Vrijzinnig volksgezind weekblad van leperen en het Arrondissement De rijschool vertrekt naar Tervueren. Aangaande eene benoeming. De heer Surmont en de werklieden. Zaterdag, 5" December 1898. 5 centiemen. Vijfde jaar. i\T' 5. i\og over den officier der pompiers. Verschijnende des ^nierdngs. EENDRACHT MAART MACHT. INSCHRIJVINGSPRIJS voor stad, Een jaar 3 franks. v' de provincie, Een jaarfr. 3-£SO. AVanneer zal men ein delij k beginnen aan liet verteeren dei* 304,000 franken clie voor liet lierstellen onzer JE&ij- scliool bestemd zij n -- Na de reeks droeve geruchten, die gedurig in stad in omloop waren aan gaande het blijven of vertrekken der rijschool, wordt nu een nieuws ver teld, dat, als het zich bevestigd, door iedere Ieperling met genoegen zal ver nomen worden. Kr zou eindelijk voldoening gegeven zijn aan de klachten der lepersche belastingdragers. Men zou beginnen aan de beloofde werken. Groote uitge strektheden land zouden rondom het Polygone-veld aangekocht worden om er een voldoende oefeningsplem te maken, de nieuwe noodige kazernen zouden gebouwd en de oude op vol doende wijze hersteld worden. Maar dat men zich maar niet te veel verheuge het zijn maar maren zooals er dagelijks verteld worden maar die, gelukkiglijk, verschillen met de vroe gere, door dat zij goed nieuws melden. Niettemin durven wij verhopen, dat tot groote vreugde van ons en van alle belanghebbende, het nieuws zal be vestigd worden. Is het waar, Journal Y Ypres In ons nummer van Zaterdag 11. heb ben wij ons gedacht geuit over de snelle bekeering van den genaamden Maurice Yergrachtwij hebben ook de handelwijze van onzen gemeente raad geschandvlekt, die, met alge meenheid van stemmen, de benoeming van eenen kazakdraaier tot luitenant onzer pompiers aan de onderteekening van den Koning heeft onderworpen. "Wij zouden over deze zoo weinig be langrijke zaak niet meer gesproken hebban ware het niet dat Le Journal d'Ypres van Zaterdag ons daarover aanvalt in een artikel, dat op geheel onbehendige wijze zijn nieuwe bescher meling verdedigd. In deze zaak, is Le Journal d'Ypres gelukkiglijk, geheel alleen voor zijne zienswijze. Iedereen denkt zooals wij en wij mogen daarom, zonder eene ernstige logenstraffing te moeten vree zen, zeggen. dat het voorstellen van den genaamden Maurice Vergracht on der de katholieken zoo slecht gezien is als het onder de liberalen met afkeer besproken wordt. Dat moet hard klin ken in de ooren van onze stadhuis bazen, maar het is eene verdiende les. Zij zullen voortaan weten dat men niet ongestraft het verraad aanmoe- digd.Le Journal d' Ypres zal niemand beet nemen met zijn bewering, dat het is om aan het Pompierskorps alle poli tieke kleur te ontnemen, dat het stads bestuur de genaamde Maurice Ver gracht benoemde. Maurice Vergracht is van geen d'onze wi j verloo chenen hem. Men leze «Ze ournal d' Fpres en men zal de verlegenheid zien waarmede de artikels opgesteld zijn Omdat de zaak Vergracht onverdedigbaar is, is het geen reden omdat" Ze Journal d'Ypres ons zou willen woorden toewijten, die wij nooit geschreven hebben. Nooit Men schrijft in bij den Uitgever Dixmudestraat, nr 51, te leperexx. De aankondigingen van beide Vlaanderen evenals deNotariale en Kechterlijke aankondigingen voor ganscli België, mogen gezonden worden ten bureele van d:t blad. De andere aankondigingen voor België en liet buitenland, uitsluitelijk in het Ageace Havas Magdaleaastraat, Brussel. hebben wij gesproken van de weidaden door de liberalen aan de familie Ver gracht geschonken en het schijnt ons wonderbaar datLeJourrial d'Ypres m zijne verlegenheid, de bespreking op dat terrein van persoonlijke belangen zou willen brengen. Kr zijn er voorzeker die hunne ge dachten van hun belang doen afhangen maar voor deze hebben wij zooveel afkeer als voor die die hunne vrienden verraden zonder de minste reden. Le Journal d'Ypres verwijt ons dat wij wijlen heer Louis Vergracht in deze zaak mengelen en noemt deze handelwijze verfoeilijk. Gelukkiglijk voor ons, schrikken de groote woorden ons niet, En daarom herhalen wij dat de genaamde Maurice Vergracht, door zijn kazakdranien, erin gelukt is in dat pompierskorps te dringen waaruit zijn vader op onbarmhartige wijze, met zijn vriend Auguste Brunfaut, zou gebannen geweest zijn, had hij het geluk gehad nog te leven. 