Handelsbank BANK - UNIE liezelle als Vlaming! SNIPPERINGEN Vaart Yper=Yzer 08 Mriijks oriel nan nel ssigiscii Episcopaal 100.000.000 franken. De Belgisehe \\z\d van JVIolokai Jfet Ypepsehe CJoltj N. V. Kalanderberg, 1, GE$T betrokken bij de Het Kapitaal en de Reserven der bij deze UNIE aangesloten Banken overtreffen de 52 Jaar. - Nummer 34. 30 Centiemen. Zaterdag 23 Oogst 1930. Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper i)d ))|icrecl)c tiolk ABONNEMENTPRIJS 1 Jaar 15 fr. 6 maanden 9 ff. 3 maanden 5 £r. Men abonneert in alle Postkantoren en in bet Opstelbureel. ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND: 25 frank. Op het Opstelbureel alleen te vragen. BEHEER EN OPSTEL io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER Postcheckrekening 40.201 fj. casier) waar op alle wekedagen a1 e inlichtingen te bekomen zra van 14 tot 16 uur. AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst. Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG ten laatste ingezonden women. Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den WOENSDAG avond. ZITDAGEN. D" BRUTSAERT, Kamerlid, is spre- kelijk voor iedereen: Te POPERINGHE, in rijn huis, 's morgens, den Maandag en Vrijdag. Te YPER, den 1* en 3' Zaterdag der maand, van 9 tot 12 uur, in den Katholieken Kring. Te WERVICK, den 2* Zaterdag der maand, van 9 J4 tot 12 uur, in Het Kapitel HANDELAARS vraagt eene aankondiging in «HET YPERSCHE VOLK» (Vervolg en O. Gezelle was dus, zooals wij zeg- >n een zuivere, echte, onbaatzuchtige Jaming. die het steeds wel meende aet zijn taal en zijn volk; een vrede- ievend Vlaming, die de Vlaatnsche flangen diénde door de liefde welke iij verwekte voor Vlaandereris rijke ai. schoone kunst en grootsch vefle- ;fneen West-Vlaming, die Vlaande- ens rijke taalschat verdedigde tegen !e ingrijping van het Hollandsch sno- ,j,me. In zijn strijd tegen het Hol- sadsch. gaat'hij hand in hand met den kies Johan Winkler, die in zijn -tel een samenspraak tusschen Vlaming en Fries over Nederlandsch Hollandsch, klaar en duidelijk gedachten en gevoelens weergeeft, elke de beide taalliefhebbers onder lig deelden. Uit die voorgestelde sa- nenspraak ziften wij de volgende be- chomvingen, die toonen wat Gezelle n fohan Winkler meenden over West- ilaamsch, Hollandsch en Neder- jndsch. Vooreerst men verwart Hollan- Itr» met «Noord-Nederlander», ge- ijk men in Belgie een Brabander bh verwarren met een Zuid-Neder- iiider of Nederlandsch sprekend iBelg Dat wil zeggen dat het «Hol- jndsch», zooals men het ons hier wil iiidringen. de taal niet is van Noord- felerland, maar enkel de taal der irovincie Holland dus eene gouw- li gewestspraak gelijk ons West- llaamschmet dat verschil nogtans n ons West-Vlaanisch zuiver en on- cschonden werd bewaard met zijn ijkdom van oude vormen en woorden s wendingen, terwijl dat het eigen- ik Hollandsch stijf en stroef gewor- :n is in zijn pedantisch gedoe, en aarbij ellendig verarmd en ver- anscht. Trouwens de groote chic ui den Fransch-onkundigen Hollan- is van te kunnen een fransch woord kuiken, waar er nogtans een zui- A'ederlandsch woord bestaat. Zoo ü.een plaatskaartje weg en weêr klch wel zuiverder Vlaamsch en Rerlandsch dan het Holandsch re- fcr En 't is ook Nederlandsch met haar op wanneer de Hollaa rs adverteeren dat ze een mag- ifieke etalage hebben en hun clien- le inviteeren Lees onze nieuws bladen, zegt Winkler, hoe ze half- fransch