BANK - UNIE
I, L. V
100.000.000 franken.
m
SNIPPERINGEN
CDeet ge cjuot
N. V.
Kalanderberg, 1, GENT
betrokken bij de
Het Kapitaal en de Reserven
der bij deze UNIE aangesloten
Banken overtreffen de
52' Jaar. - Nummer 33.
30 Centiemen.
Zaterdag 16 Oogst 1930.
Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper
Gezelle als Vlaming
mirakelen te Lourdes door het
bureel der bestatigingen afgekondigd.
O. m. zegt hij er in De geleerden
moeten bewijzen dat de genezing natuur
lijk is of nietIn dit laatste geval moeten
dan de theologanten bewijzen dat de ge
nezing geschied is door rechtstreeksche
tusschenkomst van God.
Spreeuwen zijn degroote vijanden
van de kriekelaars en in den tijd van het
rijpen der krieken, moet men in de stre
ken, die met die vrucht leven, de wacht
houden in de boomgaarden van 's mor
gens vroeg tot zonnen-ondergang. Men
verjaagt die gevleugelde dieren met te
klabbetteren, dat is gerucht maken met
ruttelaars, bellen, enz.
i)d i)|>crocl}c
ABONNEMEXTPRIJS
1 Jaar 15 fr. 6 maanden 9 fr. 3 maanden 5 fr.
Men abonneert in alle Postkantoren en in bet Opstelbureel
ABONNEMENT VOOR T BUITENLAND:
25 frank. Op bet Opstelbureel alleen te vragen.
BEHEER EN OPSTEL
io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER
Postcheckrekening 40.201
(j. CASIER)
waar op alle wekedagenal'e inlichtingen te bekomen zijn
van 14 tot 16 uur.
AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst.
Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG
ten laatste ingezonden women.
Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den
WOENSDAG avond.
ZITDAGEN.
Dr BRUTSAERT, Kamerlid, is spre-
kelijk voor iedereen:
Te POPERINGHE, in zijn buU,
's morgens, den Maandag en Vrijdag.
Te YPER, den 1* en 3' Zaterdag der
maand,_ van 9 tot 12 uur, in den
Katholieken Kring.
Te WERVICK, den 2' Zaterdag der
maand, van 9 tot 12 uur, in Het
Kapitel
HANDELAARS
vraagt eene aankondiging in
«HET YPERSCHE VOLK
K- zijn veel feestdagen van O.-L.-
Vr m in het kerkelijk jaar en dik
wijls neemt het christen volk zijn toe
vlucht tot de voorspraak die alvermo
gende Moeder Gods. onze Middelares.
Maar er is een dag. die bij uitstek
Maria's feest is, en waarop wij met
voorliefde, in onze eigene familie,
moeder, vrouw en dochters vieren, die
onder den bevoorrechten naam van
Maria gedoopt werden. Heden is die
dag aangebrokenop Half-Oogst is
het Maria's feest, en wij verheerlijken
de roemvolle hemelvaart van de onbe
vlekte Maagd, die, na gelijk voor ha
ren d:< od met ziel en lichaam zoo
nauw met haren goddetijken zoon
verborden gebleven is.
