Philippe de Comines.
Vragen.
De Congo.
Aan de kantwerksters.
De Brugsche Beiaard
en de Congo.
L'o'bjet de sa liaine, c'est l'école neu-
tre. C'est l'école oü l'on fait abstraction
de toutes les doctrines qui divisent les
hommes pour n'enseignerque celles qui
les rapprochent, oü l'on s'efforce de
n'imposer a l'esprit de l'enfant aucune
notion qui ne soit basée sur l'observa-
tion et la raison, oü l'ou s'abstient de
lui incuiquer aucune tendance sectaire,
oü on lui enseigne la fraternité et non
la haine.
C'est la seule école publique possi
ble, paree qu'elle seule respecte la
liberté de conscience, ne froisse aucune
conviction, paree qu'elle seule peut
réunir dans une même pensée de science
et d'éducalion les enlants des libres-
penseurs et ceux des diftérentes confes
sions religieuses.
Mais pareille école ne permet pas au
Ïirêtre et a ses suppöts de fagonner a
eur guise le cerveau de l'enfant, d'y
imprimer la trace de leurs sentiments
sectaires et de leurs appétits domina-
teurs.
Elle ne leur laisse pas la faculté de
transformer les enfants en dociles ins
truments de leurs ambitions; elle ne
leur permet pas d'entretenir toutes les
superstitions et Les erreurs parasites des
religions a l'aide desquelles on tourne
les hommes les uns contre les autres,
on les ravale au niveau de l'humanité
primitive des förets du Congo.
Or, ce que veut le prêtre catholique
en notre pays, c'est règner et posséder,
et le moyen le plus sur d'y arriver, est
d'être maitre des jeunes intelligences.
Le clergé beige a soif de domination et
de richesses l'école neutre peut lui
faire obstacle dans sa marche vers ce
but, en éclairant ceux qui doivent être
courbés et dépouillés. Haine et mort a
l'école neutre, aux parents qui y en-
voient leurs enfants, aux instituteurs
qui y consacrent leurs peines Voila
son programme
Et cependant, cette école neutre dont.
le clergé catholique ne veut pas en Bel-
gique, dont il poursuit la destruction
avec une férocité mdigne des prêtres
d'une religion de paix et de concorde,
il en veut bien en d'autres pays, en
Angleterre et en Amérique par exem-
ple. II accepte bien la, pour les écoles
qu'il fonde, les subsides officiels qui ne
sont accordósqu'a condition d'exclure
de l'école tout ensèignement confes-
sionnel.
Mais la, les catholiques sont minorité;
ils n'ont aucun espoir d'arriver a la do
mination, et lis savent bien que dévoiler
leurs désirs de puissance leur ferait
perdre leurs adhérents dans ces pays oü
la liberté est entrée dans les moeurs
plus que chez nous.
Aussi les catholiques en pays anglo-
saxons, se font-ils humbles, respec-
tueux des droits de la société civile
qu'ils voudraient ici fouler aux pieds
suivant les instructions papales. Ils
prouvent une fois de plus que l'église
catholique n'est pas une et invariable
comme elle se prétend, mais qu'elle
sait se plier aux circonstances quand
elle n'a aucune chance de les dominer.
II est superflu de dire que même dans
notre Belgique retombée sous sa coupe,
l'église catholique cache ses intentions
ambitieuses et voile son opposition a
l'enseignement neutre, du manteau de
ses devoirs religieux.
Ce serait paree que l'école neutre
est un danger social que le clergé et le
parti catholique la combattent. L'école
neutre, suivant eux, ne formerait que
des crimmels, des athées, des socia-
listes.
Nous examinerons dans un prochain
article ce qu'il y a au fond de cette
triple accusation, et nous montrerons
au lecteur de bonne foi et de bon sens
combien la morale indépendante l'em-
porte sur la morale dogmatique pour
former des hommes de caractère et des
hommes honnêtes.
