MENGELMAREN Tegen de vliegen Rechtbank van Brussel Verbrekingshof Rechtbank van Leuven Ongeluk in de zwemplaats Priesterlijke Benoemingen Tuindag Een bijzondere commissie wordt aange steld, bestaande uit de heeren Fraeijs, voor zitter Begerem, Decaestecker, Vanderghote en Bouquet, leden en buiten den gemeen teraad, de heeren Charles Baus, Jules An tony en Jules Baus. M. D'Huvettere. 't Ware te wenschen dat die commissie algauw hare programma zou vaststellen, opdat we nog den tijd vin den om te onderzoeken. Pompiers Een hulpgeld van 500 fr. wordt gestemd om de kosten te dekken van de deelneming der pompiers aan het Bondsfeest te Namen. Wedstrijd van orde M. Struye wordt lid benoemd van den bijzonderen keurraad. M. de Voorzitter denkt dat het goed ware in 't toekomende damen te noemen als lid van den keurraad. De damen zijn beter in staat om over orde en netheid in een huishouden te oordeelen. Brug over de Rijselpoorte Een krediet van 400 fr. wordt beschikt om de brugge te vermaken. Meenenpoorte M. Iweins d'Eeckhoutle klaagt over den slechten toestand van het metselwerk van de vestingen bij den uitgang der Meenenpoorte, alsook over de onbetamelijkheid van de twee waterplaatsen bij die poorte. M. de Voorzitter. We zullen zien dat metselwerk te herstellen, en onderzoeken meteen als er middel is om die waterplaatsen behoorlijk elders te zetten, misschien rond eene lanteern op de buitenwandeling. Schietplein M. Boone vraagt als er geen middel en ware om het schietplein eenige meters te verlangen, ten einde het weder te laten die nen. De «stand» van Rousselare en is a niet veel beter dan dien van Yper, volgens het schijnt. M. de Voorzitter. De heer stadsbouw kundige zal in T korte naar Rousselare gaan om den stand te onderzoeken. M. D'Huvettere vraagt dat er ook water plaatsen zouden beschikt worden bij de statie. M. de Voorzitter. We zullen dat trach ten te schikken,te zamen met de veranderin gen aan het statieplein. Een bijzondere hof bouwkundige zal komen zien naar het statie plein en ons dan plans voorleggen. De openbare zitting eindigt ten 0 u. 15 kookteen half dozijn ajuinen in een halven iter water. Als het zocht koud geworden is, strijkt men het met eenen zacbten borstel over de vergulde voorwerpen, pendulen, enz. en het vliegenbezoek blijft achter. Aldus deelt een fransch blad mede. Of het helpen zal? In elk geval is het gemakke lijk te beproeven. Met het warme zomerweer komen weer de kwelgeesten, de vliegen, in onze kamers die menig huismoeder ergeren door de sporen die zij achterlaten, als ze zich op blinkende voorwerpen, verguldsel, hebben neergezet. Een eenvoudig middel om deze vliegen plaag te bestrijden is het volgende: Men Eene fopperij. De rechtbank van Brus sel heeft eenen winkelier voor eene zonder linge zaak veroordeeld tot 400 fr. boete en 000 fr. schadevergoeding. De winkelier was in onderhandeling voor het overlaten van zijnen handel en de per soon, die de zaak wilde overnemen, had ge durende eenige weken een vertrouwd per soon in den winkel geplaatst om de zaak na te zien en te oordeelen of zij de ge vraagde som weerd was. De klanten waren zeer talrijk en de som 5200 fr. werd betaald. Maar toen de nieuwe baas in de zaak was, jleven eensklaps de klanten weg,en nu bleek dat de oude baas die menschen geld had gegeven om verschillige voorwerpen in zijnen winkel te komen koopen en die dan s avonds ongemerkt weêr terug te brengen. De rechtbank heeft die handelwijze met recht als een bedrog aangezien en bij gevolg hooger