Aan al onze lezers, doch voorname
lijk aan onze lezeressen, die Maria's
naam dragen, bieden wij dan ook onze
oprechtste wenschen van geluk en
zaligheid. Moge de Heilige Maagd
Maria ze altijd onder hare hoede be
waren, gelijk zij den Heer Jezus zelf
gedurende het ballingschap van Egyp
te bewaard heeft! Moge zij hunne
sriiarten en droefheden lenigen, gelijk
zij het bitter lijden van haren Zoon
tot aan den voet van het Kruis heeft
verzacht. Moge zij vooral ons verster
ken in ons waar katholiek geloof, en
ons den moed geven, om steeds fier
en onverschrokken de waarheid zon
der het minste menschelijk opzicht te
■belijden
Onze-l.ieve-Vrouw Hemelvaart is
het mysterie en de triomf van wat de
moederlijke liefde vermag. Maria was
door de genade Gods uitverkoren ge
weest om de moeder van den mensch-
gevvorden God te zijn, en toen zij doof
dei] Aartsengel Gabriël uitgenoodigd
werd om ja te zeggen op dit henielsch
aanbod, had zij in vollenederigheid
niets, anders geantwoord dan«Zie
hier-de dienstmaagd'des Heerenmij
geschiede volgens uw woord
Op dit oogenblik zelf was het groot
wonder geschied en de tweede per
soon der Heilige Drievuldigheid was
in Maria's maagdelijken schoot vleescli
geworden. Het bloed, dat in zijne ade
ren'yloeide, had hij bij Maria geput;
het lichaam dat het zijne was. had
hij van haar, in een innig' samenleven
ontvangen. En gelijk wij, op de knie
ën onzer moeder, onze eerste woorden
stamelen leeren, zoo had de mensch-
geworden God, ook van Maria zijné
t moedertaal afgeleerd. Sindsdien
was lief en leed tusschen beiden ge
meen geweesten in het stalleken van
Bethleëm. gelijk in het ballingsoord
Egypte, en later in het verborgen le
ven te Nazareth, in het openbaar leven
te lande, en in de akelige dagen van
Jezus bitter lijden en dood. had Maria
maar een enkel verlangen, een enkele
hartezuchtnamelijk een eeuwig en
onvergankelijk samenzijn met haren
Zoon, die ook haar God was!
Die wensch moest en zou vervuld
worden.
Volgens de schikkingen, die sedert
(ie zonde van Adam alle Adamskinde
ren treffen en zelfs de onbevlekte
Maagd Ma ria niet verschoonden, was
tij tot den dood verwezen. Er kwam
dus een dag, waarop Gods moeder,
evenals alle moeders, haar hoofd op
het sterfbed zou nederleggen en den
doodsslaap beginnen. Smartelijk was
maagdelijk verscheiden niethaar
hart hield zachtjes op te kloppenhet
bloed werd gestremd in de aderen
na een laatsten ademtocht bleef
•"aria's lichaam onbeweeglijk hare
z'd. zuiverder dan Cherubijnen en Se
rafijnen. had het maagdelijk omhulsel
'trlaten. en was door de Engelen tot
Jjoor den troon van haren goddelijken
Zoen gedragen.
Onuitsprekelijk zoet was dit he-
jjjelsch wederzien van Moeder en
Zoon: verre boven alle menschelijke
tvruchten Onweerstaanbaar werd de
onbevlekte ziel van .Maria met de ziel
'an den verheerlijkten Christus in een
gemeenschappelijke liefde versmol-
jffl: zoo innig, zoo machtig, zoo god-
"jeiiik sterk, dat er een mirakel van
/Ms almacht ook op aarde geschied
de. Om Gods Moeder met haren Zoon
U inniger te kunnen samenstrenge-
werd het doode lichaam der Hei-
Ge Maagd op eens door de geluk-
S '-ge ziel verlevendigd. Maria's hart
£gon weder te kloppen, en het bloed
Jpnani zijnen loop door hare aderen.
J-re oogen gingen opnieuw openen
vervoering staarden zij op Jezus
M. die haar uit den Hemel te gemoet
'3s gesneld, en haar nu. omringd met
"•Jenden engelen en aartsengelen, in
en lichaam tot den troon van al-
wnieene vorstin van het heelal ging
haren roem hadden voorspelddoor
vorsten en koningen, hare voorouders,
die gelijk David in zijne psalmen, haar
hadden bezongen door heiligen,
maagden, belijders en apostelen, wier
koningin zij was, en die thans in ver
voering jubelden over de onuitspre
kelijke glorie, die haar te beurt viel.
Sedert dien heuglijken dag zetelt
Maria, naast God, op een vorstelijken
troonen hare genade daalt op ons
neder, als een rijke dauw van gunsten
en weldaden. Met volle handen geeft
zij hare geestelijke en tijdelijke ge
schenken aan al wie haar aanroept.
En als wij. in zooveel bedevaartsoor
den der wereld, den dank der begena
digden tot den hemel hooren opstij
gen, dan erkennen wij hoe onuitput
telijk hare barmhartigheid en ook
hare rijkdom zijn moeten. Gelijk zij
alles heeft door Christus haren Zoon,
zoo hebben wij alles door haar, die
onze moeder is, en hare schatten met
liefde onder hare kinderen uitdeelt.
