Het Familiehoekje Naar den IJzer H- Augustinus Ypersche Kroniek. Het plaatsen van den eersten steen der Kaaimuren te Yper. Kerkelijk Nieuws Bloemenstoet van 28 September 1930 Van den pauselijken brief wordt niets meer gerept... En met reden. Van de veroordeeling van Hermans wordt niet meer gesproken... En met reden... Nochtans had 't Westlandons eenige gepeperde artikelen beloofd. 't Westland heeft ook de spe cialiteit van hoogdravende en bom bastvolle hoofdingen. In zijn nummer van Zondag laatst lezen we met verwondering onder de naamteekening van Salut (die eene echte vlaamsche naam is, weze gezegd in 't voorbijgaan)De dertig duizend Vlaamsche gesneuvelden aan den Yzer spreken tot het feestvierend Belgie Mogen we vragen sedert wanneer die 30.000 gesneuvelde Vlamingen bij de Nationalistische partij werden in gelijfd 4s De Nationalisten plachten eertijds te zeggen Van onze dooden maken wij geen springplank EhEhZe schijnen mij fel veran derd... 't Is ook waar dat het maar is om aan hun politiek te doen. «In de dood liggen we geweldig glorieus schrijft Salut, de onbeken de gesneuvelde Vlaming, zonder to tentrekking. Ja glorieus! Maar jammer dat ge aan den Yzer uwe vulpen mee- hadt... dat doet uwe glorie wat ta nen... Zwijgen is onverbeterlijk. Er werd besloten in een der zalen van het Yzerkruis eene mosaïk te ver vaardigen«Vloek aan den oorlog». Vit reden van spaarzaamheid waar schijnlijk, richt het Komiteit een op roep tot al de Vlaamsche oud-strij ders 0111 hunne oorlogsdecoraties bin nen te dragen waarmee die mosaï- qtiemoet vervaardigd worden. Wij zijn ook vredelievende men- schen... We vragen ons nochtans af waarom die vloek tegen den oorlog tegen Belgie moet uitgespeeld worden. Was het misschien Belgie's schuld? Prof. Dr Daels schrijft... zal ieder nacht, op het uur van midder nacht, het uur waarop de aanvallen, de patroeljen werden gedaan, waarop de posten werden verwisseld, enz... I'rof. Dr Daels schijnt ons van zijne oorlogsjaren zooniet vele verbittering, toch veel bevoegdheid in oorlogskunde opgedaan te hebben. Schoenmaker, blijf bij uw leest... Donderdag 1.1. was het 1500 jaar dat deze kerkleeraar stierf te Hippone, stad van Noord-Afrika, bij de haven stad Bone. Zijn vader was heiden en zijne moe der een heilige vrouw. Pin deze H. Monica kon twee bekeeringen beko men Deze van haren geweldigen man, door gebed, stilzwijgenheid en verdul digheid deze van haren minzamen zoon door wijze raadgevingen, gebed en tranen. Als Augustinus geboren was werd hij niet gedoopt dat was een mis bruik dier tijden 1 maar alleenlijk door een priester geteekend met liet kruisteeken en wat gewijd zout in den mond gelegd. Alzoo werd hij be stemd om later gedoopt te worden en mocht aanzien zijn als een geloofs- leerling of catechumeen. Hij ontving onderwijs in zijn ge boorte-oord Thagaste, daarna in de bijgelegene stad Maduro en later in het wereldberoemd Carthago. Hier studeerde hij hard, werd onge lukkiglijk ketter en leefde een onre gelmatig en zondig leven. In de zonde van wulpscheid sleet hij 18 jaar. Hij was groote zondaar en werd groote Heilige. Na het eindigen zijner studiën stel de hij zich als leermeester, eerst in zijn geboortedorp Thagaste, daarna in Carthago, later in Rome en eindelijk in Milanen. Tegen het gedacht zijner moeder verliet hij Afrika om te gaan naar Rome en de plaats, waar die heilige vrouw den nacht van zijn weg vluchten overbracht, noemt men Mo nica's tranen Te Milanen, waar zijne moeder hem vervoegd had, kwam hij in betrekking Twaalfden Zondag na Sinksen Te dien tijde sprak Jesus tot zijne Discipelen Zalig de oogen