PROVINCIAAL CONGRES Crédit Anversois Werkloosheid en Vrouwenarbeid De Blinddoek 54: Jaar. - Nummer 35. 35 Ceitiemen Zaterdag 27 Oogst 1932. Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper Reeds werd er veel geredekaveld over de mogelijke oorzaken der lang durige krisis die de gansche wereld teistert en nog geen voldoende op lossing laat voorzien. Men beschul digt, en niet zonder reden, de over- produktie, ten grooten deele veroor zaakt door allerhande nieuwe ma- ehienen en mekanieke werktuigen, die van langs om meer het werk ver dapperen met van langs om min han denarbeid. Dus de slotsom alleszins is: te veel voortbrengende krachten, zooveel levende als mekanieke. In dien het mogelijk ware zou iedereen willen die voortbrengende krachten verminderen om meer verhouding te brengen tuschen voortbrengen en verbruiken. Zal men daarom de nieu we uitvindingen te keere gaan en den weg versperren voor wetenschappe- ijken vooruitgang? Ware dat geen achteruitgaan op den weg der be schaving? Geheel zeker; daar ligt geen oplossing voor 't zoo diep ver wikkend vraagstuk der werkloosheid. Doch ziehier een ander middel dat misschien wel de krisis niet ineens en volledig zal oplossen, maar ze alles zins zal merkelijk verzachten en dat levens als beschavingsmiddel kan aangewend worden, tot hooger wel zijn van 't huisgezin en diensvolgens Ivan de maatschappij. I Men zou den vrouwenarbeid op zijn minimum moeten brengen om al- zoo ook de werkloosheid bij de man nen zooveel mogelijk te verminderen. Hoe kan zulks geschieden? Vooreest, geen getrouwde' vrouw zou nog mo gen geduld worden in een werkhuis. Haar werk is binnen huis; als trou we huisvrouw moet zij haar eigen huishouden begaan. Daar kan zij veel geld winnen met naaien, stop pen, wasschen, kuischen en te koken zoo profijtig mogelijk, zonder dat de tafel er onder lij de, integendeel. Zoo zou zij ook den Huiskring aantrekke lijker en meer lachend maken, en misschien haar echtgenoot wat af houden van kroeg en cinema. Zij zou ook de opvoeding der kinderen beter kunnen bezorgen en aldus doelmatig medewerken tot het opbouwen van gezonde huisgezinnen, waarop de maatschappij stevig zou rusten. Dat princiep van de getrouwde vrouw in haar huiszou ook moe ten toegepast worden op gelijk welke vrouw die een ambt buiten den kuis- sring dien zij vrijwillig hielp stich ten. Hier bedoel ik bijzonderlijk de onderwijzeres die, eens getrouwd zijnde, niet enkel om pedagogische fedenen, maar ook om economische fedenen best buiten de school blijft. Hierin hebben de inrichters van 't katholiek vrij onderwijs nogmaals ven gezonder notie over onderwijs en opvoeding dan Staat en Stad, daar dat princiep reeds toegepast wordt in onze vrije scholen, en met reden. tVant de vrouw die trouwt moet kun- Pen door haren man onderhouden 'vorden; zij moet ook kunnen plaats maken voor jongeren, die nog geen mannelijken steun hebben en mis- khien nooit zullen hebben. Ook, hoe dikwijls wordt de getrouwde vrouw door ziekte buiten hare school gehou den, tot groot nadeel van 't onder lijs der kinderen! En hoe dikwijls verschijnt zij niet voor haar kinderen m een ergerenden staat, tot groot ge vaar voor de opvoeding der al te nieuwsgierige en praatzieke vrouwe lijke jeugd, met haar al te prikkelba re inbeelding! Voor wat de ongehuwde vrouwen v-treft, men zou moeten hun bedrij vigheid in werkhuizen beperken en die enkel dulden voor werken die al leenlijk of best door vrouwenhanden kunnen verricht worden. Nooit zou men mogen aannemen, de werk sters zelf, uit geest van solidariteit met de werkers, zouden het moeten begrijpen dat vrouwenwerk het mannenwerk onderkruipt door min dere bezoldiging. Daarbij, de ouder dom zou moeten hooger bepaald wor den; want 't zijn de jongste meisjes die ep treinen en in fabrieken eerst en geweldigst bedorven worden en de toekomst in gevaar brengen van den huiskring dien zij eensdaags zullen stichten. Door die beperkingen zouden de meisjes gemakkelijker zich kunnen voorbereiden tot al de werken, zoo als