WEE
De Zon Ier Slavin
Li D E
Groote Tombola
Buitenland.
50 Jaar. - Nummer 20.
30 Centiemen.
Zaterdag 19S Mei 1928.
Katholiek \A/eekblad van het Arrondissement Yper
25.000 frank PRIJZEN
ABONNEMENTPRIJS
1 Jaar 15 fr. 6 maanden 9 ff. 3 maanden 5 £r.
Men abonneert in alle Postkantoren en in het Opstelbureel.
ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND
25 frank. Op het Opstelbureel alleen te vragen.
BEHEER EN OPSTEL
io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER
Postcheckrekening 40.201
(j. casier)
waar op alle wekedagen alle inlichtingen te bekomen zijn
van 14 tot 16 uur.
AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst.
Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG
ten laatste ingezonden worden.
Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den
WOENSDAG avond.
Dat woordje voldoet mij niet het geeft
niet weer alles wat ik zou willen uitdruk
ken, het geeft niet weer alles wat besloten
ligt in het fransche woordje luxe. Luxe
zegt iets meer verfijnds, iets voornamers
dan ons woord weelde het begrip komt
erbij van iets onnoodig, iets onnuttigs, iets
overbodigs, iets dat ik bezit of gebruik om
de voldoening van het bezitten, van het
gebruiken immers omdat ik om het te
bezitten over rijker middelen moet be
schikken iets dat men heeft omdat men
rijker is, dat is luxe. En over die luxe heb
ik het hier.
Ik zal niet zeggen dat er nog nooit meer
luxe geweest is dan op onze dagen, maar
ik zal toch beweren dat er den dag van
vandaag een ongehoorde luxe ontplooid
wordt en vooral dat de luxe nu te vinden is
waar men hem vroeger niet vond, te weten
onder het volk.
Luxe in eten en drinken, luxe in op
schik en kleedij, luxe in rijden en rotsen,
luxe in huis en woning, luxe opallegebied.
Het geld rolt zooals het nog zelden ge
rold heeft. De Staten, zegt men, zijn arm
maar de menschen zijn rijk. 't Schijnt dat
het waar is, ten minste eene zekere soort
menschen zijn rijk en zij leven er naar. Ne
ringdoeners, fabricanten, ambachtslieden,
kooplui, winnen, zegt men geld lijk slijk
en laten 't stroomen lijk pompewater
komt daarbij nog de huidige razernij naar
het speculeeren iedereen volgt den geld
koers, iedereen studeert de beurs in zijn
gazet, iedereen zet geld uit, velen winnen,
menigeen verliest en de fortuinen maken
sprongen gelijk de geiten, 't Is een ware
heete koorts en vele lieden laten hun am
bacht of hunne nering vlotten om zich op
het speculeeren toe te leggen. Dat brengt
fortuin waar er vroeger geldnood was en
maakt platte beurzen van welvoorziene
geldbeugels.
Zoo is 't dat menschen die eertijds arm
of daaromtrent waren, nu almeteens zich
rijk, schatrijk bevinden en zulks is te
genwoordig de toestand met velen. Maar
?t geen men gemakkelijk verdient geraakt
men nog gemakkelijker los en zoo komt
het dat er zoo 'n groot verteer is. Niemand
kent beter de waarde van het geld dan
wie het met moeite en tijd heeft bijeen
gescharreld en niemand is gemakkelijker
een verteerder en een verkwister dan wie
over 't geld valt.
Mengelwerk van a't Ypersche Volk 17
door M. C. V.
Master Nopkins was een van die men
schen welke er geene voldoening in vin
den werkeloos te leven, dat had hij reeds
heel dikwijls ondervonden en nu kwam het
hem voor dat hij in die opzoekingen eene
nuttige afleiding voor zijnen geest vinden
ging-
Daardoor voelde hij dat het aangenomen
besluit nog vastere wortels in zijn binnen
ste schoot en niets ter wereld moest nog
machtig genoeg zijn om Nopkins v-n ge
dacht te doen veranderen.