die zien, hetgeen gij ziet Want ik zeg u Vele profeten en koningen hebben begeerd te zien, wat gij ziet, en zij hebben het niet gezien en te hooren wat gij hoort,en zij hebben het niet gehoord. En zie, zeker wetsgeleerde stond op om Hem te beproeven en zei Meester, met wat te doen zal ik het eeuwig leven bezitten En Hij zei tot hem Wat staat er in de Wet geschreven hoe leest gij het dan Hij antwoordde en zeiGe zult den Heer uwen God liefhebben uit geheel uw hert, en uit geheel uwe ziel, en uit al uwe krachten, en uit geheel uw verstand: en uwen naasten als u zei ven. En Hij zei tot hem gij hebt go d ge antwoord doe dat en ge zult leven. Doch hij, zijn zeiven willende recht- veerdigen, zei tot Jesus En wie is mijn evennaaste En Jesus hervatte en zei: zeker mensch kwam van Jerusalem af en ging naar Jericho, en hij viel onder roovers die hem ook uitschuddeden, en, na hem gewond te hebben, henengingen, en hem. half dood lieten liggen. Nu 't gebeurde dat zeker priester dien zelfden weg afkwam, en toen hij hem zag, ging hij voorbij. met den bisschop der stad, den H. Ambrosius. grooten Kanselredenaar. De sermoenen van Ambrosius, de tra nen zijner moeder, en zijne lezingen brachten Augustinus tot de volle be keering. Op 33 jarigen ouderdom werd hij door Ambrosius gedoopt en onmidde- lijk na zijn doopsel riep Augustinus uit: «Te Deum laudamus waarop de bisschop antwoordde: «Te Domi- num confitemur en die twee heili gen mieken daar gezamenlijk ons vermaard dank-liedTe Deum. Korts na dien stierf de H. Monica, over van vreugde, omdat haar zoon bekeerd was. Augustinus keerde later weer naar Afrika, waar hij meende te leven als voorbeeldige leek en het zijne bij te brengen voor de goede zaak. Tegen zijnen wil in werd hij door het volk gekozen tot paster eener openstaande christenheid, pries ter gewijd door den bisschop van Hip pone, die den geleerden Augustinus het jaar nadien als hulp-bisschop vroeg en bekwam. 35 jaar bestuurde Augus tinus dit bisdom, schreef te Hippone wereldberoemde boeken en... kon hij zijn wederspannig volk geen zoo goed maken of hij het begeerde, hij wrocht door zijne geschriften ten voordeele der H. Katholieke Kerk en ten voor deele van alle geloovigen der toeko mende tijden. Zijne relikwiën berustten langen tijd in Sardaigne en hedendaags te Pavie bij Milanen. Te Hippone bewaart men het een been van zijn rechtervoor-arm, in de basiliek daar in deze laatste tijden op getrokken. Ambrosius, Augustinus en Jeroom van Bethleem, alle drie wereldberoem de kerkleeraren zijn tijdsgenooten Jeroom reiziger en vermaarde schrift geleerde, Augustinus wijsgeer of phi- losophe en Ambrosius redenaar. Zondag laatst heeft de Bedevaart plaats gehad aan den Ijzer. Het doel van dien Bedevaart is de gesneuvelden herinneren een gebed er voren storten en op het graf van die dooden den eed hunner getrouwigheid aan 't Vlaamsche land vernieuwen onder den diepgevoelden wensch Geen oor log meer zoo als het staat op het reuzen monument dat 50 meters hoog zijn kruis ten Hemel verheft. Die Bedevaart heeft stil en eenvoudig begonnen. De eerste Bedevaart herdacht op 4 September 1920, te Veurne-Steenkerke, den Vlaamsche Kunstenaar Joe Englisch. Eenige honderden bedevaarders kwamen daar hun gebed storten. De 2e toog op 28 September 1921 naar Steenstrate om hulde te brengen aan de Gebroeders Edw.en Fr. Van Raemdonck op de plaats waar ze in malkanders armen sneuvelden. Daar waren 3000 bedevaarders. De 3* bracht op 27 Oogst 1922 liefde volle hulde te Westvleteren aan Renaat De Rudder den Heilige van den Ijzer genoemd. 