MENGELMAREN
EERLIJKHEID
ZONDER GODSDIENST
Uit Hobaais
ziel betaooren te voeren: Den strijd voor
't welzijn van 't vaderland, verbeeld door de
nationale kleuren; den strijd voor onze
Moeder de H. Kerk verbeeld door de witte
en blauwe kleuren, deze der voormalige
abdij die eertijds Voorraezeele wijd beroemd
maakteen boven dat alles den strijd vol
houden tot den eind-zegepraal in den hemel,
onder de bescherming van den H. Josef,
patroon van de H. Kerk en van t Vaderland,
en die als bijzondere patroon der Ziekengilde
op het vaandel ook afgebeeld is.
Daar hebt ge eene flauwe schets van de
aanspraak die menigeen het hart beroerde
Na het solemneel lof trok de gilde met
haar vaandel voorop door het dorp en menig
pintje bier werd gedronken op den groei en
bloei der gilde en op het lang leven barer
weldoeners.
Kortom een schoon feestje dat door de zie
kengilde nooit zal vergeten worden.
Gelukkig zijn de gemeenten waar, gelijk
te Voormezeele, allen, edelen en burgers
eensgezind het algemeen welzijn behertigen
en dit der arbeidende klas in 't bijzonder.
Gelukkig de gemeenten wier bestuur gelijk
dit van Voormezeele de spaarzaamheid en de
voorzienigheid op alle manieren aanmoedigd
om ten minste voor het opkomende geslacht
hel leven gemakkelijk te maken
Ter navolging dient hier ook vermeld te
worden, wat het gemeentebestuur van Voor
mezeele laatst besloten heeft om de ouders
aan te zetten van te zorgen dat hunne kinders
van jongs af zich een pensioen voor den
ouden dag bereiden en hun dit te vergemak
kelijken.
1° Eene toelage van 8 centiemen per week
schoolbijwoning te geven aan elk kind be
hoorende tot een huisgezin dat door het
Armbestuur ondersteund wordt.
2° Eene toelage van 2 centimen per week
schoolbij woning te geven an elk van de twee
of meer kinders behoorende tot een huisge
zin dat recht heeft tot kosteloos onderwijs.
Om die toelagen te kunnen genieten moe
ten de kinders deel maken van de pensioen
gilde Sint-Michiel en bijgevolg elke week
ten minste 2 of3 centimen storten.
Indien al de gemeenten zoo handelden,zoo
ware wellicht de arbeiders- en pensioen
kwestie gansch opgelost.
Rede van Meester Hallaert
Weledele Heer, Hooggeachte Eerevoorziiter,
ai.» eii vandaag de Katholieke
gulden letters aangeieextjiiu wui
en gij zegdet ons Doe maar op, en als gel
in nood zijt, kom en spreek
Uw woord was voor ons dan niet alleen
eene groote aanmoediging maar ook de
zekerheid dat wij tegen alle buitengewone
en onvoorziene gevallen zouden bestand zijn,
de zekerheid dat wij nooit met ijdele kas
zouden staan.
En sterk door dat woord, wierd de Katho
zieke Ziekengilde op 18 Maart 1894 gesticht.
Wij hadden voor dien dag gerekend op uwe
tegenwoordigheid in de algemeene en stich
tende vergadering maar, ongelukkiglijk,
politieke moeilijkheden, riepen u naar Brus
sel, en ge schreeft ons een briefje om uw
spijt uit te drukken van ons niet te kunnen
komen aanmoedigen, en waar onder andere
het volgende in te lezen staat. ln den tijd
dien wij beleven is het ten hoogstens noo
dig van al de krachten samen te voegen
om te werken voor al hetgeen goed, waar
en rechtvaardig is. Het algemeen bestuur
vereischt van iedereen dat hij zijnen plicht
volbrenge. Ik twijfel er niet aan, de maat
schappij die gij op heden zuil inrichten zal
groeien en bloeien tot nut van de inwoners
der parochie.
Thans, Hooggeachte Eerevoorzitter, mo
gen wij met voldoening bestaligen dat uwe
gilde genegen zijn. Want nauwelijks hadden
wij haar van wege den bestuurraad der
gilde den wensch medegedeeld van een vaan
del te bezitten of zij beloofden ons daarvoor
te zullen zorgen. En ziet zij hebben gezorgd
en allerbest gezorgd. Het vaandel dat wij zoo
vurig verlangden is daar en wacht naar
zijne wijding om van dan af niet alleen aan
onze gilde den weg te toonen in alle feeste
lijkheden maar ook om aan de leden te die
nen tot teeken van verbroedering, van moed
en van volherdirig.
mij dan toegelaten in name van den Bestuur
raad dier gilde eenige daadzaken uit de
geschiedenisaan tc halen, eu eenige woorden
te zeggen, nop tas d) beteekenis vau dezen
dag.
