MENGELMAREN EERLIJKHEID ZONDER GODSDIENST Uit Hobaais ziel betaooren te voeren: Den strijd voor 't welzijn van 't vaderland, verbeeld door de nationale kleuren; den strijd voor onze Moeder de H. Kerk verbeeld door de witte en blauwe kleuren, deze der voormalige abdij die eertijds Voorraezeele wijd beroemd maakteen boven dat alles den strijd vol houden tot den eind-zegepraal in den hemel, onder de bescherming van den H. Josef, patroon van de H. Kerk en van t Vaderland, en die als bijzondere patroon der Ziekengilde op het vaandel ook afgebeeld is. Daar hebt ge eene flauwe schets van de aanspraak die menigeen het hart beroerde Na het solemneel lof trok de gilde met haar vaandel voorop door het dorp en menig pintje bier werd gedronken op den groei en bloei der gilde en op het lang leven barer weldoeners. Kortom een schoon feestje dat door de zie kengilde nooit zal vergeten worden. Gelukkig zijn de gemeenten waar, gelijk te Voormezeele, allen, edelen en burgers eensgezind het algemeen welzijn behertigen en dit der arbeidende klas in 't bijzonder. Gelukkig de gemeenten wier bestuur gelijk dit van Voormezeele de spaarzaamheid en de voorzienigheid op alle manieren aanmoedigd om ten minste voor het opkomende geslacht hel leven gemakkelijk te maken Ter navolging dient hier ook vermeld te worden, wat het gemeentebestuur van Voor mezeele laatst besloten heeft om de ouders aan te zetten van te zorgen dat hunne kinders van jongs af zich een pensioen voor den ouden dag bereiden en hun dit te vergemak kelijken. 1° Eene toelage van 8 centiemen per week schoolbijwoning te geven aan elk kind be hoorende tot een huisgezin dat door het Armbestuur ondersteund wordt. 2° Eene toelage van 2 centimen per week schoolbij woning te geven an elk van de twee of meer kinders behoorende tot een huisge zin dat recht heeft tot kosteloos onderwijs. Om die toelagen te kunnen genieten moe ten de kinders deel maken van de pensioen gilde Sint-Michiel en bijgevolg elke week ten minste 2 of3 centimen storten. Indien al de gemeenten zoo handelden,zoo ware wellicht de arbeiders- en pensioen kwestie gansch opgelost. Rede van Meester Hallaert Weledele Heer, Hooggeachte Eerevoorziiter, ai.» eii vandaag de Katholieke gulden letters aangeieextjiiu wui en gij zegdet ons Doe maar op, en als gel in nood zijt, kom en spreek Uw woord was voor ons dan niet alleen eene groote aanmoediging maar ook de zekerheid dat wij tegen alle buitengewone en onvoorziene gevallen zouden bestand zijn, de zekerheid dat wij nooit met ijdele kas zouden staan. En sterk door dat woord, wierd de Katho zieke Ziekengilde op 18 Maart 1894 gesticht. Wij hadden voor dien dag gerekend op uwe tegenwoordigheid in de algemeene en stich tende vergadering maar, ongelukkiglijk, politieke moeilijkheden, riepen u naar Brus sel, en ge schreeft ons een briefje om uw spijt uit te drukken van ons niet te kunnen komen aanmoedigen, en waar onder andere het volgende in te lezen staat. ln den tijd dien wij beleven is het ten hoogstens noo dig van al de krachten samen te voegen om te werken voor al hetgeen goed, waar en rechtvaardig is. Het algemeen bestuur vereischt van iedereen dat hij zijnen plicht volbrenge. Ik twijfel er niet aan, de maat schappij die gij op heden zuil inrichten zal groeien en bloeien tot nut van de inwoners der parochie. Thans, Hooggeachte Eerevoorzitter, mo gen wij met voldoening bestaligen dat uwe gilde genegen zijn. Want nauwelijks hadden wij haar van wege den bestuurraad der gilde den wensch medegedeeld van een vaan del te bezitten of zij beloofden ons daarvoor te zullen zorgen. En ziet zij hebben gezorgd en allerbest gezorgd. Het vaandel dat wij zoo vurig verlangden is daar en wacht naar zijne wijding om van dan af niet alleen aan onze gilde den weg te toonen in alle feeste lijkheden maar ook om aan de leden te die nen tot teeken van verbroedering, van moed en van volherdirig. mij dan toegelaten in name van den Bestuur raad dier gilde eenige daadzaken uit de geschiedenisaan tc halen, eu eenige woorden te zeggen, nop tas d) beteekenis vau dezen dag. 