BANK - UNIE I, L. V 100.000.000 franken. m SNIPPERINGEN CDeet ge cjuot N. V. Kalanderberg, 1, GENT betrokken bij de Het Kapitaal en de Reserven der bij deze UNIE aangesloten Banken overtreffen de 52' Jaar. - Nummer 33. 30 Centiemen. Zaterdag 16 Oogst 1930. Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper Gezelle als Vlaming mirakelen te Lourdes door het bureel der bestatigingen afgekondigd. O. m. zegt hij er in De geleerden moeten bewijzen dat de genezing natuur lijk is of nietIn dit laatste geval moeten dan de theologanten bewijzen dat de ge nezing geschied is door rechtstreeksche tusschenkomst van God. Spreeuwen zijn degroote vijanden van de kriekelaars en in den tijd van het rijpen der krieken, moet men in de stre ken, die met die vrucht leven, de wacht houden in de boomgaarden van 's mor gens vroeg tot zonnen-ondergang. Men verjaagt die gevleugelde dieren met te klabbetteren, dat is gerucht maken met ruttelaars, bellen, enz. i)d i)|>crocl}c ABONNEMEXTPRIJS 1 Jaar 15 fr. 6 maanden 9 fr. 3 maanden 5 fr. Men abonneert in alle Postkantoren en in bet Opstelbureel ABONNEMENT VOOR T BUITENLAND: 25 frank. Op bet Opstelbureel alleen te vragen. BEHEER EN OPSTEL io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER Postcheckrekening 40.201 (j. CASIER) waar op alle wekedagenal'e inlichtingen te bekomen zijn van 14 tot 16 uur. AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst. Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG ten laatste ingezonden women. Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den WOENSDAG avond. ZITDAGEN. Dr BRUTSAERT, Kamerlid, is spre- kelijk voor iedereen: Te POPERINGHE, in zijn buU, 's morgens, den Maandag en Vrijdag. Te YPER, den 1* en 3' Zaterdag der maand,_ van 9 tot 12 uur, in den Katholieken Kring. Te WERVICK, den 2' Zaterdag der maand, van 9 tot 12 uur, in Het Kapitel HANDELAARS vraagt eene aankondiging in «HET YPERSCHE VOLK K- zijn veel feestdagen van O.-L.- Vr m in het kerkelijk jaar en dik wijls neemt het christen volk zijn toe vlucht tot de voorspraak die alvermo gende Moeder Gods. onze Middelares. Maar er is een dag. die bij uitstek Maria's feest is, en waarop wij met voorliefde, in onze eigene familie, moeder, vrouw en dochters vieren, die onder den bevoorrechten naam van Maria gedoopt werden. Heden is die dag aangebrokenop Half-Oogst is het Maria's feest, en wij verheerlijken de roemvolle hemelvaart van de onbe vlekte Maagd, die, na gelijk voor ha ren d:< od met ziel en lichaam zoo nauw met haren goddetijken zoon verborden gebleven is. Aan al onze lezers, doch voorname lijk aan onze lezeressen, die Maria's naam dragen, bieden wij dan ook onze oprechtste wenschen van geluk en zaligheid. Moge de Heilige Maagd Maria ze altijd onder hare hoede be waren, gelijk zij den Heer Jezus zelf gedurende het ballingschap van Egyp te bewaard heeft! Moge zij hunne sriiarten en droefheden lenigen, gelijk zij het bitter lijden van haren Zoon tot aan den voet van het Kruis heeft verzacht. Moge zij vooral ons verster ken in ons waar katholiek geloof, en ons den moed geven, om steeds fier en onverschrokken de waarheid zon der het minste menschelijk opzicht te ■belijden Onze-l.ieve-Vrouw Hemelvaart is het mysterie en de triomf van wat de moederlijke liefde vermag. Maria was door de genade Gods uitverkoren ge weest om de moeder van den mensch- gevvorden God te zijn, en toen zij doof dei] Aartsengel