naaien, stoppen, breien, was schen, koken, enz... dje nuttjig of noodig zijn in het huishouden. Daar mede zou ook de meiden-crisis opge lost zijn, tot nut van zooveel meisjes die in een deftig burgershuis door eenige jaren dienst kunnen een som- meken vergaren en tevens hun op voeding volmaken, om later zelf met goest en geest op te klimmen tot de klas der burgerij. Want wij bedoelen niet, zooals het socialisme, de wer kers en werksters in de werkende klas vast te metsen, maar hun vleu gels te geven om zich te verheffen en de rangen der burgerij te verster ken, tot hooger heil der maatschap pij die tot nu toe, dank aan de burge rij, ontsnapte aan communisme en bolehevisme. Bond der Kr. Gezinnen van Belgie STAD IEPER op ZONDAG 28 OOGST 1932. Ik heb den duivel ontmoet, op den hoek der Bayaardstraat. Hij was pikfijr gekleed, met een grijzen overjas, een slappe col, een broek met een schoone plooi, Riche- lieu-schoenen en rose kousen. Wat richt gij hier uit? vraag ik Hem... want ik sta op vriendschappe- lijken voet met hem. Ik houd uw Congres in 't oog... Maakt u dat dan ongerust? Och! een klein beetje... glim lachte hij sarcastisch... Maar achter zijn licht-schildpad- den monocle zag ik in zijn oogen dat hij loog. Hij stapte naast mij mee op. Spartelt nog zooveel ge wilt, ik loud u allen bij de keel!... Ik lach om al uw verslagen... En al heb ik het aan de milt, toch doen al de' wen- schen die gij uitdrukt haar nog goed. Ziet ge deze vuist?... Hij toont mij zijn knokige vingeren... Die vingeren hebben over de oogen van de katho lieken een blinddoek gelegd, die sinds meer dan een halve eeuw vastzit en niet lost. Of ik iemand blinddoeken kan Zijn wandelstokje gaat nerveus de hoogte in en hi* wijst mij een voor bijganger aan: Ziet, die mijnteer daar?... Hij draagt mijn blinddoek!... Het is een katholiek. Hoort ge, een katholiek. Hij is geabonneerd op een blad, waar ik baas speelen daarenboven stuurt hij alle avonden nog een van zijn bedienden uit om het protestantsche avondblad te koopen. Hij leest het, legt het daarna in het mandje en van daar uit begint dit blad zijn propa- gandatocht door heel het huis, tot in de keuken toe... De blinddoek! Enkele stappen verder gaat een jonge vrouw ons voorbij. Ziet gij die dame daar? Zij gaat regelmatig naar de mis. Zij is noch tans een zeer trouwe geabonneerde voor mij, en gunt mij alle dagen 30 centiemen, 't Is maar een druppel tje!... zou een van uw verblinde ka tholieken zeggen. Maar gij, gij weet goed genoeg dat, als een druppeltje water niets is, de oceaan uit niet an ders dan druppeltjes is bij mekaar gebracht. Het is met de 30 centiemen van deze gedoopte dame en van haars gelijken dat ik me, op de grootst bou levards die paleizen opbouw, waar linotvpen en rolpersen staan, die met ijzeren draden aan alle hoofdsteden van de wereld zijn verbonden. ...Die katholieke dame, ook zij draagt den blinddoek. We kwamen voor een kiosk. De oogen van Satan flikkerden. Tel uwe bladen!... Wel, tel ze!... riep hij. Ik telde... Een... twee... drie... vier... vijf... Dat was al. En nu, tel nu de mijne! In een plezierige dans ging zijn stokje van het eene blad naar 1 et an dere: Dit is van mij, omwille van het hoofdartikel!... En die, omwille van het mengelwerk!... Dit blad hoort mij toe, vanwege de aankondig'ingen... en dit door zijn plaatjes... En dit! en dit!... Bij nummer 43 viel het stokje neer... Het was waar... Omwille van verschillige zaken in die bladen, maakten zij alle propaganda voor de zaak van den duivel. Er ging een priester voorbij... Satan volgde hem met de oogen met een bijzondere belangstelling. Zelfs deze heeft een blinddoek voor... Zie... hij staat nog teelemaal "in het zweet... Heeft zoo juist een ser- moon gehouden... een schoon ser- moon. En hij heeft mij niet gespaard, de kerel! Bijzonder zijn slot was g.oed bestudeerd. Maar hij sprak tot 400 personen, die op voorhand al overtuigd waren. Maar ik! Gij hebti daarstraks mijn kiosk gezien. Zie nu eens hoeveel die opbrengt. Het was 5 ure 