EERLIJK VOLK
aefons sevens
Stad Yper Gemeenteraad
Oud en vrij
Huwelijks waren deze reizigers vertrok
ken ot een kerel met gemeen uiterlijk kwam
aan de portel zien, doch trok dadelijk het
hoofd terug. Mad. De Rockere hoopte van
den kerel ontlast te zijn, toen, op 't oogen-
blik dat de trein floot, hij in den wagon
sprong. Meer dood dan levend wilde de
vrouw van komparliment veranderen, doch
het was te laat de trein verliet de statie
van Kortrijk.
De kerel was zeer slordig gekleed, droeg
eene klak met groote klep en scheen 45 tot
50 jaar oud te zijn hij was zeer groot en
struiseh. De schuimer ging in eenen hoek
van den wagon zitten en strekte de voeten
uit op de bank voor hem. De arme vrouw
beefde over al hare ledematen en verloor
den kerel niet uit het oog. Opeens vroeg de
kerel aan mad. De Rookere waar zij naartoe
ging. «Naar Moeskroen», antwoordde de
vrouw. Juist als ik zegde de kerel, en
begon allerlei grofheden te vertellen. Men
oordeels over den schrik der ongelukkige
vrouw, die met den kerel alleen in den
wagOB'Zat. Opeens, op hetoogenblik dat zij
er zich het minst aan verwachtte, greep de
schurk, de vrouw vast. De ongelukkige kon
zich losrukken en wilde naar het noodsein
grijpen. De ellendeling bracht de vrouw een
zoo geweldigen vuistslag op den mond toe
dat zij ten gronde stortte. Hij wilde opnieuw
gewelfd- gebruiken, doch nogmaals kon het
slachtoffer zich verweeren. Woedend ge
worden greep de bandiet eene flesch faro,
die mad. De Rookere uit Brussel medege
bracht.had, en sloeg deze verscheidene ma
len op het hoofd en het gelaat der vrouw,
haarijselijke wonden veroorzakende. Het
slachtoffer bloedde overvloedig, doch de beul
ging zoolang voort met slaan tot dat de flesch
in stukken.brak. De arme vrouw had het
bewustzijn verloren.
De wreedaard kreeg een helsch gedacht.
Kost wat kost wilde hij zich van het slacht
offer ontmaken voor de aankomst van den
trein te Moeskroen. Hij opende het portel
en wierpzijn slachtoffer op het tweede spoor,
met het gedacht dat het door een der nacht
treinen zou vermorzeld worden. Het was
toen rond 9 1/2 ure.
Eenige minuten na li ure kwam M.Emiel
Deleval, onderluitenant der douanen, verge
zeld van M. Aurys, tolbeambte, voorbij de
standplaats van Aelbeke. M. Deleval hoorde
gejammer dat van op de spoorbaan scheen
te komen. De barreelwachter werd geroepen
en de drie mannen voorzien van een lan-
teem, gingen op zoek. Op honderd meters
van de standplaats vonden zij mad. De Roc
kere in het struikgewas liggen, het lichaam
en bijzonder het gelaat met bloed en zand
bedekt. Door een wonderlijk toeval was de
ongelukkige in den schrikkelijken val niet
dood gebleven. De frissche lucht en de pijnen
hadden haartolhetbewusizijn teruggebracht.
Het gevaar begrijpende waarin zij verkeer
de was de vrouw van do riggels gekropen.
Het slachtoffer werd voorzichtig opgenomen
en naar het huis van den barreelwachter ge
dragen. Terwijl M. Deleval de eerste zorgen
toediende, liep M. Aurys een geneesheei
halen. Dr Dussolier spoedde zich naar het
huis van den barreelwachter. Men verwittig
de middelerwijl den statieoverste van Moes
kroen, die naar Kortrijk telegrafeerde en
bevel gaf dat een koopwarentrein, rond i
uur 's nachts zou stoppen.
Mad. De Rockere werd in een foergon
gedragen en op kussens gelegd. Te Moes
kroen werd de gekwetste vrouw uit den
koopwarentrein gehaald, in eene berrie ge
legd en door werklieden van de statie naar
Herseeuwe gebracht.
Rond 3 ure 's morgens bracht men de
ongelukkige thuis. Mad. De Rockere woont
met haren man en een harer dochters. Men
verwachtte haar donderdag avond niet en
zij was uit Brussel, waar zij hare andere
kinderen bezocht had, teruggekeerd zonder
hare familie te verwittigen. Het tooneel dat
plaats greep toen men de berrie binnen
bracht, was hertverscheurend de wanhoop
van M. De Rockere en zijne dochter was
onbeschrijfelijk.