4000 bedevaarders. De 4C kwam t'hoop op 26 Oogst 1923 op het Soldatenkerkhof te Oeren-Alverin- ghem.Om openbare eerherstel te brengen voor de 36 geschonden heldenhulde- zerkjes 5000 bedevaarders. De 5C Bedevaart vergaderde te Dik- smuide den 31 Oogst 1924, op het doodenveld... Daar was een stuk grond aangekocht voor het redden en samen brengen van de bedreigde Heldenzerk jes 8000 bedevaarders. De6e Bedevaart ging uit op 30 Oogst 1925.Zij was Vlaanderens klare antwoord op den officieelen aanslag tegen de zerk jes waarin er 500 moedwilliglijk ver brijzeld werden. Meer dan 30.000 bedevaarders die dan .eensgezind en plechtiglijk den eed van trouw aan Vlaan deren aflegden. Op die Bedevaart wierd 't besluit genomen een groot Vlaamsch IJzergedenkteeken op te richten. Op 7e Bedevaart 22 Oogst 1926. 60.000 bedevaarders. Op <5* Bedevaart 21 Oogst 1927, wer den de geredde zerkjes door de Vlaam sche Oud-Strijders naar de Bedevaart grond overgebracht.70.000 bedevaarders. Op 9" Bedevaart 19 Oogst 1928, groei de het getal tot 100.000. In de 10* Beievaart 18 Oogst 1929, waren er 120.000 mannen die kwamen getuigenis afleggen van hunne liefde en trouw aan Vlaanderen en met eenen be- toogen voor de algemeene vrede. Deze Bedevaart van 24 Oogst 1930 overtrof nog alle de bijeenkomsten. Het gedenkteeken is opgericht en onder den kruiskop hangt eene machtige klokke Insgelijks ging een leviet, die daar toe kwam, hem ziende, voorbij. Doch een zeker Samaritaan, die op reis was, kwam omtrent hem, en, hem ziende, werd hij van medelijden getroffen. En hij ging naar hem toe en verbond zijne wonden, daar wijn en olie opgietende, en hem op zijn peerd zettende bracht hij hem in eene herbergen bezorgde hem. En den volgenden dag bracht hij twee denariën voren en gaf ze de weerd zeg gende Draag voor dien mensch zorg en wat gij meer mochtet ten koste leggen zal ik vergoeden, als ik wederkom. Wie van deze drie, dunkt gij, is de naaste geweest van dezen die onder de roovers gevallen was Daarop zei deze Die aan hem berm- hertigheid gedaan heeft. En Jesus zei tot hem Ga heen, en doe evenzoo. Luc. X, 23-38. In dit H. Evangelie is er van dingen gesproken, ten eersten van 't godzalig geluk dat de discipelen hadden van Jesus te zien en te hooren. Dat groot geluk blijkt uit eene dobbele beschouwing 1 Al wat in de wereld ooit van grootheid en Heiligheid geweest was de koningen en profeten hadden begeerd hem te hoo ren en te zien, en zij hebben Hem niet gezien noch gehoord 2 Al wat in de wereld geweest was van verstand en wijsheid hadden naar zijne kennis ge smacht... en zij is voor hem verborgen Nele genaamd door E. H. Pastoor Blancke, van Cortemarck, gewijd. Deze moet blijdschap en droefheid luiden over Vlaanderen maar vooral triomf over de hergeboorte van 't Vlaamsche Volk in zijn eigen aard en in zijn zelfstandigheid in een groot en welvarend Belgie. Meer dan 130.000 duizend bedevaar ders waren rond 't gedenkteeken ge schaard. Die Bedevaart is niet revolutionair en al hoe wel er alle slach van elementen in zijn blijft hij vast eene grootsche betoo ging van het leven en de onbreekbare eisrïi van een volk dat wil naar weerde behandeld zijn en in zijne kultur ont wikkelen. Dat is zijn recht. Spijtig dat zulk een schoone en mach tige maar ingetogen en stille betooging kwadelijk gestoord wierd. Dat doet niets anders dan olie op 't vuur gieten, de ge moederen verbitteren en wrok gevoelens zaaien. Zij zijn tergend en doen meer kwaad aan de eenheid van 't land dan alle pro paganda. 