LOON m WERKEN
Te Borgworm
Valsche Bankbriefkens
Jaarwedden der geestelijken
Het Papier
Lachkruid
Eessen
In de balloteering die Zondag aldaar
plaats had is de kalholijke kandidaat M. An-
cion met 11,553 stemmen gekozen tegen
citoyen Meysmans die 10,868 stemmen be
kwam nochtans hebben een groot getal
liberalen voor den socialist gestemd.
De Belgische nationale Bank heeft van den
Franschen Bank de mare gekregen dat er
valsche fransche bankbriefjes van 100 frank
in omloop zijn.
Die valsche briefkens zijn wel nagemaakt,
het papier ervan is mat. De goede briefkens
zijn opdroog papier gedrukt. Men kan ze
maar onderscheiden bij het voelen, hert
ander middel om ze te erkennen de valsche
briefkens en hebben geen puntje op de i
van den naam des bijzondersten kassiers.
Men weet dat de Belgische Bank geene
fransche briefkens van 50 franks meer aan-
veerdt omdat er zooveel valsche gemaakt
wierden.
Vrijdag heeft M. Vandentieuvel, het wets
ontwerp neergelegd nopens de jaarwedden
der geestelijken. Het luidt als volgt
De jaarwedde der onderpastor-s beloopt
nu 600 tot 800 frank. Volgens het ontwerp
zou zij gebracht worden op 700 en 900
De jaarwedde der desservitors was van
950 tot 1200 fr. Het minimum zou gebracht
worden op 1000 fr. Het maximum zcu
blijven.
De jaarwedden der pastors zou weinig
verhoogen. Deze van eerste klas trekken nu
2,047,50. Zij zouden 2100 fr. trekken. Deze
van tweede klas trekken nu van 1365 tot
1600 fr. Het minimum zou op 1400 fr. ge
bracht worden en 't maximum blijven.
De onderpastors zullen het maximum trek
ken na 18 jaar dienst de desservitors na
20 jaar.
De pensioenen zullen toegestaan worden
in de volgende voorwaarden vijf en zestig
jaar ouderdom en dertig jaar dienst in plaats
van veertig.
Onze geestelijken zullen daarmeê nog
geene schatten verzamelen.
Geheel Europa door slaat het papier op.
In Belgien is het reeds omtrent 30 ten hon
derd opgeslegen in de laatste maanden.
Moest dat voortduren sommige allergoed
koopste gazetten zouden slechte dagen be
leven.
Eene eerste oorzaak is de opslag der ko
len en der machienen. Bovendien, zoo men
weet, wordt er veel papier, bijzonderlijk
gazettepapier, gemaakt van houtdeeg Die
houtdeeg wordt meest in Noorwegen en
Noord-Amerika gemaakt. De fabrieken lijden
groote schaarschheid van hout door de groo
te droogte die veel rivieren ledig gemaakt
heeft, waardoor de houtvloten niet kunnen
vervoerd worden.
Ook wordt er nu, met den oorlog, schro
melijk veel gazettepapier verbruikt in En
geland.
Uit Watou
Op 2 Februari, Lichtmisdag, vierden de
maatschappij van ouderlingen bijstand en de
gilde van lijfrent hunnen jaarlijkschen feest
dag. Ondanks hel ongunstig weder begaven
zich 's morgens een groot getal eereleden
en deelgenooten van hunne vergaderplaats
stoetswijze naar de Mis die voor de leden
gedaan wordt.
's Namiddags waren een nog grooter getal
deelnemers in de Vespers en in de algemee-
ne vergadering die in de gildelocaal plaats
had. Eenige nieuwsgierigen hadden zich bij
de menigte vervoegd zoodat de zaal proppens
vol was. Men wist immers dat de E. H.
Opdedrinck het woord zou voeren en in de
omstreken van Poperinghe is die waarde
priester om zijne welsprekendheid bekend.
Na de verslagen van de ziekengilde die
bestatigeu dat de maatschappij in bloeienden
toestand verkeert, dat dank aan de mildheid
van 130 eereleden, de rekening van hel jaar
1900 sluit met eeu tegoed van 945 fr. en
dat er in de kas eene som is van 3115 fr.
beklimt de E. H. Spreker het spreekge
stoelte. Gedurende meer dan één uur boeit
hij de aandacht der talrijke toehoorders.
