De Zin ter Slavin 50 Jaar. - Nummer 24. 30 Centiemen. Zaterdag 16 Juni 1928. Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper J3XYUFT1 Rechterlijke Kroniek. KIEZING WERKRECHTERSRAAD ABONNEMEXTPRIJS 1 Jaar 15 fr. 6 maanden 9 fr. 3 maanden 5 £r. Men abonneert in alle Postkantoren en in het Opstelbureel. ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND: 25 frank. Op het Opstelbureel alleen te vragen. BEHEER EN OPSTEL io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER Postcheckrekening 40.201 (j. casier) waar op alle wekedagen alle inlichtingen te bekomen zijn van 14 tot 16 uur. AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst. Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG ten laatste ingezonden worden. Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den WOENSDAG avond. Men moet eenen rug hebben zoo breed als een kalsijde en een gemoed alzoo hard als een kei, om onbewogen en spijts het onverzaadbaar monster van de openbare meening, als nieuwsbladschrijver zijn kalmen onverstoorden en onverstoorbaren gang te gaan. Daar zijn van die ganzena- turen op wie de beknibbeling valt lijk de regen op een leien dak. Daar zijn van die koelbloedige menschen die men zou mogen 't vel over de ooren stroppen, eer ze zou den zeggen wat gaje doen tê Dat zijn geboren nieuwsbladschrijvers, die kunnen tegen 'nen duw. En hoe komt het dat schrijvers van een nieuwsblad zooveel te verduren hebben Dat komt omdat ze zich al schrijvend buiten de rangen stellen, op eene hoogte vanwaar ze beter gezien zijn. Dat komt mede omdat ze zich langs alle kanten bloot geven om aangevallen te worden, 't Is geen verkwikkelijk baantje en 'k wensche 't mijnen ergsten vijand niet van te moeten iedereen naar den mond praten, van te moeten iedereen voldoen Ons Heere zelf gelukte er niet in, zeggen de menschen, en ze hebben gelijk want 't is onmogelijk. Als men schrijft kijken de gebeurs over uwe schouders en de eene monkelt van voldaanheid en roept bravo, terwijl de andere meesmuilt en grinnikt van dolle woede en u uitmaakt voor rotte visch._ 't Is veel gemakkelijker met de handen in den schoot te zitten pijpen roo- ken en toezien want, die zwijgt spreekt voor iedereen wel. Maar 't is ongelooflijk hoe gemakkelijk men zich vijanden maakt •en, van vrienden heeft men er nooit ge noeg, van vijanden is 't met één al te veel. Sommige menschen kunnen 't maar niet verdragen dat ge met hen in opinie ver schilt en ze zien rood lijk de kalkoens en ze zouden u opvliegen als ge 't aandurft een gedacht uit te spreken dat met het hunne niet strookt. Ze razen, ze roepen, ze verwijten, ze schelden, ze geraken den kluts kwijt, met een woord ze zijn uw ij- and en tot ter dood. Anderen zitten zich in 't geniep te verkneukelen aan 't geen gij schrijft, omdat ze daar klaar en gaar hunne eigene meening uitgedrukt vinden. Maar de schrijver zit intusschen met ge heel den last en heeft niets van de leute. 't Is daarbij een heele karwei om daar altijd juist op tijd gereed te zijn met juist uwe hoeveelheid gazetteproza. Niemand denkt erop als hij de bijdragen leest, hoe de steller daarvan misschien erop gezweet Mengelwerk van a't Ypersche Volk» 20 DOOR M. C. V. Inderdaad daar ging Nopkins met ge sloten deuren het geheimzinnig briefje bestudeeren, dat hem op eene zoo eigen aardige wijze was besteld geworden. Daar gelukte het hem toch welhaast regelmatig te denken. Eerst en \ooral bestatigde hij zonder den minsten twijfel dat het schrift van de zelfde hand kwam, gelijk het briefje dat de juweelen vergezelde. Dat