Correspondance.
La Chambre.
Becelaere.
Défenseur de la familie
La Commune de Paris.
Hoe minder de werklieden winnen
te Kortrijk, hoe beter voor het socia
lisme. n
Het Nieuwsblad moet wel weinig wa
pens bezitten om de socialisten aan te
vallen, indien het zooveel belang hecht
aan eenige woorden, die personen,
voorzichtig achter het anonymaat ver
scholen, bij toeval in den trein bewe
ren gehoord te hebben, zonder naar de
voorgaande of naar de volgende woor
den te hebben geluisterd.
Ofwel, zou het Nieuwsblad, dat opge
steld schijnt te zijn door menschen die
niets van het leven kennen, willen ont
kennen dat de werkman die het onge
lukkigst is, ook niet diegene is die
meest tracht zijn toestand te verbete
ren?
Wij wachten op de bewijzen van het
Nieuwsblad.bewijzen die het natuur
lijk, al8 naar gewoonte, wel zorg zal
hebben aan zijne lezers niet mede te
deel en.
Nous recevons la lettre suivante, qui
a été remise a notre éditeur par une
députation de trois orphelms.
Nous ne voyons pas d'inconvénient
a la publier, bien que le signataire ou
ceux qui l'ont inspiré se fassent une
trés fau8se idéé du droit de réponse.
Nous aurions pu jeter la lettre au pa
nier en efl'et, nous ignorons si le si
gnataire est bien l'orphelin dont nous
avons pris la défense dans notre der
nier numéro nous avons d'autant plus
de raisons d'en douter que cette lettre
est absolument en contradiction avec
les propos tenus par le Cal dont
nous avons parlé, et articulant les faits
que nous avons cru de notre devoir de
signaler a la Commission administra
tive des Hospices.
Au surplus, le signataire ne se borne
pas a démentir les faits qu'il croit le
concerner. 11 se lance dans un véritable
plaidoyer en faveur de l'Orphelinat.
Nous attacherions de l'importance a ce
plaidoyer, s'il émanait d'une personne
plus autorisée et plus indépendante
que M. Callewaert.
La lettre de M. Callewaert est d'ail-
leurs écrite de main de maitrenous
le félicitons de failure magistrale de
son style elle pourrait servir de mo-
dèle a certain membre de la Commis
sion des Hospices.
Nous la meltons sous les yeux de nos
lecteurs, non que nous la regardions
comme concluante, mais a titre de do
cument. Nous attendons toujours qu'u-
ne enquête sérieuse et contradictoire
établisse le bien ou le mal fondé des
faits que nous avons signalés et qui
circulent dans le public depuis un
certain temps. Si l'enquête démontre
que les bruits qui courent sont sans
fondement, nous serons heureux de
l'apprendre a nos lecteurs. L'Adminis-
tration des Hospices a autant d'intérêt
a faire connaitre la vérité que le public
a la connaitre.
Nous désirons une enquête, tant sur
les bruits qui circulent relativement a
l'Orphelinat que sur ceux que nous
avons signalés quant aux Oude Manne
tjes. Un de ceux-ci ne nous écrira-t-il
pas aussi in volle vrijheid
Yperen, den 18n Maart 1896.
Mijnheer de Uitgever,
In het nummer van de Lutte-de
Strijd van 14n dezer onder nr 8 van het
artikel op de tweede bladzijde A l'Or
phelinat, vraagt gij of het waar is dat ik,
t Cal.... in het weezengesticht zoo slecht
behandeld ben geweest toen ik, in December
laatst, door eene koude en door rhumatisme
aangedaan, eenigen tijd te bed moest blij
ven volgens U zou ik twee dagen gebleven
zijn zonder hulp of troost, ja zelfs zonder
dat iemand zich om mij zou bekommerd
hebben.