'tWas in den loop van den winter 1893 94
dat wij met eenige vrienden overeenkwamen
van te Voormezeele ten voordeele der werk
lieden eene ziekengilde interichten.Wij kwa
men u ons gedacht mededeelen en waren
gelukkig u te mogen zeggen dat geestelijke
en wereldlijke overheden ons ten overvloede
aanmoedigden maar van eenen anderen
kant gaven wij onze vrees te kennen dat
achterdochtige lieden, die altijd benauwd
van nieuwigheden zijn, wellicht de geldelijke
zekerheidder gilde zouden in twijfel trekken;
voorzegging waarheid geworden is
Onze maatschappij groeit en bloeit tot nut
der gemeente
Om zulks te bewijzen heb ik maar aan te
halen, dat zij thans 84 leden telt, waaronder
57 werkende dat wij in deze eerste vijf
jaren 770.50 fr. betaald hebben voor 836
ziektedagen en dat er nog in onze kas een
overschot is van ruim 2200 fr. Ik spreek d in
nog r.iet van de geneeskundige zorgen die
door de leden kosteloos genoten worden en
reeds ook eene schoone som verbeelden.
Daarenboven hebben wij verleden jaar
onze leden bij de lijfrentkas van den staal
kunnen aansluiten en ben alzoo nieuwe voor-
deelen bezorgen.
Wij mogen dan met reden deze onzer
eerste jaren van ons bestaan aanzien als
jaren van vruchtbaarheid en voorspoed en
zulks hebben wij te danken aan de eensgezin
de medewerking en aan de milde toelageo
van geestelijken en wereldlijken, van Edelen
en burgers, van bijzonderen en openbare
besturen.
Wal de jaren van schaarschheid en tegen
spoed aangaat, die voorzeker eens komen
zullen en misschien eer dan wij denken, wij
mnpion yfi niet yreezen.
een SurmontHeeh en nog tangui', aT wat
goed, waar en reebiveerdig is, overvloedige
ondersteuning vinden zal te Voormezeele
dat inzonderheid onze Katholieke Zieken
gilde, zoolang zij aan de inzichten barer
stichters beantwoordt, op u en uwe familie
haren steun mag maken.
En moest het nu zooverre komen dat wij
in nood geraken, wij zouden met volle be
trouwen onzentoevlucht nemen tot deze edele
jonkvrouwen, uwe dochters, die de uitdeel
sters zijn uwer goede werken op Voorme
zeele. Voorzeker zouden wij door hare
welwillende tusscbenkomst uit den nood
geholpen worden.
In deze omstandigheden hebben wij eens
te meer ondervonden hoe zeer zij oak onze
Hooggeachte Eerevoorzitter,
Zelden gebeurt bet dat wij, gelijk nu, al
onze weldoeners, rondom ons geschaard
zien daarom mogen wij deze gelegenheid
niet laten voorbijgaan, zonder ze allen te
bedanken
Dc geestelijkheid der gemeente, die overal
onze gilde voorstaat en dezelve bij groot en
klein aanpredikt.
Het gemeentebestuur voor de jaarlijksche
toelage die hel bereidwillig aan onze maat
schappij toeslaat en bijzonderlijk voor de be
slissingen in zijne laatste zitting genomen
Benevens verschillige toelagen die liet
besloten heeft te geven aan kinders onzer
scholen die van de pensioengilde St-Michiel
deel maken beeft hel besloten aan de leden
onzer gilde die door eigen stortingen zich
een pensioen voor den ouden dag willen
verschaffeneene toelage te geven van 10
hunner eigene stortingen.
Al onze beschermende- en eereleden, ede
len en burgers, die allen om ter meest onzt
gilde ondersteunen door hunne raadgevin
gen en hunne milde inschrijvingen: aan allen
onzen welgemeeriden dank.
Maar u, bijzonderlijk, hooggeachte Eere
voorziiter en uwe edele familie, voor de ge
negenheid ons tot nu bewezen en voor hei
prachtig geschenk dal gij ons vandage doel
'i Is waar somtijds heeft de tijd ons lang
geschenen eer wij dit vaandel hadden; maai
geen wonderge wildel ons een kunstge
wrocht schenken, waar tijd noch geld aan
gespaard mocht worden, en dat eeuwig aan
de leden der ziekengilde zou bewijzen hoe
hoog gij hunne gilde schat.