In vollen luister mogen dus van
daag in alle steden en in alle dorpen
de processies uitgaan ter eere van
Maria, onze verheerlijkte Moeder des
Hemels! Voor haar is niets te schoon
of te kostelijk; en ons kinderhart trilt
van aandoening als wij het beeld van
Maria in triomf zien ronddragen. Mo
ge ze steeds als eene Koningin lieer-
schen over ons volk en onze familiën.
Wat Maria behoedt, is wel behoed.
En het is aan onze godsvrucht tot haar
te wijten, dat ons land, spijts alle
kwellingen en beproevingen, onwrik
baar gebleven is in zijn katholiek ge
loof. en overvloedig door God geze
gend werd.-
Een huiselijke haard, waar Christus
als Koning, en Maria als Koningin,
de eereplaats bekleeden, wordt van
alle kwaad gevrijwaard. En een die
naar van Maria, die zich van jongs af
aan haar heeft toegewijd, behoudt
rein en ongeschonden zijne eer en
deugd. Onze zuivere voorvaderlijke
zèclën zijn aait Maria's bescherming
te danken; en indien wij nog, ondanks
alle verderfelijke aanlokkingen, het
katholiekste volk zijn van Europa,
dan is het omdat Maria hare almach
tige tusschenkomst ter onzer bescher
ming heeft laten gelden
Is er overigens wel een gehucht in
I onze Vlaamsche streek, waar het
j beeld van Maria niet in het openbaar
op de straten prijkt, en vandaag niet
niet licht en bloemen versierd wordt?
I Voor ons, Vlamingen, is Mariaonze
«Lieve» vrouw, gelijk Christus zelf:
onze Lieve Heer is: beiden hebben
immers hun rijk op de liefde hunner
getrouwe dienaren opgebouwd, en re-
geeren over de harten
lil de 16° eeuw, in de akelige tijden
van de opkomende protestantsche ket
terij. die zooveel puinen hier te lande
heeft opeengestapeld, was het nog
maals de godsvrucht tot Maria, die
ons volk tegen den ondergang be
schermd heeft. Bij de protestanten
was het een gekende spreuk dat er
voor hen niets te doen was in de stre
ken waar Maria aanroepen werd: zij
voelden dat zij tegen die meerdere
macht niet op konden, omdat die he-
melsche vorstin, die onze moeder is,
nooit hare kinderen in hunnen nood
verlaten kan.
Tegenwoordig vragen eenige wan
trouwige geesten zich somtijds af of
ons Belgisch volk in Vlaanderen en in
Wallonië nog lang zijn geloof tegen
de heillooze 'zielenbedervers zal kun
nen handhaven. Het antwoord is ech
ter helderklaar Zoolang de eeredienst
tot Gods moeder zal gevierd worden
bij ons diepgeloovig volk, zijn godde
lijken Zaligmaker, eenigen Zoon van
Maria, niet verloochenen! Moeder en
kind. die 30 jaar onafscheidbaar waren
op aarde en samen in den hemel, met
ziel en lichaam verheerlijkt werden,
zijn ook in de harten onzer Wamin
gen onafscheidbaar van elkander. Wie
de eene verloochent, verraadt ook de
andere, en gelijk het thans bij de pro
testanten schier overal gebeurt, wie
Maria ontrouw wordt, verliest gelei
delijk gansch het christen geloof, en
vervalt in een onteerend heidendom.
God spare ons van zulke rampen
en op het feest van O.-L.-Vrouw He
melvaart bidden wij met de H. Kerk
OMariadie alle ketterijen over
wonnen hebt, behoud ons duurbaar
Vlaamsche volk in zijn trouw aan het
waar geloof en aan God en Kerk
In dien geest wenschen wij nog
maals een zalig feest aan onze ge
ëerde lezers: Maria's zegen ruste op
hen
Uk,
R'eieren 1
•k Hemelvaart van Gods moeder
■f-.K aan. Door glanzende wolken en
A'ler zonnelicht, steeg zij steeds
.Vi?er en hooger: en op haren door
hit werd zij eerbiedig begroet door
•:de patriarken en profeten, die
Wie Gezelle als Vlaming beschouwt,
bestatigt in hem dit driedubbel karakter
dat hem tot driedubbele eer verstrekt en
waardoor deze aan zijn vlaamsche volk
driedubbel nut en roem verschaft.