Gabriël uitgenoodigd werd om ja te zeggen op dit henielsch aanbod, had zij in vollenederigheid niets, anders geantwoord dan«Zie hier-de dienstmaagd'des Heerenmij geschiede volgens uw woord Op dit oogenblik zelf was het groot wonder geschied en de tweede per soon der Heilige Drievuldigheid was in Maria's maagdelijken schoot vleescli geworden. Het bloed, dat in zijne ade ren'yloeide, had hij bij Maria geput; het lichaam dat het zijne was. had hij van haar, in een innig' samenleven ontvangen. En gelijk wij, op de knie ën onzer moeder, onze eerste woorden stamelen leeren, zoo had de mensch- geworden God, ook van Maria zijné t moedertaal afgeleerd. Sindsdien was lief en leed tusschen beiden ge meen geweesten in het stalleken van Bethleëm. gelijk in het ballingsoord Egypte, en later in het verborgen le ven te Nazareth, in het openbaar leven te lande, en in de akelige dagen van Jezus bitter lijden en dood. had Maria maar een enkel verlangen, een enkele hartezuchtnamelijk een eeuwig en onvergankelijk samenzijn met haren Zoon, die ook haar God was! Die wensch moest en zou vervuld worden. Volgens de schikkingen, die sedert (ie zonde van Adam alle Adamskinde ren treffen en zelfs de onbevlekte Maagd Ma ria niet verschoonden, was tij tot den dood verwezen. Er kwam dus een dag, waarop Gods moeder, evenals alle moeders, haar hoofd op het sterfbed zou nederleggen en den doodsslaap beginnen. Smartelijk was maagdelijk verscheiden niethaar hart hield zachtjes op te kloppenhet bloed werd gestremd in de aderen na een laatsten ademtocht bleef •"aria's lichaam onbeweeglijk hare z'd. zuiverder dan Cherubijnen en Se rafijnen. had het maagdelijk omhulsel 'trlaten. en was door de Engelen tot Jjoor den troon van haren goddelijken Zoen gedragen. Onuitsprekelijk zoet was dit he- jjjelsch wederzien van Moeder en Zoon: verre boven alle menschelijke tvruchten Onweerstaanbaar werd de onbevlekte ziel van .Maria met de ziel 'an den verheerlijkten Christus in een gemeenschappelijke liefde versmol- jffl: zoo innig, zoo machtig, zoo god- "jeiiik sterk, dat er een mirakel van /Ms almacht ook op aarde geschied de. Om Gods Moeder met haren Zoon U inniger te kunnen samenstrenge- werd het doode lichaam der Hei- Ge Maagd op eens door de geluk- S '-ge ziel verlevendigd. Maria's hart £gon weder te kloppen, en het bloed Jpnani zijnen loop door hare aderen. J-re oogen gingen opnieuw openen vervoering staarden zij op Jezus M. die haar uit den Hemel te gemoet '3s gesneld, en haar nu. omringd met "•Jenden engelen en aartsengelen, in en lichaam tot den troon van al- wnieene vorstin van het heelal ging haren roem hadden voorspelddoor vorsten en koningen, hare voorouders, die gelijk David in zijne psalmen, haar hadden bezongen door heiligen, maagden, belijders en apostelen, wier koningin zij was, en die thans in ver voering jubelden over de onuitspre kelijke glorie, die haar te beurt viel. Sedert dien heuglijken dag zetelt Maria, naast God, op een vorstelijken troonen hare genade daalt op ons neder, als een rijke dauw van gunsten en weldaden. Met volle handen geeft zij hare geestelijke en tijdelijke ge schenken aan al wie haar aanroept. En als wij. in zooveel bedevaartsoor den der wereld, den dank der begena digden tot den hemel hooren opstij gen, dan erkennen wij hoe onuitput telijk hare barmhartigheid en ook hare rijkdom zijn moeten. Gelijk zij alles heeft door Christus haren Zoon, zoo