Meer dan eens doet hij allen hartelijk la
chen, maar geeft intusschen de nuttigste
raadgevingen,'de warmste aanmoedigingen.
Hij zinspeelt op den ouden tijd, toen de
steenen spaarpot bestond in de huisgezinnen,
op het Engelsch zugertje (een spaarpot) dat
met Kerstdag geslacht wordt en wekt de
ouders op om hunne kinderen te leeren
sparen. Als zij ouder zijn kunnen zijdeel
maken van den onderlingen bijstand, die
ben van groote ellende zal vrijwaren, als de
ziekte over hun dorpel treedt. Een deel van
hunne spaarpenningen kunnen zij op lijfrent
stellen om een pensioentje te bezitten in
hunnen ouden dag. Dan zullen zij fier zijn te
zeggen Ik kan bestaan met mijne penning
jes. Zij zullen in hun huisje kunnen blijven
bij hunne kiekentjes, hennekens en katjes,
gelijk Louis van de Galgebusschen, liever
dan in het oudem^nhuis te moeten treden
waar, zegt Louis, men maar zoo verre mag
gaan als eene geit, die aan eene staak ge
bonden ligt. Om dit alles te kunnen dom
vlucht de dronkenschap, vooral de sterke
dranken, die zooveel onheilen te weeg
brengen ongelukken in bet huisgezin, be
derf van het lichaam, ziekten in de k inders,
en dood in de ziel. De beer spreker is geluk
kig te bestatigen dat al de maatschappijen,
die de zedelijke en stoffelijke verbetering
van den werkman bebertigen, ondersteund
woiden door de geestelijke en de wereldlijke
overheid. Doet zoo voort zegt bij op den
wijzen raad van Z. H. Leo XIII in zijnen
wereldbrief (rerum novarum) uitgedrukt en
laat den Godsdienst boven dit alles
tronen en al deze werken met zijne vleugels
overlommeren. O Godsdienst zegt E. H.Debo
zaliger, o grootste schat van 't leven.
Op deze luisterrijke voordracht wordt nog
verslag gedaan over de werkingen van de
lijfrentgilde, die ook allengskens toeneemt,
dit jaar met 16 leden is vermeerderd.
Eindelijk bedankt de E. H. Pastoor den
E. H. Opdedrinck en brengt hem gaarne de
hulde van zijne bereidwilligheid om de goede
werken op Watou te helpen opbeuren en
ook de getuigenis dat hij op den eersten rang
staat der sprekers,die wij te Watou sinds
lange jaren gehoord hebben. Een woord van
dank ook aan de aanwezigen en aan
de eereleden van den Onderlingen bijstand,
die zoo mildelijk voor het goed medewerken.
Allen zijn ten uitersten voldaan over dezen
dag.
StudentOf hij kan betalen.
Baas tot zijnen nieuwen klerk: «Meent
gij dat ik onnoozel ben
Klerk: Dat en wete ik niet. 'k Ben hier
te korten lijd.
Een schaliedekker viel van een nieuw-
gebouwen buis en brak den bals. loen men
hem dood van den grontfopnam, vond men
hem met een mes in de hand, Eene oude
vrouw die dat zag riep uitWat geluk dal
hij op het mes niet gevallen heeft.
Bekent en telt, zei de veint en hij
gaf zijn wijf een oordje.
Jan, jongen, ge moet zwijgen, zei
Wantje, ge babbelt en ge snatert al veel te
vele. voor zulk een kleeri manneke; weet ge
niet dat me moet zeven keeren peizen eer dat
me iets zegt? Jan stak liet in zijnen zak
en hij zweeg.
Een bitje later, zoo zag Jan dat moeder
Warnjes rok in brande kwam,binst dat ze in
de panne roerde. ls een keer gepeisd, zei
Jan in zijn eigen, is twee keeis gepeisd,...
is diie keers,... is vier keers,... is vijl
keers,... is zes keers,... en een is zeven
kee s,... Moeder, moeder, uwe rok brandt!»
De bisschop heeft mijn hout gesto
len. zei zaliger pastor Lelieur als hij van
Houthulst naar Hultste overging, alwaar bij
over korte dagen in den Heer ontsliep.
