MENGELMAKEft ZOO MINI MEN VADER PLMM TSELfJK Yper in 1898 De muur van 't Waterkasteel O die slimmeriks! Uit Wervick ineutnuakers, schilders of beeldhou wers; de kunstenaars die ijzer of koper, enz. bewerken zoo ook de boekhouders, do werkoversten op eenen werf, enz. Het getal dier beroeps- lieden is beperkt, en daardoor zelve is hun loon weinig blootgesteld aan ongewone vermindering. 2 De leerjongens, die om de tegen overgestelde redeu, geen normaal loon kunnen eischen. In deze zake noch tans dienen er maatregels genomen te worden opdat de haasniet geneigd zou wezen van dien toestand misbruik te maken om, door onvolslagen werkers, arbeid te doen verrichten waarvoor hij slechts spotloonen zou betalen. Evenals, over twee jaar, het collegie, in zake van drukwerken, voorschreef dat het, weekloon der leerjongens gelijk moest staan met ten minste een dag loon van den zetter, zoo zou men hier kunnen voorschrijven dat het dagloon van de leerjongens gelijk zal staan met ten minste het vierde van dat der vol slagen werklieden. Wat aangaat het bepalen van wat er door leerjongens moet verstaan worden, dat kan in den tegenwoordigeu staat onzer arbeidsregeling met juistheid niet aangewezen worden dat is eene zake waarin de deputatie, waar het vorenvalt, evenals in elke andere be twisting, zal te beslissen hebben. 3° De werklieden die min bevoor- deeligd zijn, uit hoofde van ouderdom, zwakheid of onervarenheid. Dit is een bijzonder punt dat dient in acht geno men te worden. Wij kotnen eenige uittreksels te verkrijger van het verslag over den toestand van Yper in 1898. Wij deelen ze hier mede, overtuigd dat onze lezers er belang zullen in stellen. in 1898 zijn 456 geboorten geweest. Dat is 32 min dan in 1897. H t getal der ovei lijdens beloopt tot 392 't zij 39 meer da in 1897. Op 31 December 11. telde Yper 17 272 zielen 118 meer dan op 31 December 1897 Wat de steilte onder de kinderen aangaat ziehier de volgende tafel Beneden de 3 jaar zijn er 135 Tusschen 3 en 4 jaar, 2 Tusschen 4 en 5 jaar, 3 Tusschen 5 en 6 jaar, 2 Samen 142 In 1897 stierven er slechts 102 kinderer beneden de 5 jaar 't zij 38 min dan in 1898 Wat nu de kinders aangaat die beneden de 3 jaar gestorven zijn, hier geven wij een talel van sterfte. Van 2 tot 3 maanden zijn er 12 gestorven Van 3 tot 6 maanden 40 Van 6 maanden tot 1 jaar 27 Van 1 tot 2 jaar 19 Van 2 tot 3 jaar «10 Er zijn in 1898, 202 overlijdens beneden de 50 jaar en 190 er boven. Wal de zie? ten aaogaat.die de oorzake van de dood geweest zijn, men heeft bestatigd 70 gevallen van longpijp- en longont steking en fleurus 28 gevallen van hertziekte 60 van dennomateking en afloop. Ziedaar den titel van eene nieuwe comedi' of kluchtspel, gespeeld door de liberale Sussen en Alpha 's. Dat kluchtspel bestaat uit twee bedrijven Eerste bedrijf de muur moet er komen Tweede bedrijfde muur mag er niet zijn. Het stukje speelt in de kolomme van onze iberale vuiibladjes. Het is algemeen gekend dat de meeste dieften en misdaden op den buiten gebeuren en gepleegd zijn door buitenlieden zegl Alpha. Dat is alzoo eene van die waarheden die uitnemende gemakkelijk zijn om zeggen maar zoo gemakkelijk niet om bewijzen. Nu, wij weten zeer wel dat er een spreek woord is dat de liberalen geerne toepassen stout gesproken is half gevochten. En bier in 't geval verstaan wij den reden, die de liberalen hebben om alzoo te baride- ,en de buitenlieden trouwens, (het zij ter hunner eere gezeid) en moeten voor geeue andere onderdoen, wat aangaat den geest van godsdienstigheid. En daarom en zijn zij de vrienden niet van de liberalen. Maar, 't gene volgt is bijzonder diepzinnig en verstandig. Luistert De reden van die misdaden is dat mits eene goede biecht alle kwaad kan vergeven worden. t Is dus de biecht die de schuld is van alle kwaad Die artikel en is niet geteekend 'ten is ook niet noodig hij komt voorzeker var' Alpha Trouwens.hoe kleen gedacht wij ook over die liberale pennelekkers hebben, bijzonder li|k als zij over zake van godsdienst schrij ven nogtans Alpha alleene is beklaam alzoo te redeneeren Ware er geene ziekten dar en zou geene medecyne moeten zijn. 