was toch iets, maar vervolgens moest de kwestie opgelost worden hoe het briefje in zijnen ondervestzak geraakt was. Op die vraag antwoordde hij na korten tijd met groote vastheid Piet Verbest heeft dat niet gedaan en mijne vrienden nog veel min... Indien zij mij iets wilden zeggen zouden zij het mondelings doen... Welnu dan zeg ik dat dit briefje van dien Sandstone moet ko men. Nu herinner ik mij heel denkelijk hij bij den uitgang van het «Queens hotel» nader bij mij kwam dan zulks noodig was. Vooreerst nam Nopkins zulks gereede- lijk aan, maar welhaast verstond hij dat er dat punt eens aangenomen daar en gezwoegt heeft om het aaneen te krij gen. Immers nieuwsbladartikels schudt men niet uit zijn mouw. Lezen is gemak kelijk stellen niet de strijd met het woord is een lastige strijd, want om te slagen in dit tweegevecht met het geschreven woord, moet men drie dingen meester zijn Men moet weten wat zeggen, men moet het kunnen zeggen, en men moet daarna kunnen zwijgen, 't Eerste is 't lastigste. Daar zijn menschen die onuitputtelijk zijn of schijnen, maar 't is er dikwijls ook naar, ze slachten de katten en vallen altijd op hun pooten. Doch deze zijn de uitzon dering. Het werk van vinden is geen lachedingen vooral wanneer men op ge stelde dag en uur met zijn opstel moet klaar zijn. Zeggen is gemakkelijker, zwij gen niet zwijgen op tijd. Om wel te zeg gen is het voldoende eenen rijken woor denschat te bezitten en ermede te weten om te gaan. Schrijven zooals men spreken zou, een voor een de gedachten neerpennen zooals ze voor den geest komen te staan, in hunnen klaarsten in hunnen eenvoudig- sten vorm zoodanig dat, moest men het bij een ander lezen, men zou zeggen dat is goed geschreven. Doch ik zit hier te lee raren lijk een oude pedagoog en vergeet daarbij dat het gaat, niet over schrijven in 't algemeen, maar over nieuwsblad- schrijven in 't bijzonder. Welnu 't moei lijkste aldaar is op tijd te zwijgen. De geachte of achtbare lezer wenscht niet alles van u te vernemen, hij wil er iets van 't zijne bijdoen en als hij met zijn eigen verstand en verbeelding voor den dag komt, dan is 't uw strenge plicht van te zwijgen dan is het hoog tijd dat ge uwen mond houdt. Hoe moeilijk ook, het is nochtans ge makkelijker te zwijgen dan niet te missen bij 't spreken Arme schrijver! g'hebt aan zooveel goesten te voldoen zooveel kitteloorige menschen zitten op de wacht om te vernemen of gij u niet zult mis grijpen aan een woord, misbouwen aan een zin of misgaan aan eene gedachte. En ze zullen 't niet laten liggen, seffens rollen ze uw nieuwsblad tot een bol en gooien ermede naar uwen kop. Dagbladschrijvers zijn menschen van veel deugden. Zij moeten eerst en vooral zelf gelooven wat zij neerpennen op hun papier want als 't met geene overtuiging geschreven is, gaat het er ook niet in. Zij moeten hopen dat hun geschrijf zal heel zware besluiten uit te trekken waren. En inderdaad indien die goudmijnbezit- ter het briefje in den ondervestzak gesto ken had, moest hij dezelfde persoon zijn die in Nopkins' woning gedrongen was en hem het leven gered had. Dat was evenwel moeilijk om aan te nemen en Nopkins had wel gedurig met den liedjeszanger mogen herhalen Hoe rijmt men dat te saam Hoe zonderling hem alles ook voorkwam en hoe wankelmoedig hij zich onder vele opzichten gevoelde, toch bleven twee za ken tamelijk vast in zijnen geest. Hij bleef bij het gedacht dat Sandstone en zijn redder één en dezelfde persoon wa ren, en het vermanende briefje dat hij ontving was geenszins in staat hem van gedacht te