Het 'oordeel
der Krislene Demokraten,
de partij van Pastoor Daciis.
ONS OORDEEL
HET MINIMUM VAM DAGLOON
in onzen Gemeenteraad.
HET MINIMUM VAN ÖAGL00N
M. Surmont beweert verder dat do
inkomende rechten den prijs van de
boter niet zullen verhoogen.
Voor wat dienen dan de rechten
vroeg M. Vermeulen.
Dus hebben zij gelogendegenen wel
ke beweren dat de rechten onrecht
streeks in de beurs van den boer zui
len komen. De boer wint er dus niets
bij. (1) integendeel, hij verliest alles,
wij hebben het bewezen. Op dus, land
bouwers, tegen het protectionism
M. Surmont beweert nog verder dat
de bescherming de opbrengst vergroot
Dwaling, armzalige dwaling
Integendeel, mijn waarde baron,
HET PROTECT 10NNISM VERMIN
DERT DE VOORTBRENGST. Dat weet
iedereen en wij dagen M. Surmont uit
zijn stelling te verdedigen.
Verder gelooft M. Surmont dat het
recht van 20 fr. niet zal gestemd wor
den. Geloof, hooggeachte burgemees
ter, is dwaling soms. Gij zoudt beter
doen ons buiten het raderwerk te hou
den. Want,wat gebeurt er. Eerst vraagt
men 2 Ir., en dan 5 1'r. en men eindigt,
zooals in Frankrij k, met altijd hooger
en hooger te stijgen.
Hoe weinig onze klerikale raadshee-
ren hun vraagstukken bestudeeren
blijkt dus uit hun woorden. De anderen
zijn niet beter. M. Biebuyck vindt
geen groot kwaad in dien wensch te
stemmen M. Boone is tegen M.
Vermeulen 's voorstel niet», doch
stemt er tegen omdat M. Vermeulen
alle weken met een nieuwen wensch
zou kunnen voor den dag komen
M. Breyne-Devos is er tegen omdat
Frankrijk ons maar zijn vuiligheid
zendt, zelfs langs de vaart van Spier-
rs* ,—M .Struye is zelfs niet zeker(!)dat
men in Frankrijk een tegenrecht zal
stellen, M. Begerem zei niets omdat
het hem wellicht weinig schelen kan...
Ziedaar onze Meester kens, die niet meten
mat ze willen en niet melen mal ze zouden
moeten weten en welke weigeren als ge
meenteraad, te protesteeren tegen den
aanslag tegen ons handelsleven.
M. Surmont en M. Colaert hebben
hun plicht niet gedaan, de eene al
minder dan de andere, omdat ze hun
vraagstukken niet nagaan en ezela-
rijen uitkramen.
M. Berghman en M. Begerem ver
klaarden hun stemming niet. Zwijgen
is goud waard, maar slecht stemmen
is onvergeeflijk.
M. Struye kent van de zaak niets.
Op de schoolbanken, mijn waarde.
M. Biebuyck weet niet wat hij wil.
Da's ongelukkig voor 'n menseh.
M. Breyne zou beter ernstig wezen
in dat vraagstuk.
En M. Boone is de koddigste van
allen want hij is alles vereenigd
1° hij is niet ernstig, 2° hij weet niet
wat hij wil, 3° hij kent van de zaak
niemendaile.... en zulke lieden zouden
beter zwijgen en knikken.
Ziedaar onze acht klerikale Raads
leden.
Wij geven hun een raad
De Delbeke-zaal, op het stadhuis, is
nog niet voltooid. Wij raden hun dus
aan, een overgroot paneel te bestellen,
want in elke zaal hoeft er een Dood nan
Ieperen
De eerste werd bewerkt door de
Pest.
De tweede zal bewerkt worden
door de klerikalen welke zetelen op
ons Stadhuis.
R. van PormniNghe
- ---
(Afdruk van een vlugschrift uitge
deeld te leperen door de Kristene
Demokraten, en gedrukt bij Ducantil-
lon te Wacreghem).
Zoi'gt voor uwe intresten, laat u door nie
mand ruineeren
Er is spraak ecne belasting te leggen op de
uit den vreemde inkomende boter gij clenkt
dat de prijs der boter zal verhoogen. Integen
deel die belasting is de uithongering der boe
ren en den ondergang onzer botermarkten.
Belastingen leggen op liet inkomen der boter,
M. Colaert zei liet tegenovergestelde, een
onwaarheid, dees week in de Kamers. 11 ij is
weer niet eens met M Surmont.
goed maar den vreemde zal ook zeggen, gij
belast mijne waren, ik belast de uwe
Wij welen uit goede bron dat Frankrijk on-
middelijk na het stemmen onzer wet, er eene
zal maken om onze timer die wij naar den
vreemde zenden ookjin evenredigheid te belas
ten en dat de belasting zoo hoog zal zijn, dat
onze boter er voor goed zal uitgesloten zijn.
