MENGELMAKEft
ZOO MINI MEN VADER
PLMM TSELfJK
Yper in 1898
De muur van 't Waterkasteel
O die slimmeriks!
Uit Wervick
ineutnuakers, schilders of beeldhou
wers; de kunstenaars die ijzer of
koper, enz. bewerken zoo ook de
boekhouders, do werkoversten op
eenen werf, enz. Het getal dier beroeps-
lieden is beperkt, en daardoor zelve
is hun loon weinig blootgesteld aan
ongewone vermindering.
2 De leerjongens, die om de tegen
overgestelde redeu, geen normaal loon
kunnen eischen. In deze zake noch
tans dienen er maatregels genomen te
worden opdat de haasniet geneigd zou
wezen van dien toestand misbruik te
maken om, door onvolslagen werkers,
arbeid te doen verrichten waarvoor
hij slechts spotloonen zou betalen.
Evenals, over twee jaar, het collegie,
in zake van drukwerken, voorschreef
dat het, weekloon der leerjongens gelijk
moest staan met ten minste een dag
loon van den zetter, zoo zou men hier
kunnen voorschrijven dat het dagloon
van de leerjongens gelijk zal staan met
ten minste het vierde van dat der vol
slagen werklieden.
Wat aangaat het bepalen van wat er
door leerjongens moet verstaan worden,
dat kan in den tegenwoordigeu staat
onzer arbeidsregeling met juistheid
niet aangewezen worden dat is eene
zake waarin de deputatie, waar het
vorenvalt, evenals in elke andere be
twisting, zal te beslissen hebben.
3° De werklieden die min bevoor-
deeligd zijn, uit hoofde van ouderdom,
zwakheid of onervarenheid. Dit is een
bijzonder punt dat dient in acht geno
men te worden.
Wij kotnen eenige uittreksels te verkrijger
van het verslag over den toestand van Yper
in 1898.
Wij deelen ze hier mede, overtuigd dat
onze lezers er belang zullen in stellen.
in 1898 zijn 456 geboorten geweest. Dat
is 32 min dan in 1897.
H t getal der ovei lijdens beloopt tot 392
't zij 39 meer da in 1897.
Op 31 December 11. telde Yper 17 272
zielen 118 meer dan op 31 December 1897
Wat de steilte onder de kinderen aangaat
ziehier de volgende tafel
Beneden de 3 jaar zijn er 135
Tusschen 3 en 4 jaar, 2
Tusschen 4 en 5 jaar, 3
Tusschen 5 en 6 jaar, 2
Samen 142
In 1897 stierven er slechts 102 kinderer
beneden de 5 jaar 't zij 38 min dan in 1898
Wat nu de kinders aangaat die beneden
de 3 jaar gestorven zijn, hier geven wij een
talel van sterfte.
Van 2 tot 3 maanden zijn er 12 gestorven
Van 3 tot 6 maanden 40
Van 6 maanden tot 1 jaar 27
Van 1 tot 2 jaar 19
Van 2 tot 3 jaar «10
Er zijn in 1898, 202 overlijdens beneden
de 50 jaar en 190 er boven.
Wal de zie? ten aaogaat.die de oorzake van
de dood geweest zijn, men heeft bestatigd
70 gevallen van longpijp- en longont
steking en fleurus
28 gevallen van hertziekte
60 van dennomateking en afloop.
Ziedaar den titel van eene nieuwe comedi'
of kluchtspel, gespeeld door de liberale
Sussen en Alpha 's.
Dat kluchtspel bestaat uit twee bedrijven
Eerste bedrijf de muur moet er komen
Tweede bedrijfde muur mag er niet zijn.
Het stukje speelt in de kolomme van onze
iberale vuiibladjes.
Het is algemeen gekend dat de meeste
dieften en misdaden op den buiten gebeuren
en gepleegd zijn door buitenlieden zegl
Alpha.
Dat is alzoo eene van die waarheden die
uitnemende gemakkelijk zijn om zeggen
maar zoo gemakkelijk niet om bewijzen.
Nu, wij weten zeer wel dat er een spreek
woord is dat de liberalen geerne toepassen
stout gesproken is half gevochten.
En bier in 't geval verstaan wij den reden,
die de liberalen hebben om alzoo te baride-
,en de buitenlieden trouwens, (het zij ter
hunner eere gezeid) en moeten voor geeue
andere onderdoen, wat aangaat den geest
van godsdienstigheid.
En daarom en zijn zij de vrienden niet van
de liberalen.