's namiddags. De menschen gingen in massa voorbij langs de straten en naar de staties. De bedien den van allerlei bureelen, de werk lieden uit alle fabrieken passeerden voor de kiosk; de verkoopsters kon den de bladen niet rap genoeg ineen- vouwen. Haast alle vijf minuten kwa men hijgende fietsers groote pakken nieuwe bladen aanbrengen, die om zeggens nog nat waren. Ze kwamen zoo juist van de pers. Satan stak zijn magere hand uit, en op fleren toon zei hij Zie, dat is nu mijn preekstoel! En die priester die daar voorbijging, ziet niet dat er tusschen mijn preek en den zijne een heele afstand ligt, die de zware kanonnen scheidt van de mitrailleuses, soms zelfs van den kruisboog. Neen, hij ziet niet! ga het zelf maar na, Pierre. Hij beziet mijn kiosk niet met oogen van schrik, die kiosk dat dag aan dag en haast uur voor uur van den dag, tem de zielen ontsteelt, zelfs de zielen van de kleine kindertjes, die toch allen zijn afgekocht door het bloed van den Andere. Ook dien priester draagt den blinddoek. De duivel jubelde: Een oogen- blik, zsgt hij, heb ik schrik gehad... Toen ik zag dat ze de nonnekens uit de scholen verjoegen... dat de goede ren en stichtingen der Kerk werden gestolen, toen zegde ik tot mezelf: Opgepast! De kat!blieken, die gerui-| neerd zijn, gaan veel geld noodig j tobben! De honger doet zelfs het schaap uit het bosch te voorschijn komen. Zij kunnen niet meer niet- 'zien wat een enorma sommen Jubol, iGlobéol. Cadum, Gibbs, Pink, enz. aan de pers wijdenzij zullen nu gaan jzeggen: Maar als ik, voor al mijn werken, nu ook de pers eens ging ge- jbruiken? Als ik ook ds bladen eens (ten mijnen dienste ging stellen. Als ik in die dagbladen eens een verdub beling van werking kon vinden; zij I worden toch door al het volk gelezen. Als ik ook eens op die enorme tri buun ging staan om mijn armoe en ellende uit te schreeuwen... wie weet!... de openbare meening doen keeren daar volk aan hem behoort, die het toespreekt!... Dat was toch' zoo vanzelfsprekend dat ik, Satan, ik beken het, er schrik voor had. Wat zou mijn rijk worden als de katholie ken ooit het verschrikkelijke wapen der pers tegen mij gingen gebruiken, zij met hun geestdriftig ideaal, hun vruchtbaar apostolaat en met den ze gen van den Andere! Toen I eb ik den blinddoek nog eens zoo dik, nog driemaal zoo dik gemaakt... Het onweer is voorbijge dreven. En de katholieken bravekens en gerust, hebben alles maar laten loopen... En de pers hoort mij toe, met al haren invloed en hare mil- lioenen. Satan stak zijn monocle nog eens fijn met een fleren zwaai van zijn handIk, de engel der duisternis, ik heb geen blinddoek voor de oogen. Ik zie klaar... o! zoo klaar!... Ik voel vooral, wat de katholieken nog nooit hebben gevoeld: de fierheid van mijn prachtig wapen! O! hoe dikwijls heb ik mijn dagblad omhelsd bij het slot van velt avonden!... Want het is de sterkste en doelmatigste uiting van mijn woord. Dat woord hoort ge. al van bij de deur der redactie... Als een tijger springt het van kiosk tot kiosk. Het predikt in alle wijken der stad... Het neemt de staties stormen derhand in. Het neemt den trein... alle treinen, de boot, alle bootenOp de baan loopt het binnen in de scho len, het gaat van stad tot stad, van dorp tot dorp, van gehucht naar ge hucht, van herberg tot herberg, van hut tot hut. Het houdt slechts stil als er geen enkele ziel meer te winnen is. Het roept de kinderen op... Ik ook, ik heb mijn lijfknec!ten... Ik betaal zelfs hun klakken!... Zoo heb ik mijn hand gelegd over heel de wereld en dat kunnen de katholieken niet. De blinddoek We kwamen aan de poort van een klein, arm theaterken in hout, waar het congres gehouden werd. Met een oneindig misprijzen in zijn oogen wijst 1 ij mij het gebouw aan: Zoo iets!... Maar ik heb Goliath vlak in het gelaat gekekenHet Cenakel was nog kleiner, riep ik. Hij ant woordde door een vloek. En ik ging voort: Spijts de onbeschaamde waar heid van uw al te werkelijken triomf, geloof ik, Satan, dat er eens een mor gen zal komen... Ik