We zouden graag eenige vragen stel
len. Onze klerikale confraters zijn wat
onvoorzichtig. Zoo tracht het Nieuws
blad van Ieperen beurtelings alle socia
listen en onder andere M. Anseele te
bezwadderen, wanneer zelfs de Patriote
moet erkennen dat de rede van den
social istischen afgevaardigde door een
lid der Rechterzijde moest uitgespro
ken worden. Die bekentenis bewijst
genoeg dat de klachten over het beste
len der werklieden nog al wel gegrond
waren daar zelfs de antisocialisten,
welke zetelen aan de Rechterzijde der
Kamers,de waarheid van M. Anseele 's
gezegden zijn komen staven. Eu ieder
een is het eens (buiten die blaadjes van
de klerikale om-den-tuin-lëidmg zoo
als het Nieuwsblad) om te erkennen dat
de rede van minister Begerem geen
antwoord was, want indien hij had
kunnen antwoorden dan zou hij niet
verplicht geweest zijn een onderzoek
in te stellen.
Maar waar het jesuitism het toppunt
bereikt, is daar waar het Nieuwsblad
in 't zelfde artikel durft neêrschnjven
dat de socialisten leven van het on
geluk des werkmans en dat zijn lijden
hun rijkdom is.
Zulke leugenachtige stommiteiten
geknipt in 't een of ander voddeke
dienen gebrandmerkt te worden met
de toejuichingen van een ezel. Wij
willen ons zelfs de moeite niet aan
doen die valsch voorgestelde jesuieten
dommigheden af te takelen, wij die
maar in de katholieke Kechterzijde
hoeven neer te blikken om daar kerels
te vinden uit den tijd van Langrand,
ministers welke onschuldige werklie
den voor de Assisen brachten en andere
gebrandmerkte personages waarvan
de kleinsten kiesomkoopers heeten en
aldus gekend zijn.
M. Anseele wil van geen liefdadig
heid. Hij wil dat iedereen leve van
zijn werk. Dat is de waardigheid van
den werkman. Hewel Dat zelfde
Nieuwsblad vindt dat slecht.
Beste confrater.
verlieten die werklieden de fabriek of
waarom werden zij weggezonden
9° Wordt de wet op den arbeid van
vrouwen en kinderen toegepast
10° Wanneer werden de laatste
werkjongens onder de wettelijke jaren
niet meer gebruikt
R.
Dees jaar grijpt te Amsterdam een0
wereldtentoonstelling plaats. TeRru
ge zoo lezen we in de Brunei
Beiaard is er reeds een comiteit toi
stand gekomen welk de uitstalling»
der Brugsche handelaars en kantwL
kers zal bevoordeeligen.
Het
ware te wenschen dat ook j
lepersche nijverheid zich daarbij aai)e
sloot. Onze nijverheid verkeert reed"
in deerniswekkenden toestand. (Wel]/
de oorzaken zijn, zullen wij nu niet
nagaan, doch later wel eens aanraken
Hoe beter onze waar bekend wordt
hoe meer zij aftrek zal vinden.
Prof. Julius Sabbe heeft op het Stad.
huis van Brugge een uitmuntende rede.
voering uitgesproken over dit vraag,
stuk en wij nemen de vrijheid uit die
zeer belangwekkende rede de volgende
regels te knippen, vooral daar Zji
drukt op waarheden welke nietgencJ
alhier gekend zijn
Naar Amsterdam gaan met de beste
vruchten en voortbrengselen onzer rijk
ontwikkelde nijverheid, zal bijna eene daal
van piëteit, van nationale erkentelijkheid
zijn. Ik zal u. hoop ik, niet verrassen, met
u indachtig te maken dat die vruchten onzer
Belgische groote nijverheden meestal gerijpt
zijn uit de zaden, hier eens gestrooid door
koning Willem I der Nederlanden.
Men heeft er ons altijd te uitsluitend op
gewezen, in onze jeugd, op de school, hoe
veel en welke grieven wij hadden tegen het
Hollandsche bestuur van voor 1830. Die
grieven waren dikwijls ingebeeld, en daar
naast zegde men ons nooit of nimmer wat
wij aan 't bestuur van koning Willetn I al
hebben te danken
Dikwijls, uit eigen kas, steunde Willem I
de groote nijverheden van België, of hielp
haar in het leven komen.
Hij was de beschermer en geldschieter
van John Cockeriil te Seraing en te Val
S' Lambert, dus de medeschepper onzer
metallurgie en glasnijverheid, 's Konings
borstbeeld prijkt nog, als hulde, in de eere-
zaal van het groot gebouw te Seraing.
Willem I was ook de eerste invoerder der
groote tentoonstellingen in de Nederlanden.
Hij verwachtte er veel van door de herop-
beuri ng van de nationalen arbeid en wilde
ze beurtelings zien plaats grijpen in 't Noor
den en in 't Zuiden. De eerste werd gehou
den te Gent, in 1820.