hebben wij alles door haar, die onze moeder is, en hare schatten met liefde onder hare kinderen uitdeelt. In vollen luister mogen dus van daag in alle steden en in alle dorpen de processies uitgaan ter eere van Maria, onze verheerlijkte Moeder des Hemels! Voor haar is niets te schoon of te kostelijk; en ons kinderhart trilt van aandoening als wij het beeld van Maria in triomf zien ronddragen. Mo ge ze steeds als eene Koningin lieer- schen over ons volk en onze familiën. Wat Maria behoedt, is wel behoed. En het is aan onze godsvrucht tot haar te wijten, dat ons land, spijts alle kwellingen en beproevingen, onwrik baar gebleven is in zijn katholiek ge loof. en overvloedig door God geze gend werd.- Een huiselijke haard, waar Christus als Koning, en Maria als Koningin, de eereplaats bekleeden, wordt van alle kwaad gevrijwaard. En een die naar van Maria, die zich van jongs af aan haar heeft toegewijd, behoudt rein en ongeschonden zijne eer en deugd. Onze zuivere voorvaderlijke zèclën zijn aait Maria's bescherming te danken; en indien wij nog, ondanks alle verderfelijke aanlokkingen, het katholiekste volk zijn van Europa, dan is het omdat Maria hare almach tige tusschenkomst ter onzer bescher ming heeft laten gelden Is er overigens wel een gehucht in I onze Vlaamsche streek, waar het j beeld van Maria niet in het openbaar op de straten prijkt, en vandaag niet niet licht en bloemen versierd wordt? I Voor ons, Vlamingen, is Mariaonze «Lieve» vrouw, gelijk Christus zelf: onze Lieve Heer is: beiden hebben immers hun rijk op de liefde hunner getrouwe dienaren opgebouwd, en re- geeren over de harten lil de 16° eeuw, in de akelige tijden van de opkomende protestantsche ket terij. die zooveel puinen hier te lande heeft opeengestapeld, was het nog maals de godsvrucht tot Maria, die ons volk tegen den ondergang be schermd heeft. Bij de protestanten was het een gekende spreuk dat er voor hen niets te doen was in de stre ken waar Maria aanroepen werd: zij voelden dat zij tegen die meerdere macht niet op konden, omdat die he- melsche vorstin, die onze moeder is, nooit hare kinderen in hunnen nood verlaten kan. Tegenwoordig vragen eenige wan trouwige geesten zich somtijds af of ons Belgisch volk in Vlaanderen en in Wallonië nog lang zijn geloof tegen de heillooze 'zielenbedervers zal kun nen handhaven. Het antwoord is ech ter helderklaar Zoolang de eeredienst tot Gods moeder zal gevierd worden bij ons diepgeloovig volk, zijn godde lijken Zaligmaker, eenigen Zoon van Maria, niet verloochenen! Moeder en kind. die 30 jaar onafscheidbaar waren op aarde en samen in den hemel, met ziel en lichaam verheerlijkt werden, zijn ook in de harten onzer Wamin gen onafscheidbaar van elkander. Wie de eene verloochent, verraadt ook de andere, en gelijk het thans bij de pro testanten schier overal gebeurt, wie Maria ontrouw wordt, verliest gelei delijk gansch het christen geloof, en vervalt in een onteerend heidendom. God spare ons van zulke rampen en op het feest van O.-L.