Maar, 't gene volgt is bijzonder diepzinnig
en verstandig. Luistert
De reden van die misdaden is dat mits
eene goede biecht alle kwaad kan vergeven
worden.
t Is dus de biecht die de schuld is van alle
kwaad
Die artikel en is niet geteekend 'ten is
ook niet noodig hij komt voorzeker var'
Alpha
Trouwens.hoe kleen gedacht wij ook over
die liberale pennelekkers hebben, bijzonder
li|k als zij over zake van godsdienst schrij
ven nogtans Alpha alleene is beklaam alzoo
te redeneeren Ware er geene ziekten dar
en zou geene medecyne moeten zijn.
't Is bije volg de medecyne die de oorzaak
is van de ziekten
De bieebte is.volgens Voltaire, een krach
ige middel om den raensch vart 'i kwaad af
ie houden, en om het gedane kwaad te her
tellen.
Alphaije, wat zegt gij daarvan
Alpha zegt nog
Het onderwijs alleen is in state om de
menschen menschen te maken
Wilt gij weterr wat er daarvan waar is
In Frankrijk hebben zij 't onderwijs
gelijk Alpha het begeert, 't is te zeggen het
onzijdig onderwijs, met God en de Kerke
buiten de schole.
Ehwel. de liberale gazetten zelve klagen
putten in de eerde over de vreeselijk
vruchten van dit onderwijs, en bekennen
dat zij hunnen weg gemist hebben.
Wij hebben goeste op die sloffe eens
breedvoeriger weder te keeren.
Veiled, n Zondag waren wij toevallig te
Wervick Rondom den Steeriaoker zagen wij
ene buitengewone beweging aantal werk
ieden trokken do zelfde herberg binnen.
Door nieuwsgierigheid aangedreven volg
den wij den stroom, en welhaast kwamen
wij langs eenen donketen wenteltrap in eene
og al grooie vei'gad ringzale, verwo' de
ons daar te bevinden midden reeds zeer oud
tennissen.
Hel duivels ge lacht van ons niet te latei
bemerken, de vergaderioge af te luisteren,
om ze vervolens in 't Nieuwsblad te vet tel
len, schoot in ons gedacht op, ...en wij vei-
doken ons ten beste mogelijk, achter eem
iKindsvol te laat gekomenen.
Het enkel zien der aanwezigen gaf ons
■eeds de reden en het kenmerk der verga
deringe.
Immers aan hot bureel zaten
M Franchomme Mahieu, de ievt.t ige voor
zitter der maatschappij Dewertienigdt
werklieden
M. Ostyn, ondervoorzitter.
M. Ghesquière, schrijver, en
M. Joseph Gallant, penningmeester
Aan het bureel hadden ook plaatsgenomen
de heeren Rabau de Roriff, voorzitter, er
Werbrouck,schrijver van het bescbermings
comiteitder werkmansbuizen te Yper. 't Was
juist do aanwezigheid dezer twee laatste die
ons in het geheugen bracht dat wij iu hm
Nieuwsblad van verleden weke, rekening
jevende van pene voordracht te Zillebeke,
gezegd hadden, dat dergelijke voordracht
den volgenden Zondag ook te Wervick zou
gegeven worden.
Eri zoo was het inderdaad
Wij zijn dus op onzen post van oproer
kinge. en wij en kunnen met nalaten eenig-
bemerkingen uit de gesprekken,die wij rond
ons booren, in 't voorbijgaan te knippen, n
hier neêr te schrijven.
Wij liooren eerst het voorzitterschap be
spreken van M. Franchomme.
a Als hij aankwam hooren wij eenei
werkman zegg-n, a had de ziekengildt1500
frank schulden, en nu slaat ze met een
spaarpoije van bij de vier duizend frank.
Zulke bemerkingen doen meer deugd aan
degenen die er Let voorwerp \an zijn dan al
den lof van de wereld, en wij voelen ons
nu nog bewogen, bij hetgene een wer»
man, lid der gilde, na de vergaderinge ze
onder de algemeene goedkeuring* zijne
gildabroeders.
Voorzitter zei de man, gij draagt vele
■■n welverdiende decoratiën, maar indien wij
u de meest verdiende konden geven, zij zou
al de andere overtreffen en uit ieder van fiat
sirale i zou een deel van ons herteschiet n
Bravo Franchomme 1 Zij zijn zeldzaan
Ie volksvrienden diezulken lof verdienen.