Onze manuea zullen zich dan ook trolsch
onder de plooien van dien standaard scharen
om éér s van hert cn ééns van ziel te werken
voor den groeien bloei der gilde.
Aan u dan Hooggeachte Eerevoorziiter en
uwe edele familie onzen bijzond. ren dank en
k roep met hert en zielLeve lang al onze
Nu we l en ziel ge, wat al goed onze wel
doeners, onze hooggeachte Eerevoorziiter
en zijne familie u doen en willen do.-n
Maakt u dan altijd weerdig van liun.ie
weldaden.
Volgt getrouw het vaandel u gegeven tot
een teeken van verbroedming en tot zinne
beeld Zijt altijd eensgezind om voor te staan
al wat goed, waar en rechtvaardig is.
Ge weet e;i ziet nu wie uwe vrienden
zijn onthoudt dat het altijd katholieken zul
len zijn, die uwe beste vrienden zuilen zijn,
en die, zonder u te vleien, uwe grootste be
langen zullen voorstaan.
Vergeet nooit dat gij katholieke gildeman-
non zijt, en dat gij behoort gelijk uw vaandel
jal twee kanten rechts te zijn,
Ivan naam en katholiek van daad dat allee
ral u hier geluk zonder nasmaak geven.
Eene tooneel- en muziekmaatschappij var.
Hobaais, getiteld «Patronage St Henry
zal Maandag noene naar Yper komen.
Die hoeren komen aan onze stad een be
zoek brengen, verlekkerd dat ze zijn om
eens onze prachtige gebouwen Ha He er.
St Maartenskerke benevens de andei
merkweerdigheden van stad te bewonderen
Ze komen ten twaalven toe en zullen met
hun muziek aan 't hoofd al de Boteistrate.
de markt, de Ryselstrate, naar T Volkshuis
trekken.
We wenschen onze fransche vrienden hei -
lelijk welkom
D1EFTEN TE OOSTENDE. - Wij lezen in
den Duinengalm. Hewel, 't voornaamste
stadsnieuws, 't is dat er voor een verandering
weêr helderop gestolen is uit de badkabienen.
Melden wij eenige dieften gepleegd Zaterdag
1. Uit de kabien 343 een portemonaie met tau
fr., eene portefeuille met papieren en 20 fr.,
alsook een gouden ring, toebehoorende aan
MM. Coquelle en Jacobowicz.
2. Uit de kabien 206 werd een engelschmun
eene beurs gestolen inhoudende 6 ponden, 30
schellingen cn zes stukken van 20 franken.
3. Uit de kabien 401 een portefeuille met 20
fr. en eene horlogie met ketting in nickel.
4. Uit de kabien 126 eene portefeuille met
1000 fr., een gouden uurwerk met ketting en
twee gouden ringen ter weerde van 900 fr., toe
behoorende aan eenen heer van Berlijn.
5. Een heer die Vrijdag avond eene lichtekooi
had vergezeld naar haar appartement werd
's morgens gewaar dat zijn portemonnaie mei
ongeveer 300 fr. verdwenen was. De policie
deed een onderzoekmen vond niets en de damt
en wist ook van niets, van zelfsDe heer zwoer
maarte laat, dal men hem niet meer vangen zal.
6. Maandag uit de kabien 13, eene portefeuille
inhoudende460 fr., een gouden uurwerk met
ketting, toebehoorende aan eenen duitschen
heer.
7 Uit d.' kabien 135 hebben dieven aan drie
jonge franschmans hunne nickcle uurwerken
en kettingen en 2 fr. gestolen. De andere weer
den hadden de jongelingen weggestoken,
8. Woensdag, uit de kabien 105, ten nadeelc
van eenen heer van Kortrijk een gouden uur
werk met ketting, ter weerde van 250 fr., een
gouden ring met briljanten ter weerde van
275 fr., een portemonnaie met 120 fr. (De beslo
lene stadsgenoot is M. G. D.)
keimijfidr Afp-.,vau eenen lieer van
naie met 26 fr., een cigarenkoker in zilver ter
weerde van 50 fr. Van eenen anderen engolschen
heer uit dezelfde kabien portemonnaie met
20 fr. en eene portefeuille mei papieren.