Zoo was zijn karakter hij kon soms
wel eene geruime poos wankelmoedig over
iets nadenken maar als hij eenmaal een
besluit vastgenomen had moest het kost
wat kost uitgevoerd worden.
Nu wilde hij beginnen met den man op te
zoeken die het pakje aan Brigitta gegeven
had.
Daartoe trok hij eene gemeene herberg
binnen en vroeg er een borrel waarna hij
aan de weerdin begon te vragen naar
Piet Verkest.
De boodschapslooper
Heel juist, men heeft mjj verzekerd
dat hij hier niet moeilijk te vinden was.
Ik was gisteren bij mijnen haarkapper
daar was achter mij een klant die wachten
moest en die was eene soort filosoof. Hij
nam het wachten koelbloedig op en om
zijn tijd dood te doen zat hij te redekavelen
over de wondere tijden die wij beleven,
't Was al van vóór den oorlog de
diamantslijpers wonnen dan zes frank
daags en ze winnen er nu honderd en op
den boer kreeg men negen stuivers en de
kost, 'n kartan kreeg zijn drie frank daags
en hij speelde ermee den bonjour. En nu
Natuurlijk de tijden zijn veranderd. Men
zou niet ver springen nu met eene dag
huur van drie franks. Het leven is peper
duur en men wint meer. Maar ingezien de
luxe moet men veel meer winnen of anders
van waar komt het
Gaat eens na op de vleeschmarkt of de
vogelmarkt wie er de hoogste prijzen be
taalt voor de fijnste brokken. Gaat naar
de linnen- en modewinkels en vraagt wie
er weggaat met het fijnste ondergoed en
de kostelijkste stoffen, wie er de zijden
kousen draagt, wie het fijnst en het kos
telijkst geschoeid is.
Onlangs nog was ik op bezoek en daar
ik gescheld had aan de voordeur kwam de
meid opendoen.Ze was op haar zondagsch,
maar g' hadt ze moeten zien, ik verschoot
ervan. Ze was beter opgezet dan hare
meesteres, vooral schreeuwender met
eenen nek bloot tot aan de schouders, met
bloote armen, korte rok en vleeschkleu-,
rige zijden, ja, zijden kousen Gelukkig
was er aan 't geheel iets te kort dat met
geen geld te knopen is en dat men in
't fransch noemt de chic en in 't neder-
landsch de smaak, anders zou ik gedacht
hebben dat het eene dame was op avond
bezoek en ze was de meid.
Als ik zeg dat de luxe hem in het volk
zit dan beteeken ik niet alleen de volks
klas maar geheel dat volk van op te neer.
Om maar alléén van motorwagens te
spreken kom 't zijn nog slechts de dut
sen die er geen bezitten en geen schoonen
Want het is niet genoeg van eenen auto te
hebben, men moet een luxe auto bezitten
met al de fraaiheid en al dé voorname
versiering van de moderne smaak.
Wat maar de boter- en eierkutsen
komen per auto naar de marktde bakkers
dragen hun brood ten huize per auto en
algauw zal men 't beleven dat de vodde-
man per auto zal om slunsen gaan.
Inderdaad niet mijnheer maar van
dezen morgen heb ik hem nog niet gezien.
Komt hij hier dikwijls
Ja mijnheer, maar zulks hangt af van
de boodschappen welke hij te doen heeft.
Hebt gij hem noodig
Ja, ik wil hem een paar franken laten
verdienen.
Kunt gij geenen anderen commis-
sionnaire nemen mijnheer Daar staan
er drie voor de deur te praten.
Neen, vrouw, ik wil niemand anders
dan Piet Verkest.
Hij is inderdaad overal gekend als
een eerlijk man, die zeer nauwgezet is.
Het duurde eene geruime poos eer Nop
kins zijnen man vond, maar hij had daar
om zijnen tijd niet verloren immers hij had
eenige inlichtingen omtrent hem genomen.
Zoo wist hij onder ander.reeds dat men
bij middel van een goed borreltje alles van
Piet kon gedaan krijgen
De kerel was juist geen dronkaard maar
toch verslinderd op zijnen snaps.