Verder hoorden wij een woordeken ove
den nieuwen ondervoorzitter, M. Oslyu he
was Os'yu. bij raag er zijn
't Is ook al psu bewijs dai de jonge onder
voorzitter, in korten lijd, hel hene zijner
gildebroeders heeft kunnen winnen en dat
en verwondert ons niet M. Osiyn is evm
als zijnen voorzitter, een volksvriend.
Hetgene wij daartussehen hoorden zeggen
van de werkzaamheid en de volksgezindheid
van de heeren Gallant en Ghesquière, ei
strekt niet min tot hunnen lof, en wij mogen
«eggen dat eene ziekengilde, die zoo ee
viertal aan zijn bestier zeiden heeft, stou
de toekomste mag te gemoet zien.
God gave dat aide leden der maatschappij
verstonden tot hoeverre hunnen bestuurraad
nun goed wil.
Wij hadden even deze korte bemerkingei
aangeteekend, toen M. Franchomme de zit
ting open verklaarde, erbij voegende dat er
na de naamafroepirig zou rekening gegeve
worde'- over de ontvangsten m v^er'dearna
1898. en datM. Werbrouck va« -
ene voordracht geven zou,
ijkheid van aansluiting dei i.
engilde, bij de lijfrenUas onder waaabmg
van den Staat.
Ziet ge daar. lezer, Franchomm die MJ
veraar is, altijd werkende, slavende, 'ig.
(iip nog tijd Vindt om t schoo ste en t weo-
sch lijksto voor ui1zicht hei petisimm van
ten werkman, te bewerkstelligen
En had de gevraagde spreker geen gelij'
ij tie aausprake te beginnen met deze wo<
ten
Mijne groete aan 't werkvoln van Wn
ick. Maar bovenal mijne gr mte aan M.
Franchomme, den verdiensivollen voorzittei
uwer gilde. Mijne groete aan M Os'yn, die
dapper zijnen voorzitter ter zijde staal. Mij"f
,'oete aan de heeren Gallant en Gbrsquièie,
<il het zoo moeilijk ambt van schrijver en
en [tuigmeester uwer gilde ter herte nerm-n
Vlochte God mijne aansprak* zegenen, en
maken dat ze voor u allen d' n oude i dag, mm
zijne ellende, verzacht en verdragelijk
make
Van de voordracht van onzen vriend Wei
hiouck willen wij niet spreken. Hij was b
Wervick wat hij overal is eigenaardig en
aantrekkelijk.
Ook wierd hij met de grootste aandachtig
In id aanboord en gevolgd en het slot zijner
edcvoeririg wierd mei geestdrift door dt
^ansche vergadering begroet.
Daarna bedankte M Franchomme d-
heeren Rabau de Ru riffen Werbrouck, dm
terwijl opmakers en bedriegers van 'tvoU,
net volk misleiden en foppen, eigen gem^k.
eigen ruste, familieleven 's Zondags bun oor
zeggm, om aan 't volk de rede der waarheid
i doen hooren en hun den weg tol loisver
betering aan te wijzen.
En wij, wij spelen schampavie langs den
donkeren wenteltrap, doch met onder m
wenschen dat de redevoering van M. W -i
ouck moge rijke vruchten dragen.
A Lm an
Ter drukkerij van dit blad groote soortei
ring in speel-aarten.
WOESTEN Verleden Zondag, tijdens de
vroegmis, drong een stoutmoedige dief lang:
een keukenvenster in de woning van Jozef La
roye, metser. De schelm doorzocht al de laden
en kassen en stool eene som van 38 franken
Dank aan de ieverigste opzoekingen van M. L
Mrtsu, veldwachter, werd de dader spoedig
ontdekt.
OOSTVLETEREN Zondag laatst begon
een inwoner dezer gemeente het wielrijden aan
Ie leeren. Na een half uur tijds- dacht hij zijn
wielpeerd naar wil te kunnen geleiden en b
sloot den weg naar Reninghe af te leggen. Ge
komen bij de woning van M. Hovaere ontmoet
ie hij zijn vriend M. Barra, dien hij bij ong luk
omver reed en die schrikkelijke kwetsuren
bekwam. M. Barra lag in bezwijming en ver
foor v»'cf niowi na eerrtye cdik- u rust zal mj
waarschijnlijk zijne gewone bezigheden kunnen
hernemen.
m
BRAND TE REN1NGHELST. - In den nachl
tusschen Zaterdag en Zondag werd de hoev
van M. David Corrion, gedeeltelijk door eenen
geweldigen brand in asch gelegd. Een peerd i
in de vlammen omgekomen.