schrijven. Bij velen is min- tens een vierde der zelfstandige naamwoorden en werkwoorden, en een achtste der bijvoegelijke naam- oorden en bijwoorden fransch. Het West-Vlaamsch is de taal van Maer- lant, in al haar zuiverheid en rijk dom van woorden en vormen, de taal die zelfs door Hollanders vordt geroemd als de schoonste en 'elluidenste aller Nederlandsche k'ouwspraken. De West-Vlaamsche preektaal is niet de gemeene noch vuile straattaal, noch de in een stijf keurlijf gedwongene schoölmees- >ters boeketaal, maar de hertetaai tn den rechtzinnig geloovenden laamschen burger en landman. Ook jjn de Vlamingen hetere Nederlan- rs dan de Hollanders zelf. Ver- t klagend over de Friezen en Vla ggen die naar Holland streven, zegt Zij doen alle moeite om hun 'ong tot de Hollandsche uitspraak, die de Hollanders de geijkt Neder- mdsche uitspraak noemen, te dwin- ?en; zij sloven zich uit om de rijk dom van oude en welgepaste, zuiver bederlandsche woorden, die ze tot "un beschikking hebben, te verloo- 'benen of die voor Waalsche-valsche ::'unt te verwisselen. Een zaak die G vooral wat hun uitspraak en bngval aangaat, toch nooit volko men ten uitvoer Brengen kunnen, en d'e daarboven volkomen onnoodig En verder nog, sprekend over "ollandsch dat men ten onrecht art met Nederlandsch zegt ban Winkler en Gezelle met hem ht zoogenoemd beschaafd Neder- «ndsch is anders niet dan de Hol- Jndsche gouwspraak of dialect, dat L>ed is voor de Hollandsche gouw, "vaar volstrekt geen recht of reden Jn bestaan heeft in Friesland of aanderen. Wilt gij nu weten. Lezer, wat Nederlandsch is, de werken van talrijke groote 'jfd-Xederlandsche schrijvers en ■•uaars zooals. Van der Palm, rant, Broere. De Vries, Des Amo- •an der Hoeven. Linnebanck. en -nai Dr Schaepman. en gij zult ïhjpen hoe H. Verriest. met zijn ''t-Vlaamsch netjes opgepoetst, a! in Noord-Nederland zoo geest- lig werd onthaald «omdat hij toch mooi kon praten ''e talrijke uittreksels van Johan "Mer waarmede G. Gezelle instem- -zen dus voldoende om te bewij- dat G. Gezelle geen Hollander zuiver West-Vlaming was. Ook gedichtjeVis unita fortior de macht van 't samenwerken. jlgens Caesar Gezelle (Biekorf) (Vervolg) Alléén de intrede van Pater Dami- aan op Molokai was al een helden daad. Hij had alles wel ingericht ge vonden. dan nog had hij een heldhaf tig offer gebrachtzooals het er nu uitzag, groeide zijn offer naar het on metelijke en bovenmenschelijke. Zijn onderneming stond gelijk met levens lange opsluiting op een eiland tus schen melaatschen, aan wie hij toch vroeg of laat in den verschrikkelijk- sten zin van het woord gelijk zou worden. Zoo ellendig was de toestand, dat P. Damiaan de drie eerste weken zelfs geen onderkomen kon vinden. Hierin had hij nochtans rap voorzien. Naast het kerkje stond een breed-gekruinde Pandanas. Onder het dichte bladeren dak van dien boom bracht hij de drie eerste weken den nacht door. Onder dien boom wilde hij later ook begra ven worden. Niet lang moest Damiaan rondzien om te begrijpen wat een harde arbeid hem daar wachtte. «Jozef, jongen, hier hebt ge werk voor heel uw leven zoo moedigde hij zich zelf aan. Terstond ging hij aan den slag! On mogelijk hier alles op te sommen, wat Damiaan gedurende zijn zestienjarig verblijf te Molokai gedaan heeft. La ten we zijne talrijke bezigheden eens vluchtig overzien Na een korte nachtrust knielt hij neer vóór zijn kruisbeeld en houdt een uur