4e 4C Dank moet toegekend worden aan al- wie het zijne bijbracht om bloedvergieten te voorkomen. Hoe onzinnig vredelievende bijeen komsten te gaan storen en op dusdanige manier. De leeuwenvaan moet niet be schouwd worden als anti-belgisch en roe- kelooze rekels moeten onze driekleur niet gebruiken als anti-vlaamsch. ST-JOZEFS BEROEPSSCHOOL TE YPER Kostelooze DAGLEERGANGEN (alle werkedagen van 8 tot 18 uur) voor alle ambacht van hout- en ijzer bewerking: teekenen, meubelmaken, schrijnwerk, timmeren, modelmaken, draaien, paswerk, mekaniek, electri- citeit, enz. (theoretisch en praktisch). Kostelooze ZONDAGLEERGAN GEN (van 8 tot 13 u.) voor alles wat den kleermakersstiel aangaatmaat- nemen, patroonteekenen, snijden, con fectie en aanpassen. Begin van 't schooljaar MAAN DAG 15 SEPTEMBER. Inschrijvingen en inlichtingen bij den Bestuurder (5, St Jacobstraat, Yper) best 't Zaterdags of 's Zondags voormiddags. Zonda^rust. De Apotheek van Mr Snoeck, Groote Markt, zal alleen open zijn op Zondag 31 Oogst 1930. Wij hebben in ons laatste nummer ver slag gegeven van deze plechtigheid die Zondag 17 Augustus hier in stad plaats greep, ter gelegenheid van het plaatsen van den eersten steen der kaaimuren dragende het volgende opschrift Hooge Vaart Gegraven in 1630-1640 Vernield in 1914-1918 Hersteld door Stad en Staat in 1930-1931 Hieronder volgen de redevoeringen die ter dier gelegenheid gehouden werden. REDE VAN DEN HEER SOBRY, Burgemeester. Mijnheeren, Ik heb de eer gehad U uit te noodigen tot het feest van het leggen van den eer sten steen der nieuwe kaaimuren. Wij houden feest, omdat de Staat be loofde de oorlogsschade te herstellen, door stad en streek ondergaan bij de oor logsverwoesting van de vaart van Yper naar den Yzer. Wij houden feest, omdat het den Staat beliefde de uitgeschrevene aanbestedin gen voor het bevaarbaar maken van de leege en de hooge vaart, van 't herop bouwen van 't sas van Boesinghe, van het maken van een nieuw sas ten Zuiden van de ijzerwegbrug van Boesinghe, voor 't oprichten van eene vastliggende brug op Boesinghe dorp, alsmede van het ver beteren der kaaimuren en der laad- en loskaai ten uitvoer te brengen. Wij houden feest omdat wij verhopen in 1931 de vaart weer te hebben, die Yper groef van 1630 tot 1640 onder Filip IV, Koning van Spanje, en 274 jaar be nuttig de tot de oorlogsverwoesting. Wij houden feest, omdat wij eindelijk weer toegang zullen bekomen tot de zee, gebleven. Gij ziet en hoort wat zij noch gezien noch gehoord hebben en daarin zijt gij gelukkig. Inderdaad is er iets in de wereld meer weerdig van alle pry's, van alle Heiligheid, van alle wijsheid en kennis... dan wel de vaste zekerheid te hebben dat er na dit leven een ander is een eeuwigleven dan den weg te weten naar de Eeuwig heid, dan te weten wat er moet gedaan zijn om ze te bekomen Dat overtreft alle kostbaarheid en dat hebt gij beko men met mij te kennen. Ten tweede van de beoefening der naastenliefde. Waarin bestaat ze in den evennaaste te beminnen en uit bermher- tigheid dadelijk bij te staan. Oud Raadsel. Te zei ver tijd kort ende lang 't maakt de eene blijde en de ander bang 'k zegge veel terdege en niemand spreekt mij tegen. Levenswijsheid. Over de zorg voor het kind. 