't Is bije volg de medecyne die de oorzaak is van de ziekten De bieebte is.volgens Voltaire, een krach ige middel om den raensch vart 'i kwaad af ie houden, en om het gedane kwaad te her tellen. Alphaije, wat zegt gij daarvan Alpha zegt nog Het onderwijs alleen is in state om de menschen menschen te maken Wilt gij weterr wat er daarvan waar is In Frankrijk hebben zij 't onderwijs gelijk Alpha het begeert, 't is te zeggen het onzijdig onderwijs, met God en de Kerke buiten de schole. Ehwel. de liberale gazetten zelve klagen putten in de eerde over de vreeselijk vruchten van dit onderwijs, en bekennen dat zij hunnen weg gemist hebben. Wij hebben goeste op die sloffe eens breedvoeriger weder te keeren. Veiled, n Zondag waren wij toevallig te Wervick Rondom den Steeriaoker zagen wij ene buitengewone beweging aantal werk ieden trokken do zelfde herberg binnen. Door nieuwsgierigheid aangedreven volg den wij den stroom, en welhaast kwamen wij langs eenen donketen wenteltrap in eene og al grooie vei'gad ringzale, verwo' de ons daar te bevinden midden reeds zeer oud tennissen. Hel duivels ge lacht van ons niet te latei bemerken, de vergaderioge af te luisteren, om ze vervolens in 't Nieuwsblad te vet tel len, schoot in ons gedacht op, ...en wij vei- doken ons ten beste mogelijk, achter eem iKindsvol te laat gekomenen. Het enkel zien der aanwezigen gaf ons ■eeds de reden en het kenmerk der verga deringe. Immers aan hot bureel zaten M Franchomme Mahieu, de ievt.t ige voor zitter der maatschappij Dewertienigdt werklieden M. Ostyn, ondervoorzitter. M. Ghesquière, schrijver, en M. Joseph Gallant, penningmeester Aan het bureel hadden ook plaatsgenomen de heeren Rabau de Roriff, voorzitter, er Werbrouck,schrijver van het bescbermings comiteitder werkmansbuizen te Yper. 't Was juist do aanwezigheid dezer twee laatste die ons in het geheugen bracht dat wij iu hm Nieuwsblad van verleden weke, rekening jevende van pene voordracht te Zillebeke, gezegd hadden, dat dergelijke voordracht den volgenden Zondag ook te Wervick zou gegeven worden. Eri zoo was het inderdaad Wij zijn dus op onzen post van oproer kinge. en wij en kunnen met nalaten eenig- bemerkingen uit de gesprekken,die wij rond ons booren, in 't voorbijgaan te knippen, n hier neêr te schrijven. Wij liooren eerst het voorzitterschap be spreken van M. Franchomme. a Als hij aankwam hooren wij eenei werkman zegg-n, a had de ziekengildt1500 frank schulden, en nu slaat ze met een spaarpoije van bij de vier duizend frank. Zulke bemerkingen doen meer deugd aan degenen die er Let voorwerp \an zijn dan al den lof van de wereld, en wij voelen ons nu nog bewogen, bij hetgene een wer» man, lid der gilde, na de vergaderinge ze onder de algemeene goedkeuring* zijne gildabroeders. Voorzitter zei de man, gij draagt vele ■■n welverdiende decoratiën, maar indien wij u de meest verdiende konden geven, zij zou al de andere overtreffen en uit ieder van fiat sirale i zou een deel van ons herteschiet n Bravo Franchomme 1 Zij zijn zeldzaan Ie volksvrienden diezulken lof verdienen. Verder hoorden wij een