overweging. Daarna leest hij de H. Mis, die gevolgd wordt door een kleine overweging. In zijn kleine pas torie vindt hij een karig ontbijtwat rijst, koffie en een paar beschuiten. Wat er overschiet gebruikt hij 's avonds met een tas thee. die hij boven zijn lamp verwarmt. Dat zal zijn tweede en laatste maaltijd zijn. Daarna beginnen de huisbezoeken. Gedurig ziet men hem haastig te voet of te paard v-an-de eene-hut naar de andere rondsnellen, hier een zieke be zoeken,, daar een zondaar vermanen, elders zijn aalmoezen uitdeelen en wonden verbinden. Maar dat hutten bezoeken was geen verzet. Gedurig moest hij een ver peste lucht inademen. Zonder tegen zin ging hij de hutten binnen, maar soms kwam de weerzin boven als hij zieken te biechten had, in wier won den van die wormen zijn, welke de lij ken verslinden. Hoe dikwijls, vertelt P. Damiaan, heeft de stank, die de kleeren uitwasemde, me gedwongen voor een oogenblik de hut te verlaten, om buiten wat lucht te scheppen Een hevige hoofdpijn was er meestal het gevolg van. Bij die bezoeken bestatigde hij ook hoe groot de woningnood was te Mo lokai. De heele hut der melaatschen was niets dan een somber hol. In die nauwe ruimte lagen, ze op den bloo- ten grond bijeengehoopt, blootgesteld aan regen en wind. P. Damiaan ver kreeg van de regeering hout en als nu 's morgens de ziekenbezoeken waren afgeloopen en de loopende zaken in het hospitaal afgedaan, werd Damiaan timmerman en architect. Het kerkje, dat hij bij zijn aankomst gevonden had. maakte hij driemaal zoo groot en een nieuw bouwde hij bij. Ook de melaatschen kregen hun nieuwe woningen. Langs de wegen en in de vallei werden ze opgetrokken, omgeven door een klein bloementuin tje. Onder de felle zonnestralen zag men Damiaan. altijd'even opgeruimd, met hamer en zaag arbeiden. In 1886 had hij er reeds drie honderd gezet. Zelfs drinkbaar water ontbrak er. Zekeren dag ontdekt Damiaan een natuurlijke waterkom en aanstonds legt hij een waterleiding aan. Ook voedsel en bijzonder de kleeren lieten veel te wenschen overDami aan stak zijn smeekende hand uit naar milde weldoeners en ook hierin werd voorzien. Met één woord, bij Dami- aan's aankomst was er niets door zijn toedoen kwam er alles. Tot na hun dood moest Damiaan zorgen voor zijn melaatschen. Velen waren te arm om genoeg geld voor een doodkist over te laten. Vroeger werden de lijken dan maar eenvoudig in een doek gewonden en zoo in den grafkuil neergelaten. De teergevoe lige herder kon dat niet over zijn hart krijgen; jarenlang timmerde hij zelf de kisten en begroef het afgeknaagde gebeente in de stille aarde om er daar na zijn requiescat in paceover heen te prevelen. Zoo heeft hij meer dan 1.500 kisten getimmerd. Op bijzondere wijze was hij bekom- de gezamenlijke poging beteekenen van Vlaming en Fries tegen den ge- meenen vijand, het geijkte Hollandsch der schoolvossen». merd voor de weeskinderen, voor die arme kleinen, die reeds in de eerste levensjaren door de .besmetting wa ren* aangetast en naar Molokai over gebracht. 