Een landbouwer had Maandag, 28 Oogst
op Elverdinghefeesl zijn peerd verkocht. Tus-
schen de herbergen Het Vilvoordeke te
Zuydscliote cn het Merckem-Hoekske heeft
hij zijnen geldbeugel verloren inhoudende ver
scheidene- banknoten en wat klein geld.
Goede belooning voor wie liet gevondene geld
terug brengt bij den heer Burgmeester van
Zuydschote ofte wel ten Bureele van den Vrijen
Burger, Appelmarkt n° 7 te Dixmude.
DE WONDERDOCTOR VAN LEDEGHEM.
Maandag namiddag, om 2 ure, werd M. Henri
nuioict die over eenige maanden naar het
om een geneeskundig onderzoek te ondf rgaan,
in vrijheid gesteld, op bevel van den prokureur-
generaal van Gent, navolgen» de bes uilen van
SL van M. DuU»c so„
middelijk naar Waclitebeke vertrokken bij een
M. Dutoict Kortnjk
ken. 'l Schijnt dat eene blijgeestige beloogioge
hem daar te beurt viel.
WREED ONGELUK. - Verledene week was
de jonge vrouw van Adam, te Staden, met name
Samyn, met hare schoonouders naar de Kermis
van Thourout gegaan. In het terugkomen, en
in de statie van Staden komende, kon men de
deur van den wagon waarin zij zaten niet open-
krijgen, en niemand kwam om ze open te doen.
De trein op het puilt staande te vertrekken, zag
vrouw Adam, dat het portaal langs den over-
gestelden kant, nog open stond, langs waar
reizigers te Hooglede waren afgestapt. Men riep
en herriep en niemand kwam open doen, ook
was in de statie niemand te zien. De chef was
afwezig en een plaatsvervanger was in z»juc
plaats. Een kloosterlinge, die in tweede klas
was medegekome», dit geroep hoorende, sprong
op den voetgang en probeerde het portel te
openen, doch vruchteiooze moeite. De trein
beginnende in beweging te komen, stapte zij er
af. Intusschea was de vrouw Samyn langs den
tegenovergestelden kant afgegaan en haar kleed
haperende, werd zij onder de wielen getrokken
en hare twee b -.enen afgereden. De kloosterlinge
zuchten hoorende, ging zien eu zag daar de on
gelukkige vrouw liggen. Men zond een doctor
Ien vervolgens een tweede, alsook een pries-
I ter halen.
Niets kon helpen, de vrouw is uitgebloed en
Zaterdag begraven geworden.
ONAANGENAME AVONTUUR. - De gelij
kenis, in de ooren van eenen vreemdeling,
tusschen de woorden Oostende en Oost-lndie,
die eenige jaren geleden eenen brief voor Oos
tende bestemd eerst naar Oost-lndie liet gaan,
was oorzaak dezer dagen, dat een Ooslendenaar
eenige uren aan een gedwongen oponthoud
werd onderworpen, omdat hij in dien wagon
van den ijzerweg een groot ongemak had en liet
liooren dal hij van Oostende was. Men verstond
Oost-lndie, waar de pest thans woedt... Geluk
kig duurde de misgreep niet overlang.
ALWEER DE BETROOL. - Zondag avond
is te Geul een schrikkelijk ongeluk gebeurd op
den Ottergeinscheu steenweg. Josephina Rok,
oud 14 jaar, tehuis gekomen zijnde, werd door
bare moeder gelast de sloof aan te steken. Zij
goot er petrool op, de vlammen slaken aan
stonds hare kleeren in brand. Op straat geloo-
pen zijnde, werd liet vuur door de geburen ge-
«li,» de. brandende kleeren van het
verkoold.
Men meldt uit Lokeren 26 Augusti
De onvoorzichtigheid in liet omgaan met pe
trool heeft weer een nieuw slachtoffer gemuakl.
Vrouw D. F. uit de Lindesliaal goot het ge
vaarlijk vocht op hare stoof.
In een oogwenk stond de arme vrouw in
vlam. Toen meu er in gelukte, hel vuur uit te
dooven, was de ong<: wkkige reeds deerlijk ver
brand aan de armen en het bovenlijf.
De meid die hare meesteres ter hulp snelde,
In-eft insgelijks brandwonden bekomen aan de
armen
Aangrijpende bijzonderheid de kleine kin
deren van den huize, die schreiend rond de
moeder liepen, werden de bloolc voetjes deer
lijk verbrand.
MENGELWERK 19
door HONORÉ STA ES
Nu ziet onze hut er armoedig uit, maar wij zullen wer
ken en sparen en haar allengskens tot eene kleine boer
derij herscheppen.