woordeken ove den nieuwen ondervoorzitter, M. Oslyu he was Os'yu. bij raag er zijn 't Is ook al psu bewijs dai de jonge onder voorzitter, in korten lijd, hel hene zijner gildebroeders heeft kunnen winnen en dat en verwondert ons niet M. Osiyn is evm als zijnen voorzitter, een volksvriend. Hetgene wij daartussehen hoorden zeggen van de werkzaamheid en de volksgezindheid van de heeren Gallant en Ghesquière, ei strekt niet min tot hunnen lof, en wij mogen «eggen dat eene ziekengilde, die zoo ee viertal aan zijn bestier zeiden heeft, stou de toekomste mag te gemoet zien. God gave dat aide leden der maatschappij verstonden tot hoeverre hunnen bestuurraad nun goed wil. Wij hadden even deze korte bemerkingei aangeteekend, toen M. Franchomme de zit ting open verklaarde, erbij voegende dat er na de naamafroepirig zou rekening gegeve worde'- over de ontvangsten m v^er'dearna 1898. en datM. Werbrouck va« - ene voordracht geven zou, ijkheid van aansluiting dei i. engilde, bij de lijfrenUas onder waaabmg van den Staat. Ziet ge daar. lezer, Franchomm die MJ veraar is, altijd werkende, slavende, 'ig. (iip nog tijd Vindt om t schoo ste en t weo- sch lijksto voor ui1zicht hei petisimm van ten werkman, te bewerkstelligen En had de gevraagde spreker geen gelij' ij tie aausprake te beginnen met deze wo< ten Mijne groete aan 't werkvoln van Wn ick. Maar bovenal mijne gr mte aan M. Franchomme, den verdiensivollen voorzittei uwer gilde. Mijne groete aan M Os'yn, die dapper zijnen voorzitter ter zijde staal. Mij"f ,'oete aan de heeren Gallant en Gbrsquièie, <il het zoo moeilijk ambt van schrijver en en [tuigmeester uwer gilde ter herte nerm-n Vlochte God mijne aansprak* zegenen, en maken dat ze voor u allen d' n oude i dag, mm zijne ellende, verzacht en verdragelijk make Van de voordracht van onzen vriend Wei hiouck willen wij niet spreken. Hij was b Wervick wat hij overal is eigenaardig en aantrekkelijk. Ook wierd hij met de grootste aandachtig In id aanboord en gevolgd en het slot zijner edcvoeririg wierd mei geestdrift door dt ^ansche vergadering begroet. Daarna bedankte M Franchomme d- heeren Rabau de Ru riffen Werbrouck, dm terwijl opmakers en bedriegers van 'tvoU, net volk misleiden en foppen, eigen gem^k. eigen ruste, familieleven 's Zondags bun oor zeggm, om aan 't volk de rede der waarheid i doen hooren en hun den weg tol loisver betering aan te wijzen. En wij, wij spelen schampavie langs den donkeren wenteltrap, doch met onder m wenschen dat de redevoering van M. W -i ouck moge rijke vruchten dragen. A Lm an Ter drukkerij van dit blad groote soortei ring in speel-aarten. WOESTEN Verleden Zondag, tijdens de vroegmis, drong een stoutmoedige dief lang: een keukenvenster in de woning van Jozef La roye, metser. De schelm doorzocht al de laden en kassen en stool eene som van 38 franken Dank aan de ieverigste opzoekingen van M. L Mrtsu, veldwachter, werd de dader spoedig ontdekt. OOSTVLETEREN Zondag laatst begon een inwoner dezer gemeente het wielrijden aan Ie leeren. Na een half uur tijds- dacht hij zijn wielpeerd naar wil te kunnen geleiden en b sloot den weg naar Reninghe af te leggen. Ge komen bij de woning van M. Hovaere ontmoet ie hij zijn vriend M. Barra, dien hij bij ong luk omver reed en die schrikkelijke kwetsuren bekwam. M. Barra lag in bezwijming en ver foor v»'cf niowi na eerrtye cdik- u rust zal mj waarschijnlijk zijne gewone bezigheden kunnen hernemen. m BRAND TE REN1NGHELST. - In den nachl tusschen Zaterdag en Zondag werd de hoev van M. David Corrion, gedeeltelijk door eenen geweldigen brand in asch gelegd. Een peerd i in de vlammen