EEN AANBEVOLEN BRIEF. - In eene bru..
selsche liefdadigheidsinaatschappij heeft een
aanbevolen brief de volgende klucht veroor
zaakt:
Daar werd door den brieven drager zoo een
brief aangeboden meldende het adres Aan
leden der maatschappij X.
Maar daar de baas uit het lokaal toch de leden
der maatschappij niet vertegenwoordigde
mocht hij den brief niet in ontvangst nemen en
toen 's avonds de leden hun pintje kwamen
drinken, maakte hij hun melding van het ge
val.
De voorzitter begaf zich, namens het bestuur,
naar het midden-postbureel, om den brief tegen
zijn handtceken af te halen, wandelde daar,
na duizend vragen om inlichtingen, van het
eene raamke naar hot andere, toen hij eindelijk
aan hel rechte was.
Daar deed de bureel he diende hem opmerken
dal den brief niet gericht was aan den voorzitter
maar wel aan de leden van de maatschappij,
pil gaf den braven man een gedacht, lnhaast
n,m hij al de lt,d,,n b'jeen- h,llll'de Ct:n [nuz'elj"
km- is kleedde zich ui habiel en zoo begaf de
maatschappij zich in plechtige» stoet naar het
uostiiureel, om den briefte gaan ontvangen.
Als er nu maar eene goede gift in zit voor
den arme.
UIT LEUTEGHEM. - Nieuwe tanden. -
Vader. Ge moet uiet zooveel zoetigheid eten,
Marl ha, anders krijgt ge slechte- tanden, en op
uwen leeftijd krijgt men geene nieuwe meer.
Martha. - Dat geloof ik niet, vader. Moeder
is zooveel ouder dan ik, en die heeft velleden
week nog nieuwe tanden gekregen.
Leest d" geschiedenis van Kerel tie
Iniiwer v«n Itouabrugge,
loor E H Julius Lkroy Een zwaren Doek
n 344 Dl., groot 8°, kloek papier, voor
fr 50.
T" koop bij den uitgever, Cdlewaert-De
Meuh'tiaere, te Yper, en te Rousbrugge bij
Allaert Carron. drunker, en De Hongbere-
Verriers, handelaar.
GROOTE DIEFSTAL VAN JUWEELEN TE
BOOM. ln den nacht tusschen Zaterdag en
Zondag is een zeer belangrijke diefstal van ju-
weelen gepleegd, ten nadeele van den heer
Samans Alois, goudsmid en horlogiemaker in
de Blauw.slraat.
Ziehier hoe de diefstal gepleegd is: Nevens
den goudwinkel van den heer Samans, staat
het hoekhuis der O. L. V. straat, een klein her-
bergs ke, gehouden door den heer Dehaes.
Een achterpoortje,onder een laag afdak, geeft
uit in de O. L. V. straat, 't Is over dit afdak dat
de dieven zijn geklommen en op den koer kwa
men die uiterst klein is, slechts een paar vier
kante meiers. Het achterpoortje, met eenen
greneel gesloten, is geopend en men heeft eene
kleine ladder binnengebracht en met behulp
daar van over den scheidingsmuur van het huis
geklommen.
Daar is de glazen waaier der achterdeur
uitgesneden en hoogstwaarschijnlijk is een
kleine persoon langs daar binnengelaten, en
deze heeft de deur langs binnen geopend.
Eens in de achterplaats kwam men van zelf
in den winkel.
Daar heeft men geroofd al wat weerde had,
gouden en zilveren horlogiën, armbanden,
brochen, oorbellen, ringen m«t brillanlen,
doekspelden, kettingen, alles ter weerde van
rond de 25 a 30 duizend franken.
Al die weerden waren uit hunne doosjes ge
rukt of van de cartons getrokken, waarop zij
ten toon gesteld lagen.
Gansch het huis lag bestrooid met ledige
doosjes en overal vond men afgebrande fosfoor-
Mekjes. Het zilverwerk is meest onaangeroerd
gebleven de dieven schijnen het alleenlijk op
goud en diamant gemunt te hebben gehad.
De huisbewoners hebben geen het minste ge
rucht gehoord, wat geen wonder is, aangezien
het gansch den nacht hevig waaide en de regen
geweldig tegen de ruiten kletterde.
Eene gebuurvrouw, wipr huis langs achter
aan de Samans paalt, was tweemaal om 2 1/2
gaai, om eene behoefte te vuldoen, en tweemaal
heeft zij bij den heer Samans een flikkerend
licht gezien, zonder daar verder acht op te
slaan. Het is dus te veronderstellen dat de aiefte
op dit uur gebeurd is.
