mm Vrijzinnig volksgezind weekblad van leperen en het Arrondissement De Dreyfus-zaak. Oud-Pompiers. Nog over den brand der Boomgaardstraat Zaterdag, 12" Februari 1898. 5 centiemen. Vierde jaar. \T|' 14. j\og over de herziening kadastrale schattingen. Rede des Heeren Brunfaut uitgesproken op het graf van Mejuffer Roze. Verschijnende des QSaierdags. EENDRACHT MAAKT MACHT. INSCHRIJVINGSPRIJS voor stad, Ren jaarfranks. vr de provincie, Een jaar fr. 2-50. Voor het assisen-hof van Parijs, ont loopt thans een der laatste bedrijven van het schrikkelijkste drama dezer eeuw de zaak Dreyfus. De wereld dóór, wordt over de zaak gesproken. Geen land, waar al de dag bladen er niet dagelijks over handelen, geene stad of geen dorp waar er niet dagelijks over gelezen of gesproken wordt, en iedereen vraagt zich afIs Dreyfus plichtig, of is het aan eenen onschuldigen dat men al die folterin gen heeft doen onderstaan Tot nu toe hebben wij in ons blad over de zaak niet gehandeld. Uit de tegensprekende tijdingen, die wij in de dagbladen vonden, was het heel moeilijk zich een gedacht te maken. Als Belgen, hebben wij ons weinig te bemoeien met wat er bij onze gebu- ren voorkomt. Wij hebben het lastig genoeg ons eigen land op goeden voet te houden. Of Vrankrijk door haar officieren bedrogen wordt of niet, dat moet ons, daarom ook, weinig bekommeren. Im mers, er worden overal verraders ge vonden van in de schoonste bureelen der ministeries tot in de eenvoudigste werklieden maatschappijen. En wij dachten waren er geene omkopers er zouden geene verkochten zijn en, heeft Vrankrijk voor één maal een verrader ontdekt, Duitschland heeft al menigen Franschen spioen gevangen genomen, want beide regeringen hebben hunnen spioenen- en verradersdienst. Het scheen ons dus een eenvoudig verschijnsel te zijn der tegenwoordige legerinrichtingen. Het proces Zola brengt thans echter de zaak onder een gansch ander licht. Het blijkt nu ten klaarste dat Drey fus of te wel geen verrader was, of te wel veel te erg voor zijne misdaad ge straft werd, dat hij een slachtoffer is der katholieke menschen vervolgers en dat hij zóó erg behandeld werd omdat hij jood was. Over eenige jaren stichte de heer Drumont, eenen gekenden katholieken dagbladschrijver, een blad La Libre Parole dat voor doel heeft de joden te bevechten. In 1894, werd de jonge kapitein Dreyfus, een jood, verdacht Vrankrijk te verraden. La Libre Pa role n die aasde op eene goede gele genheid om de joden duchtig aan te vallen, ving tegen hem eene zoo gewel dige strijd aan, dat al de Fransche bla den, nog onder den indruk van het Panama-schandaal, meê gesleept wer den en het gansche Fransche volk tot het gedacht kwam dat Dreyfus schuldig was. De krijgsraad durfde niets anders dan hem straffen. Hij werd vervoerd naar het Duivel's eiland op de oost-kust van Zuid-Ame- rika waar hij nog heden zijne zooge zegde misdaad uitboet. De beschuldigde loochende voortdu rend zijne plichtigheid. Er werd geen acht gegeven op zijne verklaringen. Het proces Zola komt nu bewijzen dat hij waarheid sprak en dat hij op eene echt schandelijke wijze gestraft werd. Noch hij, noch zijn advokaat, kregen kennis van de papieren waar voor hij gestraft werd. Men handelde dus juist met hem, zooals de katholie ken hier over drie honderd jaren han delden met degenen die aan hunnen godsdienst niet geloofden. Na het proces Zola zal het laatste bedrijf van het drama, de vrijspraak van Dreyfus, beginnen. Het Fransche volk zal inzien dat het door de kleri- kalen weêr is bedrogen geworden, dat de katholieke op de joden schreeuw- Men schrijft in bij den Uitgever Dixmudestraat, n' 51, te leperen. Üe aankondigingen van beide Vlaanderen evenals deNotariale en Rechterlijke aankondigingen voor gansch België, aiogen gezonden worden ten bureele van dit blad. De andere aankondigingen voor België en het buitenland, uitsluitelijk in het Agence ffavas Magdalenastmat^Brussel. den om hun eigen spel te verbergen. Eu het zal den ondergang der klenka- len in Frankrijk zijn. Jan. In een artikel van twee kolommen lang tracht het Nieuwsblad minister De Smet de Naeyer wit te wasschen over het werk der herziening van het ka daster. Het zegt, onder ander, dat de genen' die van verhooging spreken mets van de zaak verstaan, dat het doel der herziening is de lasten te verminderen, dat iedereen het recht heeft te rekla- meeren, dat de vrijstellingen