omgekomen. EEN AANBEVOLEN BRIEF. - In eene bru.. selsche liefdadigheidsinaatschappij heeft een aanbevolen brief de volgende klucht veroor zaakt: Daar werd door den brieven drager zoo een brief aangeboden meldende het adres Aan leden der maatschappij X. Maar daar de baas uit het lokaal toch de leden der maatschappij niet vertegenwoordigde mocht hij den brief niet in ontvangst nemen en toen 's avonds de leden hun pintje kwamen drinken, maakte hij hun melding van het ge val. De voorzitter begaf zich, namens het bestuur, naar het midden-postbureel, om den brief tegen zijn handtceken af te halen, wandelde daar, na duizend vragen om inlichtingen, van het eene raamke naar hot andere, toen hij eindelijk aan hel rechte was. Daar deed de bureel he diende hem opmerken dal den brief niet gericht was aan den voorzitter maar wel aan de leden van de maatschappij, pil gaf den braven man een gedacht, lnhaast n,m hij al de lt,d,,n b'jeen- h,llll'de Ct:n [nuz'elj" km- is kleedde zich ui habiel en zoo begaf de maatschappij zich in plechtige» stoet naar het uostiiureel, om den briefte gaan ontvangen. Als er nu maar eene goede gift in zit voor den arme. UIT LEUTEGHEM. - Nieuwe tanden. - Vader. Ge moet uiet zooveel zoetigheid eten, Marl ha, anders krijgt ge slechte- tanden, en op uwen leeftijd krijgt men geene nieuwe meer. Martha. - Dat geloof ik niet, vader. Moeder is zooveel ouder dan ik, en die heeft velleden week nog nieuwe tanden gekregen. Leest d" geschiedenis van Kerel tie Iniiwer v«n Itouabrugge, loor E H Julius Lkroy Een zwaren Doek n 344 Dl., groot 8°, kloek papier, voor fr 50. T" koop bij den uitgever, Cdlewaert-De Meuh'tiaere, te Yper, en te Rousbrugge bij Allaert Carron. drunker, en De Hongbere- Verriers, handelaar. GROOTE DIEFSTAL VAN JUWEELEN TE BOOM. ln den nacht tusschen Zaterdag en Zondag is een zeer belangrijke diefstal van ju- weelen gepleegd, ten nadeele van den heer Samans Alois, goudsmid en horlogiemaker in de Blauw.slraat. Ziehier hoe de diefstal gepleegd is: Nevens den goudwinkel van den heer Samans, staat het hoekhuis der O. L. V. straat, een klein her- bergs ke, gehouden door den heer Dehaes. Een achterpoortje,onder een laag afdak, geeft uit in de O. L. V. straat, 't Is over dit afdak dat de dieven zijn geklommen en op den koer kwa men die uiterst klein is, slechts een paar vier kante meiers. Het achterpoortje, met eenen greneel gesloten, is geopend en men heeft eene kleine ladder binnengebracht en met behulp daar van over den scheidingsmuur van het huis geklommen. Daar is de glazen waaier der achterdeur uitgesneden en hoogstwaarschijnlijk is een kleine persoon langs daar binnengelaten, en deze heeft de deur langs binnen geopend. Eens in de achterplaats kwam men van zelf in den winkel. Daar heeft men geroofd al wat weerde had, gouden en zilveren horlogiën, armbanden, brochen, oorbellen, ringen m«t brillanlen, doekspelden, kettingen, alles ter weerde van rond de 25 a 30 duizend franken. Al die weerden waren uit hunne doosjes ge rukt of van de cartons getrokken, waarop zij ten toon gesteld lagen. Gansch het huis lag bestrooid met ledige doosjes en overal vond men afgebrande fosfoor- Mekjes. Het zilverwerk is meest onaangeroerd gebleven de dieven schijnen het alleenlijk op goud en diamant gemunt te hebben gehad. De huisbewoners hebben geen het minste ge rucht gehoord, wat geen wonder is, aangezien het gansch den nacht hevig waaide en de regen geweldig tegen de ruiten kletterde. Eene gebuurvrouw, wipr huis langs achter aan de Samans paalt, was tweemaal om 2 1/2 gaai, om eene behoefte te vuldoen, en tweemaal heeft zij bij den heer Samans