'k Wou dat ik woorden had als vlie men... om te dragen tot aan 't diepste en. l.angs den Yzer, tot 's Lands vaarten, rivieren en stroomen, en, door beter ver keer, Yper's herleving uit nood en dood verwachten. Als wij zien dat er in 't jaar 1927, te Gent bij hoorbeeld, 2.428 schepen bin nenkwamen en 2.827 uitvaarden als wij lezen dat er 2.053.638 ton koopwaren binnengebracht en 2.045.705 ton uitge voerd wierden als wij vernemen dat er, namelijk, 273 inkwamen geladen met 522.460 ton kolen, 177 schepen met 196.557 ton hout, 49 schepen met 110.108 ton chimieke vetten, 22 schepen met 750.056 ton petrool en essence, en 475 schepen met 342.587 ton allerhande koop waren als wij vaststellen dat er, uit Gent, 585 schepen 398.403 ton ijzer ver voerden, 131 schepen chimieke voort- brengels uitleverden, en 19 schepen de haven verlieten met 3.940 ton brijken als wij weten dat er 16 beurtschepen vaarden tusschen Gent eenerzijds, en Rotterdam, Amsterdam, Terneuzen, Ant werpen, Brussel, Oostende, Brugge, Rousselare, Aertrycke, Leuven, Aalst, Selzaete en Aeltre anderzijds waarom zou Yper niet mogen verhopen Engelsche kolen uit Engeland, Noordsch hout uit Noorwegen, en fosfat en petrool uit Amerika te ontvangen langs de vaart die Yper verbindt met de zee Waarom zou Yper geene beurtschepen, gelijk vóór den oorlog, kunnen zien in-en uitvaren, ge laden met zand, graan, brijken en aller hande landbouw- en nijverheidsvoort brengsels Verheugen wij óns en houden wij feest, omdat Yper, benevens goede straten en wegen, en trein en tramlijnen, en autobus diensten, eenen waterweg bekomt, die toelaat allerhande koopwaren goedkoopst in- en uit te voeren, en een nieuw hulp middel krijgt om handel en nijverheid te bevoordeelingen. Ik bedank den Heer Hoofdingenieur Verstraete en zijne gewaardeerde mede werkers voor de studiën, de opzoekingen, de plannen en berekeningen die zij voor de vaart gemaakt hebben en nog te ma ken hebben. Ik bedank de aannemers Byttebier, Vanderghote en Monbaliu, die nu aan 't werk zijn om de vaart, de Boesinghe- brug en het nieuw sas te maken, alsook alle vroegere aannemers van gedeeltelijke aanbestedingen voor het deugdelijk werk dat zij uitgevoerd hebben en nog uit te voeren hebben. En eindelijk ik bedank al de overheden en al de Yperlingen hier tegenwoordig, die de goedheid hadden deze plechtigheid met hunne tegenwoordigheid op te luiste ren, en alzoo een bewijs gaven van hunne deelneming in onze vreugd, van hunne genegenheid voor de stad, en van nun verlangen om Yper, dat streed en leed en stierf voor 't Land, te zien herleven tot meerdere eer en welzijn van volk en vaderland. REDE VAN DEN H. VERSTRAETE, Hoofdingenieur Bestuurder van Bruggen en Wegen. Geachte Heer Burgemeester, Mijnheeren, Ik bedank den heer Burgemeester voor de melding die hij komt te geven aan de ambtenaren van het Beheer van Bruggen en Wegen die zich met het herscheppen der vaart van Yper naar den Yzei onledig houden. Zijn woorden zijn aangenaam om hoo ren, niet zooveel voor de eer, maar wel omdat ze getuigenis geven dat de kracht inspanningen die moesten aan den dag gelegd worden om dit jaar nog de werken te kunnen aanvangen, hier gewaardeerd zijn. Wat bijzonderlijk die ambtenaren met goeden luim bevangt, is de menigvuldig heid der aanwezige personen in dit feest. Een lucht van blijdschap schijnt ze te omvangen, en dit bewijst hoe de Beheer ders der stede en dezes inwoners trillen van ver.angen naar middelen om gele genheden te bieden nijverheid en handel te stichten met de beste kans van voor spoedige ontwikkeling. Dit verlangen is een teeken van hoop. Waar hoop is ontwaakt leven en meed. Waar moed is mag vooruitgang verwacht worden. Onder gezegde middelen hebben de Yperlingen, van in de oudste tijden af, de bezitting van waterwegen en eene scheepsverbinding met de zee op de eerste plaats gesteld. Al werd het woord nimmer uitgespro ken, laat de geschiedenis van Yper, in betrekking met haar vaart, klaar zien dat, gedurende gansch het tijdstip der middel eeuwen, hier gestreefd werd naar een soort van Yper-Zeehaven. Gezien den bloei van handel en nijver heid in deze