zullen uitgebreid worden en dat wij eenen wijzen minister van geldwezen bezit ten, gelijk wij nooit geenen beteren minister van ijzeren wegen en oorlog gehad hebben. Welnu, iaat ons dat nog eens onder zoeken en het Nieuwsblad zal moeten met ons besluiten dat dit werk, in vele opzichten, tamelijk te wenschen laat. In ons nummer van den 11" Decem ber hebben wij bewezen hoe de her ziening der kadastrale schattingen voor gevolg hebben zal de grondbelastingen te vermeerderen, alhoewel de minister van geldwezen het tegenovergestelde verzekerd heeft. Nu zullen wij, in korte woorden, onderzoeken op welke manier dat werk uitgevoerd werd. Vooraleer aan de waardeenng der huizen over te gaan moesten de schat ters onder de gebouwen der stad een keus van typen nemen welke in nor male voorwaarden verhuurd waren. Dit werk is zeer moeilijk want het is het steunpunt der nieuwe aanslagen. Die typenmoesten dus met de grootste zorg en oplettendheid geko zen worden. Dit gedaan werd er over gegaan, bij vergelijking, tot de schat ting der andere bebouwde eigendom men der gemeente, rekening houdende van de ligging, de belangrijkheid, de uitgestrektheid, de inwendige schik king der huizen en gebouwen alsook van de hoedanigheid en den staat der materialen. Bij gebrek aan vergelij kingspunten in de gemeente werd de schatting vastgesteld volgens degene der eigendommen van denzelfden aard en dezelfde belangrijkheid in de nabu rige gemeenten gelegen. Welnu, volgens de opmerkingen wel ke twee katholieken de heeren Van Vreckem en Surmont de Volsberghe, inde Senaat gemaakt hebben, schijnt het dat bovengemeld werk op eene zeer slechte manier gedaan geweest is en, in vele opzichten, veel te wenschen laat. M. Surmont heeft onder anderen verklaart dat hij ook, als burgemees ter, de zaak der herziening bestudeerd heett. Hij heeft een staat gemaakt der huurwaarde van de huizen onzer stad en heeft gevonden dat men aan zekere eigendommen dezelfde waarde gaf ais die gegeven aan eigendommen van dien aard in steden waar er honderd maal meer handel en nijverheid was. Verder zei hij nog dat hij geheel on tevreden was over den keus der ty pen en dat, over 't algemeen, de schatters op eene zeer eigendunkelijke wijze de kadastrale huurwaarde gepre zen hadden. En hij besloot dat men een critiekdienst zou moeten inrichten van de schattingen door het kadaster gedaan. Men ziet dus dat zoowel de tegen strevers der Regeering als hare vrien den dit werk veroordeelen. Laat ons nu spreken over de manier op dewelke de reklamatien onderzocht worden. Volgens de berichten moesten ze aan den landmeter van het kadaster of aan den controleur der belastingen te ruggezonden of op het gemeentehuis nedergelegd worden. Welnu, weet gij door wie ze dan on derzocht zijn Door denzelfden land meter of controleur vergezeld van den zelfden schatter die, eenige maanden te voren, de eerste schatting gedaan hebben Is dat niet belachelijk De fiscus oordeelende over den fiscus zooals M. Surmont zegt Natuurlijk zullen die heeren niet van gedacht veranderen en hun eigen werk misprij zen. Eu als gij hun bij voorbeeld zoudt zeggen Maar waarom hebt gij mijn huis aan 20 franken gerekend, het breDgt me slechts 15 franken per maand op en daarenboven betaal ik nog degrond- lasten ervan Zullen zij u antwoorden Ja, Mijnheer, dat is wel mogelijk; maar 15 franken is de normale prijs niet, uw huis zou gemakkelijk 20 fran ken per maand opbrengen. En ziedaar hoe die heeren, beter dan gij zelf, weten hoeveel uw huis ver pacht worden kan Indien gij nu niet overeenkomt over de rechtvaardigheid uwer reklamatie, hetgeen negen op tien maal gebeurd, worden uwe opmerkingen (altijd vol gens de berichten) in een proces-ver baal aangeteekend en naar den direc teur der belastingen der provincie ge stuurd. Deze onderzoekt ai de stukken en, na desnoods den specialen inspec teur, de onder-inspecteurs of den kon- troleur van het kadaster in werkelij- ken dienst aanhoord te hebben, geeft hij zijne meening en zendt ze dan aan den Gouverneur welke er ten laatste onwederroepelijk over beslist. Zoo worden uwe reclamatien onder zocht door een hoopambtenarengansch vreemd aan de stad en dienen dus in 't geheel tot niets. De heer Dupont heeft het nog in de zitting van de Se naat, den Woensdag 22e December 1897, verklaard te Luik, waar er 2,500 re clamatien waren werden ze al met vooringenomenheid verworpen En