een flikkerend licht gezien, zonder daar verder acht op te slaan. Het is dus te veronderstellen dat de aiefte op dit uur gebeurd is. Hoogstwaarschijnlijk moeten de dieven zich verrast gewaand hebben, want zij hebben op hel koerke van den herbergier Dehaes het ge bruikte laddertje laten staan. Dit laddertje is gebleken toe te bebooren aan den heer K. W., wiens achterpoort rechtover het poortje van den heer Dehaes aan den over kant der straat uitkomt, en welke poort Zon dagmorgen openstond. Daar zou dus het laddertje moeten gestolen zijn. De plaatselijke policie en de gendarmerie heb ben onmiddelijk een onderzoek begonnen. Spelwerkpapier eerste keus, blauw en glad, te verkrijgen ten bureele dezer gazel. MENGELWERK 7 Schets naar het leven ceteekend door Alton» Sevens Verboden Nadruk) O neen, juffrouw, luidde het antwoord, ze zijn te duur. De jonkvrouw nam het kleine buitekind in de armen, en kuste het lang, zeer lang. Moeste Vader Lodeel en Madeleentje het ook bemer ken, dat de tranen als een vloed uit hare oogen spron gen Toen liep juffrouw Angeline plotseling uit het huisje, en lispelde Zoo mint men vader Eer het eene uur later was, stond het kacheltje te gloeien en het vleeschsap te dampen, en er was broed en melk in huis. Zeg, zijn er op de aarde ook engelen XII De winter is er van onder getrokken, met al zijne rampen en ellenden. Nu is het de schoone maand, de maand van zaligheid en liefde, de maand van Mei. En daar stoeien de fabriekmeisjes uit het portje, dat wij zoo goed kennen, naar de fabriek. Het moet zijn, dat er nieuws is want zij zijn we derom volop aan 't klappen. Zoo dat Madeleentje ziek is vraagt Gusta met medelijdende stem. Ja, zucbt Lietje, en ferm ziek. ik dacht het wel dat er iets moest schelen,» spreekt Gusta. Sedert geruimen tijd is zij niet meer te zien geweest in de Godelievekens. Ook komt zij nooit meer builen haar huisje. En, wat beeft. Madeleentje? vraagt Mietje. Moet gij dal vragen antwoord Bertha, Ma delcentje teert uit. Och Heere toch zucht men langs alle kant' n. Dat was te voorzien, vervolgt Bertha. Als men werkt zooals het bultekind werkt, en daarbij ge heel zijn leven flauw geweest is van gestel En, lispelt Lietje, wat heeft Madeleentje niet tegengekomen dezen winter, met de ziekte van haren vader Onder ons gezeid en elders gezwegen, zegt Mietje, ik geloof dat de Lodeels dezen winter ferm zwarte sneeuw gezien hebben. Dat is genoeg geweten, zucht Lietje. Ook, hoe kon het anders. Vader Lodeel heeft vier weken te huis gezeten zonder eenen cent te verdienen. Madeleen tje heeft voorzeker veel dagen door de wereld moeten scharten, met een droog stuk brood voor alle voedsel. Voorzeker is het dan, dat Madeleentje haren krak ge kregen heeft. Maar zou Sarei zijnen vader dezen winter niet bijgestaan hebben vroeg Gusta. Sareispot men langs alle kanten. Hij zou niet mogen van zijn wijf, roept de eene. Hij verzuipt alles roept de andere. Sarei heeft nu vast wat hij gezocht heeft, meent Bertha. Als zijne moeder stierf, stond hij te dansen. Daarachter is hij ook begonnen tegen zijnen vader te roepen. Ik geloof dat God hem reeds aan het straffen is. Ja, zegt Mietje, bij beeft eerie duivelin van een wijf Als hij roert, krijgt bij klop. ln het begin gme het nog al goed met het eten, omdat zij beiden op dc fabriek werkten, en dus beiden geld verdiendeo. Maar nu is er een kind, en het wil niet goed mede. Zoo lispelen de fabriek werksters. Wacht slechts tot wat later,» voegt Mietje erbij, Sarei zal niet veel geluk in zijn huisgezin hebben. Als men zoo slecht niet zijne ouders handelt, k in men niet wel varen. Hij zal