streek, was die strekking diep van der ouderen ziel en geweten Geep werk ter wereld is meer noodig, meer hoogweerdig, meer dringend, meer loonend of meer straffend, vreeselijker... dan de zorg en de opvoeding van 't kind! Het eerste, op dat punt, waarvan de ouders moeten doordrongen zijn is de onmeetbare dracht van hun werk. Zij brengen op de werelden zijn de werktui gelijke oorzaak van het ontstaan van een wezentje dat met een onstervelijke ziel begaafd is. Bijgevolg zij brengen op de wereld een wezentje, dat, eene ziel hebbende, zal snakken om gelukkig te zijn, en dat, eene onstervelijke ziel hebbende, van eersten stonde van zijn bestaan, zal staan vóór eene Eeuwigheid ...Zij stellen dan we- zentlijk, en zonder dat het kind het weet of gevraagd heeft, een wezen vóór eene Eeuwigheid, die dit kind noch verdrijven noch vermijden kan, en dat het alleszins zal binnen gaan. Wie en voelt de onmeetbare dracht niet van de zake een onstervelijk wezen stellen voor een Eeuwigheid die het alles zins zal en moet ingaan. Het tweede is de ontzaggelijkheid van dat werk. Dat leven en die Eeuwigheid kunnen gelukkig zijn t. t. z. 't kan een leven zijn van blijdschap, vreugde en Godzaligheid. Zonder einde en zonder perk ('t is zelfs daarvoor dat God het leven geeft) maar dat leven en die Eeuwigheid kunnen ook verwaten en voor het Ypersche, voorheden, niet over- d reven Toen, in het begin der XIIIC eeuw, de voortbrengselen van zijn werkzaamheden 'door den vreemde zoo geprezen waren, voelden de voorvaderen zich geprikt, bij gebrek aan scheepvaart, hunne koopwa ren enkel door bemiddeling der brugsche handelaars te kunnen overzetten. Zij wilden kost wat kost zich aan den band dier tusschenkomst onttrekken en deden voetstappen op voetstappen bij de Gravin Margaretha van Burgondië om een waterweg te bekomen die, langs den Yzer, Yper met de haven van Nieuport zou verbinden. Dank aan hunne stevige aanhoudend heid werden die pogingen met goeden uitslag bekroond en, in 1215, werd een vaart gedolven van Boesinghe naar het Fort van Knocke. Te gelijker tijd werd de Yperlee uitgediept en verbreed tus schen Boesinghe en Yper, en voorzien van een overdrachtdie de schepen van het boven- naar het benedenpand bracht en omgekeerd, zoodat de vaartui gen binnen de stad konden dringen. Dit is de oorsprong van den watergang die heden nog de kaaimuren besproeit. Om tot hun oogwit te komen hadden de Ypersche gezanten veel beloofd en wellicht de noodlottigheid van den toe stand overdreven. Maar de bevolking hield er aan te bewijzen dat ze de beko men gunst waardig was zij spande alle mogelijke pogingen samen om het scheepsverkeer te doen ontstaan en ont wikkelen. Vastberaden en met echten durf knoop ten de handelaars van Yper rechtstreek- sche betrekkingen aan met den vreemde, en hun buitengewone krachtinspanning was zoo vruchtbaar dat, 15 jaar nadien, de vaart te klein geworden was om te voorzien in de noodwendigheden van het vervoer per water. Reeds in 1265 moest de vaart van aan den «overdracht» van Yper tot aan Knocke verbreed en verdiept worden. Spijtig genoeg is de grond der streek ongunstig voor het aanleggen van diepe watergangen. Oeverinstortingen gepaard met aansluiking deden zich regelmatig voor, hetgeen groote belemmering ver wekte. Niettemin hielden de Ypersche nijve- raars stand. De moedige bevolking strekte hare be drijven maar voort breeder en breeder uit. In den loop der XIVC eeuw was haar handelsgebied zoo belangrijk geworden dat de waterweg naar de zee opvolgenlijk door Graaf Robert van Bethune, Graaf Lodewijk van Maele en Hertog Philippe van Burgondië