Handelsbank de eerste Vlaamsche Bank boekt, NA OPSLORPING VAN ANDERE BANKEN 25 millioen Fr. Kapitaal 15 millioen Fr. Reserves De dood van Yperen WEET GE WAT 53' Jaar. - Nummer 30. 35 Centiemen. Zaterdag 25 Juli 1931 Katholiek "Weekblad van het Arrondissement Yper De Boetprocessie Van Veut^ne N. V. Hoofdzetel GENT, Kalanderberg, 1. Bijhuizen ANTWERPEN, Lange Nieuwstraat, 17. BRUSSEL, Wetstraat, 84, enz.i 253 Agentschappen en Kantoren in Oost- en West-Vlaanderen an Brabant. Uolk ABONNEMENTPRIJS 1 Jaar 18 fr. 6 maanden 10 fr. 3 maanden 6 fr Men abonneert in alle Postkantoren en in het Opstelbureel ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND 28 frank. Od het Opstelbureel alleen te vragen. BEHEER EN OPSTEL io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER Postcheckrekening 40.201 Cj casibr) waar op alle wekedagen alle inlichtingen te bekomen zijn vau 14 tot 16 uur. AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst. Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG ten laatste ingezonden woraen. Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den WOENSDAG avond Midden liet vlakkeland waar een maal onze kanonnen vuur en ij zei- naar den vijand spuwden, daar ligt heden het frissehe stadje Veurne. En telken jare stroomt op den laatsten Zondag van Juli een groote menigte volk van wijds en zijds naar Veurne, om er de aloude boetprocessie te zien. Het is de moeite waard. Veurne is preutsch met zijn processie. Want het is een deel van zijn stadsroem. Vlaanderen is een gezegend land: de menschen houden er van hun de votie ten toog te brengen in kleuren en beelden, in doeken en zangen. Dat is al eeuwen en eeuwen alzoo: denk aan Brugge's Heilige Bloedproces sie, aan Kortrijk..., enz., de rij is zoo lang. En de geestdriftige samen werking om heerlijk H. Hartestoe- ten en H. Sakramentsprocessiën op de been te brengen, bewijst genoeg dat die vrome zin nog niet dood is. Veurne's Boetprocessie. Zeg me eens van wanneer die al bestaat, of beter waar haar eerste begin als processie of ommegang ligt. Wordt er niet verteld dat de vlaamsche graaf Robrecht van het Heilig Land terugkeerde met een groot stuk van het ware Kruis des Heeren. Zijn schip werd door een storm verrast. De golven sloegen dreigend hooger en hooger. Maar 't ongeweerte bedaarde als de graaf beloofde zijn kostbare relikwie te schenken aan de eerste kerk wiens toren hij zou zien. En Sinte-Walbur- gakerk van Veurne was de eerste kerk die de graaf in 't zicht kreeg. Om deze heuglijke gebeurtenis te vieren werd er een spel ingericht, 't Mysterie ende sinnen van den Heiligen Cruce De Veurnsche re derijkers wilden aldus het heilig Kruis vereeren met dat mysteriéspel te spelen. Doch het bleef waarschijn lijk bij geen vereering. Ze pakte het spel en de feeste zoo wereldsch aan, dat de geestelijkheid er tegen op kwam. Maar het zou bij een uitslui tend verzet niet blijven. Er werd met tijd en omstandigheid een nieu we plechtigheid ingericht, en wel den uitgang van een boetprocessie in 't jaar 1644. Wie nog een beetje over geschiede nis afweet, zal wellicht nog onthou den hebben, dat ons land te dien tijde harde momenten beleefde. Frankrijk en Spanje waren in oorlog, en Belgie had daardoor veel te lijden. Veurne ligt zoo ver van Frankrijk niet af. En om betere tijden van den Heere te bekomen, werd er door de Paters Capucienen van de stad een veertig urengebed ingericht, alsook een boet