Het parket van Kortrijk, per depeche ver
wittigd, kwam vrijdag namiddag het slacht
offer ondervragen. De ongelukkige kon met
moeite verhalen wat er voorgevallen was en
de persoonsbeschrijving van den ellendeling
opgeven.
De wagon, waarin de moordpoging ge
beurd is, werd door het parked te Moes
kroen geregeld. Men heeft bloedsporen op
eene der banken gevonden en stukken glas
waren in de portel gedrongen.
De magistraten zijn vervolgens naar Ael
beke vertrokken en hebben MM. Deleval en
Aury alsook den bareelwachter ondervraagd.
Men weet niet wat er van den dader ge
worden is. Donderdag avond zijn zeer weini
ge reizigers te Moeskroen afgestapt. De be
diende met het afnemen der reiskaartjes
gelast, heeft niemand gezien die op den
dader geleek. Hij zal waarschijnlijk van den
trein gesprongen zijn aan den inkom der
statie van Moeskroen of in deze statie den
trein naar Frankrijk genomen hebben, die
vertrekkens gereed stond op 't oogenblik dat
de express uit Brussel toekwam. De toestand
van mad. De Rockere was vrijdagavond nog
altijd zeer bedenkelijk. Deze laffe moordpo
ging heeft in de grensstreek eeneongemeene
schudding veroorzaakt.
Nadere bijzonderheden
Het schrikwekkend drama dat gebeurd is
in den expresstrein van Brussel, lusschen
Kortrijk en Moscroen, heeft onder de grens
bevolking eene ontroering verwekt, die nog
verre is van gestild te zijn. Overal wordt
die zake vergeleken met de moord op M.
Schottmans, die over een goed jaar plaats
had op de linie van Dowaai naar Rijssel, en
waarvan de omstandigheden op meer dan
een punt gelijken met deze van de moordpo
ging gepleegd op Madame De Rockere.
üe plichtige
Zaterdag liep het geruchte dat de plich
tige, een Kortrijkzaan die op een slecht
boeksken staat, woonachtig te Roubaix, Za
terdag morgend aangeklaagd door zijne
vrouw, aangehouden zou zijn geweest door
de veiligheidspolicie. Kwetsuren en bloed
sporen aan de handen, zouden die vrouw
baren man voor eenen moordenaar doen
verdenken hebben.
Daar en is in 't geheele niets van tot
hiertoe en heeft men nog geen nieuws over
den moordenaar. De eenige veronderslellin
gen die de zekerste schijnen gebruikt door
den moordenaar om aan het gerecht te ont
snappen, zijn deze Ofwel, na zijne misdaad
zul de schurk gebruik gemaakt hebben van
't vertragen van den trein om af te springen
en tusschen de velden te vluchten, ofwel hij
zal op den franschen trein gesprongen zijn.
vertrekkende te Moscroen ten 10 53 en die
gereed stond op den oogenblik dat de express
van Brussel toekwam.
't ls deze laatste veronderstelling die 't
parket van Kortrijk meest in aanmerking
genomen heeft. De onderzoeksrechter, gelast
met het enk west, heeft inderdaad naar den
procureur der Republiek van Rijssel eenen
brief gezonden waarin hij vraagt aan dien
ambtenaar de grensstatiën, namentlijk van
Rijssel, Roubaix en Tourcoing te doen be
waken. Ziehier dien brief
SIGNALEMENT
Danderdag avond, in den trein die rond
10 ure Kortrijk verlaten heeft voor Moscroen,
is de echtgenoole De Rockere, van Herseeuw
België) aangerand geweest in een rijtuig van
3e classe door eenen kerel die te Kortrijk
opgegaan is in den wagen van het slacht
offer. Het slachtoffer is op het hoofd gesle
gen geweest met eene flesch bier en is op
de spoorbaan gesmeten geweest nabij de
haltstatie van Aelbeke.
Ziehier de keriteekens van den plichtige
omtrent 45 jaar oud, redelijk groot, mager,
wat roste moustachen, klakke met lange
leppe, schijnende een werkman op zijn
zondags.
Gelief seffens een onderzoek te bevelen in
de grensstatiën, namentlijk te Tourcoing,
Roubaix, Rijssel, om te weten of de plichtige
er Donderdag avond niet is gezien geweest,
en mij alle nuttige inlichtingen te draadma-
reu.
De Onderzoeksrechter,
Bringiers.
Eene laatste bijzonderheid die zonder
twijfel van nut zal zijn voor het opzoeken
van den moordenaar, 't is dat hij hem uil-
drukte met eenen Kortrijkschen tongval.
