices laissent apercevoir Thorreur des effets du bombardement. La grande rosace au-dessus du porche, ne garde que le dessin de sa parlie supérieure; les verrières, dont plombs ont fondu, se sont éparpiilées en pelits moreeaux; lis ures-boutants, dui.e grüce sé-vère. se sont effondréslc clocher, pour robuste qu'il fut, a 'été atteint dans ses oeu- vres vives. II est mainleaant inaccessible par 1'intérieur de l édifice. Comme nous conlein- p'ons l immensité du désastre, 011 di;posai! de grandes poutres pour I'étayer. Au-dedans c'est le chaos d'un éboulis d'aroéaux ct ('.e pi- liers qui onl tout écrasé dans leur chute, les boiseries, les statues, 'les mausolées, ln ehaire. C'est une confusion sans nom' de pierres, de colonne;, de marbres brisés, re- couvrant, parmi tant d'autres dalles 'cdle sous laquelle reposent los restos de Jansé 11 ius. Ccst la vision de 1 inéjwrable Mais 011 nest pas lc deuil des monument; pkins d bi toire et qui disaient la gi-andeur d Ynrês avant que la ville. autrefois puis^nte se füt en que!que sorte endonniev O,ml L, elisme la réveil léc dc sa lorn m- f la Uier' II n'est pas une maison ilbm 1>l"" ai, été é,Kirgnée. De cdlTL cutT tant du quatorzième sié-cle. urecuse, da- ou avail été in- este statie le musée, il n'y p, 0,é 11 de facade. Celles du Marché-Bas om ment disparu. C'est avee une inf- r,»oi°mp - que 1 ennemi a abattu toat ce qui 'V fUl01.6 cieux. D Ypres. les Alleman.,s ont V'itP'V mais en auelmies heures mais en quelques heuro péi. une autre Pom-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1915 | | pagina 3