Op een zerk van het kerkhof Père Lachaise
te Parijs, staat er
ADELE RONALD
Ik wacht u
1826
En leeger
LOUIS RONALD
Ik ben hier
1878
en een kluchtigaard had er onder geschre
ven
Hij heeft wel zijnen tijd ervooren geno
men
Professor Wat is het eerste dat men als
doctor bij eenen nieuwen zieke moet onder
zoeken
Wanneer de oude, ware Vlaming het be
zoek heeft ontvangen van eenen gast,die zijn
huiseere aandeed, ziel hij treurig het oogen-
hlik te gemoet op hetwelk zijnen gast, door
plicht geropen, hem verlaten zal.
En als het oogenblik der scheiding geko
men is, hij doel zijnen gast uitgeleide.,
zooverre mogelijk.
En bij het scheiden, zelve als hij zijnen
vriend die zich moet verwijderen, bij die
verwijdering geluk moet wenschen, neemt
hij van hem afscheid met tranen inde oogen,
en zijnen afscheidsgroet gelijkt wel eens
veel meer aari eene rouwklacht dan aan eene
ware gelukwensching.
In het maatschappelijk leven gaat het als
in het familieleven, en daarom deden wij,
op Woensdag 7° Februari 1900, uitgeleide
aan den eerweerden heer Boutens, onzen
pastor geweest te Grombeke, pastor wor
dende te Eessen.
Wij wenschen hem geluk over zijne bma
ming, maar dien gelukwenschligt versmoord
in den spijt dien wij gevoelen hem kwijt te
zijn.
Het arrondissement Yper verliest hem
het arrondissement Dixmude wint hem. Het
verlies is voor ons en wij wenschen dat de
bevolking van Eessen zou zijnen nieuwen
herder weerdig zijn
Een dingen troost onsde gulhertige
wijze op dewelke de nieuwe herder door
zijne nieuwe schapen ontvangen wierd.
Wij waren vroeg in 't dorp en hadden
gelegenheid een oogslagje te werpen op de
toebereidsels der groote feeste die 't dorp
beleven zou.
Het gansche lieve dorp was, niettegen
staande het koude en killige, kriepende en
bladerlooze getij, in eenen lichtgroenen hof
herschapen.
Sparretjes, bevlagd en bewimpeld, staken
fier het hoofd omhooge van hel een einde
van het dorp, tot het andere.
Allo huizen waren, behalve een, bevlagd,
versierd, sommige op wonderbare wijze,
smaakvol.
Stellen wij op den eersten rang de woning
van den eerweerden heere onderpastor. Het
kraaide boven.
Daarna de huizen van Madam Vandromme,
van den heere Burgmeester, van Teuninck-
Vanthuyne, alle drie prachtig, met uitgele
zen smake versierd.
V. rzen, gedichten, jaarschriften aan alle
huizen of daaromtrent.
Het ware moeilijk ze alle te drukken,
de plaatse zou ontbreken, maar wij
geven er toch eenige
Bij den veldwachter
Als kei k en staat
Te samen gaat
't Is rust en vrée
In dorp en siêe.
Bij Vanlerberghe, beerihouwir:
Vanlerberghe beenhouwer en herbergier
Wenscht den pastor welkom hier
Hij slacht beesten maalsch en fijn
Heer pastor mocht gij mijn kalant zijn.
Bij den stoelzetter
Hel is nu vijf ert dertig jaar
Dat ik in de kerke daar
Het schalegeld alhier vergaar
En oordj' Stoeljes dat is klaar.
Bij de bode
De bode zonder vele koutens
Wenscht aan mijnheer pastor Boutens
Mocht hij den herder vele jaren,
Steeds dragen blijde maren.
Bij Silvie Verstraeten
't Is plaisant voor alle menschen
Die een braven herder wenschen
Van op heden te versieren
Om mijnheer Boutens te vieren
Ik doe ook mêe in deze vreugd
Sapristi dat doet mij deugd
Bij den heere Sabbe, gemeente Sekretaris
Tot welzijn van al d'Eessenaren
Wensch ik u hier lange jaren
Vrede en geluk in uw bestier
Wees dus welkom in ons kwartier.