In den zomer zal het hier een waar Paradijs zijn en
wij zullen aan onze vroegere grootheid niet meer den
ken wanneer wij de schoonheden zullen genieten dezer
oorspronkelijke natuur. Hel smart u dal wij er zoo ver
magerd uitzien, dil begrijp ik, want ik weet dat gij en
kel leeft voor oris, dat ons heil het uwe is, dat ons lij
den door u insgelijks gevoelt wordt. Ik kan u echter
verzekeren dat de sporen van het wee, dat wij door
staan hebben, niet lang zichtbaar zullen blijven op ons,
dat uw bijzijn den blos der gezondheid terug op onze
trekken zal brengen, en dal weldra, veel meer nog dan
vroeger, de levensblijheid met volle lepels van onze
wangen zal te scheppen zijn En verder, Marcel, mag
ik u ook verklaren dat ik het tot hiertoe uw gebod met
de grootste nauwgezetheid volbracht heb. Gij hadt mij
bevolen onze kinderen in de liefde en vrees des Heeren
op te voeden. Welnu, hier zijn ze: zij zijn onschuldig als
engelkens, hun hartje is zuiver en rein als de leliën wel
ke hier in den zomer rond ons huizeken zullen bloeien.
Ik zal mijn werk voltrekken. Zij zullen rondom ons op
wassen in eer en deugd, eu wij zullen niet moeten vree
zen dat de onreine adem dec stadslucht tol bier over
zal waaien om hunne ziel te besmetten. Onder onze oo
gen zullen zij sterke kinderen des velds worden, die oris
weldra onze taak zullen helpen verlichten en eens de
steun en de troost zullen wezen van onzen gelukkigen
ouderdom. Zeg, duurbare vriend, waarom wilt gij u
broeck nog modder op onzen naam werpt? o! Daar heeft
men sinds lang vergeten dat wij bestaan, en ware hel
nog dat men er zich onzer nog herinnerde om ons te
lasteren, wat leed zou ons dil kunnen veroorzaken,
daar ons geweten ons niets te verwijten heeft, en de
Goddelijke Voorzienigheid ons hier in onze zoete een
zaamheid ruimschoots vergoeden zal voor wat zij ons in
de stad heeft laten lijden.
Van Hoeck heeft, onder den indruk der welluidende
en zalvende stem zijner vrouw, langzamerhand het
hoofd opgeheven. Of Lena's woorden hem werkelijk
opgebeurd hebben, kunnen wij op zijne trekken niet
ontwaren, maar hij heeft op haar geluisterd met dien
stillen glimlach van genoegen dien inen op de lippen
heeft wanneer men luistert naar eene zoete melodie.
Och, zoo zelden ook was hem sedert twee jaar en halt
het geluk te beurt gevallen dien spraaktoonte mogen
hooien die hem immers zoozeer had verrukt.
De man is veel, zeer veel veranderd sedert het oo-
genblik waarop wij met hem kennis maakten. Toen
was zijn gelaat vol en levenslustig, en droeg al de ken
teekens vari een minzaam en edelmoedig karakter; he
den is het mager, hoekig en vertoont het duidelijk dat
de gewezen fabriekbestuurder eene sombere lastige in
borst gekregen heeft en hij het leven haat. Zijne haren
en baard zijn niet zuiver blond meer, maar op vele plaat
sen niet witte draden doorweven, en in zijnen blik, we
leer zoo rustig, fonkelt thans iets dat van afgunstigheid
getuigt.
Wanneer zijne vrouw opgehouden heeft van spreken,
doet hij zich geweld aan om vroolijk te lachen en zegt
daarna
Gij hebt gelijk, Lena hel is heden geen oogen-
blik om te treuren. Ik ben bij de mijnen mogen terug-
keeren, na zulke lange scheiding en dit geluk is groot
genoeg om voor eenigen tijd alle wee te vergeten. Kom
vrouw, komt Kinderen, dal ik u allen nog eens omhel-
ze. Het was immers zoo lang geleden vóór vandaag dat
ik u op mijn hart had mogen drukken.