processie. In 1636 was er te Veurne een so- daliteit tot stand gekomen, die er zou voor zorgen dat er jaarlijks een pro cessie zou uitgaan ter eere van den Gekruisten Zaligmaker. De leden van die sodaliteit zouden nu meegaan in die boetprocessie. En het was een echte boetegang ookonder ruwe boetepij, met ontbooten hoofde en blootvoets over de straat, zoo droe gen ze groote kruisen. Anderen droe gen de oude beeldengroepen die 's Heeren Passie voorstellen. De omstandigheid van dien boete tijd en het feit van het aloude Myste riespel van den Heleghen Cruce s> hebben samen met nog een andere gebeurtenis van heiligschennis, den vorm en inhoud grootendeels van de huidige processie bepaald. Celis ver telt in zijn Volkskundige Kalender het volgende over die heiligschennis uit de jaren 1650«Zekere Mannaert, soldaat, die zeer bijgeloovig was, dacht dat de asch eener geconsacreer de Hostie op de borst gedragen, veil maakte voor onheilen. Daarom na derde hij ter H. Tafel, spuwde de H. Hostie in zijn zakdoek uit, en ver brandde ze in een herberg. Na zijne daad werd hij zinneloos en doorliep de stad. Men hield hem aan en bij veroordeeling stierf hij den dood. En om God te smeeken deze heilig schennis op de stad niet te wreken, werd er ijverig gewerkt om de aloude processie weer luisterrijk als weleer in te richten. En waarachtig schoon is het om zien hoe heden nog, groot en klein, samen gaat in deze processie om er de talrijke Oud- en Nieuwtestamen tische groepen te verbeelden. Er wordt gesproken door profeten en koningen, zoodat deze kleurige pro- cesie als een wandelend passiespel lijkt. Voor moderne menschen mag het wel een beetje vreemd lijken die antieke en stijve gezichten op de beelden voor oogen te krijgen, maar het is aangrijpend schoon als we be denken hoeveel geslachten die zelfde beelden hebben gedragen met een schoone en diepe devotie, waarvan dë menschen van heden zooveel verloren hebben. De menschen stellen bij hun bezoek ook veel belang in den groep der Kruisdraging, immers de val van Christus onder het kruis wordt eï ook verschillende malen uitge beeld. En dan de groep der boetelin gen. De zware kruisen over boetende schouders vullen de straat. Er valt een stilte over de menschen als die boetelingen passeeren. Zijn daar soms geen edellieden bij naast arme menschen? Zondaars, misschien niet meer dan wij allemaal. En ik meen lippengeprevel te hoorenHeilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars Op de aanplakbrief, die jaarlijks deze processie aankon digt, staat een kijkje uit dezen groep stemmig weergegeven. Ook het H. Sakrament wordt in de processie ge dragen. En er luiden klokken uit den kloe ken St-Nikolaastoren. De schriftge leerden praten duchtig ondereen, een grijsgebaarde profeet kondigt plech tig den Messias aan, en de goede Moeder Maria spreekt: God gave dat ik nu hier een mensch kon vinden die liefd' heeft tot mijn kind, dit zoud' mijn hart ontbinden... O, die oude woorden, van 't jaar 1694 reeds, ze zingen nu nog in hun simpele schoonheid de vroomheid van vroeger. Ja, Veurne mag preutsch zijn op deze, zijn processie, op dit, zijn wan delend passiespel. Het is een stukje van zijn naam. En God geve dat de ze uiting van godsvrucht nog jaren en jaren moge voortbloeien. Een boek van Wilhelm Sehreincr: De Duitsehers in Vlaanderen. Een waar schuwing. VERDACHTE STREKKING Een boek, een oorlogsboek, dat er zich aan verwacht veel ophef