'T en is voorzeker aan zijn nagedachtenis geen verwijt doen doortebeweeren dat hij eensgezindheid zou geweest zijn met den heer Brunfaut en zijn andere vrienden van het pompierskorps. De heer Louis Vergracht was, overi gens een overtuigd liberaal, die aliijd aan onze gedachten getrouw bleef. Hij ook zou zich niet gebogen hebben onder de dwingelandij van ons kleri kaal bestuur hij had daarvoor te veel eerlijkheid en, in dit opzicht en uit eerbied voor de nagedachtenis van dien eerlijken man, moet het iedereen leed aan het hart doen te zien op welke wijze de zoon dat schoone voorbeeld van zijn vader miskend. Dit is de eenige treurige overweging. Daarbuiten, ontroerd het verraad van Maurice Vergracht ons geenszins. Wij herhalen; onze partij telt eenen valschaard te minder. En daar Le Journal d'Ypres zóó nieuwsgierig is te weten of de valschaards talrijk zijn in ODze rangen, zullen wij hem antwoor den dat er in onze partij minder te vinden zijn als in de zijne. Eene par tij, die aan het bewind is, die over alle gunsten en eeren beschikt, wordt het toevluchtsoord van al de kiezers, die maar voor hunne belangen zoeken te zorgen. Wilt Le Journal YYpres daarvan een voorbeeld zien, dat hij eens in zijn eigene omgeving een onder zoek doe en zijn ware vrienden uit de valschaards trachtte te onderscheiden. Nog een laatste woord. Een laatste bewijs van de verlegenheid van Le Journal Y Ypres is dat het uit gemis aan ernstige beweegredenen, eindigt met te vragen of wij voor of tegen de nationale vlag zijn en dat, omdat wij de plaats van officier der pompiers be schreven als een eerepost en herbij voegden dat het kazakdraaien alles behalve eerlijk is. Maar deze vraag, al komt zij geheel ten ontijde, hindert ons weinig. Voor onze nationale instellingen, waarvan onze vlag het zinnebeeld is, hebben wij de meeste eerbied en verkleefdheid. Het spijt ons zelfs dat de klerikale partij denzelfden eerbied niet bezit en de pauzelijke vlag, waarvan wij geenszins willen weten boven die vanonsland wilt houden. Het is zijn land verraden wan neer men eene vreemde vlag meer eer- biedigd dan zijn eigene. Wij eeren onze vlag en willen niets gemeens hebben met diegene, die hem alzoo bezoedelen, omdat deze vlag het kenmerk is onzer vrijheid, en vastge steld werd door het verbond dat ons land schiep. Onder dit opzicht hebben wij ons zei ven ook minder te verwijten als de mannen der klerikale partij. 'T en is wij niet die dagelijks de grondwet trachten te schenden maar wel de vrienden van Le Journal d'Ypresdie zouden willen, één voor één, onze vrij heden vernietigen vrijheid der druk pers, vrijheid van vereeniging, vrij heid van denken. Het past dus Le Journal d'Ypres met zich alleen voor te stellen als ver dediger van de verkleefdheid aan de nationale vlag en hij heeft groot onge lijk gehad van te zeggen dat deze eere- viag waardig zal gehoudenworden door den genaamden Maurice Vergracht. Die vlag, die meer de onze is als die der klerikale partij, zou, zeggen wij, beter zijn in iemand anders handen. Onder dezen titel kondigtLe Jour nal d'Ypres van Woensdag 11. een artikel aan gewijd aan de ellendige verdediging van zijn nieuwen vriend Maurice Vergracht. Het artikel begint met de weldaden te herinneren door ons klerikaal bestuur aan de familie Vergracht gegeven en namelijk het verkoop, over zeven jaar, van den grond waarop hun huis en magazijnen staan, iets wat, volgens Le Journal d'Ypreshaar het liberaal bestuur steeds geweigerd had De katholieke opsteller begint waar lijk het hoofd te verliezen. Dat hij eens goed de geschiedenis van het stroo en de balk overdenken. En eens te meer herhalen wij dat wij hem op dat ge bied niet, zullen volgen. Waarlijk, men zou allicht beginnen denken dat Le Journal d'Ypres in de geheele zaak maar eene kwestie van belang ziet. Le Journal d'Ypres spreekt ook over het feit van het uitschelden van de nonnen van Voorzienigheid, feit in 1895 gebeurd over hetwelk wij ten dien tijde alle uitleggingen gaven en die door Le Journal d' Ypres bestempeld werden van den naam van Scheu- velmanieren. Wilt Le Journal d'Ypres het scheuvel van 1895 kennen, «lat liij toestemme tot in richten van een onder zoek, gedaan dooi* ee nen raad naar zijne hens en waarin zijn vrienden in meerder heid mogen zij n. Wij zullen zien of Le Journal d'Y pres aanvaarden zal. In de Katholieke Wacht heeft de heer Surmont gesproken. Volgens het verslag van het Nieuws blad, eigent hij zich het stichten der Nij verheidsschool toe Net alsof de Nijverheidsschool niet reeds jaren be stond eer hij te leperen iets te zeggen had Hij moedigde de werklieden aan om, in geest van leerzaamheid en iever, hen meer en meer in hun werk te vol maken, maar hij vergat