Als Nopkins hem dan eindelijk rond
den middag te zien kreeg begon hij met
hem eenen goeden borrel aan te bieden.
Dat 's van geen refuus, mijnheer,
sprak hij heel openhartig, bijzonderlijk na
de ontroeringen van dezen morgen.
Ontroeringen
Ja. ik kom van het kommissariaat.
Zoo
Dezen morgen heb ik een pakje moe
ten bestellen aan zekeren Motkins of
Bopkins.
Zoo gauw iemand enkele duizende fran
ken bijeenkrijgt, en mén krijgt ze gauw
bijeen, branden ze in zijnen broekzak en
bijten ze in zijne bil om eruit en verteerd
te worden voor eenen auto. 't Schijnt
zelfs dat het niet meer noodig is van
't geld bijeen te hebben en dat men de
schoonste en de beste motorwagens kan
verkrijgen op korting
Ik heb de bes:hrijving hooren maken
van het binnenste van. zulk een auto en
't is om erbij te watertanden. En 't geen
men doet als men daarin zit is nog het
luxueuste *an al, men doet daar eenvoudig
niets, maar niemendal tenzij zitten af
wachten dat men botse op een lantaarn
paal, op een boom of op een anderen
w agen en dat uwe kar aan splinters vliegt
of in brand.
Men maakt de motors nu zoo snel dat
ze driehonderd kilometer per uur kunnen
afleggen, zoo'n ongehoorde snelheid dat
het menschenverstand te traag wordt om
ze te volgen en dat rampen niet meer on
vermijdelijk maar noodlottig en rampzalig
worden. Zooveel voor de auto. Men gaat
dan eens binnen de huizen van de men
schen de luxe loopt daar de spuigaten
liit. 't Is al salon, verandah, boudoir,
suite, eiken kamer en wat dies meer
't staat al vol weeldemeubels met geslepen
glas, met koper en zilverbeslag, 't zijn
clubzetels, pouffs en sac-arabes, 't zijn
loungings, rockings, 't zijn kostelijke
tafels en stoelen, 't zijn guirlanden en dra-
perijen, gordijnen en leer. 't Is van alles
en nog wat en kijkt dan in mijnheer zijn
portefeuille daar is 't nog meest van al
luxe. En nog heb ik met geen enkel woord
gerept over de luxe en de weelde van de
badsteden, het comfort van de hotels, de
geldluxe van de paardenkoersen, de ver
kwisting voor cinema, music-hall en
schouwburg, de luxe van avondvergade
ringen, tea-parties, dansgelegenheden
Het geld stroomt over de wereld als
een gezwollen bergstroom en niemand
denkt erop om hem te stremmen in zijnen
loop of om hem af te dammen.
Men wint, men verteert, men geniet,
men rijdt en men rolt, en beneden, heel
diep. glarieoogt de zwarte ellende. We
beleven rare tijden
Christene Sociale Werken. Volkshuis
Poperinghe.
Trekking 17 September 1928
Loten aan 1 frank overal te verkrijgen.
Nopkins.
Ja, geloof ik, Nopkins... Maar...
hoe weet gij dat ook reeds
Omdat ik Nopkins ben
Ha gij zijt de heer uit de Korte-
Nieuwstraat
Zeer zeker.
Welnu dan mag ik zeggen dat men
bij de politie veel beslag maakt over eene
zaak die dezen nacht in uw huis moet
voorgevallen zijn.
Nopkins werd langs om meer ver
wonderd.
Alen had dus reeds dien man onder
vraagd
De kommissaris moest zich met buiten
gewonen spoed op die zaak toeleggen,
Nu dat kon hem maar weinig schelen.
Hij hoorde,onder het drinken van eenen
tweeden druppel den man een weinig uit
en zegde dan éindelijk
AVelnu, het is de waarheid, als men
het u toch gezegd heeft wil ik niet trach
ten het u te verbergen. Het kistje dat gij
mij gebracht hebt bevatte juweelen ter
weerde van omtrent veertig duizend frank.
Nopkins meende ene gansch bijzon
dere uitdrukking op het gelaat des bood-
schapsloopers te zien verschijnen, maar
dat gebeurde niet.