Vooreerst Gezelle is een volbloedig
Vlaming, die zijn vlaamsche volk met
zijn taal en voorouderlijke gewoonten
kent en bemint'meer dan iemand, en die
aan de vlaamsche dichtkunst een werelj-
beroemdheid heeft verzekerd. Hij kende
zijn Vlaanderen tot in de diepste ver
holenheden van kunst en natuurschoon
heden. Met zijn taalkundige en geschied
kundige opvorschingen heeft hij geheel
Vlaanderens verleden beleefd en zich
bloedeigen gemaakt. Hij beminde zij-u
Vlaanderen, niet uit eenig politiek belang
of uit baat, maar met een zuivere, onbai* -
zuchtige, offervaardige liefde waarmede
hij zich, niet enkel in woorden, niaar
door daden van zelfverloochening, gansf.h
ten dienste stelde van zijn vlaamsche
volk.
Ten tweede, hij was een vredelievend
Vlaming, afkeerig van alle geweld en
politieke kuiperijen en knoeieren. Zooals
Hugo Verriest, was Gezelle overtuigd dat
de vlaamsche belangen moeten zegevie
ren, niet met knuppels en geschruwel,
maar door de vreedzame ontwikkeling
der vlaamsche kunst en letterkunde. Aan
die jonge geweldigaards die, gelijk zoo-
velen hedendaags, 't flamingantisme be
oefenen als een sport voor hun geest v^n
hoogmoed en onafhankelijkheid en door
Gezelle Ruitenbreker genaamd wor
den, gaf Meester Gezelle dezen heilzamen
raad In plaats van al dat geweld, leert
Vlaamsch leert en beoefent de Vlaam
sche taal en kunstzoo zult gij werkdad:g
medewerken tot den heropbloei van een
schoon, groot en'machtig Vlaanderen.
Eindelijk, Gezelle was geen Hollander,
maar een West-Vlaming. Zulks blijkt
vooreerst uit de talrijke werken van den
zoetgevooisden dichter, allen geschreven
in diezelfde vloeiende, springlevende
taal, die hij afgeluisterd had bij de leven
de bron, het fransch-onkundige volk van
het landelijk Vlaanderen. Ook zijn tijd-
genooten en vrienden, priesters en leeken
die met hem innig omgingen en spraken
over vlaamsche taalbelangen, getuigen
dat Gezelle afkeerig was van wat hij
noemde Hollandsche spraakdwang en
en schoolmeesterlijk gedoe
Daarom, hij die in zijn schotschrift de
Ruitenbrekers uitvalt tegen die ver-
hollandschte Vlamingen die nog Holland-
scher zijn dan de Hollanders zeiven
zooals hij met Johan Winkler getuigt,
heeft het gemunt zoowel op het Hol-
landsch als op het Fransch, wanneer hij
de Vlamingen aanmaant tot het beoefenen
en bewaren van eigen taal en zeden. Ook
in dien zin moeten de volgende verzen
van Gezelle begrepen worden
Weg, weg, de tale,
die niemand en spreekt,
hoe edel dan ook
zij moog heeten.
Nog uitdrukkelijker veroordeelt hij alle
uitheemsche taal en zeden
De Vlaming staat zijn eigen taal en zeden
h ij 'n mag niet[af
De Vlaming wil van ander taal en zeden
hij 'n kan nietzijn
De Vlaming 'n heeft, op 't einde van
noch dit noch dat niet['t spel,
Die gedachten komen goed overeen
met wat hij gewoon was te zeggen de
vogel schuifelt zooals hij gebekt is
Eindelijk, gelijk onze IJzersoldaten
zich wanhopig vastklampten aan het
laatste strookje van Vlaanderens vrijen
bodem, zoo ook houdt Gezelle zich wan
hopig vast aan zijn West-Vlaamsch, de
gesproken en levende taal van zijn ge
liefkoosd volk, door zooveel vlaamsche
pedanten verlaten en verraden, en slaakt
dezen trillenden liefdekreet, waarmede
hij die taal liefkoost evenals een moeder
haar troetelkind
Mijn Vlaanderen heeft zijn eigen taal,
God gaf elk land de zijne,
en laat ze rijk zijn, laat ze kaal,
z'is Vlaamsch en z'is de mijne
(Wordt voortgezet).