Bij Hfi Duister-Darras
Dit vendel hier door het venstergat,
Wenscht den heer Boutens proficiat
Aardig vaandel
In Sebastopol
God gaf hem ons
God nam hem ons
Deze die onz herder was.
God geeft u ons
Wees dan voor ons
't Geen hij voor ons allen was.
Bij den heer doktor Vande <elde
Als elkeen doet
Wathij moet,
Dan gaan de zaken goed
Dari is 't al rust en veilig.
Bij dag en nacht
Houd ik bij t lichaam wacht.
Maakt Gij de zielen heilig
Bij bakker Hillewaert
Op onzen pastor zijn wij preusch,
Noch te mager noch te streusch,
Rap in alles wat hij doet
Sapristi, ja, dat is goed.
Het zijn er nog, en vele, te vele om ze al
aan te halen, maar al wel gedraaid, en om
den eerweerderi heer Boutens te laten hopen
dat hij den algemeenen wel gekomen was.
In hel dorp drie prachtige praalpoorten
eene rechtover de woning van Frederick
Loucke, eene op de plaats, eene rechtover
de woning van den eerweeiden heer onder
pastor.
Jaarschriften in overvloed, waar van
eeriige in zeven haasten en goed kome het
uit-
Op de praalpoorte van den heer hr.
Loucke
LonCke's orceL fLUIt In VoL akkoorü
VIVat Den NIf.UWen LIeVen HerDkr.
In de Zwane
aChtbare herDer, LeID hIer UWb nIeUWe
paroChIanen In W are ef.nDraGiit \oori
Bij Bossuyt - Gaslelein
bossUYt GastelëIn WensGht Den nIeU-
Wen herDer boütens VekL gelIIkkige
Dagen.
Bij Vanparys - Mar key
goD WIL U MIJnheer boUtens aLhIbr veLe
vrUGhtbare leVensJaken VerLeenen.
Bij M Teuninck - Vanthuyne
In eenDkaGht stIChten zIëLën WInnen
Voor Den aLbehoëder Wëzb UWk LkUs
Op de sctiole
profICIat WeLkoM aChtbare herDkr
boütens bIJ UWe nIeUWb sGhapen.
Bij Amelie de Rurggraeve
moChtf.t GIJ herDer BoUtens bIJ UWe
sGhapen Lange Jaren Van Waar gbLUk
beLeVen.
En eindelijk, om op te sluiten, bij de W°
Crevits
lIeVe herDer De oUDste UWbr paro
ChIanen WensCht U hIer Lange geLUekicf.
Jaren.
Ik zou er nog al vele moeten aanhalen,
maar dat zou mij te verre brengen en de
plaatse waarover ik besehikke ware te
kleine.
Overigens de stoet komt aan
Prachtige Stoet60 peerden met knappe
mannen, wel en flink gekleed, openen deri
Stoet.
Daarop volgt de visschersgilde met vane,
de gilde van St Sebasliaan met vane, het
muziek van Dixmude in prachtig uniform,
de geschiedkundige en geestelijke stoet,
waarin bemerkt 3 prachtig gekleede juf
vrouwen te peerde Hélène en Marie Cosie-
tioble, Marie Sobiy Zij hei inn.ren door
hunne fiere houding te p erde onze oude
vlaainsche helderivrouwen.
Daar volgt de nieuwe herder, ootmoedig
in zijn natuurlijk en wezen. Am zijne
zijd den eerweerden heer Deken van Dixmu
de die hem even als pastor van Eessen zal
instellen. Aan weerskanten de eerweerde
heet en Van Lerbergtie pastor van Onze
Vrouwe te Rousselare en Lansen, pastor van
Eemeghem, zijne getuigen, de gemcente-
ove> heid en de genoodigde.
Eene groote menigte volgt.
De geestdrift is algemeen.
De geestelijke, zoo treffende plechtigheid,
neemt aanvang, gaat stille haren gang.de
kerk is proppende vol ran geloovigen, de
nieuwe herder, na eindelijk van den predik
stoel bezit genomen tc bebhen, vermengelt
zich met de geloovigen, waar hij lusschen
zijne getuigen plaats neemt.