gemeld vonnis uitgesproken. De lijfstraffelijke kamer vari het verbre kingshof heeft Dinsdag morgen uitspraak gedaan over de voorziening in verbreking gedaan door Jan-Baptist Sipido en zijne me debetichten Arthur Meert, Gaston Peuchot en Julien Meire, betrokken in den aanslag tegen den prins van Wales, tegen het besluit van de kamer van inbeschuldigingstelling die hen voor het eedgerecht van Braband verzonden heeft. Het hof heeft de voorzie ning verworpen. In deze voorwaarde heeft M. Jamar, voorzitter van den aanstaande zittijd van het eedgerecht, besloten dat de zaak den 2 Juli zal opgeroepen worden. Het proces zal drie of vier zittingen innemen. De zetel van het openbaar ministerie zal bekleed worden door M. den advokaat generaal Servais Sipido zal verdedigd wordendoor MM" Henry en Spaak Meert, door MM" Roger en Gheude Peuchot en Meire, door MM" Van dermoeren, Meysmans en Swalue. Zekere M. Edouard Beernaert, van Leu ven, had in een weekblad /!ar Ie scandale, lasterlijke aantijgingen ingebracht tegen den E. H. Maes, onderpastor van Sint Jaak op Coudenburg, te Biussel. De E. H. Maes spande een proces in, en M. Beernaert is nu voor laster veroordeeld tot 1000 fr. schade vergoeding en voor 500 fr. inlasschingen van hel vonnis. Godspenning. Zekere Pieter Aug. V G., van Gheel, had zich als knecht ver huurd bij eenen landbouwer, te Lichtaert, en bijgevolg ook den godspenning van 5 fr. ontvangen. V. G. kwam ev nwel niet naai _ichlaert wo' en en zond evenmin den g"ds lenning terug, alhoewel hij dit geld niet mocht houden. Voor dit feit werd hij ver- olgd onder betichting van misbruik van vertrouwen. Hij kreeg 15 dagen gevang. Eerlijk volk, schels uit een werk manslenen en /.oo nalot men va der, twee verhalen van Alfons Sevens, gediukt bij Callewaert De Meulenaere, Boter straat, 36, te Yper. (Prijs per boek 0.50 cent, Deze twee verhalen van onzen jongen en jegaafden Vlaamsehen verteller, boekdeel tjes uitmakende van 60 tot 70 bladzijden, zijn sierlijk, in volkschen en tevens gemoe d e I ij V c r i (rant |p schreven en vooral gericht lot de jeugd, welke er een aangenaam en nuttig tijdverdrijf en volstrekt niets aansloo- telijks in zal aantreffen. Daai door zelf en vooral door de uiterste geringheid der prijzen, voorde boekjesin getal bij den drukker genomen, zijn deze verhaaltjes, netjes ingekleed, gebrocheerd ot in prachtband naar keus, uitmuntend ge schikt voor prijsboeken in de aanstaande prijsdeelirigen. De bestuurders van scholen welke, om zich te verontschuldigen voor het uitdeelen van Fransche prijsboeken, zich gewoonlijk verschuilen achter het voorwendsel dal de Vlaamsche prijsboeken zoo zeldzaam als duur zijn, terwijl men de Fransche in massa en aan spotprijzen aantreft, zullen voortaan van die schijnreden moeten afzien. Om daarvan overtuigd te zijn wende men zich tot bovengetioemderi drukker die, dank aan de vruchtbare en kundige pen van den heer Sevens, in staat is de moeilijksten te bevredigen en bij wien alle schoolbestuur ders zich met weinig kosten dergelijke prijs boeken kunnen aanschaffen. Fondsenblad Dinsdag stond de stad nog eens geheel in rep en roer. 