Reeds twee groote melkerijen van Vlaande
ren verzenden hun grootste deel boter naar
Parijs en Roubaix, moesten de rechten ge
stemd zijn, dan zouden deze verzendingen ook
al tot met komen worden zij niet gestemd
dan is er te plaatsen voor iedereen.
Frankrijk levert hier boter gedurende zes
maanden in 't jaarzij zullen daar inkoin-
rechlen moeten voor betalen, ja maar België
levert in Frankrijk geheel bet jaar, België die
wel drie maal zooveel boter naar Frankrijk
zend, zal dan drie maal zooveel rechten moe
ten betalen. Langs liet Walenland zendt Fran
krijk boter naar belgie gedurende zes maanden.
Van leperen alleen vertrekt wekelijks in den
zomer rond de 20,000 kilos per week en in
den winter 12,000 kilos. Wie zal betwisten
dat bijna al de boter welke gekocht wordt tot
IJ per, dienende Loo, Alveringhem, Kortrijk,
Wareghern. Rouselaere, Thielt, Deinze, Aeltre
Nevele, Audenaerde, Somerghem, enz., enz.,
van Gent ook al niet naar Frankrijk trekt
En worden de Fransche kooplieden hier
uitgejaagd voor de boter, dan jaagt men ze
ook weg voor de andere producten zij koopen
hier ook hesp, eierenkiekenduiven, enz. Gij
zoudt kunnen denken dat Frankrijk onze boter
van doen heeft, neen, in BretanjeNormandië
hunnen zij boter krijgen van den zelfden prijs
en zoo goed als hier.
Maar omdat die landstreek zoo wat meer
verwijderd is dan ons Vlaanderen en daar het
meestal viaamsche koopmans zijn die in net
Noorden van Frankrijk den boteriiandel doen,
geven zij den voorkeur aan Belgie. Maar als
die menschen groote rechten zullen moeten
betalen, dan is t'iets anders, dan blijven zij er
uit.
Gemakkelijk om te verstaan. Belgie vraagt
bij voorbeeld 0,25 inkomrecht aan Frankrijk
voor in Belgie met hunne boter te komen, na
tuurlijk zal Frankrijk ook zoo rechten leggen
of nog grooter, liet is reeds vastgesteld.
Men zegt dat de Walen de boter zullen koo
pen. Maar t'is nog maar eene veronderstelling.
Daarbij is het met zeker dat zij dezelfde prij
zen als de Fransche zullen besteden. De Wa
len zijn meest belust op boter van gemeerder
hoedanigheid. Bij 100 kilos boter voegen zij er
7 of 8 kilos zout bij en vele hunner boter
mengelen zij met margarine. Al de fijne smaak
onzer boter wordt weggenomen. In Frankrijk
zout men maar weinig onze boter.
Als nu l< rans Ie kooplieden voor boter 25 of
31 ol° rechten zullen moeten betalen, zullen zij
de boter goedkooper willen koopen en 't zullen
dus de boeren zijndie min geld voor hunne
boter zullen krijgen, te meer omdat de boter
uit Normandie en Bretanje naar fiijsel kan
gevoerd worden.
En eens de Fransche markt verloren is het
voor altijd gedaan. De Waalsche koopman,
zijnen Franschen mededinger met meer ont
moetende zal zelfs de prijzen kunnen stellen
en de boerkens zullen mogen knikken en in
plaats van peerdsoogen zullen zij tweefrank-
siukken in de vuist gestoken worden.
Dan zal het gedaan zijn met den bloei der
markten, die de bron van welvaart voor de
burgerij, de boeren en de neringdoeners zijn.
I^eest dit goed
In 1890 kregen wij eene dubbele hoeveel
heid boter van den vreemde.
Dit blijkt uit de officieele statistieken, die
niemand kan in twijlël brengen.
Al de boeren leggen zich heden bijna op
geene graangewassen toe, maar wel op de
beeten, suikerijen, vlas, labac en den vee
kweek. Van daar dat er meer en meer melke
rijen gesticht werden in ons land. Aldus is.
het te voorzien dat binnen 3 jaar, wij hoege
naamd geene boter van den vreemde zullen
moeten trekken, daar wij boter genoeg voor
ons verbruik, ja zelfs te veel boter zullen heb
ben. Alle fabriekanten en kooplieden trachten
zooveel uitwegen mogelijk in den vreemde te
zoeken orn er hunne waren heen te sturen.
Nu dat de Vlaamsclie landbouwers eene vaste
kliènteel in Frankrijk hebben, zou hel dwaas
zijn haar te motten ver Mezen.
Het gouvernement moet er dus tweemaal
aandenken wil het geene kaaksmeet krijgen.