te maken in onze gewes ten. Of het zal? Het is al een heel groot vraagstuk met een oorlogsboek voor den dag te komen als wij den oorlog reeds meer dan vijftien jaar bachten den rug hebben. Late varen met zulk een oorlogsboek. Omdat men in dit boek een beetje van alles kan vinden: schering en inslag ervan is de ophemeling van de Duitsche Kuituur en Vaderlandslief de. Laat het maar seffens van mijn hart: er is een luchtje aan dat boek; alleen de naam van den schrijver laat reeds vermoe den dat een duitsche hand er niet vreemd aan is. De duitsche strekking waarvan het boek wemelt spreekt ten anderen klaar genoeg in dit opzicht en de echt duitsche haat en af keer voor de Verbonden Mogendheden, voor al voor de Engelschen die uit het boek zwee- ten, zeggen genoeg dat wij hier te doen heb ben met een zoo niet echt duitsch produkt, dan toch met een duitsche -Ersatz Het werk zweet duitschgezindheid uit al zijn poriën. En ik zei dat er van alles in te vin den is, zelfs leugens en grove leugens. Gelo gen is, bijvoorbeeld, de plaats waar er voor den zooveelsten '-eer spraak is van de dum dum kogels, ge..>gen de plaats waar een Ypersch meisje voorgesteld wordt dat spuwt in 't aangezicht ^an een dultschen gekwet ste of burgers, die gekwetsten met messen aanvallen. Gelogen, het laffe gedrag van dien dokter met zijnen zwarten baard uit het gasthuis, die er maar op bedacht was om zijn eigen vel in 't drooge te brengen en zijne zieken Het liggen onder het vijandelijk geschot. Ik k:n dien dokter heel goed en heb hem aan 't werk gezien; hij verdient niets anders dan lof. GETUIGENISSEN Hoe de duitsche gekwetsten in de ambu- lancies bachten het front in Yper behan deld werden, bewijzen volgende getuig schriften, spontaan afgeleverd bij 't verlaten van de ambulancie, ingericht in de Kaserne Sinte Barbara. Ik vertaal: de orginieele bewijsstukken liggen ter ieders inzage. H, Zimmermann schreef in 't fraasch en In 't duitsch, W. Könneker in 't duitsch alleen: o Uit naam van de zich hier .bevindende gewonde Duitsehers, zou ik willen den heer Dokter B... onzen dank uitspreken voor de uitstekende geneeskundige behandeling en liefdevolle verzorging die ons hier ln rijke mate toegedeeld werden. (w. get.) Heiniich Zimmermann, oorlogs vrijwilliger bij -het Res. Inf. Regt. 214; O. Bomgaurn, privaat. Berlin N. W. 40. In de tent 221. Uit naam der gewonde Duitsehers, opge nomen in de annexe van het militair hospi taal, kazerne Sinte Barbara te Yper, wilde ik Mr Dokter B... mijnen diepen dank be tuigen voor de teedere zorgen die hij aan ons heeft besteed als geneesheer en als mensch. 30 Oct. 1914. (w. get.) Heinrich Zimmermann, vrijwil liger bij het Infanterie reserve regiment 214, 6° compagnie, Berlin N. W. 40, in tent 221. Ik stel vast wSOr den heer Dokter B..., dat de Duitschen in het hospitaal Ste Barbe te Yper, zeer goed verpleegd werden. (w. get.) TVelhelm Könneker, Reserve In fanterie Regiment, 215, 1" Compagnie. Onze Schreiner komt zoo niet te laat, dan toch ten onpas met zijne onwaarheden. Al die deuntjes van slechte behandelingen en dum-dum-kogels zijn al lange afgezaagd en komen bij alle oorlogen uit de voddenmand om den vijand er meê te bekladden. Schreiner bedrijft de fout van te denken, dat de menschen die hem lezen hun ver stand verloren hebben of voor een tijdje op zij gezet. Een zonderling boek ook, dat begint met eene letterdiefte. De man Schreiner met na me, begint