Welnu, neen, dat is geen waar, even
als al het, overige van het artikel geen waar
is ik verklaar integendeel en in volle vrij
heid en ben bereid die verklaringen overal
te herhalen, dat ik opperbest verzorgd ben
geweest. Wanneer de heer bestuurder 's
morgens vernam dat ik lijdend was, is bij
onmiddelijk bij mij gekomen, en heeft mij
ondervraagd aangaande mijne onpasselijk
heid. Na mij gehoord te hebben, heeft hij
aanstonds den geneesheer laten ontbieden.
Als nu die heer vertrokken was, heeft de
heer bestuurder mij gevraagd of ik geen
lust had op bouillon of melk of iets anders.
Op mijn ontkennend antwoord heeft hij
mij verlaten zeggende ik zal u water la
ten brengen met citroen en suiker, voor 't
geval dat gij zoudt dorst hebben, en indien
gij later op iets goesting hebt, gij moet het
maar zeggen, gij zult het aanstonds hebben.
Meermaals, binst den dag, heb ik het be
zoek gehad 't zij van den heer bestuurder,
't, zij van madame, 't zij van de meesters en
allen waren zeer bezorgd voor mij. 't Is
geen waar dat de vensters open gelaten
waren al beide kanten waren zij toegeble-
ven tot op tien meters van mijn bed zoo
ik dan in het Gasthuis overgebracht ben
geweest, was dit alleen omdat de geneesheer
voorzag dat mijn ongemak nog al lang had
kunue.i duren en dat zulks altijd gedaan
wordt in dergelijke gevallen. Ik zal hier
bijvoegen mijnheer de Uitgever, dat al de
leerlingen die ziek of onpasselijk zijn, met
de beste vaderlijke zorgen behandeld wor
den, en, die het anders zeggen, zijn leuge
naars. Die So...., van wien gij spreekt, is
binst de vijf laatste jaren nooit in het Gast
huis geweest.
Het andere deel van uw artikel betreft
al de leerlingen van het gesticht, en bij ge
volg mij ook. Daarover zal ik in een woord
zeggen dat het bestaat uit eene reeks val-
sche beschuldigingen. Ons voedingsregiem,
waarin sedert zes maanden nog merkelijke
verbeteringen zijn gebracht, is altijd zeer
voldoende geweest zoowel voor da hoeda
nigheid als voor de hoeveelheid. De heer be
stuurder heeft zelfs over lang reeds in de
eetzaal en in de tegenwoordigheid van al de
leerlingen meer dan eens gezegd en nader
hand nog herhaald dat wij zonder vrees
hem altijd mogen gaan zeggen wat wij, on
der dat opzicht, zouden kunnen te wen-
schen vinden.
Alle dagen krijgen wij versch vleesch
en nooit geen twee dagen achtereen van
dezelfde soort ik moet hier nog bijvoegen
dat ons voedsel niet koud maar altijd warm
wordt, opgediend. Den Vrijdag hebben wij
meest altijd versche visch ofwel eieren ('t
is reeds lang dat wij geen booneklak
meer voor g diend zijn geweest, en 'k moet
zeggen dat die kost goed gereed gemaakt
was en dat meest allen er veel smaak in
vonden.
Er mag nog gezegd worden dat. eenige
leerlingen twee maal daags vleesch en bier
krijgen.
Zie, mijnheer de Uitgever, daar ik
twintig jaar oud ben, verlaat ik met aan
staanden Paschen het gesticht en ik houd
er aan dit alDs te zeggen en bekend te ma
ken, ten eerste, omdat het waarheid is, ten
tweede, omdat ik niet wil mede gerekend
worden met de leugenaars en de lasteraars
die de vaderlijke zorgen, welke zij in het
gesticht ontvangen, met zoo snoode ondank
baarheid beloonen.
n Om te sluiten verklaar ik al wat ik hier
kom te schrijven, mondelings te willen her
halen waar en bij wie het ook zij, doch
vooral zou ik wenschen dit te mogen doen
in de tegenwoordigheid van den lasteraar
die U die valsche berichten heeft medege
deeld.