't Was hartverscheurend ookzoo vroeg reeds waren de klei nen aan de liefde hunner ouders ont rukt. Op hun blozende wangen droe gen ze reeds het merkteeken van de dood en nu zwierven ze door de vallei zonder vader, zonder moeder. Dami aan zorgde voor een weeshuis en hij nam de plaats in hunner teergeliefde ouders. Zestien jaar lang heeft Damiaan zoo zijn taak voortgezet met den ijver en de zelfopoffering der eerste weken, met een idealisme, dat bestand was tegen misvormde gezichten en rotten de lichamen. Op dit laatste vooral moet de nadruk gelegd worden, want zoo dra de reukorganen onaangenaam ge prikkeld worden, zijn dikwijls de hoogste idealen een flauwte nabij. P. Damiaan's heldhaftig idealisme bleek opgewassen tegen het walge lijkste en meest afstootende, waar tegen de natuur in opstand komt stank, lijklucht en mismaaktheid. Veel heeft I'. Damiaan gedaan voor het stoffelijk.welzijn der melaatschen; ja, maar in dat alles had hij maar één doelde genezing der zielen die waren immers melaatscher dan het lichaam. Daarvoor sloofde hij zich af van vroeg tot laat. want Damiaan was eerst en vooral priester en God zegende zijn werk. Niets misschien werkte voordeeli- ger op het gemoed der zondaren dan die liefdadigheid van den edelmoedi- gen herder. Alhoewel het bijna allen protestanten waren, Zagen zij toch in dat hij, de katholieke priester, zonder onderscheid zorgde voor de protes tanten gelijk Voor de katholieken, ter wijl de 'protestantsche predikanten op Molokai niet te zien waren. Reeds twee maanden na zijn aan komst was het getal christenen van 200 tot 400 gestegen. De meeste me laatschen, die te Molokai toekwamen, waren ketters of protestanten, maar bijna allen bekeerden zich tot het waar geloofde liefdadigheid van den katholieken priester zegevierde. Alleen de katholieke godsdienst kon aan die arme ongelukkigen troost en opbeuring schenken in dit tranendal. De Mei- en Junimaand werden dan ook plechtig gevierd er werden mis sies gepredikt en processies gehouden en* het feest van 't Heilig Sacrament met de jaarlijksche groote processie was te Molokai een echte triomfdag. Reeds twaalf jaar ging Damiaan, ongerept en ongedeerd rond onder zijn zieken, tot hij op zekeren dag de eer ste sporen der vreeselijke ziekte waarnam. Hij was er verheugd over; eeuwig zal ik God voor deze genade dankbaar zijn schrijft h»j naar zijn broer. Doch de ziekte belet den moedigen missionaris niet nog vier jaar onver moeid voort te arbeiden. Met de wa penen in de hand zal hij trachten te sneuvelen. Toch werd de reus langzaam afge takeld. In de eerste maanden van 1889 begon hij merkelijk te verzwak ken. Zijn oogen verduisterden, zijn stem werd uiterst zwakneus, wan gen, hals, alles teerde weg. Den 15 April 1889 ontsliep hij zonder drama tisch vertoon, zooals heiligen sterven. De goede herder had zijn leven gege ven voor zijn kudde. De dood van P. Damiaan trok in één oogenblik alle oogen naar Molo kai. De grondtoon van de hulde, die hem uit alle kringen zoo gul werd toe gezongen, ligt uitgedrukt in die woor den van een pretestantAlleen de katholieke priester is ,doorgedrongen in deze hel der melaatschen. Hij is te midden van die stervenden gaan wo nen. te midden van die wanhopigen om hun den troost van het eeuwige leven te brengen. Reizigers van alle volken, die voorbijtrekt vóór de rots van Molokai, groet dien held». Van uit alle landen werd hem de uitbun digste lof toegezwaaid. Mogen wij dan niet met alle recht fier zijn Fier op de katholieke Kerk, die zulke mannen voortbrengtfier op onzen godsdienst, die zulke toewij ding ingeeftfier op ons land. dat op het eereveld der liefdadigheid altijd in de eerste gelederen strijdt Het bleef niet bij woorden. In 1893 werd door een Engelsch Komiteit. met den kroonprins als voorzitter, te Molokai. een gedenkteeken