Westland blijft voort het groot
ste genot en vermaak te geven. Die
mannen hebben et toch een handje van
om iemand de zure bekommeringen van
het hedendaagsche leven te doen verge
ten.
Beurtelings (onze lezers zullen het zich
herrinneren) zijn zij met 'nen weigeletter
den en teergevoeligen zwijnenslachter
voor den dag gekomen en zelfs 'ne of
liever de Westnieuwkerksche uil.
Nu hebben ze 'nen nieuwen Ledeganck
ontdekt... en nen politieken Ledeganck
op den hoop toe...
En die moderne dichter weef op zeer
pinke manier z'n zuiver nationalistische
gedachten in zeer bekoorlijke en wiegen
de verzen om te zetten voor het genot
van ons gehoor en ons verstand... en hij
schrijft in veel mooiere en gepaste be
woording dan ik dat kan en zooals de
Duitschersgedurende den oorlog «Onze
zaak alleen is goed... onze zaak alleen is
heilig want God is met ons... (Goot mit
uns zooals z'n vaderen spraken)... tegen
Belgie, wel te verstaan.
En het bewijs dat God tegen Belgie is
en gekant is spruit uit de bestatiging dat
(zet u neer, beste lezers, want ge zoudt
van lachen op uw achterste vallen)...
dat... dat het slecht weder maakt.
En dit fijn betoog ontwikket hij in de
volgende verzen die wij hier tot het genot
en de vergeestiging onzer lezers niet
willen nalaten neer te pennen
DE NATTE STOET.
(Gedicht voor degenen die het niet
zouden weten N.V.B.)
Wat heeft la Belgique
O, Heer, u misdaan,
Dat gij, haar ter eere
Geen feestje laat gaan...?
Het waait en het regent
Ach, zonder respijt.
Wat deed la Belgique
Dat gij 't zoo kastijdt
O Heer, gij spreekt tegen
Hier, uw Kardinaal...
Wat gij niet beregent
Hij zegent 't totaal.
(zonder belang N. V. R.)
En die flaminganten,
Die Belgische plaag.
Die hield g'op 11 Juli
Ganch vrij van gevlaag.
Enz.
Hoe ongelukkig toch voor Yper, Vlaan
deren en zelf de Beschaving dat we van
hem enkel en alleen weten dat hij natio
nalist is en kunnen vermoeden dat hij
niet Wies Moens heet. Wat zouden we
graag zijn beeld in het marmer (in zwart
en geel marmer wel te verstaan) zien
beitelen. Wat zouden we graag met eer
biedige en bevende handen zijn beeld tot
op de naald van ons belfort tillen tot
eeuwig aandenken tot roem en tot glorie
van onzen onbekenden dichter.
Westland waagt een klein, klein
bedeesd antwoordje op ons artikeltje over
den veldslag van Malpertuis. Er gebeurde
er, wel te verstaan, niets. Hoegenaam
niets. Dat schrijft Westland op de
eerste bladzijde. Maar de opstelraad van
Westland zit te Aalst zoo goed ineen
dat op de tweede bladzijde een volledig
relaas (meer dan eene kolom lang) van
dezen veldslag gegeven wordt. En er is
er spraak van eene enorme politie
macht van agents provocateurs >-
van de heldendaden der wachters en
zoo voort, zoodanig dat we fot de innige
overtuiging komen dat er daar werke
lijk niets gebeurde van hetgeen er niet
verzwegen wordt... en dat bijgevolge ons
relaas der feiten het juiste is.
Wij hebben te Antwerpen op echte
Wachtersmanier de Coburgers en de Wit-
telbachers (want zoo heeten ze nu Koning
en Koningin) verwelkomd
Echte wachtersmanier... hum hum!