Ik hoop, Mijnheer de Uitgever, dat gij
dezen brief zult gelieven over te nemen
in het eerstkomende nummer van de
Lutte-de Strijd i en bied u intusschen de
uitdrukking aan van mijne hoogachting.
CALLEWAERT Gustaaf,
s leerling in het Weezengesticht.
d Aan Mijnheer den Uitgever van La
Lutte-De Strijd Boterstraat, 20,
Ieperen.
Le Peuple du 11 rappor te le petit fait
que voici
L'administration vient d'obliger le facteur
des postes d'Auderghem a quitter cette
commune et a venir habiter et travailler a
Bruxelles. Pour tout crime eet agent avait
été l'objet de plaintes de quelques commer-
cants paree qu'il tenait un commerce Ie
ministre qui n'a rien a refuser a ses amis a
trouvé moyen de les contenter en déplacant
l'agent en cause. Pourtant il sait fort bien
qu'avec le traitement dérisoire qu'il paie a
ces exploités, il leur est impossible de nour-
rir leur familie. 11 est vrai que lorsqu'un
facteur lui demande audience et se plaint
d'etre dans la misère, le Père Boom lui
répond qu'il n'avait pas besoin de se marier.
Et le digne ministre est un défenseur de
la familie
Défenseur de la familie, au même
titre que les patrons qui paient a leurs
ouvriers des salaires de famine et for-
cent ainsi la mère et les enfants a louer
leurs bras pour qu'il y ait chaque jour
du pain sur la table.
La Chambre a voté la loi modifiant
les droits successoraux du conjoint
survivant, et une loi modifiant la légis-
lation sur les faillites.
Au Sénat, la loi sur les alcools est a
l'ordre du jour. MM. Lejeune et La
Fontaine ont prononcé de remarqua-
bles discours contre le projet, qu'ils
combattent pour empêcher le dévolop-
pement de l'alcoolisme.
11 paraitrait qu'il y aurait une ses
sion extraordinaire après les élections
générales, entre le 28 Juillet et la fin
d'Aoüt
11 y a cinq budgets encore a voter, la
loi sur l'ólectorat provincial, et il reste
neuf semaines de session seulement.
Toujours la guerre
seolaire.
A en croire les cléricaux, la loi
Schollaert devait mettre fin a la guerre
seolaire, rétablir la Concorde parfaite
dans toutes les communes que le clergé
avait troublées par ses pretentions a
1'omnipotence en matière seolaire.
Une fois de plus, l'évènement aprou-
vé que les previsions cléricales ne se
sont réalisées que la oü l'intérêt cléri-
cal y a trouvé son compte. Ailleurs, la
guerre continue.
Par exemple, a Becelaere, malgré la
loi Schollaert qui oblige la commune a
faire donner dans ses écoles l'enseigne-
ment religieux, la cléricale adminis
tration communale refuse d'inscrire la
religion au programme. L'école com
munale compte sans doute encore trop
d'élèves au gró du clergé, qui ne veut
pas se laisser enlever le seul grief qu'il
ait jamais eu contre les écoles commu-
nales (qu'on n'y enseigne pas la reli
gion), et qui veut empêcher le repeu-
pJement de l'école officielle.
Si nous signalons le fait, e'est pour
constater combien facilement les admi
nistrateurs cléricaux se mettent au-
dessus de la loi quand l'intérêt de leur
boutique l'exige.
(Suite. Voir le n°précédent.)
Nous continuons a citer des extraits
de la chroniquedeM. G.Lecomte parue
dans la Société nouvelle d'Octobre 1895.
Mais est-il juste de rendre Ia masse
hes soldats de la Commune responsable de
ces méfaits et d'écrire sans hésitation que
tous étaient des bandits ne voyant dans ces
troubles que Toccasion de piller, de jouir ou
tout au moins de satisfaire leur orgueil et
leurs ambitions.