'tWas in den loop van den winter 1893 94 dat wij met eenige vrienden overeenkwamen van te Voormezeele ten voordeele der werk lieden eene ziekengilde interichten.Wij kwa men u ons gedacht mededeelen en waren gelukkig u te mogen zeggen dat geestelijke en wereldlijke overheden ons ten overvloede aanmoedigden maar van eenen anderen kant gaven wij onze vrees te kennen dat achterdochtige lieden, die altijd benauwd van nieuwigheden zijn, wellicht de geldelijke zekerheidder gilde zouden in twijfel trekken; voorzegging waarheid geworden is Onze maatschappij groeit en bloeit tot nut der gemeente Om zulks te bewijzen heb ik maar aan te halen, dat zij thans 84 leden telt, waaronder 57 werkende dat wij in deze eerste vijf jaren 770.50 fr. betaald hebben voor 836 ziektedagen en dat er nog in onze kas een overschot is van ruim 2200 fr. Ik spreek d in nog r.iet van de geneeskundige zorgen die door de leden kosteloos genoten worden en reeds ook eene schoone som verbeelden. Daarenboven hebben wij verleden jaar onze leden bij de lijfrentkas van den staal kunnen aansluiten en ben alzoo nieuwe voor- deelen bezorgen. Wij mogen dan met reden deze onzer eerste jaren van ons bestaan aanzien als jaren van vruchtbaarheid en voorspoed en zulks hebben wij te danken aan de eensgezin de medewerking en aan de milde toelageo van geestelijken en wereldlijken, van Edelen en burgers, van bijzonderen en openbare besturen. Wal de jaren van schaarschheid en tegen spoed aangaat, die voorzeker eens komen zullen en misschien eer dan wij denken, wij mnpion yfi niet yreezen. een SurmontHeeh en nog tangui', aT wat goed, waar en reebiveerdig is, overvloedige ondersteuning vinden zal te Voormezeele dat inzonderheid onze Katholieke Zieken gilde, zoolang zij aan de inzichten barer stichters beantwoordt, op u en uwe familie haren steun mag maken. En moest het nu zooverre komen dat wij in nood geraken, wij zouden met volle be trouwen onzentoevlucht nemen tot deze edele jonkvrouwen, uwe dochters, die de uitdeel sters zijn uwer goede werken op Voorme zeele. Voorzeker zouden wij door hare welwillende tusscbenkomst uit den nood geholpen worden. In deze omstandigheden hebben wij eens te meer ondervonden hoe zeer zij oak onze Hooggeachte Eerevoorzitter, Zelden gebeurt bet dat wij, gelijk nu, al onze weldoeners, rondom ons geschaard zien daarom mogen wij deze gelegenheid niet laten voorbijgaan, zonder ze allen te bedanken Dc geestelijkheid der gemeente, die overal onze gilde voorstaat en dezelve bij groot en klein aanpredikt. Het gemeentebestuur voor de jaarlijksche toelage die hel bereidwillig aan onze maat schappij toeslaat en bijzonderlijk voor de be slissingen in zijne laatste zitting genomen Benevens verschillige toelagen die liet besloten heeft te geven aan kinders onzer scholen die van de pensioengilde St-Michiel deel maken beeft hel besloten aan de leden onzer gilde die door eigen stortingen zich een pensioen voor den ouden dag willen verschaffeneene toelage te geven van 10 hunner eigene stortingen. Al onze beschermende- en eereleden, ede len en burgers, die allen om ter meest onzt gilde ondersteunen door hunne raadgevin gen en hunne milde inschrijvingen: aan allen onzen welgemeeriden dank. Maar u, bijzonderlijk, hooggeachte Eere voorziiter en uwe edele familie, voor de ge negenheid ons tot nu bewezen en voor hei