Is Amsterdam, nu jaar op jaar volgend
op Antwerpen, niet als een soort voortzet
ting der nuttige inrichting van 1819
Ik had dus geen ongelijk te zeggen, dat
het als eene daad van erkentelijkheid mag
aanzien worden, nu aan het volk van Hol
land eens te gaan onder de oogen brengen
wat er uit de nijverheid, door hun koning
hier in het leven geroepen, nu al geworden
is Eu zal het, geene aanleiding zijn voor
de Hollanders om aan onze producten eenen
voorkeur te geven, als zij die erkennen zul
len als vruchten uit eigen zaad geteeld en
een nationaal geboortemerk dragend
Naar Amsterdam 1 moet dus de roep zijn
voor geheel de Belgische nijverheid, en zij
moet er schitteren door de hoeveelheid, de
hoedanigheid en billijke prijzen harer voort
brengselen.
Amsterdam is eene wereldstad, die wij
te weinig kennen. Niet alleen is zij schoon f
en ons bezoek wel wat meer waard dan
zoovele steden, die ons tot heden meer ge
trokken hebben, maar het is eene rijke
stad, eene stad van weelde en luxus, waar
de rijkdommen, in Indië vergaard, zich, in
huiselijk en uiterlijk leven, wel het liefst
en het mildst ten toon spreiden.
Voor onze producten is de plaats aange
wezen in de rijkgestoffeerde paticiërs-woon-
sten van Keizers-, Princen-en Heerengracht,
in de prachtvolle hotels, cafe's en magazij
nen der Kal verstraat, waar overal meer en
meer de nationale stijl terug in eere gesteld
wordt.
Amsterdam zal aan de rest van Holland
den weg aanleeren naar ons, en de grens-
zoo dicht bij onze stad gelegen, zal dan Wel
ophouden een chineesche muur te zijn.
Voor vele duizenden franks kanten
gaan naar Parijs en Frankrijk, en noch
tans blijft de toestand immer slecht-
Zoeken wij nog een uitweg naar het
rijke Noorden dat met zooveel banden
aan België gehecht is, zooals het Prof-
J. Sabbe uitmuntend aantoont.
Dat de lepersche kantwerkers en
handelaars een beschermend comiteit
tot stand brengen
Wij hebben reeds gezegd hoe weinig
betrouwen we hebben en met rede
in de mannen welke ons regeeren.
Wij hebben reeds gezegd dat men
ons heeft gelogendat men ons heeft
bestolen. En in de menschen welke zulke
bedriegerijen in de Kamers hebben
gestemd, kunnen wij geen betrouwen
hebben.
Wij hebben zelfs geen vertrouwen
in de Commissies van onderzoek.
Wij zijn overtuigd zelfs dat de dure
legers onze Europeanen daarginder
geenszins beschermen, doch wel zoeken
naar slagvelden... om hooger te klim
men op de militaire ladder.
Wij zien voor ons oogen nuvandaag
in 1895, wat in Frankrijk gebeurde
toen, een halve eeuw geleden, de over
name van Algerië werd besproken.
Ziehier de bewijzen getrokken uit
het werk van een kolonieslief hebber prof.
Lanier NAfriquechap. VA Igérie)
1° Over de commissies van onder
zoek.
In 1834 werd (juist zooals nu wordt
voorgesteld over het Congovraagstuk)
een commissie voor Algerië benoemd.
Die commissie keurde de ongehoorde
Er bestaat in de politieke wereld een I gewelddaden van den poiicieman Sa-
klein ras van schrijvelaartjes welke
leven van woorden en knipsels, welke
meenen een gebouw vernietigd te heb
ben wanneer zij het vuil gemaakt heb
ben, welke zich wellustig baden en
rondwentelen in den modder welken zij
zelve braakten,en wier hoofdkarakters
zijn de onwetendheid der vraagstuk
ken welke hun ambt aangaan, en de
slechte trouw dier povere keffers welke
schreeuwend en huilend en bassend en
jankend opspringen langs de paarden
van zuiver ras, die soms nog te harte
goed zijn om die druipende schuim
vary af, maar besloot dat DE EER
en het belang van Frankrijk eisckte
A Igeri'è over te nemen.
2° Hoe de dure legers de Europea
nen in Aerika beschermen.