C'ést pourtant ce qu'a fait Maxime Du
Camp, dans ses cruelles études sur la Com
mune. II se refuse a voir les causes politi-
ques et sodales de l'insurrection, le désinté-
ressement absolu de la plupart des partici
pants, leur dévouement a la foi républicaine.
Et il insulte, il raille les vaincus. II attribue
a tous les vices, la stupidité, la volupté san-
guinaire de quelques-uns. Avec une partia-
lité vraiment odieuse, puisqu'il s'agit de
gens pour lesquels Texpiation a été rude, il
les rend responsables de tout le sang versé
de part et d'autre, alors que, au contraire,
la férocité des troupes versaillaises provo-
qua dans Paris, a titre de représailles, bien
des exécutions qui, sans cela, eussent été
évitées. Et naturellement, il est plein d'in-
dulgence, d'admiration même pour toutes
les horreurs de la répression abominable. II
passe sous silence, autant qu'il peut, les
tueries commises par Versailles pendant et
apres la bataille des rues (1). Et quand il
est contraint de les mentionner, il le fait
sans réflexion ni tristesse. II ne s'en étonne
pas. Les fusillades les plus ignobles lui pa-
raissent justes, normales, nécessaires. I)
s étend au contraire avec une complaisance
(1) Les sept jours de bataille dans les rues
de Paris avaient coüté a l'armée 877 tués, 645
blesses eH83 disparus. M. Thiers recon-
nut que 15,000 Parisiens avaient été tués pen
dant la lutte et que 33,000 avaient subi la
deportation sur les pontons ou dans les forts
niaritimes. Mais ces chiffres ofliciels, établis
pour tromper la conscience publique, doivent
etre remplacés par les suivants, d'après les
sources les plus authentiques
Tués pendant la lutte 7 094
Fusillés sans jugement 29 804
Fusillës après jugement og
Arrêtés et déportés sur les pontons
ou détenus dans les prisons de Ver
sailles et de Paris. 60,917
Total 98 041
(N. de la Lutte. L> après le Dictionnaire en-
cyclopédique de Trousset, article Commune
de Paris.)
de procureur sur les vilaines actions de u
Commune et ses crimes.
11 a le triste courage d'applaudir aux
exécutions sommaires qui se continuèrent
cinq jours (2) durant, alors que la lutte était
linie, l'insurrection réduite, qu on n'avait
pius l'excuse du délire de la bataille et de |a
nécessité. II se fait le défenseur de tous ce8
généraux de l'empire qui, si riuls et si incerl
tains devant l'ennemi, donnaient allègre.
ment a leur impéritie une revanche aisée,
en massacrant la population parisienne
qu'ils savaient sévère a leur insuffisance.
Vraiment 011 a peine a comprendre
qu'un écrivain, un philosophe ait pu, dix
ans après ces faits, avec un recul suflisant
pour bien juger, admirer que des Francais,
obligés de lutter contre d'autres Francais,
après six iriois de prodigieux efforts com-
muris pour la patrie, les aient pourchassés
avec une cruauté plus atroce qu'on ne l'avait
fait pour l'ennemi national. On s'indigne de
voir Maxime Du Camp, si impitoyable aux
méfaits de la Commune, accepter avec satis
faction non seulement les massacres au lende-
main de la bataille, mais les fusillades ordon-
nées de sang-froid, par une sorte de dilettan
tisme du meurtre, trois semaines après, dans
les prisons et sur les routes de SatoryEt cela
le contente aussi que, jusqu'en 1874, c'e&t-
a-dire pendant quatre ans, on ait continué
a proscrire et a emprisonner, alors que le
gouvernement n'avait plus qu'un devoir
pardonner et travailler a la paix sociale. (3)
Ces quatre volumes des Convulsions de
Paris sont des réquisitoires pleins de mau-
vaise foi et de méchanceté. Ils témoignent
d'une ame laide et Ton eüt aimé que M.