met den titel te stelen van het prachtig boek, gedurende den oorlog geschre ven ln 1916 en verschenen bij L. J. Veen, uitgever, Amsterdam: «De Dood van Yper» door Caesar Gezelle. Ofwel Schreiner kent dat boek en dan is zijn doen een diefte, ofwel hij kent het niet, maar dan moest hij wat omzichtiger te werk gaan bij het kiezen van zijnen titel. Een boek waarop ik niet zou durven zweren dat het te goeder trouw geschreven is. Het verwondert ons dat de Nieuwe Rot- terdamsche Courantzooveel lof besteedt aan zulk een onbenullig boek. Want van de vele oorlogsboeken die ik gelezen heb, ls dit een van de saaiste. De Courant slaat den bal heelemaal mis waar hij Schreiner's boek eenvoudig, sober, oprecht en sympathiek noemt. Van oprechtheid kan er geen sprake zijn. Bij 't lezen van dit boek komt al seffens op den voorgrond het tendencieus en anti belgisch karakter ervan. De schrijver zit nog met de gedachten en vooringenomenheden van een duitsch soldaat in 1914. Hij vlecht door zijn verhaal onmogelijke verhalen van vrijschutters. En wij vragen ons af waar de indruk van onrechtheid vandaan komt. Het verhaal is opgeschroefd, langdradig, eentoo- nig om er bij te geeuwen. Alwie de streek van Roeselare en Yper zeer goed kent, zal getroffen zijn over zekere bijzonderheden die de schrijver in zijn verhaal mengelt. Hij kan lang in dien secteur verbleven hebben en de streek goed kennen, maar zijn aangiften van streek en plaats zijn zoo juist en zoo percies dat hij moet ingelicht geweest zijn door Iemand van ter plaatse zelf. Aan sommige opgaven van bijzonderheden kan men erkennen dat die medewerker van ter plaatse zelf sterke neigingen heeft tot het pangermanisme. Sommige plaatsen van het boek, met beschouwingen over het vlaamsche ras, voeren ons terug naar de schriften van een zekeren hollandschen do minee met naam Domela Nieuwenhuys Nye- gaard, gewezen pasteur te Gent en te Oost ende, ingever en eerste bewerker van de propaganda van Jong Vlaanderen onder de duitsche bezetting. Deze kende op zijn duimpje de streek van Roeselare waar hij Calvinistische propaganda aan 't voeren was. De medewerking van Dominee Domela Nieuwenhuys aan het bewuste oorlogsboek lijdt geen twijfel. De gentsche protestantsche pasteur heeft in 't begin van den oorlog in het blad voor duitsche propaganda De Toekomstin 1915 een oorlogsboek laten verschijnen. Som mige texten ervan zijn woord voor woord overgenomen in het boek van Schreiner. Nieuwenhuys en Schreiner hebben aan het zelfde ziekebed gezeten, ze hebben denzelf den brief geschreven, ze hebben hetzelfde gebedenboek in handen gehad en hebben dezelfde bekentenissen ontvangen van het slachtoffer der vrijschutters op eene hofste de bij &»decl Het zou me niet verwonderen ware onze Schreiner zelf een protestant: zijn werk geeft het uit. Hij boft in zijn verhaal met de zalige uitwerksels van de bezoeker aan 't hospitaal door den Pasteur Nyegaard. Hij heeft dus den activistischen dominee Domela Nieuwenhuys Nyegaard gekend en met hem samen gewrocht. Gelukkig bestaan er nog andere menschen dan pro-duitsche dominés, menschen die ook wat gezien en gehoord hebben van den oor log. Anders zou zoo'n boek als dit veel kwaad kunnen. Het ls geschreven ln 't Nederlandsch wel met Duitsch doorspekt, maar toch in 't Nederlandsch en waarschijnlijk bedoeld om in Vlaanderen veel gelezen te worden. 