onthuld. Het was een groot granieten kruis met deze beteekenisvolle woorden Grootere liefde heeft niemand dan hij die zijn leven geeft voor zijne vrienden Het jaar daarop bracht Belgie zijn nationale hulde en richtte te Leuven een bronzen standbeeld op voor één zijner roemrijkste en held haftigste zonen. .Veel aangenamer moest voorzeker aan den martelaar van Molokai de daad zijn van zijne ordebroeders, die oók het hunne wilden bijdragen om den naam van Damiaan te vereeuwi gen en die daarom te Aarschot het Damiaangesticht openden, waar jon gelingen worden opgeleid tot het H. Priesterschap. En al is er bij de me- laalschen slechts plaats voor enkele «jFr-ijwilfigers f alien tra Dn en to eb niet denzelfden edel moedigen ijver als hun toonbeeld, Damiaan, te werken aan het zielenheil, hetzij hier in 't land, hetzij in de verre missies. 'Dat dan ons Vlaamsche volk niet nalate ook op zijne beurt dien groo- ten Priesterheid te huldigendat zijn beeld niet enkel sta te Leuven, maar dat het leve in het hart van ons volk. Vooral voor u, jongeren, vveze Dami aan voorbeeld! Gij, die het leven nog voor u hebt, maakt er een kunstwerk van zooals Damiaan gedaan heeft. Staal uw jeugdig idealisme in zijn vlammende ziel. Gaat en weest als hij een held op het terrein waar God u roept Me dunkt dat ik u in geestdriftige bewondering hoor antwoorden; «Ja, Damiaan, wij zijn fier op U en bren gen L". zoon van onzen stam, onze eerbiedige hulde. Gij staat daar vóór ons als een held, als een martelaar, als een heilige N. B. Deze notas werden genomen uit hét prachtige volksboek - Pater Damiaan», verkrijgbaar bij de EE. Paters der HH. Har ten, St-Antoniusberg, 9, Leuven. Baas Ganzenaonck, Roode Baas Atissiaen, is hoorndul. Dat gebeurt hem nogal eens vooral wanneer hij in de gemeenteraad de stof felijke belangen als een goed beheerder en op eene zeer... zakelijke manier be spreekt en behartigt. We zijn onder degenen die best ver staan dat iemand zich door z'n welbe kende en zeer gewaardeerde en alom-ge- waardeerde welsprekendheid laat meeste- pen en overmachtigen en brengen tot gramschap en dulheid. We verstaan dat ook best bij iemand die zich altijd wat bitsig en verbitterd voelt omdat hij niet, zooals hij gedroomd had, een schepenszeteltje mocht invullen met z'n we! gevoed persoontje of de bur- gemeesterscherp rond z'n confortabel buiksken mocht gorden. Maar z'n gramschap komt voort van de ctanvallen die hij vanwege de liberale pers de pers van zijn gewezen nartij- genooten nog tegen z'n zoo belangrijk persoontje te lijden heeft. De Gazette van Gent en De Vrij heid van Kortrijk hebben het immers gewaagd z'n coquetteeren met de fronters in 't algemeen en met Leuridan in 't bij zonder aan de schandpaal te zetten en te brandmerken. En daarop is Missiaen in eene gloeiende coleire geschoten... en hij... HIJ... heeft hen twee gepeperde brieven gezonden die hij met welbehagen in de Werkman overdrukt... Want dat mannetje is nog al tevreden van z'n eigen zelve. En het schrijftVerschillige liberale prullebladen zich onmachtig voelende, op ernstige manier het socialisme te bekam pen, vallen bij voorliefde vooraanstaande socialistische leiders (want ge moet ver staan dat Missiaen een vooraanstaande socialistische leider is... Dat kan immers niet anders N.V.R.) op de krapuleuste manier aan En die kraptileuze aanvallen zijn te schrijven dat Missiaen en Leuridan brie ven zouden gewisseld hebben, of persoon lijke gesprekken gehad dat Missiaen de knecht van Leuridan was en met hem in het Vlaamsch Huis pintjes dronk en kaart speelde. Ge ziet, beste lezers, dat het erg is..