Dat heeten we in onze steek echte schoe-
liemanieren
R. Claeys, gewezen schoolmeester
(noch 'nen meester 'k vraag me af van
waar ze al deze meesters halen
schrijft in Westland Belgie maakte
Vlaanderen tot een dankbaar oord voor
het liberalisme. De geesel van uithonge
ring, miskenning, en verdrukking, dat
het met leedvermaak over ons zond,
deed alle bewustzijn van zelfwaarde kren
ken zelffierheid verliezen en joeg ons
in de klauwen van het liberale franskil
jonisme, dat zich niet tevreden heeft ge
steld met ons zweet, maar beslag legde
ook op de schatten van onzen moeder
grond
Dat is een mooi opstel... onzer moder
ne bloemlezingen waard.
En we verstaan best dat meester
Claeys als onderwijzer nietmeerfungeert.
Daarvoor heeft de man te veel verbeel
ding... en we voorspellen hem 'ne voor-
voorspoedige toekomst als verbeelding
schrijver of roman schrijver... we raden
hem de specialiteit van de avonturenro
mans aan... in die specialiteit zal hij best
van zijne verbeeldingskrachten de volle
maat kur.nen geven... zijn volk en moe
dergrond ten beste.
A
Gezel Missiaen in zijn weekbladje
waar we wekelijks en te vergeefs naar
iets van eigenaardig en verstandig zoe
ken heeft het over de zoogezegde krisis
van het Schepencollege en indien volgens
hem geene krisis plaats greep is het
enkel en alleen omdat de bedoelde per
soon het vermaarde spreekwoord J'y
suis, j'y reste in vverke zou gesteld
hebben.
Dat komt ons van wege Roode Baas
Ganzendonck die over enkele jaren alles
(we zeggen alles) in werking stelde en
als eene oude vos konkelfoesde om een
scheperzeteltje te veroveren nog al ge
waagd voor...., om niet meer te zeggen.
Honni soit qui mal v pense... Hum-...
Hum...
In Noorwegen, waar het geduren
de den zomer gemeenlijk veel regent,
klaagt men van ongehoorde droogte. In
de beddingen der rivieren, die totaal uit
gedroogd zijn, liggen duizenden doode
visschen zoo schrijven sommige ga
zetten. Dat puntje is moeilijk om aan-
veerden, daar meest al die rivieren gespe
zen zijn door den smeltenden sneeuw,
die eeuwig de bergtoppenen hoogvlakten
bekleeden.
Wat er te lezen stond op de programma
van eene vóóroorlogsche vlaamsche-
kermis.
Eenige maatregelen van simpele policie
Artikel I. Alle bezoekers zijn gelijk
voor de Code. Wie de eerste komt
moet langs achter zitten. De ingang is
langs de deur.
Artikel II. Om volstrekt niet te
drummen zullen de bezoekers slechts met
50 te gelijk worden binnengegooid.
Kinders boven de 80 jaar moeten van
hunne ouders vergezeld zijn. Kwade wij
ven en andere huisdieren worden gewei
gerd.
Artikel III. Die geene plaats meer
vinden om in de zaal te staan, te liggen
of te zitten zullen aan haken gehangen
worden. Het is verboden met stukken van
vijf frank naar de artiesten te werpen.
Wie eene goede plaats wil hebben, kome
als het gedaan is.
Artikel IV. Wie in de zaal geeuwt
van verveling, zullen wij den mond stop
pen met 'n koekebroodje. Die ajuinen be
hoeft om te schreien, moet zich elders
gaan gerieven. Moesten er bij het instor
men onder de voeten geraken en gekwetst
worden, er zullen peerdenmeesters zijn
om die ongelukkigen te bezorgen.
Artikel V. De heeren worden vrien
delijk bedreigd hunne hoeden aan het
pijpenrek te hangen. De porte-monnaies
met of zonder geld, kloefen, paraplus,
brilglazen en andere lutsende voorwer
pen, die in het vechten zouden verloren
zijn, zullen 's anderdaags publiek ver
kocht worden.