Hoogstwaarschijnlijk moeten de dieven zich
verrast gewaand hebben, want zij hebben op
hel koerke van den herbergier Dehaes het ge
bruikte laddertje laten staan.
Dit laddertje is gebleken toe te bebooren aan
den heer K. W., wiens achterpoort rechtover
het poortje van den heer Dehaes aan den over
kant der straat uitkomt, en welke poort Zon
dagmorgen openstond.
Daar zou dus het laddertje moeten gestolen
zijn.
De plaatselijke policie en de gendarmerie heb
ben onmiddelijk een onderzoek begonnen.
Spelwerkpapier eerste keus,
blauw en glad, te verkrijgen ten bureele
dezer gazel.
MENGELWERK 7
Schets naar het leven ceteekend
door
Alton» Sevens
Verboden Nadruk)
O neen, juffrouw, luidde het antwoord, ze zijn
te duur.
De jonkvrouw nam het kleine buitekind in de armen,
en kuste het lang, zeer lang.
Moeste Vader Lodeel en Madeleentje het ook bemer
ken, dat de tranen als een vloed uit hare oogen spron
gen
Toen liep juffrouw Angeline plotseling uit het huisje,
en lispelde
Zoo mint men vader
Eer het eene uur later was, stond het kacheltje te
gloeien en het vleeschsap te dampen, en er was broed
en melk in huis.
Zeg, zijn er op de aarde ook engelen
XII
De winter is er van onder getrokken, met al zijne
rampen en ellenden.
Nu is het de schoone maand, de maand van zaligheid
en liefde, de maand van Mei.
En daar stoeien de fabriekmeisjes uit het portje, dat
wij zoo goed kennen, naar de fabriek.
Het moet zijn, dat er nieuws is want zij zijn we
derom volop aan 't klappen.
Zoo dat Madeleentje ziek is vraagt Gusta
met medelijdende stem.
Ja, zucbt Lietje, en ferm ziek.
ik dacht het wel dat er iets moest schelen,» spreekt
Gusta. Sedert geruimen tijd is zij niet meer te zien
geweest in de Godelievekens. Ook komt zij nooit meer
builen haar huisje.
En, wat beeft. Madeleentje? vraagt Mietje.
Moet gij dal vragen antwoord Bertha, Ma
delcentje teert uit.
Och Heere toch zucht men langs alle kant' n.
Dat was te voorzien, vervolgt Bertha. Als
men werkt zooals het bultekind werkt, en daarbij ge
heel zijn leven flauw geweest is van gestel
En, lispelt Lietje, wat heeft Madeleentje
niet tegengekomen dezen winter, met de ziekte van
haren vader
Onder ons gezeid en elders gezwegen, zegt
Mietje, ik geloof dat de Lodeels dezen winter ferm
zwarte sneeuw gezien hebben.
Dat is genoeg geweten, zucht Lietje. Ook,
hoe kon het anders. Vader Lodeel heeft vier weken te
huis gezeten zonder eenen cent te verdienen. Madeleen
tje heeft voorzeker veel dagen door de wereld moeten
scharten, met een droog stuk brood voor alle voedsel.
Voorzeker is het dan, dat Madeleentje haren krak ge
kregen heeft.
Maar zou Sarei zijnen vader dezen winter niet
bijgestaan hebben vroeg Gusta.
Sareispot men langs alle kanten.
Hij zou niet mogen van zijn wijf, roept de
eene.
Hij verzuipt alles roept de andere.
Sarei heeft nu vast wat hij gezocht heeft,
meent Bertha. Als zijne moeder stierf, stond hij te
dansen. Daarachter is hij ook begonnen tegen zijnen
vader te roepen. Ik geloof dat God hem reeds aan het
straffen is.
Ja, zegt Mietje, bij beeft eerie duivelin van
een wijf Als hij roert, krijgt bij klop. ln het begin gme
het nog al goed met het eten, omdat zij beiden op dc
fabriek werkten, en dus beiden geld verdiendeo. Maar
nu is er een kind, en het wil niet goed mede.
Zoo lispelen de fabriek werksters.
Wacht slechts tot wat later,» voegt Mietje erbij,
Sarei zal niet veel geluk in zijn huisgezin hebben. Als
men zoo slecht niet zijne ouders handelt, k in men niet
wel varen. Hij zal nog meer zwarte sneeuw zien in zijn
leven dart zijn vader en zijne zuster.