-Vrouw He melvaart bidden wij met de H. Kerk OMariadie alle ketterijen over wonnen hebt, behoud ons duurbaar Vlaamsche volk in zijn trouw aan het waar geloof en aan God en Kerk In dien geest wenschen wij nog maals een zalig feest aan onze ge ëerde lezers: Maria's zegen ruste op hen Uk, R'eieren 1 •k Hemelvaart van Gods moeder ■f-.K aan. Door glanzende wolken en A'ler zonnelicht, steeg zij steeds .Vi?er en hooger: en op haren door hit werd zij eerbiedig begroet door •:de patriarken en profeten, die Wie Gezelle als Vlaming beschouwt, bestatigt in hem dit driedubbel karakter dat hem tot driedubbele eer verstrekt en waardoor deze aan zijn vlaamsche volk driedubbel nut en roem verschaft. Vooreerst Gezelle is een volbloedig Vlaming, die zijn vlaamsche volk met zijn taal en voorouderlijke gewoonten kent en bemint'meer dan iemand, en die aan de vlaamsche dichtkunst een werelj- beroemdheid heeft verzekerd. Hij kende zijn Vlaanderen tot in de diepste ver holenheden van kunst en natuurschoon heden. Met zijn taalkundige en geschied kundige opvorschingen heeft hij geheel Vlaanderens verleden beleefd en zich bloedeigen gemaakt. Hij beminde zij-u Vlaanderen, niet uit eenig politiek belang of uit baat, maar met een zuivere, onbai* - zuchtige, offervaardige liefde waarmede hij zich, niet enkel in woorden, niaar door daden van zelfverloochening, gansf.h ten dienste stelde van zijn vlaamsche volk. Ten tweede, hij was een vredelievend Vlaming, afkeerig van alle geweld en politieke kuiperijen en knoeieren. Zooals Hugo Verriest, was Gezelle overtuigd dat de vlaamsche belangen moeten zegevie ren, niet met knuppels en geschruwel, maar door de vreedzame ontwikkeling der vlaamsche kunst en letterkunde. Aan die jonge geweldigaards die, gelijk zoo- velen hedendaags, 't flamingantisme be oefenen als een sport voor hun geest v^n hoogmoed en onafhankelijkheid en door Gezelle Ruitenbreker genaamd wor den, gaf Meester Gezelle dezen heilzamen raad In plaats van al dat geweld, leert Vlaamsch leert en beoefent de Vlaam sche taal en kunstzoo zult gij werkdad:g medewerken tot den heropbloei van een schoon, groot en'machtig Vlaanderen. Eindelijk, Gezelle was geen Hollander, maar een West-Vlaming. Zulks blijkt vooreerst uit de talrijke werken van den zoetgevooisden dichter, allen geschreven in diezelfde vloeiende, springlevende taal, die hij afgeluisterd had bij de leven de bron, het fransch-onkundige volk van het landelijk Vlaanderen. Ook zijn tijd- genooten en vrienden, priesters en leeken die met hem innig omgingen en spraken over vlaamsche taalbelangen, getuigen dat Gezelle afkeerig was van wat hij noemde Hollandsche spraakdwang en en schoolmeesterlijk gedoe Daarom, hij die in zijn schotschrift de Ruitenbrekers uitvalt tegen die ver- hollandschte Vlamingen die nog Holland- scher zijn dan de Hollanders zeiven zooals hij met Johan Winkler getuigt, heeft het gemunt zoowel op het Hol- landsch als op het Fransch, wanneer hij de Vlamingen aanmaant tot het beoefenen en bewaren van eigen taal en zeden. Ook in dien zin moeten de volgende verzen van Gezelle begrepen worden Weg, weg, de tale, die niemand en spreekt, hoe edel dan ook zij moog heeten. Nog uitdrukkelijker veroordeelt hij alle uitheemsche taal en zeden De Vlaming staat zijn eigen taal en zeden h ij 'n mag niet[af De Vlaming wil van ander taal en zeden hij 'n kan nietzijn De Vlaming 'n heeft, op 't einde van noch dit noch dat niet['t spel, Die gedachten komen goed overeen met wat hij gewoon was te zeggen de vogel schuifelt zooals hij gebekt is Eindelijk, gelijk onze IJzersoldaten zich wanhopig vastklampten aan het laatste strookje van Vlaanderens vrijen bodem, zoo ook houdt Gezelle zich wan hopig vast aan zijn West-Vlaamsch, de gesproken en levende taal van zijn ge liefkoosd volk, door zooveel vlaamsche pedanten