't Is waar, het komt wat laat en de men schen zijn reeds beu van oorlogslitteratuur, maar toch kan het zijn kwaad en daarom kunnen wij niet genoeg waarschuwen tegen het koopen en lezen van zulke boeken. Ca- veant Consules! Er is look in den meersch! Dr H. BRUTSAERT, Kamerlid, Met de duitsche krisis verlieten 500 mbffen dhs schone Blanken- berghe omdat hun geld waardeloos geworden was. Welke vernedering voor dat hoogveerdig volk! Geduren de den oorlog verscheen in het bezet te gebied, namelijk in Blankenber- ghe, eene spotprint, voorstellende Koning Albert, omhuld in eenen langen vorstlijken mantel, met eene koninklijke kroon, die scheef staande op het hoofd het vallen nabij was en valsende met een voet op eenen tegel: Er onder stond er te lezen «Das is klein, aber ist mein 't Was op dien tegel, De Panne, dat koning Albert Zondag laatst de honderdste verjaardag vierde van het. inkomen in Belgie van Leopold I, op 19 Juli 1831.. Hoe is Belgie verandert in die 100 jaren. Dan waren er geen ijzerwe gen, nog min trams; geen velos, geen autos, en geen weelde. Nu is er weel de maar de weelde is eene kwade beest en dikwijls het begin van ver val. Opgepast! zoude moeten het wachtwoord wezen. Mor Heylen, bisschop van Namen, heeft een herdelijken brief uitgezon den nopens de 1500" verjaardag der Algemeene Kerkvergadering te Ephese. Nestorius, Bisschop van Constan- tinopel, beweerde dat er in Christus twee Personen waren en dat bijge volg Maria de moeder niet was van God. Rome veroordeelde die ketterij, verklaarde dat in Christus maar één Persoon is en twee Naturen dat Maria aan de tweeden Persoon der H. Drievuldigheid het menschlijk li chaam geschonken had dat Zij dus de Moeder was van God den Zoon en gaf aan Nestomis 10 dagen tijd om zich te onderwerpen. Iedereen aan- veerde de beslissing van Rome, uit genomen Nestorius en zijne aanhan gers. Daarom riep dë Paus het Con cilie van Ephese samen, niet om zijne beslissing te bekrachtigen maar om deze tegenover de ketters uit te voe ren. Daar Nestorius de uitnoodi- ging om te komen uitleg geven nopens zijn onderwijs niet beantwoordde, onderzocht het Concilië zijne ge schriften, verklaarde ze tegenstrij dig met de Roomsche beslissing en verklaarde dat Nestorius tot den kerkelijken ban moest gedoemd worden. Graangaz. Te Burton-on-Trent, in Engeland, was een ongemeen ge wéldige brand uitgebroken in een uitgestrekt pakhuis, dat opgepropt stak met graan. De pompiers bestre den dapper het vuur en spoten stroo men water over den brand. Door het gisten en wasemde een sterk gaz uit, water en de hitte begon het graan te dat bij de aanraking met de vlam men eene geweldige ontploffing ver oorzaakte. Het gebouw stortte in. Een ijzeren trap, waarop verschei dene pompiers stonden, werd weg geslagen en met de pompiers erop in eenen hof geslingerd. De brandweer mannen werden zeer erg gekwetst en moesten naar het gasthuis gevoerd worden. Andere pompiers liepen er ge brandwonden op door het instor ten der muren. Het pakhuis werd ten gronde verniéld. De schade beliep ruim 50.000 pond sterling. Santos-Dumont, de eerste vlieger. Eene uitvinding, welke in korte jaren eene verbazend hooge vlucht heeft genomen, is wel deze der vlieg- machienen. De opkomst der vliegtui gen dagteekent nog maar van 1906. Over 25 jaar, inderdaad, heeft San- tos-Dumont, de Braziliaansche ma- chienbouwer, de eerste vlucht per vliegmachien, zwaarder dan de lucht,

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1931 | | pagina 1