's Achternoens waren de s Mda ten van de rijschole voor den eersten keer naar de zwemplaalse gegaan onder 't geleide van Luitenant Leroy. Kapitein Bosschaerts in burgerskleereu was aanwezig. Ondanks het herhaald en uitdrukkelijk verbod hunner overheden, sprongen ver scheidene mannen in den grooteri bassin Een van hen, zekere Tasseroul verdween a met eens in de diepte. Alle opzoekingen en pogingen om den ongelukkigen uit te halen, waren vruchteloos M. de Burgemeester, die ter plaatse was deed den bassin afloopen, maar men kreeg Tasseroul maar terug na een kwartier in 'l water gelegen te hebben. Alle mogelijke zorgen werden de onge lukkige toegediend en alle pogingen aange wend door de geneesheeren der rijschool maar 't was al vruchteloos de soldaat had opgehouden te leven. 't Is het derde jaar achtereen dat dit ge beurt en telkens met soldaten. En nogthans de overheden doen al het mogelijke om on gelukken te vermijden. Men gelooft dat Tasseroul sedert 's noens alreeds geëten badde. Geheel zijn wezen was vervrongen en het voedsel liep uit zijnen mond. De jongeling was goed gezien. Hij behoort tot eene deftige familie van Dave bij Namen en is de oudste van negen kinderen. M|>r. de Bisschop van Brugje heelt lie- noemd Onderpastoor te Meulebeke, E. H. tai- mentier, onderpastoor teBisseghem. Zaterdag laatst «ijn de volgende Heeren gewijd Priesters MM. Br utsaert Jeróme Prosper, >operinghe; Dechièvre Ferdinand, Yper; Declercq Pieter, Iseghcm; De Jaegher Leo, irugge; Depuydt Charles, BoerstDesa- gher Aimé, Poperinghe Ghys Louis, Brug ge Hollebecq Richard, Ooleghem Joyr Anloine, Rumbeke; Nevejan Ernest, lse ghem Vanden Weghe Jeróme, Moorslede Vermersch Maurice, ElseneVermeulen Floribert, Kortrijk. Diakens: MM. Kesteloot, Albert, Meule beke Leleu, Joseph, Ten Brielen Ameye, iené, Bisseghem Banckaert, Alexandre, Aalst Beyne, Auguste, Houcke Boedt, ules, Snaeskerke Caesens, Arthur, Kort rijk Callens, Honoré, Dessel;hem; De Keyser, Alphonse, Iseghein Desmet, Char les, Meulebeke Louwaege, Jérome, Noord schote Moncarey, Prosper, Haringhe Sotebaert, Richard, Maldeghem Souvagie, Camille, Leffinghe Tanghe, Henri, Alve ringhem Tanghe, Richard, Swevezeele Van Kemmel, Charles, Moorslede Van fyekeghem, Joseph, LophemVcrvaeke, Michel, Cortemarcq, en de Paters Passion nisten Alexis en Clément. Subdiakens MM. Colons, Louis, Brugge Bittremieux, Joseph, SysseeleClaeys, Léon, Brugge DeCuypere, Henri, Kortrijk De Lcu, Léon, Meenen De Meester, Alfred, Brugge Dugardyn, Jean, Brugge ;Lauwers, Achille, Oostende Lowyck, Franpois, Brug ge Loyette, René, Veurne; Roose, Aubert, Sweveghem Soetart, Arthur, Moorslede Veranneman, Louis, Iseghem Vermeire, ^olydore, Oostende. BRUGGE. DE DRANK. De ongelukkige drank was Zaterdag morgend oorzaak dat men andermaal bijna een doodelijk ongeval te be treuren had. Een zekeren landbouwerszoon van Zuyen kerke kwam Zaterdag morgend, gezeten op een ledigen wagen, bespannen met een koppel sterke peerden, uit de Steenstraat, den westkant derGroote Markt opgereden; volgens gewoonte was hij sterk, aangeslagen; al met eens kwam van den anderen kant insgelijks een rijtuig aan gereden. De eerste het verstand niet meer heb bende zijn rijtuig op zijden te trekken, botsten beide rijtuigen op elkander, met het ongelukkig gevolg dat den landbouwerszoon van zijnen wagen stuikte en onderdewielen terecht kwam Gelukkig dat beide rijtuigen noch weg noch weer konden, anders ware hij voorzeker ver pletlerd geweest; nu kwam hij er echter van af met eene kleine schram aan het voorhoofd een nieuw bewijs dat er een God is voor de dronkaards. Het zal nochtans een duren drup pel zijn dat hij gedronken heeft, want hij werd door den toezienden agent Coorens niet min dan drie overtredingen toegepast. Eene voor dronkenschap, eene omdat er geene plakke op zijnen wagen was en eene om zonder dijssel gereden te hebben. Van een briefken