prachtig geschenk dal gij ons vandage doel 'i Is waar somtijds heeft de tijd ons lang geschenen eer wij dit vaandel hadden; maai geen wonderge wildel ons een kunstge wrocht schenken, waar tijd noch geld aan gespaard mocht worden, en dat eeuwig aan de leden der ziekengilde zou bewijzen hoe hoog gij hunne gilde schat. Onze manuea zullen zich dan ook trolsch onder de plooien van dien standaard scharen om éér s van hert cn ééns van ziel te werken voor den groeien bloei der gilde. Aan u dan Hooggeachte Eerevoorziiter en uwe edele familie onzen bijzond. ren dank en k roep met hert en zielLeve lang al onze Nu we l en ziel ge, wat al goed onze wel doeners, onze hooggeachte Eerevoorziiter en zijne familie u doen en willen do.-n Maakt u dan altijd weerdig van liun.ie weldaden. Volgt getrouw het vaandel u gegeven tot een teeken van verbroedming en tot zinne beeld Zijt altijd eensgezind om voor te staan al wat goed, waar en rechtvaardig is. Ge weet e;i ziet nu wie uwe vrienden zijn onthoudt dat het altijd katholieken zul len zijn, die uwe beste vrienden zuilen zijn, en die, zonder u te vleien, uwe grootste be langen zullen voorstaan. Vergeet nooit dat gij katholieke gildeman- non zijt, en dat gij behoort gelijk uw vaandel jal twee kanten rechts te zijn, Ivan naam en katholiek van daad dat allee ral u hier geluk zonder nasmaak geven. Eene tooneel- en muziekmaatschappij var. Hobaais, getiteld «Patronage St Henry zal Maandag noene naar Yper komen. Die hoeren komen aan onze stad een be zoek brengen, verlekkerd dat ze zijn om eens onze prachtige gebouwen Ha He er. St Maartenskerke benevens de andei merkweerdigheden van stad te bewonderen Ze komen ten twaalven toe en zullen met hun muziek aan 't hoofd al de Boteistrate. de markt, de Ryselstrate, naar T Volkshuis trekken. We wenschen onze fransche vrienden hei - lelijk welkom D1EFTEN TE OOSTENDE. - Wij lezen in den Duinengalm. Hewel, 't voornaamste stadsnieuws, 't is dat er voor een verandering weêr helderop gestolen is uit de badkabienen. Melden wij eenige dieften gepleegd Zaterdag 1. Uit de kabien 343 een portemonaie met tau fr., eene portefeuille met papieren en 20 fr., alsook een gouden ring, toebehoorende aan MM. Coquelle en Jacobowicz. 2. Uit de kabien 206 werd een engelschmun eene beurs gestolen inhoudende 6 ponden, 30 schellingen cn zes stukken van 20 franken. 3. Uit de kabien 401 een portefeuille met 20 fr. en eene horlogie met ketting in nickel. 4. Uit de kabien 126 eene portefeuille met 1000 fr., een gouden uurwerk met ketting en twee gouden ringen ter weerde van 900 fr., toe behoorende aan eenen heer van Berlijn. 5. Een heer die Vrijdag avond eene lichtekooi had vergezeld naar haar appartement werd 's morgens gewaar dat zijn portemonnaie mei ongeveer 300 fr. verdwenen was. De policie deed een onderzoekmen vond niets en de damt en wist ook van niets, van zelfsDe heer zwoer maarte laat, dal men hem niet meer vangen zal. 6. Maandag uit de kabien 13, eene portefeuille inhoudende460 fr., een gouden uurwerk met ketting, toebehoorende aan eenen duitschen heer. 7 Uit d.' kabien 135 hebben dieven aan drie jonge franschmans hunne nickcle uurwerken en kettingen en 2 fr. gestolen. De andere weer den hadden de jongelingen weggestoken, 8. Woensdag, uit de kabien 105, ten nadeelc van eenen heer van Kortrijk een gouden uur werk met ketting, ter weerde van 250 fr., een gouden ring met briljanten ter weerde van 275 fr., een portemonnaie met 120 fr. (De beslo lene stadsgenoot is M. G. D.) keimijfidr Afp-.,vau eenen lieer van naie met 26 fr., een cigarenkoker in zilver ter weerde van 50 fr. Van eenen anderen engolschen heer uit dezelfde kabien portemonnaie met 20 fr. en eene portefeuille mei papieren. Een