De eerweerde ht ei D ken van Dixmude
spnekt dari eene lt v, ndi e aanspri^ke uit,
die ik letterlijk zou will-n 1 oen drukken zoo
ik geen gebt ek aan pl i had, want zt-ld n
MENGELWERK 5
door
NIEK BROZEN
Luister, Victor, wendde hij zich vervolgens
tot zijnen gewezen slave, ik wil mij nog gelasten met
de toekomste uwer kinders. Joseph is genoeg geleerd
en ervaren om mijn bureel te besturen, ik neme hem
onder mijne zorge en onder mijne bescherminge. Gij
Judith, neem Rachel tot uwe kamermeid, Treesje im-
wers wordt oud, en ten zal haar niet mishagen somtijds
wat ruste te mogen genieten. En gij Victor, bemoei u
nog enkel met mijnen hof.
Aanveerdt gij
«O met dankbaarheid, sprak Victor met vuur,
wijl hij de Nobele eerbiedig de hand kustte. «Nu zal
mijne lieve Maitha zuchtend van haar lieve, vrije Holland
niet meer hoeven te spreken. Hier ook zal ze vrij zijn,
vrij leven O zie, meester, gij hebt reeds over twintig
jaar ons lot zeer verzacht. Ik verbond mij plechligüjk
aan mijne goede Martha, en och arme, wij vielen in
handen van eenen onbermhertigen slavenharidelare,
die ons als vee van markt tot markt rondsleurde en aan
den meestbiedenden te koope stelde. Hij verkocht
mijne vrouw onder mijne oogen. Zij wierd mishan
deld, begekt. bespot, en zoo sleurde men haar weg
Zij wierp mij eenen afscheids blik die mijn hert deed
scheuren.... Zij was verdwenen Later viel ik in uwe
handen.
Uwe goede, heilige vrouw, kwam alias te weten, ik
weet niet hoe, en welhaast was Martha in mijne armen
terug. Oh goede, heilige meesteres, ontvang nu nog de
uitdrukking mijner onvergankelijke erkentenis
Bij de herinnerening vloeiden dikke tranen van
aandoening over het gelaat van den braven man.
Gij oorloofdet ons, ging hij snikkende
voort, «samen te leven en dal was reeds vele, zeer
ele.
Van dan af en had ik maar een oogwit meer de
volstrekte vrijheid eerlijk bekomen. En daarom wrocht
en zwoegde ik, om uwe aandacht te wekken, om u tot
toegevendheid te stemmen, om mij door orde en ijver,
boven de andere slaven te doen bemerken.
Alles gelukte mij.
Gij liet zelve mijn kind toe in het gezelschap van uwe
engelachtige dochter. Hij wierd als haar trouwe hond
en de lessen die zij ontving, deelde hij. Ha I hoe klopte
mijn herte van zalige voldoeninge, toen ik bemerkte
hoe dapper hij in geleerdheid vooruitging Menige ge
lukkige oogenblikken brachten wij door.... Helaas dat
afgrijselijk spook dat slavernij heet vergiftigde alles
En dat spook en is nu voor ons niet anders meer dan
een pijnlijk aandenken van het verledene, dat welhaast
in den vergetelboek voor altijd zal begraven liggen
O dank meester, dank
De Nobele was om de woorden van zijnen zoo trou
wen als edelmoediger! dienare zichtbaar getroffen. Een
traan was vluchtig over zijne wangen gerold toen er
van zijne welbeminde Hilda gesproken geweest was.
Edouh, een blik geworpen op het reine gelaat zijner
dochter beurde hem spoedig op. Toen hij zich tot
Victor keerde was alle teeken van aandoeninge ver
dwenen.
Ga nu naar huis Victor, sprak hij, men
kan daar om uw lag wegblijven in verlegenheid ver-
verkeeren. Ga, en breng aan uwe vrouwe en uwe
kinders de goede tijding. Iedereen kan vandage nog op
zijnen nieuwen post zijn.
Victor boog eerbiedig het hoofd, en verliet de
plaatse, terwijl een laatste heb dank over zijrie
lippen rolde.
loen de deur achter Victor was toegeschoven, wierp
Judith zich in de armen van haren vader en zoo bleven
zij geruimen tijd zonder een woord te kunnen uitbrengen
Heb dank vader, sprak Judith eindelijk.