- zeer erg... en dat Missiaen gelijk heeft zich zoo kwaad te maken. En als dit waar is sta ik 500 frank van mijn loon af... en als dat waar is sta ik nog 500 frank van mijn loon af... en als dat allemaal waar is geef ik 1.000 frank aan de N. S. B. Wat moet die man van geld weten om zoo kordaat met de briefjes van 100 franks om te sprin gen... De werkerspartij moet hem goed en breed betalen, hé Maar het mooiste van al is dat hij aan den uitgever van de Gazette van Gent textueel schrijftGe zult wel moeten bekennen dat ge een echt krapuul moet zijn om dergelijke hatelijke beschuldigin gen die op niets berusten naar uwe po litieke tegenstrevers te werpen Wat vanwege een oud-volksvertegen woordiger nogal deftig en hoffelijk is... En zoo hebt ge er twee voile kolom men... 't is altijd gazettevullinge... Dat bewust eens te meer wat een puik Ypersch burgertje we in het persoontje van Mis siaen de heer hebben te bezitten... Dat doet eere aan onze stad, eere aan ons arrondissement... en vooral eere aan de genen die dat naar de Kamer hebben gezonden. We hebben in ons laatste nummer laten uitschijnen en bewezen dat de op- stelraad van 't Westland (dat jiu van uit Yper via Stavele en Aalst naar Lan- gemarek gereisd is) goed ineen zat zooals het een ernstig blad betaamt. We lezen nu in zijn laatste nummer op de eerste bladzijde van onder het volgende advies met vette lijn omkranstBestrij ding der Hoppekrisis. Op maandag 18 Oogst te 8 uur 's avonds in 't Vlaamsch Huis groote markt te Poperinghe komt er een bijzondere spreker de hoppekrisis uiteenzetten enz. en op dezelfde bladzijde bovenaan lezen we, met verbazing, het volgende advies in zeer vette letters over gedrukt Groote meeting op maandag 18 Augustus te 8 uur in de zaal van het Vlaamsch Huis Markt, Poperinghe. Spre ker Volksvertegenwoordiger J. Leuridan over «de Ondergang der Hoppekweek enz. We vernemen dus met innige belang stelling dat de bijzondere spreker M. Leuridan is en dat Meester Leuridan de bijzondere spreker is. We wisten reeds dat de z'n competentie in de hoppekwestie zeer te waardeeren is... daarvan heeft hij in de Kamer van Volksvertegenwoordigers over enkele we ken reeds het slaande bewijs gegeven. Eenieder herinnert zich nog zijne deftige!! en wel gedocumenteerde tusschen- komst, door Meester Vanden Bulcke en Butaye (pardon door Vanden Bulcke en Meester Butaye... Met al die Meesters zoudt er wellicht in verdolen) nagepiept en,door Minister Baels op treffende wijze in den grond geboord en weerlegd. 't Schijnt dat er daar bijzondere maat regelen zullen getroffen worden... Waar schijnlijk zal de redevoering van Meester Leuridan voldoende zijn om de hoppe kwestie in Belgie in een haai en een zwaai goed te maken... en de hoppekweek zal door Hem, nieuwe Messias, gered wor den. Wij hopen stellig dat al de hoppe- kweekers die aan hoppekweek en niet aan politiek doen daar zullen tegenwoor dig zijn. De 0 n ver m oe i bare j> liberal e Y pe r- sche Turners hebben zondag laatst te Yper een publiek feestje gegeven. Het feest liep goed van stapel totdat (in cauda venenum) het op z'n uiterste einde uitliep tot eene formidabele apo théose van de liberale partijen gedachte. Immers van de laatste pyramied die uit gevoerd werd,werd misbruik