verlaten en verraden, en slaakt dezen trillenden liefdekreet, waarmede hij die taal liefkoost evenals een moeder haar troetelkind Mijn Vlaanderen heeft zijn eigen taal, God gaf elk land de zijne, en laat ze rijk zijn, laat ze kaal, z'is Vlaamsch en z'is de mijne (Wordt voortgezet). Westland blijft voort het groot ste genot en vermaak te geven. Die mannen hebben et toch een handje van om iemand de zure bekommeringen van het hedendaagsche leven te doen verge ten. Beurtelings (onze lezers zullen het zich herrinneren) zijn zij met 'nen weigeletter den en teergevoeligen zwijnenslachter voor den dag gekomen en zelfs 'ne of liever de Westnieuwkerksche uil. Nu hebben ze 'nen nieuwen Ledeganck ontdekt... en nen politieken Ledeganck op den hoop toe... En die moderne dichter weef op zeer pinke manier z'n zuiver nationalistische gedachten in zeer bekoorlijke en wiegen de verzen om te zetten voor het genot van ons gehoor en ons verstand... en hij schrijft in veel mooiere en gepaste be woording dan ik dat kan en zooals de Duitschersgedurende den oorlog «Onze zaak alleen is goed... onze zaak alleen is heilig want God is met ons... (Goot mit uns zooals z'n vaderen spraken)... tegen Belgie, wel te verstaan. En het bewijs dat God tegen Belgie is en gekant is spruit uit de bestatiging dat (zet u neer, beste lezers, want ge zoudt van lachen op uw achterste vallen)... dat... dat het slecht weder maakt. En dit fijn betoog ontwikket hij in de volgende verzen die wij hier tot het genot en de vergeestiging onzer lezers niet willen nalaten neer te pennen DE NATTE STOET. (Gedicht voor degenen die het niet zouden weten N.V.B.) Wat heeft la Belgique O, Heer, u misdaan, Dat gij, haar ter eere Geen feestje laat gaan...? Het waait en het regent Ach, zonder respijt. Wat deed la Belgique Dat gij 't zoo kastijdt O Heer, gij spreekt tegen Hier, uw Kardinaal... Wat gij niet beregent Hij zegent 't totaal. (zonder belang N. V. R.) En die flaminganten, Die Belgische plaag. Die hield g'op 11 Juli Ganch vrij van gevlaag. Enz. Hoe ongelukkig toch voor Yper, Vlaan deren en zelf de Beschaving dat we van hem enkel en alleen weten dat hij natio nalist is en kunnen vermoeden dat hij niet Wies Moens heet. Wat zouden we graag zijn beeld in het marmer (in zwart en geel marmer wel te verstaan) zien beitelen. Wat zouden we graag met eer biedige en bevende handen zijn beeld tot op de naald van ons belfort tillen tot eeuwig aandenken tot roem en tot glorie van onzen onbekenden dichter. Westland waagt een klein, klein bedeesd antwoordje op ons artikeltje over den veldslag van Malpertuis. Er gebeurde er, wel te verstaan, niets. Hoegenaam niets. Dat schrijft Westland op de eerste bladzijde. Maar de opstelraad van Westland zit te Aalst zoo goed ineen dat op de tweede bladzijde een volledig relaas (meer dan eene kolom lang) van dezen veldslag gegeven wordt. En er is er spraak van eene enorme politie macht van agents provocateurs >- van de heldendaden der wachters en zoo voort, zoodanig dat we fot de innige overtuiging komen dat er daar werke lijk niets gebeurde van hetgeen er niet verzwegen wordt... en dat bijgevolge ons relaas der feiten het juiste is. Wij hebben te Antwerpen op echte Wachtersmanier de Coburgers en de Wit- telbachers (want zoo heeten ze nu Koning en Koningin) verwelkomd Echte wachtersmanier... hum hum! Dat heeten we in onze steek echte schoe- liemanieren R. Claeys, gewezen