Artikel VI. Het is streng verboden
te steken met kasseisteenen en te werpen
met messen. Om alle malheuren te vermij
den, zal men maatregelen nemen om die
dagen alle katers en katten aan band te
leggen. Daar er geen buffet is, zullen de
hongerigen in hunne nagelen moeten bij
ten en de dorstigen puidewijn drinken.
De bijzichtigen moeten zelf hunnen bril
medebrengen.
Wie ex meer van weet, houde het voor zich.
Welhaast algemeene verkiezingen voor
de wetgevende kamers in Spanje. Tot
nu toe voorziet men reeds 15 verschillige
partijen van Rechts en 21-van Links.
De werkloosheid in England
kost nu aan den Staat 2 pond 6 schellin
gen 8 stuivers of meer dan 400 fr. per
seconde... dat maakt 140 pond per mi-
muutenmeer dan 8000 pond per uur,
enz... of bij de 10 iniljards franks per
jaar.
Te Lourdes kwam men bijeen voor een
Mariaal-Congres. De Kardinaal
Verdier was pauslijk legaat en in naam
van Pius XI nam hij er van het voorzit
terschap. Met veel luister werd de paus-
lijke Legaat ter stede ingehaald en zat in
een opene landau getrokken door vier
prachtige peerden. Die landau, sedert
jaren in Lourdes verzeild, is deze in de-
welken piesident Carnot, te Lyon, ge-
poignardeerd werd door Caserio.
De kenmerken van eene ware miraku-
leuse genezing zijn 1) het schielijk gebeu
ren er van en 2) mangel aan herstel-perio
de... dus het moet eene schielijke en
totale genezing zijn. Daarbij 3) het niet
gebruiken van een genezend middel, ge
lijk hetwelk.
Als slot zegt Dokter ValletTe Lour
des treft men genezingen aan die weten
schappelijk onuitlegbaar zijn. Deze gene
zingen volgende op het gebed, zijn geen
uitwerksel van toeval maar van een op
persten Wil, Die dit gebed aanhoort en
aan Wien noch ziekte, noch dood weer
staat. Die opperste Wil is de Goddelijke
Wil.
Bij het aan tafel gaan zegde eene mage
re jonkvrouw aan eenen zwaarlijvigen
heerIk ben benauwd, daar wij niet 13
aan tafel zitten.Wees gerust, Juffer,
wees gerust, ik tel voor twee
Van dees jaar op sommige plaatsen,
heeft men in de boomen luidsprekers ge
plaatst van T. S. F. en de proef is op
perbest gelukt.
We kenden reeds kanonnen tegen
den hagel nu hebben wij T. S. F. te
gen de spreeuwen wat zal het te naaste
jaar wezen
yr
I
Het H. Bloed van Brugge zal, Zon
dag 31 dezer, naar IVSecheier) overge
bracht worden, voor de slotprocessie van
het Eucharistisch Congres. Per bijzonde
ren trein, waar in de leden der edele con
frérie de eerewacht zullen houden, zal de
kostbare Relikwie ten 9 uren in Mechelen
aankomen en daar ontvangen worden
door Mgr. Lamiroy. 's Avonds ten 7 uren
zal de kostbare schat wederom per speci-
alen trein Mechelen verlaten en naar
Brugge ovërgebracht worden. - Jammer
dat men er niet aan gedacht heeft ook het
H. Heilig Haar van Kortrijk en de H. H.
Doornen van Wevelghem naar Mechelen
oéer te brengen.
In dit Congres heeft Dokter Vallet, een
merkweerdig stuk gelezen, nopens de
i
De leden der Edele Confrérie, 31 in
getal, herinneren! Diederik van den
Ëlzas en zijne 30 wapenbroeders, die
bet H. Bloed in Brugge brachten. Die
derik van den Elzas, die 4 maal naar
Palestina trok, en schoonbroeder was
van Balduinus III, Koning van Jerusa
lem, ontvonig de kostbare Relikwie
.van den Patriarch Willem van Mees-
sen. een vlaming, op Kerstdag ten ja-
re 1148. Het Vlaamsch leger verliet
maar de stad in den loop van 't jaar
1149, en reisde, dwars door Europa,
hiiis.waarts. Leonius, abt van St Ber-
W-W-Ar,:. G