Paul Bourget, dans le discours académique
ou il exalta, selon la tradition, le caractère
et le talent de son prédécesseur, fit, avec
sa clairvoyance habituelle et son sens criti
que si juste, quelques réserves sur cette
oeuvre dangereuse.
Des livres intéressants et équitables ont
déja paru, qui racontent cette époque. Par-
mi ceux que nous estimons le plus, il faut
citer 1 'Histoire de la guerre civile de M.
Fiaux, paru chez Charpentier, vers 1879,
alors que les républicains en étaient encore
a réclamer l'amnistie, et YHistoire Pun
Trente-Sous de Sutter-Laumann, qui rap-
porte avec une simplicité trés sincère ses
impressions de garde national pendant le
siège et la Commune.
Ce sont deux livres et deux écrivains
trés différents
s M. Fiaux a compulsé des documents
nombreux, interrogé des témoins. C'est
oeuvre d'historien qu'il a fait. Et, par son
impartialité autant que par la méthode trés
sure de son récit, il a droit a ce titre. II élu-
cide maints détails confus, établit claire-
ment les causes et les responsabilités. II
conté avec émotion et grande largeur de
vues, non en statisticien, mais en homme
d'inlelligence et de coeur, qui a senti et
compris. Je ne sais ce qu'est M. Fiaux ni ce
qu'il est devenu. J'ignore ses autres ouvra-
ges, mais certainement il y a en lui un his
toriën de grand mérite qui, par ce livre, a
servi la vérité.
Toutes ses assertions sont corroborées
par le récit de Sntter-Laumann. Sans doute
Ia plupart de nos lecteurs connaissent le nom
de eet écrivain qui donna des pièces et. des
romans de mérite et fut le collaborateur
convaincu de presque tous les organes de Ia
presse démocratique. Son talent ronscien-
cieux et sa loyauté de caractère lui firent
des arnitiés fidèles II est mort maintenant.
(2) M. Lecomte fait ici une erreur de chiffre:
les exécutions continuèrent pendant douze
jours (du 28 Mai au 8 Juin). (N. de la Lutte.)
(3) Le 28 Novembre 1871, execution a Sa
tory de Rossel, Ferré et Bourgeois, membres
de la Commune Le 30 Novembre, h Mar
seille, de Gaston Crémieux le 22 Février
1872, de buit des meurtriers des généraux Le
comte et Clément Thomas le 25 Mai (an-
niversaire de la bataille des rues), on fusilie
trois communeux le 25 Juillet trois autres,
le 15 Septembre trois encore le 22 Jan
vier 73, a la suite de quelques timides paroles
de clémence prononcée par quelques républi
cains, on fusille trois communeux. Thiers
ayant démissionné le 24 Mat, Mac-Mahon re-
prend avec plus d'énergie le régime de terreur;
une loule de Parisiens se réfugient a l'étran-
ger le député Ranc est condamné k mort,
par contumace, le 13 Octobre après In
vasion de Rochefort de la Nouvelle-Calédonie
(30 Mars 1874), nou velles arrestations, execu
tion de Bonnard (6 Juin).
En Juin et Aoüt 1876 Mac-Mahon gracie
successivement 87 et 68 personnes qu'on ne
nommait pas. L'opinion générale fut que ces
graciés n'avaient aucun rapport avec la Com
mune.
Le 17 Janvier 1879, une amnistie partielle
est accordée en faveur de 2245 déportés.
Après la chute de Mac-Mahon (30 Janvier
1879) nouvelle amnistie partielle Ie Sénat
vota 300,000 Ir. pour les amnistiés rentrant
en France. L'amnistie générale ne fut accordée
par M. Grévy que le 14 Juillet 1879.
(N. de la Lutte.)