Piet toonde zich ten hoogste een wei
nig verwonderd en zegde heel kalm
Tiens, dat dacht ik niet... Men had
mij wel gezegd dat het iets van belang
'was... Nu het was misschien nog best
dat ik het niet wist
FRANKRIJK.
Sedert eenige dagen bevinden zich de
inwoners der stad Belle in diepe ontroe
ring. Dumez, de maire van de stad, in een
onoplosbaren toestand gedreven, heeft
zich gevangen gegeven.
Durnez was door alleman aanzien als
een eerlijk, deftig en werkzame man en
het betrouwen van de bevolking had hem
aan het hoofd der stad gesteldhij was
ook Voorzitter van de samenwerkende
vereenigingen van-geteisterden en van de
kerkfabrieken van het Noorden.
Dumez leefde boven zijn middelen. Vele
geld wierd door hem behandeld, vermits
de stortingen voor heropbouw van huizen
en kerken in zijne handen gedaan waren.
Een deel van dit geld werd eerst ver
wijderd met het besluit van deze schul
den door speculatiewinsten op te lossen.
Maar de verwachte winsten kwamen niet
en het te kort van Dumez is nu boven de
3 millioen franken welke voor de getei-
sterden en de Kerkfabrieken zullen onbe
taald blijven.
Kleine onrechtveerdigheid leidt tot de
zwaarste gruweldaden.
Nog een voorbeeld te meer.
CHINA.
Van China hoort men sedert twee jaar
veel vertellen. Burgeroorlog is daar
standvastig op gang. Alles schijnt er in
vuur en vlam te zijn endetegenstrijdighe
den onder de inlichtingen uit deze streek
komende, maken dat wij met onzen
Europeaanschen geest den waren toestand
niet kunnen begrijpen.
Een Belg, onlangs teruggekomen na
een verblijf van zeven jaar, scheen zeer
verwonderd te zijn over de onrust zijner
familie gedurende deze afwezigheid.
Bevreesd moet men niet zijn, zegde hij,
want China is gansch verschillig van
andere landen en daarom bestaat er meer
dan een reden.
De overgroote uitgestrektheid is de
eerste. Wat in een streek geschiedt blijft
gedurende langen tijd en somwijl voor
eeuwig onbekend in de andere. Men be
grijpt in ons klein Belgie zulke uitge
strektheden niet. Verbeelden wij ons een
land van 11.080.000 vierkante kilom. met
430.000 000 inwoners, 't is te zeggen 28
maal de uitgestrektheid van Frankrijk en
364 maal deze van Belgie, beroofd van
moderne inrichtingen van spraak en ver
voer, waar het doorreizen voor vreemde
lingen niet toegelaten is.
Gij zoudt misschien kunnen bekoord
geweest zijn om er mede op den loop te
gaan, hé...
Dat niet, mijnheer, maar ik zou wel
eenigszins verlegen geweest zijn over de
veiligheid van den schatik draag liever
gewone pakken al wegen zij wat zwaarder.
Daarin hebt gij misschien geen on
gelijk ook...
Maar terwijl wij hier praten, verneem
ik niet wat ik voor u zal moeten doen.
Niets bijzonders om te beginnen.
Toch altijd iets...
Zoudt gij mij eerst en vooral eens
omstandelijk willen vertellen hoe het pakje
in uwe handen gekomen is
Ik heb dat reeds aan uwe meid uit
eengedaan, mijnheer.
Inderdaad zij heeft er mij ook iets
over verteld maar ik zou dat liever uit
uwen mond vernemen.
Er is daar toch zoo weinig over te
vertellen,meende Piet en herhaalde nage
noeg wat wij hem aan Brigitta hebben
hooren verhalen.
Ja, ja, sprak Nopkins alsdan, dat is
goed maar ik zou willen weten hoe de
persoon die u het pakje overhandigd heett
er uit zag.
Het portret dat Piet alsdan van den
onbekende maakte kwam in geenen deele
overeen met dat der twee booswichten
welke Nopkins wilde leeren kennen.