Het is wel van u, Victor, Joseph en Rachel alzoo
behandeld te hebben.
Schoon Judith die woorden met bijzonderen geest
drift had uitgesproken, lag er toch iets belemmerd, iets
achterhoudends in hare stemme had gebeefd, toen zij
van Joseph gesproken had. Dit alles en was grave de
Sobele niet ontgaan, maar hij schreef het enkel toe aan
de gevoeligheid van zijn kind en aan de natuurlijke
ontstellinge welke zij onderstaan had.
Judith, sprak hij half schertsend, er weegt
weegt u riog iets op het herte dal gij niet bekennen
durft. Komaan zoudt gij misschien voor dit gezin nog
iets beraamd hebben
Judith zweeg. Een lichte blos verspreidde zich over
haar gelaat.
Mijn kind, ging de grave bijna smeekend
voort, terwijl hij zijnen arm om den hals zijner dochter
sloeg, gij weet hoe geerne ik u zie. Doe dan maar uw
herte open wat moet er gedaan zijn om u te bevre
digen
Och vader, stamelde Judith....
De Nobele was van zijnen stoel opgestaan, en mat nu
diep nadenkend zijne slaapkamer met koortsachtige
stappen af.
Een hevige storm moester in zijn binnenste woeden,
want zijne lippen trokken krampachtig te zamen.
Ja, hij had het geheim zijner dochter geraden.
Neen, sprak hij na eene poos gezwegen te
hebben, zij en zal dien gril niet voldoen, zij en zal in
die gedachte niet volherden Zij zal van dien slaven
jongen afzien, ik wil het
De zon was reeds hooge geklommen, ert nog wan
delde de Nobele diep nadenkend zijne kamer op en
neêr.
Hij sloeg zijne oogen op zijn uurwerk Tien ure,
mompelde hij. De drommelben ik dus dezelfde de
Nobele niet meer
Haastig schikte hij zijne kleedinge op, en daalde de
trappen af.
Hel beneden salon had twee br ede ve st es die op
den voo-hot uitzagen de Nobi Ie pha s;e zich voor
iet eene, dai wagenwijd open stond, en blikte onbera
den lusscben de weelderig groeiende plant' ri heen.
Hel gansche drama van verleden nacht vei loonde
zich op nieuw voor zijne oogen. De gebroken bloem
steL ri, de vertrapte harms, de bloedvlekken die tner en
daar aan de stengels der planten kleefden, deden hem
denganschen verleden nacht tnrleven. Hij mit gansch
hel nuttelooze van zijne twintig jaar strijden af.
Lange nog misschien, zou hij daar zou blijven staan
zijn, zoo hel oude lixesje hem niet had komen verwit
tigen dat het ontbijt opgediend was.
Ireesje, sprak hij, zijne stem bedwingend,
houd het ontbijt warm tot later.... Ga intusschen
Juduh roepen, en spoedig Zeg dal ik haar zonder
uitstel te spreken heb
- Kind, begon de Nobele, toen zijne
dochter voor hem siond, geef bevelen opdat
Joseph aanstonds bij mij gebracht worde
Ah vaderlief, fleemde Judith, ik dacht
het toch wel dat gij het goed met mij meendet, en
zij vloog de deur uit.
Het zal eene wreede ontgoochelinge zijn,
meende de Nobele. Nu, hel moet
Joseph en liet zich niet lange wachten,
Hij bood zich beleefd en bescheiden aan, en vroeg
met eene onderdanigheid die de fierheid niet uiten
sloot, waarin hij zijnen meester kon nuttig zijn.
Joseph, jongen, zoo begon de Nobele met
eene gedwongene goedhertigheid, ik meen het goed
met u en ik en wilde niet langer uitstellen u datgene te
bevestigen welk ik uwen vader zegde toen hij mij
verleden nacht het leven redde.
Ik had eerst besloten u op mijn bureel to nemen
sedert eventwel ben ik tot andere gevoelens gekomen:
Ik wil uwen moed en uwe scherpzichtighoid beproe
ven Begrijpt ge mij, Joseph.
He Nobele staarde sterlinge in de oogen van den
jongen.
vtrvlql.)
8SSR