Het onderzoek
Gedurende een groot deel van zaterdag
heeft de heer onderzoeksrechter Pringiers
zijn onderzoek voortgezet. Hij heeft het per
soneel der statiën van Moscroen en van Kor
trijk ondervraagd. Geen een beambte heeft
het signa'ement van den plichtige erkend.
In den achternoene is M. De Rockere naar
het parket geroepen geweest, waar hij van
4 tot 5 ure verbleven heeft. De onderzoeks
rechter heeft bijzonderlijk aangedrongen om
te weten of zijne vrouw geene vijanden had
In den wagon waar het drama gebeurd is
heeft men bloedvlekken gevonden. Zaterdag
morgend, ten 5 en half, is die w.igon naai
Kortrijk gebracht geweest, waar hij tolver
dere bevelen ter beschikking van het parket
zal blijven.
In een woord, het parket en heeft tot nu
toe maar onsamenhangende en geheel twij
felachtige inlichtingen voor wat den plichtige
betreft.
Was het de moordenaar?
Een zaakhandelaar van Roubaix, een
geloofweerdig persoon, denkt in de opgege
ven kenteekens eenen kerel te herkennen
met denwelken hij van Brussel gekomen is
met denzelfsten trein waarin de misdaad ge
pleegd is geweest.
Die man had een onrustwekkend uitzicht
eene groote somme geld op hem hebbende
onthield de zaakhandelaar hem van te slapen
Op zekeren oogenblik kwamen zij beiden in
gesprek. De kerel zei dat hij te Denderleeuw
ging afstappen. Maar aan die statie gekomen,
en slapte hij niet af en verliet maar de zaak
handelaar te Audenaarde. Is hij dan in eenen
anderen wagon gegaan? Dat en weet men
niet. Men mag peizen dat de kerel onmidde
ijk terug in den trein zal gestapt zijn om
opnieuw te Kortrijk af te gaan, waar, er op
uit zijnde om eenen slag te doen, hij den
wagen van Madam i De Rockere zal binnen
gegaan zijn.
De toestand van het slachtoffer
De toestand van liet slachtoffer, dieVrijdag
en Zaterdag veel te wenschen liet, is wat ver
heterd.Doctor Dussolier, die Mad. De Rockere
bezorgt, hoopt ze te redden. Zij begint wat
voedsel te nemen. Nogthans zij heelt nog
veel pijn.
De ongelukkige moet eene groote ziels
en wilskracht bezitten om te kunnen weêr
staan hebben aan hetgeen er haar dien nood
lottigen nacht is overgekomen. Ziedaar eene
vrouw van 57 jaar die, in korte oogenblikken
na den schrikkelijken angst doorstaan te
hebben,het voorwerp is geweest van afschu
welijke pogingen, dan beestachtig is gesle
gen geweest met eene flesch en eindelijk
.leheel gekneusd en bebloed op den weg
wordt gesmeten, waar zij verscheidene uren
bewusteloos en versteven van de koude is
blijven liggen,en die,ondanks die gruwelijke
wederweerdigheden, nog levende er van af
komt.
Latere bijzonderheden
Het parket van Kortrijk zet neerstig zijn
onderzoek voort. Verscheidene sporen wor
den gevolgd. Kostbare inlichtingen zijn bij
't parket toegekomen, die mogen doen den
ken dal men op het punt is eenen grooten
slag te doen.
Maandag morgend zijn M. De Rockere en
zijne dochter Joanna opnieuw vóór den
onderzoeksrechter M. Pringiers geroepen
geweest. De ondervraging en heeft niets bij
zonders opgeleverd dat men nieten kent.
Van nen anderen kant, een beslierlijk
onderzoek wordt beleid door M Uemars,
controleur der ijzerwegen van den Staat te
Doornijk. Al de beambten, gelast met den
dienst van den express van Brussel, alsook
de baan- en barrierwachters van Aelbeke tot
Moscroen zijn onderhoord geweest. Hunne
verklaringen zijn aangeteekend en naar den
heer onderzoeksrechter gezonden geweest.
Zij en bieden niets bijzonders aan. Natuurlijk
niemand heeft iels gezien.
Gelijk wij hooger zeggen, het signalement
vauden plichtige is aan al de policie-com
missariaten van de fransche grens meêge-
deeld geweest. Overal woiden er opzoekin
gen beleid.
Wat het slachtoffer betreft, er is voort
heleruis, en men hoopt dat Mad. De Rockere
welhaast den weg der genezing zal inslaan.
Een aanhouding zonder uitslag
Maandag werd de genaamde Hend/i*
Si ierinck, oud 49 jaar,herkomstig van Ruyeu
door de policie van Thielt aangehouden vooi
landlooperij. Hel scheen den policie-com
missaris dat zijn signalement overeenkwam
met dat van den moordenaar van Mad. De
Rockere.