Zij moeten nog medeplichtigen heb
ben, zoo dacht hij, en zij zullen eenen
dezer met die boodschap belast hebben,
De missionarissen zijn yoor het mees-
tendeel buiten echt China gevestigd, 't is
te zeggen in Mongolië, Mandchourie,
enz. of in zekere steden of dorpen waar
men ze verdraagt. Ten andere, de handel
voor vreemdelingen is niet overal toege
laten. Reeds ten jare 1844 na den oorlog
met de Engelschen aangaande de opium-
trafic 1839 werden er vijf haven begang-
baar voor de Engelschen. In 1858 zijn er
nieuwe haven bijgevoegd en in 1884
werden de naburige streken van de
Tonkin geopend voor de Franschen.
Na den oorlog van 1894 met Japan,
landerijen werden afgestaan ten voordee-
le van verscheidene landen en ongeveer
50 steden en haven tot handel bestemd.
Ten tweede, in China is de samenstel
ling nog gelijk over 800 jaar. Daar leven
onder de moderne naam van generaal,
maclftige vorsten jaloersch van elkander,
verlangend om hunne macht, ten nadeele
van hunne geburen, te vergrooten, terwijl
zij ten tijde van den Keizer onder zijne
toovermacht min of meer onderdanig
waren, zijn zij nu gansch onafhankelijk en
strijden met volmaakte wapens, met toch
voor eenigen van hun de verdoken zucht
de keizerlijke troon te beklimmen.
Sedert het opmaken van de Transsi-
beriaansche ijzerweg bestaat tusschen
China en Rusland, buiten de uitwisseling
van reizigers en koopwaren, ook een
uitwisseling van den eenen kant den
invoer tot Rusland van de verfijnde
onmenschelijkheid der Chineesche beulen,
welke men aan het werk gezien hee't in
Russische moorderijen gedurende de om
wentelingen en nu nog, ter andere kant den
invoer van omwerpende theories welke
door de Sovietsche propaganda in China
de bevolking tot opstand drijft, en hun
land in gevaar stelt, van zoo als het nu
geschiedt met Japan, vreemde legers op
hun grond aan te trekken. Het schijnt
nochthans dat de zaken voor dees maal
zullen bij algemeen overeenkomst verhef
fend worden. Maar in het binnenland
niemand zou kunnen voorzien hoe de strijd
tot einde zal komen.
AMERIKA.
Gedurende den oorlog en daarna, werd
de bebouwing der Amerikaansche ijzer
wegen in de handen van den Staat behou
den. Deze loestand bleef duren tot einde
Februari 1920. In plaats van batig slot
zoo als het was onder het bestuur der
maatschappijen was er onder de regeering
van den Staat een tekort van 2C0 millioen
dollars in 1918, en dit cijfer is nog hooger
voor het jaar 1919.
Elk zijn vak. Verrekijker
maar met al dat ben ik bitter weinig ge
vorderd... Ik begin te gelooven dat mijne
opzoekingen nutteloos zullen zijn.
Waar, immers, zou ik nu een leiddraad
kunnen vinden
Dat was waar, master Nopkins bevond
zich in den toestand van iemand die in de
volstrekste duisternis en in onbekende
plaatsen iets zou moeten gaan opzoeken.
Hij vroeg dan nog
Hebt gij dien persoon vroeger nooit
gezien
Neen, mijnheer.
Waaraan geleek hij
Het best aan eenen reiziger die op
het punt is met het een of ander schip te
vertrekken.
Zoo 1 zoo
't Is zooals ik zeg, mijnheer.
Hebt gij hem wel bezien
Ja, zeker, wij krijgen niet dikwijls
een stuk van vijf frank voor zulk eene
boodschap...
Zoodat gij hem zoudt herkennen bij
aldien gij hem terugzaagt
Zekerlijk.
Welnu hier is ook een drinkpenning
maar gij moet mij beloven het mij aan
stonds te laten weten indien het meest
gebeuren dat gij dien persoon hier nog
maals ontmoet.
Dankbaar, mijnheer, er zal aan uwe
begeerte voldaan worden...
('t Vervolgt).