geloof dat eens de Geest zal blazen... Dan zullen de ka tholieken klaar zien!... En dien dag, odien dag... PIERRE L'ERMITE, (La Croix, 16 October 1921). Dixmndêstraat, 18, YPER f^et ypeps(>he Öo)l{ ABONNEMENTPRIJS 1 Jaar 18 fr. 6 maanden 10 fr. 3 maanden 6 fx Men abonneert in alle Postkantoren en in het Opstelbureel ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND: 28 frank. Op het Opstelbureel alleen te vragen. BEHEER EN OPSTEL io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER Postcheckrekening 40.201 0- c«ster) waar op alle wekedagen alleinlichtingen te bekomen zijn van 14 tot 16 uur. AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst. Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG ten laatste ingezonden woraen. Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den WOENSDAG avond. PROGRAMMA Zaterdag 27 Oogst, om 8.30 uur 's avonds: KUNSTCONCERT door de Har monie Yprianaop de René Colaert- plaats (Statieplein). Zondag 28 Oogst Om 9.30 uur, in St Maartens Kathe draal, MIS met Pontificale Assistentie. Om 10.45 u„ ONTVANGST op het Stad huis. Om -l u., STUDIEVERGADERING. - Verslaggevers: Heer Verstraete. «Hulp aan Weduwen en Weezen van Groote Ge zinnen»; Heer Lemayeur: «Gemeentebe sturen en Kroostrijke Gezinnen Om 12.30 u„ GEZAMENTLIJK NOEN MAAL. bij inschrijving. Om 14.30 u., OPTOCHT der Bonden, Vlagg' n Muziekmaatschappijen (Bijeen komst aan de Statie). Volgorde: Statie straat, Tempelstraat, Boterstraat, Vanden Peereboomplaats, Boezingestraat, Sur- mcntstraat Diksmuidestr Groote Markt, Hondstr., Merghelynckstr., Rijselstraat. Na den Optocht, GROOTE FEESTVER- GADERING, in de overdekte Halle. Feest- red naars: Den Decock, Provinciale verslaggever; Zijn Excellentie Minister Henri Carton, Algemeen Voorzitter van den Bond der Kroostrijke Gezinnen; Den lieer Vroome, Volksvertegenwoordiger; den Heer Jos. Yandenberghe, estendig Afge vaardigde. Daarna op de Grcote Markt. De bevolking van leper wordt vriende lijk ui;jenoodigd de huizen te bevlaggen. Namens het Gewestelijk Verbond leper: De Voorzitter, Advokaat A. Lommez. «o»- PROGRAMMA DER UIT TE VOEREN MUZIEKSTUKKEN Zaterdag 27 Oogst, om 8 'V uur. Statiepl. leper (Ypriana). 1. Marche Russe L. Ganne. 2. Firenza, Ouverture G. Allier. 3. t'ne soirée prés du lac, Leroux. voor Hobo. Solist M. M. Ossieur. 4. Phi.-Phi., Fantaisie Christine. 5. Ballet d'Isoline, Messager. Moderato Pavane. Entree d'Isoline andante Mazurka. Entrée de la prem. danseuse, maestoso. Scène de la seduction andantine. Solist M. M. Andries. 6. I)an e des Plébéens. Maquet. 7. Salut au 85"» marche avec tambours et clairons Zondag 28 Oogst, oir. 5 ure, Statieplaats. Muziek van Zonnebeke, 36 Uitvoerders. 1. Les Francs Saliens, G. Dadenne. marche triomphale 2. Printemps charmeur, J. M. Cnampel. Valse de Concert. 3. Paix et labeur, ouverture. Filsfils. 4 Flots du Danube, J. Ivanoriée. Grande valse de concert. Muziek van Langenark, 42 Uitvoerders. Om ure. 1. Hélène Marche. L. Lejeune. 2. Séduisante, A. Doyen. Polka voor Piston. 3. Précoce Jeunesse, trage wals. A. Doyen. 4. Les Lilas Blancs, O. Filsfils. Fantaisie. 5. La Joyeuse, A. Doyen. Polka voor clarinette. 6. Le Géant, Fox Trót. O. Geerts. 7. Délilé des écoleu, J. Martin. Pas redoublé met klaroenen. De katholiek draagt een blinddoek en de vurige katholieke dames ook. De pers die in de kiosken heerscht is de pers van den duivel. Op den preekstoel spreekt de pries ter tot 400 personen. Door de pers spreekt de duivel tot heel de me nigte en de priester ziet niet: hij heeft een blinddoek voor. Hij en zijn katholieken hebben den blinddoek gedragen tot in het heet ste der vervolging... in plaats van zich van de pers meester te maken. En de duivel gaat voort met zijn campagne. Hopen we dat de katholieken eens zullen klaar zien. 32SS7U33!K2 N. V. STSEïSaSBSn BANK BEURS WISSEL Het BESTE en ZEKERSTE middel om rege'matig bet blad te ontvangen, is een abonnement vragen in de pos'. op

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1932 | | pagina 1