opnieuw onder profiel gebracht werd. Het behoud der vaart was voor geheel Vlaanderen zoo ernstig dat deze laatste vorst de steden Brugge en Veurne dwong het hunne bij te brengen om in het onder houd van het kanaal van Yper naar Nieu port en zijns oevers te voorzien. Later, in 1643, toen Brugge reeds zijn scheepvaart verloren was en den uitheem- schen handel van West-Vlaanderen naar Antwerpen overging, deden de inwoners van Yper eene laatste poging om hun haven te redden. Herhaald aandringen bracht de spaan- sche regeering ertoe op haar beurt de be vaarbaarheid van het kanaal heel en al te hernieuwen. Van dien tijd dateeren het Sas van Boesinghe en de nog bestaande kaaimu ren van Yper. Het eerste werd opgevat en uitgevoerd door den Ingenieur Dubié, en gegronde vermoedens laten toe te veronderstellen dat de kaaimuren opgetrokken werden onder het geleid van denzelfden bouw meester. Wanneer men aanschouwt wat heden daags gebeurde en hoe men er toe kwam de vaart van Yper naar den Yzer nog maals te hergraven, moet men afleiden dat de bewoners van Yper den aard hun ner voorvaderen niet heelemaal van kant geworpen hebben. Op hunne beurt hebben zij krachtdadig de begeerte getoond den alouden scheeps- weg naar Nieuport te behouden. Dit is een allerschoonst voorteeken. Nogmaals zal het Ypersch volk eraan houden te bewijzen dat het vastberaden is den bloei zijner stede met den meesten ijver te bewerken. Reeds in de aanbestedingen der begon nen werken heeft Yper een blijk gegeven van wilskrachtzijn aannemers hébben zich het belangrijkste deel weten toe te eigenen. Mochte die geluksbode een echte voor spelling zijn. De aangenaamste belooning die het Beheer van Bruggen en Wegen kan ten ongelukkig zijn t. t. z. een eindeloos leven van lijden en pijnlijkheid, van knagen en armzalig verdriet. Dat kind is er voren gesteld en voor hem 't kan '1 een of het ander zijn maar ook 't zal en moet het een of het ander zijn. Ouders voelt gij niet het ontzaggelijk gewicht dat op uw herte weegt, 't is gij, die dat kind gesteld hebt... voor die schrikbaren noodkeus van de eene of de andere Eeuwigheid 4e Opvoeding. Weten is den akker Willen is de ploeg Werken is de voor Strooit er 't zaad der braafheid in Gods geest kweekt den vracht der [welvaart in. 4t Het ei. Met kaas en eiers kan men over den weg en op reis zegt een oude spreuk. Het ei kan als voedsel dienen, maar kan ook als geneesmiddel gebruikt wor den en is gebruikt. 't Is veel als voedsel gebezigd en met reden onder eenen kleinen omvang en bate komen is de overtuiging te moge: opdoen medegeholpen hebben in de her boring eener stad zoo verdienstelijk we gens de offers die ze haar getroost heti- om de vrijheid van het gansche Vader land te redden. Heil de stad Vper Heil de toekomstige ontwaking van haar bloei Heden Zaterdagavond van 7 1/2 tot 8 u. zullen overal de klokken geluid wor den om den triomfdag aan te kondigen die te Mechelen gevierd wordt ter eere van Christus-Koning in deH. Eucharistie. Zondag aanstaande zal het Allerheilig ste ter aanbidding uitgesteld worden in alle kerken, gedurende twee uren. Alis geloovige christenen wordendringend verzocht ter H. Tafel te naderen, Zondag aanstaan de en hun H. Communie te willen op dragen tot de volgende intentiën 1. Dat onschristen volk op al de zon dagen van het jaar meer getrouwelijk en godvruchtig de H. MIS bijwone. 2. Dateerherstelen uitboeting aan 0. L. Heer gegeven worde voor de heilig schennissen tegen het Allerheiligste Sa crament bedreven, vooral in het beproef de Rusland. 