In Algerië werden honden afgericht
om de inboorlingen na te jagen. De
Kabylsche vrouwen werden verminkt
om de zilveren banden te kunnen ste
len welke zij aan armen en beenen
dragen. De Franschen brandden de
oogsten af,sneden de boomen af, dood
den de kinderen en de vrouwen. En
loopers een hoefslag te geven dat ze
rollen in de vuilnis waarnaar zij stin- I toen, na die heldhaftige feiten, gene-
ken. I raai Bugeaud te Alger terugkwam zei
Er bestaat nog in de politieke we
reld een klein ras van schrij velaartjes
welke evenveel onnoozelheden schrij
ven als hooger aangeduide penne-
knechten, welke goede jongens zijn in
den grond hunner kranke ziel, maar
welke schrijven zoo lasterend moge
lijk, alleenlijk opdat hun geschrijf in
druk zou uitoefenen op den geest van
den goedgeloovigen lezer, welke munt
slaan op twee klassen van personen 1°
op degenen van welke zij afhangen en
welke hun schrij velaars meten naar de
maat behendigen laster op de tegen
strevers geworpen, 2° op degenenon-
der hun lezers voor welke hun blad
het uiterste Evangelie is van nieuws
tijdingen, moorden en branden, ver-
koopingen en annoncen, geboortens
en stervens en dit alles saam met wat
ongekookt lasterend proza voor 5
centiemen.
Tot welke rangschikking de acht
bare steller van 't Nieuwsblad behoort,
mag de lezer uitmaken.
Doch daar het Nieuwsblad Anseele
en den toestand der Gentsche werklie
den aanhaalt, zullen wij onzen confra
ter bidden met ons een onderzoek te
doen over den toestand der werklieden te
leperen. Dat zal beter zijn dan het
nutteloos gekijf en gelaster. Zoo 'n al
gemeen onderzoek in elke stad, in elk
dorp zou uitmuntende uitslagen ople
veren.
hij tot de planters in een Proclamation
Wij hebben veel verbrand, veel
vernietigd. Misschien zal men mij
als barbaar uitmaken. Maar ik plaats
mij boven de verwijtingen der pers.
Het- leger is met gemaakt om de be
langen der planters te beschermen,
maar om Algerië te overmeesteren
en zich door overwinningen beroemd
te maken.
3° Wat gebeurt wanneer men pro
testeert.
Dan vertrekt generaal Clauzel naar
Frankrijk om de noodlottige voor
stellen der politieke mannen te be
vechten welke het leger in Afrika wil
len inkorten.
In België geven dezelfde mannen
voordrachten met oxhydrisch licht.
In ons nummer van heden drukken
wij met genoegen eenige schoone re
gels over verschenen in de Brugsche
Beiaard. Doch in dat zelfde nummer
vinden wij een artikeltje Wat trekt
Congoland uit België een zoo lam
lendig iets ten voordeele van de over
name van den zwarten olifant, dat we
ons niet kunnen weerhouden te schater-
En om te beginnen zouden wij kun- lachen van pret en tevens ons dien me
nen vragen delijden uit te drukken voor het zot
gekakel van een mensch welke niet
weet wat hij zegt.
Natuurlijk zijn de tegenstanders
van den Congo visschers in troebel
water Dat weten we sinds lang want
we zijn van die. Doch wat we niet wis
ten is dat de Congo ons geluk en
onze toekomst in zich bevat
dat, na de overname, de ellende l in
Belgie zal ophouden en eindelijk
dat, Belgie met meer zonder kolonie
voort kan.
1° Het getal der werklieden in de
fabrieken.
2° Elks loon.
3° Hoe wordt die loon bepaald.
4° Komen de werklieden ook tus-
schen in de bepaling van dien loon
5° Wordt het aan de werklieden niet
verboden deel te maken van politieke
maatschappijen? Anders gezegdwordt
hun de vrijheid van denkwijze gewaar
borgd
6" Hoeveel uren 's daags moeten zij
arbeiden
7° Is het getal werklieden gestegen
of gedaald
Verder leveren we nu reeds voor ik
weet niet hoeveel miljoenen, zonder
de lucifers en zonder de zeep.
En 't is daarom wellicht
or7 I xl,u t is aaarom wellicht confrater
8° Zoo het getal gedaald is, waarom j dat de Congo om zeep gaat. r'
- - J f JWUWvv—-