schoolmeester (noch 'nen meester 'k vraag me af van waar ze al deze meesters halen schrijft in Westland Belgie maakte Vlaanderen tot een dankbaar oord voor het liberalisme. De geesel van uithonge ring, miskenning, en verdrukking, dat het met leedvermaak over ons zond, deed alle bewustzijn van zelfwaarde kren ken zelffierheid verliezen en joeg ons in de klauwen van het liberale franskil jonisme, dat zich niet tevreden heeft ge steld met ons zweet, maar beslag legde ook op de schatten van onzen moeder grond Dat is een mooi opstel... onzer moder ne bloemlezingen waard. En we verstaan best dat meester Claeys als onderwijzer nietmeerfungeert. Daarvoor heeft de man te veel verbeel ding... en we voorspellen hem 'ne voor- voorspoedige toekomst als verbeelding schrijver of roman schrijver... we raden hem de specialiteit van de avonturenro mans aan... in die specialiteit zal hij best van zijne verbeeldingskrachten de volle maat kur.nen geven... zijn volk en moe dergrond ten beste. A Gezel Missiaen in zijn weekbladje waar we wekelijks en te vergeefs naar iets van eigenaardig en verstandig zoe ken heeft het over de zoogezegde krisis van het Schepencollege en indien volgens hem geene krisis plaats greep is het enkel en alleen omdat de bedoelde per soon het vermaarde spreekwoord J'y suis, j'y reste in vverke zou gesteld hebben. Dat komt ons van wege Roode Baas Ganzendonck die over enkele jaren alles (we zeggen alles) in werking stelde en als eene oude vos konkelfoesde om een scheperzeteltje te veroveren nog al ge waagd voor...., om niet meer te zeggen. Honni soit qui mal v pense... Hum-... Hum... In Noorwegen, waar het geduren de den zomer gemeenlijk veel regent, klaagt men van ongehoorde droogte. In de beddingen der rivieren, die totaal uit gedroogd zijn, liggen duizenden doode visschen zoo schrijven sommige ga zetten. Dat puntje is moeilijk om aan- veerden, daar meest al die rivieren gespe zen zijn door den smeltenden sneeuw, die eeuwig de bergtoppenen hoogvlakten bekleeden. Wat er te lezen stond op de programma van eene vóóroorlogsche vlaamsche- kermis. Eenige maatregelen van simpele policie Artikel I. Alle bezoekers zijn gelijk voor de Code. Wie de eerste komt moet langs achter zitten. De ingang is langs de deur. Artikel II. Om volstrekt niet te drummen zullen de bezoekers slechts met 50 te gelijk worden binnengegooid. Kinders boven de 80 jaar moeten van hunne ouders vergezeld zijn. Kwade wij ven en andere huisdieren worden gewei gerd. Artikel III. Die geene plaats meer vinden om in de zaal te staan, te liggen of te zitten zullen aan haken gehangen worden. Het is verboden met stukken van vijf frank naar de artiesten te werpen. Wie eene goede plaats wil hebben, kome als het gedaan is. Artikel IV. Wie in de zaal geeuwt van verveling, zullen wij den mond stop pen met 'n koekebroodje. Die ajuinen be hoeft om te schreien, moet zich elders gaan gerieven. Moesten er bij het instor men onder de voeten geraken en gekwetst worden, er zullen peerdenmeesters zijn om die ongelukkigen te bezorgen. Artikel V. De heeren worden vrien delijk bedreigd hunne hoeden aan het pijpenrek te hangen. De porte-monnaies met of zonder geld, kloefen, paraplus, brilglazen en andere lutsende voorwer pen, die in het vechten zouden verloren zijn, zullen 's anderdaags publiek ver kocht worden. Artikel VI. Het is streng verboden te steken met kasseisteenen en te werpen met