«De Lodeels lijden toch nu geene armoede meer,
zeker? zegt Gusta. Gaat juffer Angeline daar niet?»
Inderdaad, antwoordt Bertha. Het is reeds
sedert dezen winter. Voorzeker hebben de Lodeels nu
niet meer te kort. Die juffrouw Angeline is een engel.
Dat al de rijken alzoo waren mompelen de
fabriekwerksters.
Een oogenblik stapten de meisjes zwijgende voort.
Gusta begon weer
Vader Lodeel zal nog aardig kijken, als hij zijne
dochter eens kwijt is, zegt zij.
- Waar zal hij dan naartoe sukkelen? lispelt
Lietje. Bij zijnen zoon moet hij niet beproeven. Hij
zal er niet binnengeraken.
Niemand antwoordde daarop. Elks aangezicht verdui
sierde. Want de toestand van vader Lodeel zou mis
schien voor hen nog duisterder wezen, als zij eens oud
en alleen in de wereld zouden zijn.
Hewel, zegt Bertha na eernge stonden, a Het is
nog jammer voor vader Lodeel. Hij is waarlijk een
brave man geworden, en hij bemint uit ganscher herte
zijn Madeleentje.
Ja, vader Lodeel is gansch veranderd klinkt
het hier en daar.
Ge moet niet peinzen, vervolgt Bertha, dat
bij nog genever drinkt. Hij is wel oooit een echte dron
kaar d geweest, maar hij keek toch wel soms te diep in
tglas. Nu brengt hij geenen genever meer aan zijne
lippen. Altijd is hij bij Madeleentje, en over weinige
weken, als Madeleentje nog beter was, trok hij alle
Zond gen met het bultekind uit wandelen.
Ongelukkiglijk dat het wandelen waarschijnlijk
voor goed zal uit zijn voor bet mesje zuent Lictj-.
Zij verslecht, dagelijks dat men het zien kan.
't Is waar. Lm je, gij woont er nevens, zegt
Gusta. Gaat gij er dikwijls?
Sedert eenigen tijd, ja l luidt het antwoord.
«Is Madeleemje veel veranderd vraagt mfti
langs alle kanten.
Ge zoudt ze bijna niet meer herkennen,» spreekt
Lietje. Haai kaken zijn zeer ingevallen en hare kaak
beenderen steken v-rre uil. Hare oogen zinken dieper
en dieper er. glanzen vervaarlijk. Haar vleesch smelt
weg Haar vel is zacht en blinkend. Madeleentje zal het
niet lang meer houden.
Zij zal mogen blij zijn, als zij in den hemel is,
lispelt Mietje.
Zij heeft waarlijk verschrikkelijk veel geleden,»
bevestigt Bertha.
Zoo is hetprevelen de fabriekwerksters
binnenmonds.
XIII
Madeleentje had de tering.
Het was reeds lang, dat de wreede ziekte haar leven
afk naagde.
Hoe kon het anders De neergedrukte borst van het
kind was niet geschapen om lang te leven. Nogtans
ouder dan zeventien jaar zou het meisje zekerlijk ge
worden zijn, hadde het dezen winter zooveel koude en
honger met geleden. Haar afgemat en afgemarteld li
chaam, haar weemoedig en afgetrokken leven, alles
verhaastte het einde.
En, nu de botten uitliepen, nu de boomen hun groen
herkregen, nu de bloempjes hunne knopjes opendeden,
nu de natuur herleefde, nu lag Madeleentje te ster
ven.
Maar het was om elders te herleven, te glanzen, te
genieten, en dan niet meer voor eonige maanden, maar
oor eene eeuwigheid.
't Is avond, eene zoete Meiavond.
D" zwaluwen zijn reeds teruggekeerd, en kwetteren
ond het koerken.
Op het zoldt rken zit vader le weenen nevens hel ziek-
"t d zijnet dochter.Hij komt juist te huis van de fabriek,
hij hei fi geloopen om hier te zijn. Hij is nu van het
uliekind niet weg te krijgen, hij die vroeger het bulte
kind met kon lijden.
Wordt voortpMitJ
1 geval van typhus
Ik ben van 't gedaobt van Voltaire, eb
nogtans nieten biechtte. Ik voeg daarbij dat
het de driften zijn die oorzake zijn der misda
den.
on om 3 êfQ Vun don nnobt »uur lunwiriori moolon
-mr-jrtf-gfr'j-r-f'"