er bij te voe gen dat hij de akademie en avondscho len voor volwassenen afgeschaft had en aldus de werklieden grootelijks be lette hunnen geest van leerzaamheid en iever te ontwikkelen. Verscheidene malen, zeide hij, waren afgevaardigden der werkende klas hem komen vinden om zijne wel willende hulpe in te roepen ten einde verbetering te bekomen in hun lot door AANKONDIGINGEN Aankondigingen 10 c. den drukregel. Reklamen25 Rechterlijke aankondigen 1 fr. idem. het vaststellen van een zeker minimum loon n en hij voegde erbij dat de vra gen der werklieden geheel en gansch rechtveerdig waren. Mijnheer Surmont is dus ook voor- staander geworden van een van die zotternijen zooals hij ze vroeger had genoemd. Het arme mensch zal wel meer dan eens moeten draaien. Voor het minimumloon Maar dat hij maar niet er vóór weze zooals over eenige jaren vóór de werkeloozen, als hij de toelagen, die hij van't staatsbe stuur voor die ongelukkigen ontving gedeeltelijk naar Kemmel om aar- dappelenbesproeiers te koopen Voor het minimumloon Lieve God, welke kaakslag voor het Nieuwsblad, dat de brieven der timmerlieden in de scheurmand wierp. Voor het minimumloon La Lutte-De Strijd is het eenige blad geweest dat de vragen der werklieden besprak, dat hen raadgevingen gaf, dat de kwestie ernstig doorgrondde. Daarom zullen wij ons met de werklieden verheugen en wij zullen eens te meer met hen en den heer Hoofd-ingenieur onzer pro vincie mogen herhalen Onze werklieden worden beter be taald zonder dat het de bazen of het stadsbestuur meer kostte. Alpha. Wij knippen het volgende artikel uit Het Weekblad Wij doen het met ge noegen daar het geheel en gansch over- eenstemd met onze zienswijze en wij durven verhopen dat al onze lezers het met aandacht zullen lezen Politieke opleiding. Drie weken geleden schreef een liberaal blad dezer stad, dat de politieke opleiding des volks niet moest geschieden veertien dagen vóór de kiezing, met eenige strooibriefjes, kiesplakka- ten en vergaderingen in de politieke maat schappijen maar wel. dat ze diende te ge schieden het jaar door. dag aan dag. Niets is meer waar. Gelijk men op te korten tijd, in het leger, geen goed soldaat vormen kan, zoo gaat het ook niet, in veertien dagen tijds, aan de kiezers eene opinie te geven over zaken, waarover zij, door middel van hun stembriefje, zullen moeten uitspraak doen. De politieke opleiding van een volk is het werk van lange jaren en van elk uur. Dit is waar voor geheel het land, zoowel als voor de ge meenten en steden waar men strijden wil. Er zijn maatschappijen, die luidruchtig op treden, met een zeer goed afgebakend kies- deel andere, integendeel; hebben geen eigen lijk politiek doeleinde te beoogen en zijn noch tans niet minder nuttig. Zij werken stil voort, langzaam maar zeker, door degelijke propa ganda met bet woord, het lied, het boek, het toonee'De verdienstelijkste, die wij op dat vreedzaam gebied in Vlaanderen bezitten, is zeker wel het Willems-Fonds. Men breekt er, wel is waar, geene ruiten en met den eigenlijken kiesstrijd heeft het zich niet in te laten maar hoe degelijk is zijn streven en hoe nuttig is zijne propaganda, welke ten slotte ten bate kornt aan de bescha ving, aan de zedelijke en verstandelijke oplei ding van den mensch, 't Is in die richting dat allen, die zich met de politieke opleiding des volks bezig houden, zouden moeten werken. En wat zien wij te leperen Hel Willems- Fonds, dat zich met de Vlaamsche Ster vooral de verstandelijke en zedelijke beschaving des volks ten doel stelt, vervaltDegenen, die met de toekomst der vrijzinnige partij hier ten stede bekommerd zijn, zien niet eens dat hun in het Wülems-Fonds eene kracht ontvalt, welke hun, in de kiezing zelve, zal ontbreken. Zij vermoeden niet, dat die maatschappij, door haar onverpoosd streven, meer aarde aan den dijk brengt, dan twint'g schreeuwerige dag bladartikels en kiesmanifesten. In het Willems- Fonds vormt men geen kiezersmen vormt er mensehen en dat is beter. Wat is er immers aan te vangen met een dom kiezerskorps, dat meedraait met den grootsten schreeuwer, of met den paljas, die het meest beloofd Neen, de liberalen, die het Willems-Fonds verlaten, of die niet vragen om er lid van te worden, ten einde de allernuttigste werkzaam heden dier maatschappij te heipen steunen en uitbreiden, zijn blind en begrijpen hunne plichten niet tegenover hunne partij. En als ook in leperen die maatschappij, waar men

HISTORISCHE KRANTEN

De Strijd – La Lutte (1894-1899) | 1898 | | pagina 3