messen. Om alle malheuren te vermij den, zal men maatregelen nemen om die dagen alle katers en katten aan band te leggen. Daar er geen buffet is, zullen de hongerigen in hunne nagelen moeten bij ten en de dorstigen puidewijn drinken. De bijzichtigen moeten zelf hunnen bril medebrengen. Wie ex meer van weet, houde het voor zich. Welhaast algemeene verkiezingen voor de wetgevende kamers in Spanje. Tot nu toe voorziet men reeds 15 verschillige partijen van Rechts en 21-van Links. De werkloosheid in England kost nu aan den Staat 2 pond 6 schellin gen 8 stuivers of meer dan 400 fr. per seconde... dat maakt 140 pond per mi- muutenmeer dan 8000 pond per uur, enz... of bij de 10 iniljards franks per jaar. Te Lourdes kwam men bijeen voor een Mariaal-Congres. De Kardinaal Verdier was pauslijk legaat en in naam van Pius XI nam hij er van het voorzit terschap. Met veel luister werd de paus- lijke Legaat ter stede ingehaald en zat in een opene landau getrokken door vier prachtige peerden. Die landau, sedert jaren in Lourdes verzeild, is deze in de- welken piesident Carnot, te Lyon, ge- poignardeerd werd door Caserio. De kenmerken van eene ware miraku- leuse genezing zijn 1) het schielijk gebeu ren er van en 2) mangel aan herstel-perio de... dus het moet eene schielijke en totale genezing zijn. Daarbij 3) het niet gebruiken van een genezend middel, ge lijk hetwelk. Als slot zegt Dokter ValletTe Lour des treft men genezingen aan die weten schappelijk onuitlegbaar zijn. Deze gene zingen volgende op het gebed, zijn geen uitwerksel van toeval maar van een op persten Wil, Die dit gebed aanhoort en aan Wien noch ziekte, noch dood weer staat. Die opperste Wil is de Goddelijke Wil. Bij het aan tafel gaan zegde eene mage re jonkvrouw aan eenen zwaarlijvigen heerIk ben benauwd, daar wij niet 13 aan tafel zitten.Wees gerust, Juffer, wees gerust, ik tel voor twee Van dees jaar op sommige plaatsen, heeft men in de boomen luidsprekers ge plaatst van T. S. F. en de proef is op perbest gelukt. We kenden reeds kanonnen tegen den hagel nu hebben wij T. S. F. te gen de spreeuwen wat zal het te naaste jaar wezen yr I Het H. Bloed van Brugge zal, Zon dag 31 dezer, naar IVSecheier) overge bracht worden, voor de slotprocessie van het Eucharistisch Congres. Per bijzonde ren trein, waar in de leden der edele con frérie de eerewacht zullen houden, zal de kostbare Relikwie ten 9 uren in Mechelen aankomen en daar ontvangen worden door Mgr. Lamiroy. 's Avonds ten 7 uren zal de kostbare schat wederom per speci- alen trein Mechelen verlaten en naar Brugge ovërgebracht worden. - Jammer dat men er niet aan gedacht heeft ook het H. Heilig Haar van Kortrijk en de H. H. Doornen van Wevelghem naar Mechelen oéer te brengen. In dit Congres heeft Dokter Vallet, een merkweerdig stuk gelezen, nopens de i De leden der Edele Confrérie, 31 in getal, herinneren! Diederik van den Ëlzas en zijne 30 wapenbroeders, die bet H. Bloed in Brugge brachten. Die derik van den Elzas, die 4 maal naar Palestina trok, en schoonbroeder was van Balduinus III, Koning van Jerusa lem, ontvonig de kostbare Relikwie .van den Patriarch Willem van Mees- sen. een vlaming, op Kerstdag ten ja- re 1148. Het Vlaamsch leger verliet maar de stad in den loop van 't jaar 1149, en reisde, dwars door Europa, hiiis.waarts. Leonius, abt van St Ber- W-W-Ar,:. G

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1930 | | pagina 1