landbouwer had Maandag, 28 Oogst op Elverdinghefeesl zijn peerd verkocht. Tus- schen de herbergen Het Vilvoordeke te Zuydscliote cn het Merckem-Hoekske heeft hij zijnen geldbeugel verloren inhoudende ver scheidene- banknoten en wat klein geld. Goede belooning voor wie liet gevondene geld terug brengt bij den heer Burgmeester van Zuydschote ofte wel ten Bureele van den Vrijen Burger, Appelmarkt n° 7 te Dixmude. DE WONDERDOCTOR VAN LEDEGHEM. Maandag namiddag, om 2 ure, werd M. Henri nuioict die over eenige maanden naar het om een geneeskundig onderzoek te ondf rgaan, in vrijheid gesteld, op bevel van den prokureur- generaal van Gent, navolgen» de bes uilen van SL van M. DuU»c so„ middelijk naar Waclitebeke vertrokken bij een M. Dutoict Kortnjk ken. 'l Schijnt dat eene blijgeestige beloogioge hem daar te beurt viel. WREED ONGELUK. - Verledene week was de jonge vrouw van Adam, te Staden, met name Samyn, met hare schoonouders naar de Kermis van Thourout gegaan. In het terugkomen, en in de statie van Staden komende, kon men de deur van den wagon waarin zij zaten niet open- krijgen, en niemand kwam om ze open te doen. De trein op het puilt staande te vertrekken, zag vrouw Adam, dat het portaal langs den over- gestelden kant, nog open stond, langs waar reizigers te Hooglede waren afgestapt. Men riep en herriep en niemand kwam open doen, ook was in de statie niemand te zien. De chef was afwezig en een plaatsvervanger was in z»juc plaats. Een kloosterlinge, die in tweede klas was medegekome», dit geroep hoorende, sprong op den voetgang en probeerde het portel te openen, doch vruchteiooze moeite. De trein beginnende in beweging te komen, stapte zij er af. Intusschea was de vrouw Samyn langs den tegenovergestelden kant afgegaan en haar kleed haperende, werd zij onder de wielen getrokken en hare twee b -.enen afgereden. De kloosterlinge zuchten hoorende, ging zien eu zag daar de on gelukkige vrouw liggen. Men zond een doctor Ien vervolgens een tweede, alsook een pries- I ter halen. Niets kon helpen, de vrouw is uitgebloed en Zaterdag begraven geworden. ONAANGENAME AVONTUUR. - De gelij kenis, in de ooren van eenen vreemdeling, tusschen de woorden Oostende en Oost-lndie, die eenige jaren geleden eenen brief voor Oos tende bestemd eerst naar Oost-lndie liet gaan, was oorzaak dezer dagen, dat een Ooslendenaar eenige uren aan een gedwongen oponthoud werd onderworpen, omdat hij in dien wagon van den ijzerweg een groot ongemak had en liet liooren dal hij van Oostende was. Men verstond Oost-lndie, waar de pest thans woedt... Geluk kig duurde de misgreep niet overlang. ALWEER DE BETROOL. - Zondag avond is te Geul een schrikkelijk ongeluk gebeurd op den Ottergeinscheu steenweg. Josephina Rok, oud 14 jaar, tehuis gekomen zijnde, werd door bare moeder gelast de sloof aan te steken. Zij goot er petrool op, de vlammen slaken aan stonds hare kleeren in brand. Op straat geloo- pen zijnde, werd liet vuur door de geburen ge- «li,» de. brandende kleeren van het verkoold. Men meldt uit Lokeren 26 Augusti De onvoorzichtigheid in liet omgaan met pe trool heeft weer een nieuw slachtoffer gemuakl. Vrouw D. F. uit de Lindesliaal goot het ge vaarlijk vocht op hare stoof. In een oogwenk stond de arme vrouw in vlam. Toen meu er in gelukte, hel vuur uit te dooven, was de ong<: wkkige reeds deerlijk ver brand aan de armen en het bovenlijf. De meid die hare meesteres ter hulp snelde, In-eft insgelijks brandwonden bekomen aan de armen Aangrijpende bijzonderheid de kleine kin deren van den huize, die schreiend rond de moeder liepen, werden de bloolc voetjes deer lijk verbrand. MENGELWERK 19 door HONORÉ STA ES Nu ziet onze hut er armoedig uit, maar wij zullen wer