doen veranderen zijne nieuws gierigheid nog meer opgewekt zijnde, be sloot hij nog met meer hardnekkigheid door te werken ten einde eenige klaarheid te doen schijnen in die zoo duistere ge beurtenissen. In den avond wilde hij gelijk naar ge woonte naar het «Queens-hotel» en dewijl Brigitta eene goede kennis bijgehaald had om haar gezelschap te houden, had daar niemand iets tegen in te brengen. Op «Café» n as master Nopkins de held van den dag. Iedereen drukte hem gulh rtig de hand en al zijne vrienden wenschten hem recht zinnig geluk over den on verhoopten uit slag, welke die misdadige onderneming des boosdoeners gehad had. lezers vinden. Een dagblad heeft zijn vaste lezers maar deze zijn vrij uwe bij drage met walg van kante te leggen of die met geestdrift te verorberen van a tot z. Zij moeten hun vak liefhebben want een koele schrijver maakt koel geschrift. Als er geestdrift bij is loopt de pen als van zelfs over 't gladde papier, de inkt kan niet vlug genoeg vloeien en de veder niet snel genoeg over de lijnen loopen. De ge dachten komen dan aangestuwd bij ben den, bij kudden die allemaal ineens eruit willen en dan blijven stroppen bij de nauwe keel van de vulpen Wat zonder geest drift geschreven is wordt zonder warmte gelezen of na enkele regels van kante gelegd. Zij moeten vooruit en vooral de deugd van lankmoedigheid bezitten en van ge duld. En dit om alles te verduren wat over hen verteld wordt om alles te lijden wat tegen hen wordt uitgekraamd. Om pal te staan midden in de goed of afkeu ring. Om zijnen vasten weg te blijven gaan ten spijt van de zwartkijkers van de lijkbidders van de ongelukprofeten en kwaweervooi spellers. Zij moeten ook moed hebben om voort te doen niettegen staande zooveel dat hen tot stoppen noopt: daarom moeten zij indachtig blijven in wiens wijngaard zij werken en onder 't werk gedenken dat Hij voor wie ze schrijven ook eenmaal miskend, misbe- grepen, kwalijk uitgeleid, vervolgd en ja gekruisigd werd om de leering die Hij kwam verspreiden en de dienaar moet bo ven den meester niet gaan. De Werkrechtersraadxerkiezingen lie pen te Yper uit op eene schitterende zege voor de Katholieke Partij. Wij hebben in ons laatste nummer deze zegepraal het noodige commentaar ge geven. De nederlaag door de Socialisten onder gaan (zooals eenieder weet wonnen zij het laatste zeteltje voor de Kamer der Werk lieden op een dertigtal stemmen na) belet deze bluffers niet zege te schreeuwen. In het laatste nummer van hun zoo litterair vuilbladje De Werkman lun- dert het van prachtige zegepraal en van zegekreten, van wapperende roode vlag gen en van gevoelens van geluk en fierheid Proficiat mannen! Het is in het leven een onmetelijk geluk De goede man was waarlijk ontroerd bij het ontvangen van al die vriendschaps betuigingen en dankte de vrienden en kennissen in gevoelvolle bewoordingen over de bewijzen hunner verkleefdheid. Nog tien, ja, twintig malen, moest hij alles vertellen wat er in dien vreeselijken nacht gebeurd was en iedereen nam het besluit eens goed na te zien of er aan de sluiting van deuren en vensters niets in slechten staat verkeerde. Nopkins zegde evenwel niets over het geen hij veronderstelde nog alleen te we ten. In zoo verre dat het zijn kon, wilde hij zijne opzoekingen alleen voortzetten De uren vlogen rasser voorbij dan ge woonlijk, omdat er zoo veel te redeneeren en te redetwisten viel, zoodat het midder nachtelijk uur daar was, zonder dat iemand er zich aan verwachtte Twee vrienden deden Nopkins uitgelei de tot aan zijne woning en traden er zelfs binnen om te onderzoeken indien alles in den haak was. Alles werd rustig bevonden en de nacht ging ook zonder eenige stoornis voorbij XII. BIJ DEN COMMISSARIS. 