van 50 fr zal hij niet veel terug ontvangen. SINT-DENIJS-WESTREM. - Geheimzinnig moord. De gemeente St-Denijs-Westrem bij Gent is door eene schrikkelijke misdaad in ver slagonheid gedompeld. Op Maltebrugge, recht over de herberg de Drie Koningen, langs de groote baan op Deinze en Kortrijk, woont dg landbouwer Do Sutler. Zaterdag morgend zug men de dochter Marie, 21 jaar oud, niet te voorschijn komen. De ouders maakten zich daarover niet ei-g ongerust; zij dachten dal Marie weer het ouder lijk huis had verlaten,gelijk zij nog eens gedaan had. Zij hebben ook eene dochter, die getrouwd en in de Maltebrugstraat te Gent woont. Deze ontving Zaterdag morgend eenen brief waarin te lezen stondGa spoedig naar huis, naar de kamer van uwe zuster, misschien is ze dood, misschien kan ze nog gered worden. De brief droeg denstempel van 9 Juni, en was te Gent in den post gestoken. Het meisje liep spoedig naar huis, en deelde hare ouders, die nog niets kwaads vermoedden, den brief mede. Men liep naar de kamer van Marie, en inderdaad men vond haar te bed liggen, geheel bedekt met een slaaplaken. Zij had eene prop n den mond en in het aangezicht vele blauwe plekken, liet meisje was dood. De moordenaar moet langs de deur in huis gedrongen zijn, want in de kamer is er maar een klein vensterken, dat met dichte ijzeren staven is bezet. Seffens werd de policie alsook het parket verwittigd. Waarschijnlijk zal de brief hel middel geven om op het spoor van den misdadiger te geraken. Vrijdag nog had Marie De Sutter eten gedra- geu aan het volk op het land, ze was wederge keerd en 's avonds naar bed gegaan als naar gewoonte. Sedert weten de ouders van niets meer. Een der zonen der echlgenooten De Sut ler, is Zondag naar Frankrijk vertrokken om er te gaan werken. De vermoedelijke moordenaar van Marie De Sutter is Maandag aangehouden. Het was de verloofde van het slachtoffer, zekere Parez; hij heeft bekentenissen gedaan. Ziehier in welke omstandigheden die aanhou ding plaats had. Het slaeh toffer had dikwijls haar hart geopend aau Mad. Fossard, wonende Kortrijkschen teenweg, te Gent, wier echtgenoot een oud be diende van de policie is. Dikwijls had het meisje haar bekend dat zij zooveel moeilijkheden te huis had door haar verkeeren met een jonge ling uit Gent,Karei Parez genaamd,en wonende Prinsenhofplaats. Hare broeders hadden haar steeds verzocht van die betrekkingen af te zien. Eindelijk zou het meisje er toe besloten hebben niet meer te verkeeren, doch dat ging zoo gemakkelijk niet, had zij aan anderegebuorvrouwen bekend, daar Parez veel van haar hield. Zondag avond nu had mevrouw Fossard den jongeling,dien zij wel eens op het hof van Marie had ontmoet, in hare buurt zien ronddwalen. Toen hij de dame aan de deur zag staan,waagde hij het de dame aan te spreken. Hij zegde haar dal hij de minnaar was van het vermoorde meisje, dat hij naar Brussel was gegaan en daarna naar Charleroi, waar hij in de dagbladen de gausche toedracht der zaak gelezen had. Hij zou zoo geerne, zegde hij, Marie hebben terug gezien, want hij kon niet gelooven dat zij dood was. Daarop kwam juist M. Fossard te huis. Gij zijt plichtig, zegde hij, of gij zijt het niet. Ik ben onschuldig, was het antwoord. Goed, maar dan moet ge u toch veront schuldigen. Ware ik in uwe plaats, ik ging on middellijk bij den policiekommissaris. Dan sprak Parez van zelfmoord.Eindelijk liet hij zich door M. Fossard, die het gerecht zoo doende een groote dienst bewees, leiden tot bij M. Coppine. Deze deed Parez in de