hetgeen te Luik voorvalt, gebeurt na tuurlijk in al de andere gemeenten des lands Zou het wel ingelicht Nieuwsblad ons nu met kunnen zeggen wanneer wij de gevolgen zullen kennen welke men aan de reclamatien gegeven heeft en wanneer de nieuwe wet in voege ge bracht zal worden S' Maerten. De rede, uitgesproken door den commandant Brunfaut, in naam der Oud-Pompiers, op het graf der be treurde Mejuffer Charlotte Roze, ons te laat toegekomen zijnde, om in de Strijd van verleden week over te nemen, vinden wij ons verplicht ze in ons nummer van heden te doen ver schijnen. Mijne Heeren Op het oogenblik het lijk van Me juffer Charlotte Roze aan de aarde te vertrouwen, laat mij toe, in naam van de maatschappij der Oud-I'ompiers der stad leperen, eenen laatsten erken- niugsplicht te vervullen. Op dit plech tig oogenblik,verplaatst ons denkbeeld zich noodzakelijk op de eerste dagen van ons bestaan, want Mejuffer Roze werd eene der eersten om plaats in onze rangen te nemen. Met een kracht dadig karakter en een helder vernuft begaafd, diep vastgehecht aan de be langen onzer partij waarvan zij al de werken met genegenheid volgde, kwam zij, uit eigene beweging, de medehulp harer verkleefdheid aanbie- AANKONDIGINGEN Aankondigingen 10 c. den drukregel. Reklamen 25 Rechterlijke aankondigen idem. 1 fr. den en gij weet, Mijne Heeren, hoe veel zij ons nuttig werd. Het is dank aan haar en aan hare gezellin, Me vrouw de Beaucourt, wier gedachtenis ik eerbiedig begroet, dat wij eene vaan bezitten die ons trots maakt en die, te rechte, de bewondering onzer mede burgers verwekt. Komende op diewijze ons begin be gunstigen, toen wij onze opening moes ten maken in het midden der hinder nissen welke wij op onzen weg vonden, onze genoegens en onze verwachtingen mededeelende tot op het einde van haar leven, heeft Mejuffer Roze ons een kostbaar voorbeeld van politieke verkleefdheid gegeven. Op dit tijdstip van ontmoediging en verraden is ditvoorbeeld zooveel te meer versterkend dat het ons door eene vrouw gegeven werd. Het bewijst ons dat de vloed van terugwerking die ons omringt de diepe en openhartige over tuigingen niet mederukt, dat hij ten hoogste de verwarden en de speculan ten met zich sleept. Mejuffer Roze behoorde niet tot deze laatsten zij had eene onwrikbare overtuiging die zij openbaarlijk ver klaarde en waarvan de diensten welke zij ons bewezen heeft, de schitterendste proef ziju. Ook zal hare naam eerwaar dig onder ons blijven, immer zullen wij ons buigen voor de gedachtenis dier vrouw die, in de volle aanneming van het woord, eene edelmoedige vrouw was In naam der Oud-Pompiers, zend ik haar eenen laatsten vaarwel Opnieuw hebben de Oud-Pompiers ons verleden Zondag eenen aangena- rnen avond doen slijten. Hun concert, gegeven met de welwillende medewer king der Vlaamsche Ster en der heeren Criem en Bartier, heeft ten allen opzichte goed gelukt. Het eerste gedeelte is nogmaals onverbeterlijk geweestdaar iedereen zich kunnen overtuigen heeft van de schoonheid der uitvoering en van het talent des bestuurders is het dus overbodig nog de veelvoudige hoedanigheden van dit uitgelezen muziekkorps te roemen. In het tweede gedeelte hebben de heeren J. Jolyt en G. Lamote ons eene polka concertante voor klarinet en eene fan- taisie voor saxophone soprano op eene heerlijke wijze uitgevoerd. De heeren Criem en Bartier hebben met zeer vele gevoelens en zuiverheid van stem elk eene prachtige romance gezongen. Wat de kleine Maurits Moerman betreft is zijn bijval onbeschrijflijk geweest. Gansch de zaal was verbaasd over de gemakkelijkheid met dewelke hij de moeilijkste toonen uit zijn zoo ondank baar speeltuig trok en een donderend handgeklap deed hem op het tooneel terugkomen. En zeggen dat de kleine Maunts Moerman ongeveer 10 jaar oud is. Onze brave Sterrelingen zijn ook op de hoogte van hunnen roem gebleven."! kluchtig blijspelPaslopdeMeid welke zij gespeeld hebben kon niet beter ver tolkt worden. Onze beste gelukwen- schen aan Mej. Zulma Devers alsook aan de heeren Deweerdt, Nevejans, Iverrinckx en Beun en wij verheugen ons te bemerken dat de Ster zeer goede speelders gewonnen heeft in de perso nen der heeren Nevejans en Ker- rinckx. S' Maarten. Voor één maal heeft het Nieuws blad n geliefd te antwoorden op een onzer artikels maar ongelukkiglijk ■r DER

HISTORISCHE KRANTEN

De Strijd – La Lutte (1894-1899) | 1898 | | pagina 3