's Anderdaags reeds in den vroegen morgen was Nopkins te been, en gedurig bezig met alles voor de honderdste maal te overwegen. Hij zat nog eene poos op het briefje te met een weinig tevreden te zijn. M'e bestatigen met plezier dat uwe ambities niet groot zijn. En daarin hebt gij, naar ons gedacht, groot gelijk. Hoort De Werkman Wie had het durven hopen dat we in ons arrondissement 797 ter plaats werkende arbeiders zouden ge vonden hebben. Gevonden Dat is leuk. Zouden ze deze nog aan 't zoeken zijn Of zijn het misschien de klerikale kapitalisten of andere dompers (beleefd heid is eene schoone zaak) die Messiaen, Bonnet en 'k ken de naam niet meer van het derde roode gemeenteraadslid in den gemeenteraad gestemd hebben Wat had den uitslag geweest hadden al de werklieden ook deze die verplicht zijn in Frankrijk hun dagelijksch brood gaan verdienen mogen deelnemen? Ja, en hadden al de socialisten van gansch het land te Yper mogen komen stemmen, en hadden al de anderen beter gestemd, en hadden wij dit, en hadden wij dat, en hadden wij zus, en hadden wij zoo,... wij hadden... ach!!! wat haddon zij niet gedaan. Maar wij moeten slechts inzien wat ze gedaan hebben. En niettegenstaande al dezen bluff waaraan zich nog enkel enkele sukkelaars laten beetnemen moeten we vaststellen dat de stemming voor de partijen van maatskhappelijke orde met een wit steentje mag geteekend worden. Gekozen de dompers Mansis en Logie en gezel Clement, socialist Nooit waren ze (de dompers, wel te verstaan) smeriger, gemeener, lager, kra- puleuzer. Pouah!...'t Is om er van te •walgen. Wij zullen natuurlijk die smeer lapperijen niet beantwoorden. Dit alleen laat ons toe de hoffelijkheid en de. woede te toetsen van den acht baren Heer Messiaen en zijne acolieten. Bij vonnis verleend door de Rechtbank van eetste aanleg zetelend te Yper op 18 Juni werd den Heer Volksverte genwoordiger Edgard Mes siaen veroordeeld te betalen aan M. Vandamme Gustaaf gewezen lo kaalhouder d. socialisten, eene vergoeding van vijf honderd frank, de samenwerkende vennootschappen Vooruit en Ont wikkeling elk tot eene schadevergoe ding van 250 frank De artikelen van gezel Messiaen wer den door de Rechtbank lasterend geacht. turen dat hij op eene zonderlinge manier ontvangen had en volgde daarna den raad van den geheimzinnigen schrijver hij wierp het schrift in het vuur. Om negen uur trad hij het politiekom- missariaat binnen, en werd aanstonds bij den overste geleid die op hem scheen te wachten. Deze groette master Nopkins met eene koele beleefdheid, verzocht hem te zitten en bezag hem daarna met eene eigenaar dige uitdrukking. Deze laatste voelde zich na weinige oogenblikken in 't geheel niet op zijn ge mak en was waarlijk verheugd als hij den politieoverste den mond zag openen. Hij ging dan ten minste vernemen in dien men hem iets kon ten laste leggen. Mijnheer Nopkins, zoo sprak de kommissaris op heel deftigen toon, indien gij niet overal als een door en door eerlijk man geboekt stond, zouden wij waarlijk wel kwade vermoedens tegen u moeten opvatten. Wel, mijnheer, ik dacht evenwel dat het reeds heel pijnlijk en lastig voor mij geweest was, zonder dat de overheden mij dan nog moeilijkheden zouden aandoen... Ik versta niet wel. Ik neem inderdaad aan dat gij zulks niet goed verstaat elk in zijn vak en wij willen daarbij gereedelijk aannemen dat gij ten volle rechtzinnig zijt