nog meer zwarte sneeuw zien in zijn leven dart zijn vader en zijne zuster. «De Lodeels lijden toch nu geene armoede meer, zeker? zegt Gusta. Gaat juffer Angeline daar niet?» Inderdaad, antwoordt Bertha. Het is reeds sedert dezen winter. Voorzeker hebben de Lodeels nu niet meer te kort. Die juffrouw Angeline is een engel. Dat al de rijken alzoo waren mompelen de fabriekwerksters. Een oogenblik stapten de meisjes zwijgende voort. Gusta begon weer Vader Lodeel zal nog aardig kijken, als hij zijne dochter eens kwijt is, zegt zij. - Waar zal hij dan naartoe sukkelen? lispelt Lietje. Bij zijnen zoon moet hij niet beproeven. Hij zal er niet binnengeraken. Niemand antwoordde daarop. Elks aangezicht verdui sierde. Want de toestand van vader Lodeel zou mis schien voor hen nog duisterder wezen, als zij eens oud en alleen in de wereld zouden zijn. Hewel, zegt Bertha na eernge stonden, a Het is nog jammer voor vader Lodeel. Hij is waarlijk een brave man geworden, en hij bemint uit ganscher herte zijn Madeleentje. Ja, vader Lodeel is gansch veranderd klinkt het hier en daar. Ge moet niet peinzen, vervolgt Bertha, dat bij nog genever drinkt. Hij is wel oooit een echte dron kaar d geweest, maar hij keek toch wel soms te diep in tglas. Nu brengt hij geenen genever meer aan zijne lippen. Altijd is hij bij Madeleentje, en over weinige weken, als Madeleentje nog beter was, trok hij alle Zond gen met het bultekind uit wandelen. Ongelukkiglijk dat het wandelen waarschijnlijk voor goed zal uit zijn voor bet mesje zuent Lictj-. Zij verslecht, dagelijks dat men het zien kan. 't Is waar. Lm je, gij woont er nevens, zegt Gusta. Gaat gij er dikwijls? Sedert eenigen tijd, ja l luidt het antwoord. «Is Madeleemje veel veranderd vraagt mfti langs alle kanten. Ge zoudt ze bijna niet meer herkennen,» spreekt Lietje. Haai kaken zijn zeer ingevallen en hare kaak beenderen steken v-rre uil. Hare oogen zinken dieper en dieper er. glanzen vervaarlijk. Haar vleesch smelt weg Haar vel is zacht en blinkend. Madeleentje zal het niet lang meer houden. Zij zal mogen blij zijn, als zij in den hemel is, lispelt Mietje. Zij heeft waarlijk verschrikkelijk veel geleden,» bevestigt Bertha. Zoo is hetprevelen de fabriekwerksters binnenmonds. XIII Madeleentje had de tering. Het was reeds lang, dat de wreede ziekte haar leven afk naagde. Hoe kon het anders De neergedrukte borst van het kind was niet geschapen om lang te leven. Nogtans ouder dan zeventien jaar zou het meisje zekerlijk ge worden zijn, hadde het dezen winter zooveel koude en honger met geleden. Haar afgemat en afgemarteld li chaam, haar weemoedig en afgetrokken leven, alles verhaastte het einde. En, nu de botten uitliepen, nu de boomen hun groen herkregen, nu de bloempjes hunne knopjes opendeden, nu de natuur herleefde, nu lag Madeleentje te ster ven. Maar het was om elders te herleven, te glanzen, te genieten, en dan niet meer voor eonige maanden, maar oor eene eeuwigheid. 't Is avond, eene zoete Meiavond. D" zwaluwen zijn reeds teruggekeerd, en kwetteren ond het koerken. Op het zoldt rken zit vader le weenen nevens hel ziek- "t d zijnet dochter.Hij komt juist te huis van de fabriek, hij hei fi geloopen om hier te zijn. Hij is nu van het uliekind niet weg te krijgen, hij die vroeger het bulte kind met kon lijden. Wordt voortpMitJ 1 geval van typhus Ik ben van 't gedaobt van Voltaire, eb nogtans nieten biechtte. Ik voeg daarbij dat het de driften zijn die oorzake zijn der misda den. on om 3 êfQ Vun don nnobt »uur lunwiriori moolon -mr-jrtf-gfr'j-r-f'"

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1899 | | pagina 2