ken en sparen en haar allengskens tot eene kleine boer derij herscheppen. In den zomer zal het hier een waar Paradijs zijn en wij zullen aan onze vroegere grootheid niet meer den ken wanneer wij de schoonheden zullen genieten dezer oorspronkelijke natuur. Hel smart u dal wij er zoo ver magerd uitzien, dil begrijp ik, want ik weet dat gij en kel leeft voor oris, dat ons heil het uwe is, dat ons lij den door u insgelijks gevoelt wordt. Ik kan u echter verzekeren dat de sporen van het wee, dat wij door staan hebben, niet lang zichtbaar zullen blijven op ons, dat uw bijzijn den blos der gezondheid terug op onze trekken zal brengen, en dal weldra, veel meer nog dan vroeger, de levensblijheid met volle lepels van onze wangen zal te scheppen zijn En verder, Marcel, mag ik u ook verklaren dat ik het tot hiertoe uw gebod met de grootste nauwgezetheid volbracht heb. Gij hadt mij bevolen onze kinderen in de liefde en vrees des Heeren op te voeden. Welnu, hier zijn ze: zij zijn onschuldig als engelkens, hun hartje is zuiver en rein als de leliën wel ke hier in den zomer rond ons huizeken zullen bloeien. Ik zal mijn werk voltrekken. Zij zullen rondom ons op wassen in eer en deugd, eu wij zullen niet moeten vree zen dat de onreine adem dec stadslucht tol bier over zal waaien om hunne ziel te besmetten. Onder onze oo gen zullen zij sterke kinderen des velds worden, die oris weldra onze taak zullen helpen verlichten en eens de steun en de troost zullen wezen van onzen gelukkigen ouderdom. Zeg, duurbare vriend, waarom wilt gij u broeck nog modder op onzen naam werpt? o! Daar heeft men sinds lang vergeten dat wij bestaan, en ware hel nog dat men er zich onzer nog herinnerde om ons te lasteren, wat leed zou ons dil kunnen veroorzaken, daar ons geweten ons niets te verwijten heeft, en de Goddelijke Voorzienigheid ons hier in onze zoete een zaamheid ruimschoots vergoeden zal voor wat zij ons in de stad heeft laten lijden. Van Hoeck heeft, onder den indruk der welluidende en zalvende stem zijner vrouw, langzamerhand het hoofd opgeheven. Of Lena's woorden hem werkelijk opgebeurd hebben, kunnen wij op zijne trekken niet ontwaren, maar hij heeft op haar geluisterd met dien stillen glimlach van genoegen dien inen op de lippen heeft wanneer men luistert naar eene zoete melodie. Och, zoo zelden ook was hem sedert twee jaar en halt het geluk te beurt gevallen dien spraaktoonte mogen hooien die hem immers zoozeer had verrukt. De man is veel, zeer veel veranderd sedert het oo- genblik waarop wij met hem kennis maakten. Toen was zijn gelaat vol en levenslustig, en droeg al de ken teekens vari een minzaam en edelmoedig karakter; he den is het mager, hoekig en vertoont het duidelijk dat de gewezen fabriekbestuurder eene sombere lastige in borst gekregen heeft en hij het leven haat. Zijne haren en baard zijn niet zuiver blond meer, maar op vele plaat sen niet witte draden doorweven, en in zijnen blik, we leer zoo rustig, fonkelt thans iets dat van afgunstigheid getuigt. Wanneer zijne vrouw opgehouden heeft van spreken, doet hij zich geweld aan om vroolijk te lachen en zegt daarna Gij hebt gelijk, Lena hel is heden geen oogen- blik om te treuren. Ik ben bij de mijnen mogen terug- keeren, na zulke lange scheiding en dit geluk is groot genoeg om voor eenigen tijd alle wee te vergeten. Kom vrouw, komt Kinderen, dal ik u allen nog eens omhel- ze. Het was immers zoo lang geleden vóór vandaag dat ik u op mijn hart had mogen drukken. En nadat hij zijne echtgenootc en kleinen nogmaals omarmd en gezoend heeft, gaat hij voort, thans echter weer eenigzitis somber Wij zijn veel verouderd gedurende die twee jaar en halt, Lena. Moeste ik in Heucheobroeck komen, niemand