gemaakt om vijf groote blauwe liberale vlaggen aan den dag te brengen terwijl beneden slechts een klein Belgisch en een klein Ypersch vaandelken tebespeuren waren... wat van de vaderlandsliefde van de libe ralen, die daarmede nochtans plegen te bogen,'maar een flauw gedacht geeft. De Nationalisten hebben den 11" Juli het kioskop hunne mode» versierd... We zien nu de Liberalen van een open baar feest misbruik maken om aan poli tieke propaganda te doen... De beurt komt nu aan de Socialisten... Maar ze kunnen zeggen dat het vaan dels waren van de Congo waarop de gouden ster vergeten was... Het leggen van den eersten steen der Kaaimuren. Zondag laatst greep onder een giooten toeloop van volk de plechtigheid plaats van het leggen van den eersten steen der kaaimuren. De Burgemeester omringd van het Schepencollege en de Katholieke en Libe rale Gemeenteraadsleden woonden deze plechtigheid bij, opgeluisterd met de Harmonie Ypriana en het Brandweer korps. De Handelskamer van Yper was met een honderdtal leden opgekomen om deze plechtigheid te vieren. In eene gepaste rede wist Burgemees ter Sobry het nut van den vaart te laten uitschijnen, loofde en dankte al degenen die aan het sukses var. dit herstellings werk medegeholpen hadden #en drukte den wensch uit dat het herstellen van de vaart veel zou meebrengen tot den wel vaart van Yper en het Ypersche. H. Verstraete, hoofdingenieur van den Provincialen Technischen Dienst, deed daarna de geschiedenis van onzen vaart en toonde hoe het in het verleden mede- geholpen had tot den voorspoed van de stad. (Bij plaatsgebrek zijn wij de breedvoe rige teks van deze redevoeringen in ons aanstaande nummer over te drukken). Daarna onder het spelen van het Na tionaal lied en van het lied van O. L. Vr. van Thuyne werd door HH. Sobry, D'Huvettere, Verstraete en H. Vermeulen den eersten steen der kaaimuren inge metseld. De uitgenoodigde officieelen werden daarna ten Stadhuize door het Schepen college ontvangen. Het BESTE en ZEKERSTE middel om regelmatig het blad te ontvangen, is een abonnement vragen in de post op PAUSELIJKE GOEDKEURING Aan het Vatikaan was de Herderlijke Brief van het Belgisch Eprécopaat: den 27 Juni 1.1., ter gelegenheid van het Eeuw feest van Belgie's Onafhankelijkheid, afge kondigd overgemaakt. Zijne Eminentie Kardinaal Van Roey, aartsbisschop van Mechelen komt nu het volgende antwoord te ontvangen. STAATSSECRETARIAAT van Zijn Heiligheid. Uit het Vaticaan, 12 Aug. 1930. Eminentie, Zijn Heiligheid heeft, door bemiddeling van Zijn Excellentie Monseigneur den Apos- tolischen Nuntius, een afschrift ontvangen van den Herderlijken Brief dien het Bel gisch Episcopaat, waarvan Uwe Eminentie het hoofd is, gezonden heeft aan de Katho lieken van dit Koninkrijk, bij gelegenheid van het eerste Eeuwfeest van diens onaf hankelijkheid. Zijn Heiligheid de Paus heeft zich ge- waardigd Zijn hooge voldoening nopens de gepastheid van dit schrijven uit te drukken en heeft mij opdracht gegeven aan Uwe Eminentie, en door hare bemiddeling, aan al de leden van het Belgisch Episcopaat zijn gelukwenschen er over aan te bieden, want Zijn Heiligheid is van oordeel dat de Belgi sche Bisschoppen, door deze daad van her derlijken iever, den Godsdienst en het Va derland goed gediend hebben. Den Apostolischen Zegen aan Uwe Emi nentie en aan al de Hoofden der Bisdommen ESP

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1930 | | pagina 1