3. Dat het zedelijk leven onder ons christen volk sterker en dieper worde, door een vurige godsvrucht jegens Onzen Lieven Heer in zijn aanbiddelijk Sacra ment. 4. Dat het gebruik van de veelvuldige ja dagelijksche Communie, moge toene men, ten einde de Katholieke Aktie te be zielen en vruchtbaar te maken. In St MAARTENS: OP DON DER DA G 4 SEP T EMBER 1930. 's Avonds te 6 u. wordt de schoone en zegenrijke oefening van het Heilig Uur» gehouden Meditatie, gezangen en gebe den, met uitstelling van het Allerheiligste. OP VRIJDAG 5 SEPTEMBER 1930. Eersten Vrijdag der maand te 7 uur, Solemn, mis ter eere van het H. Hert van Jezus, alg. Communie en Akte van Toe wijding. 's Avonds te 7 u. plechtig Lof Akte van Eereboet en kort Sermoen. In St PIETERS: Z. E. Heer Macnutt, engelsche priester legeralmoezenier gedurende den oorlog, overhandigde Woensdag 1.1. aan Eerw. Pastor van St Pieters, twee misboeken, in 1915 van uit de puinen der kerk mede genomen Een boek der Requiem-missen gedrukt in 1776. Een boek, groot formaat, 55x40, met lederen omslag, de gezongene gebeden der mis van den H. Geesten der gewone Requiem-mis bevattende, alle noten en woorden op groote schaal met de hand(?) gevormd. Het handteeken van dit ge wrocht luidt als volgt Ten voordeele der Heeren-Ieden va de zeer oude en vermaarde confrérie van den H. Geest drukte Bonte-Caproen, ge vestigd in Yper, dit misboek D. Robertus Vast, kloosterling van Sint .Jansabdij. Yper, 28 Juli, 1709. :fc Het comiteit der eeuwfeesten heeft de eer ter kennis te brengen, dat de inschrij vingen voor den bloemenstoet onweder- roepelijk zullen gesloten worden op Maandag aanstaande 1 September om 15 uur. ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD van ft/iaandag 25 Oogst 1930, M. Declerq, onpasselijk, laat zich ver ontschuldigen. Na lezing van het verslag, worden9 aanvragen voor grondvergunningen op het stedelijk kerkhof goedgekeurd. Een verwisseling van grond tusschen de staat en de stad om de Basculestraat te verbreeden wordt goedgekeurd. De aanbesteding voor de onderhouds werken van de buurtwegen van St Jan- Zillebeke en Yper-Pilckem gafals uitslag: laagsten aanbieder Mahieu Henri voor' 12400 fr. Den openbaren onderstand vroeg een gunstig advies voor de verbeteringskap- pingen in bosschen, alsook eene pacht- vermindering toe te staan, aan Moncker- hey Hector, van 36671 ïr. te brengen op 27000 fr. wel in een kaske weg gesloten ligt er veel en deugdelijk eetstof. Een gewoon schoon hen ei weegt in 't algemeen 60 gr. of wat minder en 6 gr daarvan af voor de schaal, daar blijft va: 50 tot 54 gr. voedstof. Het ei bestaat uit twee klaar onder scheidbare deelen Het witte en de dooier. Die twee deelen zijn in verhou ding tot malkander 2/3 en 1 3 zoodat het witte daaromtrent dobbel gewicht heeft van de dooiers of de dorre... Doch het witte heeft daarom de dobbel voec- kracht niet van de dorre. Het witte dat 35 of 36 gr. weegt be houdt 4,68 gr. eigentlijk albuminein de dorre die rond de 18 gr. weegt bevat gr. albumine en 5,76 gr. vet. De dorre is dus het kloekst en geert meest warmte terwijl dat het witte meer stof geeft van herstel. Bovendien in 't f ligt er nog ijzer en phosfaat en Lecithii d. i. een stof die den eetlust opwekt er met eenen voedt... Het ei is een goed voedsel. Een kopt*' eiers is zooveel weerd als eene kle': pinte melk of als 50 gr. beste vlees-' Het ei heeft altijd eene groote roi gr* speeld in de voeding van ons volk Maar 't was altijd aanschouwd ais ee' kostelijk voedsel. 't Is in de spreuk* gerocht en zelfs in de raadseis zoo iT men teer als een ei en hij gaat g: lijk op eiers.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1930 | | pagina 2