zou er mij herkennen. Ik weet waarlijk niet hoe het mogelijk is dat ik nog leve na bet doorslaan van al die gruwzame folteringen. En gij, hoe hebt gij hel Kunnen uithouden Met eenen helderen glimlach antwoordt zijne echtge- noote, terwijl zij naar het kruisbeeld wijst Om uwent wille ben ik immer erg bekommerd geweest, Marcel, maar Die daar troostte mij en schonk mij de noodige krachten om te lijden. Van Hoeck ziet insgelijks naar het beeld, doch zijn blik is onverschillig. Niets op zijue trekken duidt aan dat hij vertrouwen heeft in Hem, die zijne ecbtgenoolt tot steun in hare droevige dagen heeft versterkt. De tijd is nog niet gekomen, denkt Lena met weemoed. Hoelang zal ik nog moeten wachten Weldra keert Marcel de oogen van den Ghiistus af, en terwijl hij naar den man met de zwarte snorren wijst, spreekt hij tot zijne vrouw Lena, ziehier mijn makker. Hij is acht dagen vóór mij in de wijde wereld teruggezonden, doch heeft mijne loslating in de stad waar wij gevangen hebben gezeten, afgewacht. Daar hij mijn viiend is,hoop ik dal hij ook de uwe zal zijn. Wij gaan te zamen opnieuw de fortuin beproeven. Gij moet hemreeds eenigzius Kennen daar ik in mijne brieven van hem gesproken heb. De vrouw herinnert zich den gauwdief van wien haar echtgenoot met zooveel ophef gewaagd had, en zij voelt schielijk eene ijskoude rilling door hare leden loopen. De echt boeventronie van deu kerel schijnt haar te zeggen dat het grootste gedeelte barer smarten nog verduurd moet worden. Niettemin tracht zij hare ont sieltenis te bedwingen, buigt beleefd voor deri nieuwen vriend en zegt minzaam Wees welkom in onze woning, mijnheer. Heb dank voor bet goede welk gij aan mijnen eclitgenoot bewezen hebt. Er verschijnt een zonderlinge lach op het gelaat van den vreemdeling, een lach die iets duivelachtigs in zich bevat, en de man antwoordt zwetsend. Heb dank voor uwe welwillendheid ten mijnen opzichte, Madame. Ik zal mij ien allen tijde gelukkig achten u eu mijnheer Van Ho ck met mijne ervaring ien dienste te kunnen staan. Het heeft mij diep gegriefd te moeten vernemen dat uw echtgenoot die immer een toonbeeld van deugd eu eerlijxheid was geweest, door de booze menschen op zutke gruwzame manier is be handeld geworden. Daarom zal ik niet rusten vóór hij voldoening bekomen hebbe voor al het lijden dat men hem berokkend heeft. Och, mijnheer, zegt «»Len,a eenigzins bevend, het is niet noodig nog oude koeien uit den kuil te balen. Ons wee is voorbij en zal spoedig vergeten zijn. Het is thans een nieuwe dageraad die opdaagt voor ons, en hij kan niet anders dan'heerlijk zijn. Verder is er slechts een mensch die ons veel nadeel berokkend heeft. Het is degene voor wiens misdaad mijn echtge noot geboet heeft. Welnu, sinds lang heb ik hem ver giffenis geschonken, en ik hoop dat Marcel even edel moedig is geweest. Waarom zouden wij ons dus nog met wraakzuchtige denkbeelden bezig houden, die op ons geen ander uitwerksel kunnen hebben dan oude genezene wonden opnieuw te doen bloeden. Gij zijt waarlijk te goed en te eenvoudig, madame, herneemt de gauwdief, altijd spot lachend. En wie te goed is, laat zich op het harte trappen. Alzoo, uw achtbare echtgenoot, die vroeger een rijken door elk geëerbiedigd man was, zonder dat hij de minste misdaad begaan had, van uit zijnen ver heven stand in eenen afgrond van ellende en vernede- iing gestoolen, en hij zou lijdzaam in het modder moe ten blijven wroeten, zonder eene poging aan te wenden om opnieuw het hoofd te verheffen. I'UCIl. l«t?D A 'u..a Una. nrr/.H Eerevoor- Mannen der Ziekengilde laatSt KA UnA ,,/Mtt/nnV ttii miaa«»Vtiflfl Aü 1. IHAfl ifl HCUCheH-

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1899 | | pagina 2