Immers Frankrijk legt nu een recht van 6
op onze boter, ledereen weet dat de Fransche
koopman van 30 tot 50 meer geeft dan op ande
re markten waar ze met komen. Wij zenden
meer boter naar Frankrijk dan wij er, uit ont
vangen, bijgevolg hebben de Franschen de
schoonste gelegenheid om ons eenen kaakslag
van 25 te geven. De boeren van rond Mau-
beuge en Avesnes, die maar 5 maanden in 't
jaar boter leveren, zullen bij de regeering
klagen en die het recht van 6 met 25 zal
vermeerderen,dit maakt 31 °(0. Nu hebben wij
maar een tikje op de wang gekregen, die ons
zou doen ronken.
Het oud spreekwoord zegt Beter een
vogel in de hand, dan tien, die er vliegen.
Liever de Fransche kooplieden behouden,
waarvan er 95 0(" Vlamingen zijn en in Fran
krijk handel drijven.
Wij, boeren, die zeiven onze boter maken,
wij willen onze markten behouden en wij
vragen dat de Fransche kooplieden hier blij
ven.
Rechten op de boter is een ganscli afgesne
den koophandel met Frankrijk, dit is dus een
groot belang voor ons schoon Vlaanderen.
Opgepast dus kiezers vraagt aan uwe vei-
tegeinvoordigers ol zij van zin zijn, ja ol neen,
uit te hongeren en van den landbouwer nog
dieper in de miserie te dompelen. De Fran
sche boterkooplieden betalen hooger prijs dan
de onze. _^ryör-
in de zilfiijg van den Gemeenteraad
naar het NIEUSW8LAD VAN YPER,
katholiek orgaan
van het arrondissement.
>H. Colaert.
i. De verzekering der werklieden.
Voor de verplichtende verzeke
ring zou ik niet aandringen, omdat
hier geen kwestie is van gevaarlijke
werken
2. Het minimam.
Ais de bazen verplicht zijn een
bepaald loon te geven, ze zullen maar
de beste werklieden aannemen.
«Geernezou ik een zeker mini mum-
loon zien inschrijven, maar ik zou
het leegste nemen.
Surmont.
1De werklieden
kiezers te leperen en buiten leperen.
Met het minimumloon in te
schrijven zult gij de werklieden van
Yper benadeelen. Zoo wij b. v. 30
centiemen per ure inschrijven, de
werklieden van te lande zullen zich
komen aanbieden.
2. Hun geestdrift voor de
rechtvaardigheid en M. de la Palisse
Na de bemerkingen die reeds ge
daan zijn, ben ik min dan ooit beslo
ten zonder voorafgaand onderzoek
het minimum in te schrijven.
>1. Boone.
Een demokraat I
Er is ook vergeten dat de baas
aan zijn werklieden iets moet winnen.
Indien gij een minimumloon van 23
of 30 centiemen inschrijft, aan wien
zal dit betaald worden, aan den baas
of aan den werkman
NS13ieTbiiyclk.
Nog 'n demokraat
cc 't Is klaar en duidelijk dat de
baas aan den werkman iets moet win
nen.
>1Vermeulen.
lk zou geern aan den schepen-
raad vragen dat het minimum van
dagloon in den lastenboek geschreven
worde.
't Zal een waarborg zijn voor den
eerlijken aannemer, 't Zal natuurlijk
een voordeel zijn voor den werkman.
Wat wij willen, 't is beletten dat de
aannemers malkaar onderkruipen ten
koste der werklieden.
M. JBrunfaut.
't Ware goed het minimum nu in
te schrijven, vermits de lastenboek
toch moet veranderen. Dat en kan
geene moeielijkheid veroorzaken en
't zal beletten dat de ondernemers
hunne prijzen verleegen ten koste der
werklieden.
OVER
Zijn leven bewaren is een
plicht voor alle raenscben en
zonder misdaad kan men zich
daaraan niet ontrekken.
Uit die plicht volgt noodza
kelijk het recht zich de nood
wendige middelen tot bestaan te
verschaffen en de arme verschaft
zich deze enkel bij middel van
liet loon zijns werks.
Dat de patroons dus zulke
overeenkomsten sluiten dat het
tiun belieft, dat zij het eens val
len onder andere over bet loon-
cijfer —boven hun vrijen wil, is
er een natuurlijke wet, meer ver
heven en oud, te weten, dat het
loon niet ontoereikend moet zijn
om den zuinigen en eerlijken
werkman het bestaan te onder
houden.
Paus Leo XU1 Rerum Nova
rum.)
Zulke zijn de woorden van den paua
Leo XIII, in zijn beroemde Ency.
cliek Rerum Novarumeen stuk dat een
groot feil bezit, en dat is Dat het wei
nig stipt en bepalend is dat èn i\f
Woeste èn M. Daens, èn M. Oollinet èn
M. Rottier beweren dat zij alleen, elk
van zijn kant, de woorden van den
Paus j uist verstaan en j uist toepassen
in de politiek.