En nadat hij zijne echtgenootc en kleinen nogmaals
omarmd en gezoend heeft, gaat hij voort, thans echter
weer eenigzitis somber
Wij zijn veel verouderd gedurende die twee
jaar en halt, Lena. Moeste ik in Heucheobroeck komen,
niemand zou er mij herkennen. Ik weet waarlijk niet
hoe het mogelijk is dat ik nog leve na bet doorslaan van
al die gruwzame folteringen. En gij, hoe hebt gij hel
Kunnen uithouden
Met eenen helderen glimlach antwoordt zijne echtge-
noote, terwijl zij naar het kruisbeeld wijst
Om uwent wille ben ik immer erg bekommerd
geweest, Marcel, maar Die daar troostte mij en schonk
mij de noodige krachten om te lijden.
Van Hoeck ziet insgelijks naar het beeld, doch zijn
blik is onverschillig. Niets op zijue trekken duidt aan
dat hij vertrouwen heeft in Hem, die zijne ecbtgenoolt
tot steun in hare droevige dagen heeft versterkt.
De tijd is nog niet gekomen, denkt Lena met
weemoed. Hoelang zal ik nog moeten wachten
Weldra keert Marcel de oogen van den Ghiistus
af, en terwijl hij naar den man met de zwarte snorren
wijst, spreekt hij tot zijne vrouw
Lena, ziehier mijn makker. Hij is acht dagen
vóór mij in de wijde wereld teruggezonden, doch heeft
mijne loslating in de stad waar wij gevangen hebben
gezeten, afgewacht. Daar hij mijn viiend is,hoop ik dal
hij ook de uwe zal zijn. Wij gaan te zamen opnieuw de
fortuin beproeven. Gij moet hemreeds eenigzius Kennen
daar ik in mijne brieven van hem gesproken heb.
De vrouw herinnert zich den gauwdief van wien haar
echtgenoot met zooveel ophef gewaagd had, en zij voelt
schielijk eene ijskoude rilling door hare leden loopen.
De echt boeventronie van deu kerel schijnt haar te
zeggen dat het grootste gedeelte barer smarten nog
verduurd moet worden. Niettemin tracht zij hare ont
sieltenis te bedwingen, buigt beleefd voor deri nieuwen
vriend en zegt minzaam
Wees welkom in onze woning, mijnheer. Heb
dank voor bet goede welk gij aan mijnen eclitgenoot
bewezen hebt.
Er verschijnt een zonderlinge lach op het gelaat van
den vreemdeling, een lach die iets duivelachtigs in zich
bevat, en de man antwoordt zwetsend.
Heb dank voor uwe welwillendheid ten mijnen
opzichte, Madame. Ik zal mij ien allen tijde gelukkig
achten u eu mijnheer Van Ho ck met mijne ervaring
ien dienste te kunnen staan. Het heeft mij diep gegriefd
te moeten vernemen dat uw echtgenoot die immer een
toonbeeld van deugd eu eerlijxheid was geweest, door
de booze menschen op zutke gruwzame manier is be
handeld geworden. Daarom zal ik niet rusten vóór hij
voldoening bekomen hebbe voor al het lijden dat men
hem berokkend heeft.
Och, mijnheer, zegt «»Len,a eenigzins bevend,
het is niet noodig nog oude koeien uit den kuil te
balen. Ons wee is voorbij en zal spoedig vergeten zijn.
Het is thans een nieuwe dageraad die opdaagt voor
ons, en hij kan niet anders dan'heerlijk zijn. Verder is
er slechts een mensch die ons veel nadeel berokkend
heeft. Het is degene voor wiens misdaad mijn echtge
noot geboet heeft. Welnu, sinds lang heb ik hem ver
giffenis geschonken, en ik hoop dat Marcel even edel
moedig is geweest. Waarom zouden wij ons dus nog
met wraakzuchtige denkbeelden bezig houden, die op
ons geen ander uitwerksel kunnen hebben dan oude
genezene wonden opnieuw te doen bloeden.
Gij zijt waarlijk te goed en te eenvoudig,
madame, herneemt de gauwdief, altijd spot
lachend. En wie te goed is, laat zich op het harte
trappen. Alzoo, uw achtbare echtgenoot, die vroeger
een rijken door elk geëerbiedigd man was, zonder dat
hij de minste misdaad begaan had, van uit zijnen ver
heven stand in eenen afgrond van ellende en vernede-
iing gestoolen, en hij zou lijdzaam in het modder moe
ten blijven wroeten, zonder eene poging aan te
wenden om opnieuw het hoofd te verheffen.
I'UCIl. l«t?D
A 'u..a Una. nrr/.H Eerevoor-
Mannen der Ziekengilde
laatSt KA
UnA ,,/Mtt/nnV ttii miaa«»Vtiflfl Aü 1. IHAfl ifl HCUCheH-