stadsgevan genis opsluiten en Maandag morgend werd bij ondervraagd. Na eerst geloochend te hebben, begon Parez teweenen,en hij deed eindelijk volledige beken tenissen. Marie wilde van mij scheiden. Zij was in eenen toestand die zulks niet meer toe liet. Ik was in hare kamer sinds acht dagen en hoorde dikwijls ruzie tusschen haar en hare broeders om mijnentwille. Daar Marie aandrotf om elkander te verlaten, stemde ik toe, doch ik moest mijne brieven en mijn portret, dat zij op MENGELWERK 20 door NIEK BROZEN Ik kreeg welhaast eenen brief, waarbij men mij ver zocht de geheele somme die ik geleend, en reeds terug betaald had, daaromtrent vijf miljoen, over bestaande en niet gelichte bezetten, uit te keeren. Die slag trof mij diepe, doch ik had regelmatige kwijtbrieven. Ik en wilde die bewijzen van regelmatige betalinge aan niemand anders dan aan eenen trouwen dienare toevertrouwen. Ik schreef dus naar Parijs dat mijn gevolmachtigde zich met mijne bewijsstukken zou aanbieden, en ik zond Joseph Judith verbleekte bij het hooren van dien name, maar zij overmeesterde hare aandoeninge, en 't was met eene ijskoude, vaste stemme dat zij zei Vader, ik luister. Dat en was niet alles wat ik Joseph meêgaf, hernam de grave ik had hem daarenboven eene somme van ongeveer vijf honderd duizend frank behan digd welke hij aan eenen anderen bankier moest uit betalen. Ik blijve dus die somme schuldig. Dat is te zamen vijf miljoen en half. Dat is daaromtrent zoovele als wij nog bezitten.... Wanneer wij al die sommen zullen uitgekeerd hebben 'ten zal ons niets meer overblijven; wij zullen arm zijn Judith, doodarm ls het al vader, vroeg Judith kalm, Het is al ja, Judith, sprak de grave met spijtige spottende stemme, en 't dunkt mij dat het genoeg is Ach zuchtte hij verder, wat zullen wij aau Arm en gelukkig zijn vader, antwoordde udith arm omdat wij niets meer en bezitten, geluk kig omdat wij elkander liefhebben. Ten anderen ging zij met buitengewonen drift oort, wie zegt er ons dat Joseph aan de rampe niet ontsnapt en is De brieven uit Antwerpen welke gij daareven hebt gelezen zeggen men waant dat de gansche manschap verloren is. Maar is dat wel zeker Zie vader, iets daarbinnen, en zij wees naar heur herte, «zegt mij dat Joseph leeft, en dat wij hopen moeten. Die hope is broos, kind, zeer broos. Nu, ik zal eveneens over die moeilijkheid met baron Von Daver gaan spreken. Waarom met hem vader, vroeg Judith, op schier onhoorbaren toon.... Omdat baron Von Daver een man van onder- vindinge is, kind, en daarenboven een man van eere I God gave, vader, dat gij het betrouwen welk gij in hem stelt, nooit en moest betreuren Wat beteekent Luister, Judith, baron Von Daver is mijn gast. Zoolange hij onder mijn dak woont, wille ik dal hij geëerbiedigd zij. Vergeet dat nietEn nu ga, ik moet aan 't werk. Arm omdat wij niets en bezitten, gelukkig omdat wij elkander lief hebben heeft zij gezeid. Arm begeesterd meisje Arm, ja dat zullen wij zijn. Maar gelukkig Welja, vader, mompelde Judith, terwijl zi naar hare kamer trok, vraag raad aan baron Von Daver En zeg hem bovenal dat wij nu arm zijn Als 't schip water drinkt, dan vluchten de ralten Onverwacht bezoek. Grave de Nobele had den ganschen nacht aan zijn bureel overgebracht, in drukke, onophoudende cijfe ringen. Zijn gansch uitzien getuigde van buitengewone •ermoeinisse en van kommervolle verlegenheid Hij zal sprakeloos tegen over zijne dochter zijn oubijt te nemen. Eene pijnlijke stilte heerschtte dwers door't gansche