Boven gemelden passus der Ency
cliek is nochtans duidelijk, dunkt me
en Leo XIII herhaalt maar wat Sl Tho
mas d'Aquino reeds eeuwen geleden
verklaarde (Ia Ilae quest. 114, art. 1.)
Boven gemelde passus zegt klaar het
is niet genoeg dat de werkman het loon
door den aannemer toegekend, aanne-
me. Boven de kontrahienwet staat de na
tuurlijke wet der zedelijkheid. Het is dus
de plicht der katholieken de zedelijk
heid van het loon te bewerken.
Hebben zij de klerikale leden dat
gedaan in den Gemeenteraad, zooals
de vrijzinnigen
Dat zullen wij juist onderzoeken.
M. Colaert zei dat hij niet altijd
partijganger was van het minimum.
Maar M. Colaert vergeet ons te zeggen
waarom hij van gedachte veranderd is.
Dezelfde zoogezegde moeilijkheden
in het toepassen van het minimum heb
ben toch wel bestaan zoo vóór als na de
bekeering van M. Colaert.
Bekeerde zich M. Colaert omdat
voor zeker werk op de markt de
werklieden uitgebuit werden aan 15
centiemen per uur
Dit feit haalt M. Colaert zelf aan en
wij vragen ons af waarom M. Colaert
dit feit niet eerder kenbaar gemaakt
heeft in zijn bladen.
M. Colaert beweert dat, als de bazen
verplicht zij neen bepaald loon te geven,
dat ze maar de beste werklieden zullen
annemen. De min bekwamen zullen
niet aangenomen worden. Daarom
vraagt de schepen der stad Ieperen
het minimum zoo laag mogelijk te stellen
en dit om de leperlingen te bevoordee-
ligen.
Andere oplossing vindt M. Colaert
niet.
M. Vermeulen heeft M. Colaert uit
muntend geantwoord De aannemer
kiest altijd de beste werklieden uit.
En we verkeeren in zulken toestand
dat uitmuntende werklieden elkaar de
mededinging aandoen. Daarom is het
noodzakelijk dat aan die mededinging
tegen verminderden loon een emde
worde gesteld door het bepalen van een
MINIMUM dagloon, dat de MIDDEL
MATIGE loon der stad moei zijn.
Wij zien niet in dat het noodzake
lijk zij een zoo laag mogelijk minimum
te bepalen. Integendeel, dit aannemen
ware uitnemend gevaarlijk voor de
toekomst., want op het minimum-loon
van openbare werken zullen zich lang
zamer hand de loonen van bij zonderen
regelen. Een middelmatige stedelijke
loon als minimum stelt niemand van
kant, en de ondervinding heeft bewe
zen dat vele werklieden meer dan het
bepaald minimum winnen.
Ik versta niet waarom het Schepen-
collegie de ondervraging en het voor
stel van onzen vriend Pol. Vermeulen
heeft moeten afwachten om de zaak
nader te bestudeeren. Het Schepen-
collegie wacht, wacht, maakt bijzon
dere werkbeurzen welke enkel politie
ke machienen zijn, het schepencoilegie
verzorgt zijn.... politieke belangen in
plaats van zich bezig te houden met
de maatschappelijke vraagstukken van
den dag. Het Schepencoilegie zou toch
wel moeten weten dat een minimum
dagloon reeds lang werd gevraagd door
verschillende politieke partij en en bla
den, door de vrijzinnigen en zelfs door
een kristen demokraat uit het Volks
huis welke aldaar toegejuicht werd
door de werklieden terwijl dè bazen
een zuur gezicht trokken (tot zelf M.
Colaert, welke zich nu een voorstander
van het minimum verklaart.)
Het schepencoilegie zou toch ook -
moeten weten dat om een minimum te
bepalen, dit geen algemeen minimum
kan zijn, dat èn de aard werkers, èn de
metsers èn de gieters èn andere am-
bachtslien moeten geraadpleegd wor
den, dat elke stiel, voor elk min of
meer moeilijk werk een verschillend mi
nimum in het lastenkohier moet heb
ben. Reeds over weken en weken
hebben we hierop de aandacht van het
schepencollege gevestigd, en daar het
gemeentebestuur ingeschreven is op
ons blad mogen we toch wel veronder
stellen dat onze tegenstrevers ons ge
lezen hebben.
IMfffWTMffiffi li II11 I'll MBMgBBMMBBgBMBBMHM—BBWBBPi
-X
Mlillffliy11UilIIF—■m"M-|HHW1*' urn iiiuiiiwiwiiwi^ I iimiiinpaBM
'-•-■.VJViJWWw