Maar na een weinig overweging, zult gij moeten bekennen dat de politie redens heeft om over uw gedrag ten allerminste Het vonnis moet opgenomen worden in Vooruit De Werkman en in een weekblad naar keuze van Vandamme, dit ten laste van gezel Messiaen. VOOR DEN In het nummer van 10 Juni 11. geeft De Ypersche Bode een artikel over den uitslag dezer kiezing. En waarlijk we moeten er bestatigen dat ook de Nationa listen uiterst tevreden-zijn over dezen uitslag. Nu des te beter, dat maakt dus dat iedereen over den uitslag kontent is, en als 't alzoo is, alles is volmaakt. Maar dit artikel toont ons ook eens te meer aan de huichelarij, waarmede die nationalisti sche bende met hun Ypersche Bode aan 't werk gaan. Inderdaad, hoe dikwijls hebben hunne syndikalistische leiders niet geschreven, hoe dikwijls is het door de voormannen der nationalisten op hunne meetingen niet uitgebriescht geweest dat alle bestaande werkliedenorganisaties, en inzonder de Christene uit den booze zijn dat deze verkocht zijn aan politieke par tijen en wat weet ik al, en dat daarom onze vlaamsche werklieden deze organi saties moeten verlaten om zich te laten inschrijven in het onzijdige, het vrij vlaamsch syndikaaz, waar alle politiek uitgesloten is, dat met geen enkele poli tieke partij iets gemeens heeft, enz., enz. Hoe dat met de Ghristene Werklieden organisatie zit, dat weten de leden ge noeg, en zij zijn ervan overtuigd dat deze alleen bezorgd is om het zedelijk en stoffe lijk welzijn der werklieden. Maar dat het vlaamsch syndikaat aan geen politiek doet, aan geen politieke partij aangeslo ten is, is onwaar... immers voormeld artikel der Ypersche Bode is daar om het te bewijzen. Streden zij immers niet voor de Werk- rechtersraad onder den naam van Natio nalisten Maken zij geen propaganda in de nationalistische weekbladen Waarom anders ook moeten zij hunne nederlaag trachten te erbloemen met te beweren dat er slechts een derde deel der vlaamsch- nationalistische troepen de kans had te strijden Is dan het vlaamsch syndikaat een derde dezer nationalistische troepen? Die 763 nationalistische stemmen, zoo zij misschien een derde dezer troepen uit maken, zijn toch niet alle gesvndikeerd bij 't nationalistisch syndikaat Had de verwonderd te zijn. Hoe dat, mijnheer Wel, vooreerst dieven die inbreken om te stelen en naderhand alles terugzen den zijn gansch buitengewone kerels, niet w aar Dat is heel zeker, mijnheer, maar ik kan daar toch voor niets tusschenkomen. Nog eens gezegd, wij aanzien u als veel te eerlijk om met misdadigers te za- men te spannen, maar gij waart toch niet van zin eenige klacht in te dienen. Master Nopkins ware hier heel geerne met eene kleine leugen voor den dag ge komen, maar de kommissaris sprak met zulke zekerheid en zijn blik was zoo scherp, dat hij tot in den grond der ziel scheen te moeten doordringen, zoodat hij tamelijk verlegen antwoordde Ik wist waarlijk nog niet goed wat ik doen moest mijnheer, maar dewijl er niets gestolen was, meende ik te mogen.. Ha gij meendet Welnu mijnheer Nopkins, als het zoo is dan oordeelde gij bepaald verkeerd een goed burger geeft onmiddellijk kennis aan de politie van al hetgene eenig licht kan werpen op de han delingen des boosdoeners. Ik voelde ook eenige dankbaarheid mijnheer. Een gansch misplaatst gevoel, mijn goede heer, want indien die kerels eens bij uitzondering menschelijk handelen, laten zij daarom niet in andere gevallen zeer wreedaardig te werk te gaan. ('t Vervolgt).

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1928 | | pagina 1