huis. Baron Von Daver had zich dezen morgend niet ver toond grave de Nobele, in zijne onuitlegbare kort zichtigheid schreef zijne afwezigheid toe aan welge- voeglijkheid. Von Daver, een fijngevoelige, welopge voede edelman en wilde niet onbescheiden zijn. Judith integendeel schreef de afwezigheid van den baron aan zijne baatzuchtigheid toe de vogel dien bij gewenscht had te vangen, was gepluimd, dus 'l vangen niet meer weerd. Judith verheugde zich. De pijnlijke, prangende stilzwijgendheid die in de eetzale heerschtte was hoe langer hoe drukkender geworden, toen het oude Treesje zich aanbood, eene lezoekkaarte op een schenkbord dragende. Grave de Nobele las Karei Braband, priester-zendeling.» Treesje, zeg aan dien heere dat ik hem vol strekt niet en kan ontvangen, gebood de Nobele, tei wijl hij de kaart aan zijne dochter overhandigde. - Dat heb ik reeds gezeid, liet er het oudje dadelijk op volgen, maar die geestelijke, die eene brave ziele schijnt, heeft aangedrongen om u te mogen spreken, en dat nog zonder uitstel, er bijvoegende dat hetgene hij mijnheer de grave te zeggen had van het grootste en het dringensle belang was. Nu, het zij dan zoo, zuchtte de Nobele, ik ga Judith, sprak hij verder tot zijne dochter, wacht mij een oogenblik, ik zal dien onbescheiden bezoeker maar dadelijk de deure wijzen Vader, hernam de dochter, die intusschen de bezoekkaarte van den zendeling gelezen had, «ont vang liever dien zendeling hier. Gewis komt hij enke eene almoes afsoaeeken, en tot nu en ging er nooit nie mand van hier ijdelhands weg. «Ga dan, Treesje, en breng dien heere naar bier. Eenige oogenblikkengingen nog stilzwijgend voorbij, toen de deure andermaal openging en doorgang leverde aan Karei Braband. Mijnheer de grave, sprak hij, buigende en hoffelijk groetende, ik vrage u versefmoninge als ik e in uwe drukke bezigheden kome stooren, maar de zen- dinge welke ik bij u te vervullen hebbe is zoo dringende, dat ik het mij verwijten zou, zoo ik u maar een enkel oogenblik liet wachten. Gij moogt spreken in tegenwoordigheid mijner dochter, heer missionnaris. zei de Nobele, die be merkte dat Braband zich inhield. Wij hobben geene geheimen voor elkander. Ik vreeze dat onze samensprake wat lang zij0 zal, zegde Braband, en ik had ze liever met 0 onder vier oogen afgesponnen. Ik ben bereid onze on derhandeling tot morgen te verschuiven, als gij bel verkiest, zooveel te meer dat ik nog een ander huisge zin op dees eiland gerust te stellen heb....» Een ander huisgezin gerust te stellen vroeg Judith angstig, a Vader, ik voel het, mijnheel brengt ons nieuws van ons....ons verdronken schip- Laat hem spreken. Ja jufvrouwe, wedervoer Karei Braband- als had hij hel laatste deel van Judith's onderbrekinge0 niet gehoord, ik moet ook het huisgezin van uvve° gewezen slave Victor geruststellen. Spreek heer missionnaris, ik ben gansch °al1 u, zei de Nobele, zichtbaar ontroerd. Luister dan, mijnheer de grave, en doe het genoegen mij niet te onderbreken. Ik herhaal hel hetgene ik u te zeggen heb is van het grootste belang- Grave de Nobele, sprak de priester voort, °vet ongeveer negen maanden hebt gij de dood van nabij gezien. Een uwer slaven, met name Alep, had op he® genomen u te vermoorden. Gij wierdt van de doo gered door eeneopwellinge van de dankbaarheid die g'l had weten te ontsteken in het herte van eenen ander611 slave.... Victor, is het niet zoo t Ja I zoo is het 1 ga voort. ('t imvolgt.) X

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1900 | | pagina 2