Hijdraadmaarde onmiddelijk zijne ontdek
king naar 't parket V2n Kortrijk, en ontving
van dit laatste bevel van nog den dag zelvr
den kerel naar Kortrijk te sturen. Bij zjjne
aankomst in't gevang wierd Seierinek lang
ondervraagd door den heer onderzoeksrech
ter Pringiers en eene confrontatie vastgesteld
voor 's anderdaags.
Dijsendag namiddag, met den trein van
3 uren kwam het parket te Herseeuw aan
De gevangene, vergezeld van twee gendar
men, wierd er rond dezelfde ure aangebracht
Na Mad. De Rockere voorbereid te hebben
tot dit onverwacht bezoek, deed M. Pringiers
haar den eed afleggen, na verzekerd te zijn
dal zij wel de persoonen herkende die men
voor haar bracht.
Mad. De Rockere verklaarde seffens in
dien man haren aanvaller niet te herkennen.
De gevangene is vervolgens terug naar
Kortrijk gebracht en dan naar Brugge ge
stuurd geweest.
De gezondheidstoestand van Madame De
\ockerc betert voort. Nogtans Dijsendag
kloeg zij van pijnen aan de borst, pijnen die
e wetsdoctor M. Feys toeschrijft aan in
wendige kneuzingen.
Openbare zitting
op Zaterdag 29 September 1900
ten 5 ure 's avonds
't Dagorde behelst 19 nummers.
liet «Nieuwsblad» kondigt elkeen met vreugd
en voldoening de geboorte aan der Ypersche
pensioengilde «Oud en vrij
Zij heeft voor doel de leden der Katholieke
Wacht, hunne vrouwen, kinderen en bloedver
wanten, die onder hetzelfde dak wonen, aan te
sluiten bij de Algemeene Lijfrentkas onder
waarborg van Belgie's Staat. Nochtans mogen
de leden, bezocht door de Ypersche genoot
schappen van den H. Vincentius en van de Da-
men der Voorzienigheid, met hunne huisgeno
ten ook aanveerd worden door het bestuur.
Pas geboren, telt zij reeds een zestigtal leden,
maar wij twijfelen geenszins of dit getal zal
spoedig aangroeien.
Al die er mogen deel van maken, zullen er
aan houden zich te verzekeren tegen de ellende
in hunnen ouden dag, en de geldelijke toelagen,
die zij mogen verwachten voor hun pensioen
van wegens Staat, Provincie en Gilde, niet laten
verloren gaan.
Waar is de verstandige, voorzienige werk
man, die, om geen kribbe te moeten bijten in
zijnen ouden dag, geen centiemtje op den loon
van icderen werkdag of 3 fr. 's jaars ten minste
zal willen sparen, als hij bij die 3 fr. 1 fr. 80
van den Staat, 90 centiemen van de Provincie
en 2 fr. of meer, ziet voegen door de Pensioen-
gilde?
Al die kunnen, zullen slim genoeg zijn om
15 fr. 's jaars te geven, en zelfs, als zijden
1 Januari 1900 reeds 40 jaar oud waren, 24 fr.
s jaars, om dan van den Staat 60 centiemen per
frank, 'l is le zeggen 9 fr. of 14 fr. 40 c. 's jaars
er bij te krijgen, benevens 30 centiemen per fr.
tot 12fr. van de Provincie,'l is te zeggen 3 fr. 60
zonder te rekenen wat de Pensioengilde er jaar
lijks zal kunnen bijvoegen.
Die voordeelen zijn niet klein; de Staat moet
twaalf millioen 's jaars vinden om die gestemde
aanmoedigingstoelagen en het kosteloos ouder
domspensioen van 65 fr. 'sjaars te betalen; aan
gezien die aanmoedigingen geschonken zijn aan
al die in de pensioengilde willen gaan, ware
het niet onnoozel van ze niet meê te pakken
De socialisten raden hunne volgelingen aan,
de voordeelen der wet van 10 Mei 1900 niet te
laten verloren gaan. Welke les voor de katho
lieken
MENGELWERK G
door
ja, het was eindelijk Sint-Niklaas-avond gerocht.
Zij waren nog maar pas te huis van school, als
Julma en Maria ook toekwamen van Brugge, en met
de tranen in de oogen tegen moeder stonden te
klappen.
Ean weinig nadien trad de dokter binnen en ging
recht naar vader.
Toen hij na weinige oogenblikken het huis verliet,
vergezelde moeder hem tot buiten de deur.
Toen zij terug in huis stapte, weende zij bitterlijk,
en zuchtte half luide
Ik had het gemeend
Julma en Maria keken haar treurig aan.
Moeder schreide niet lang. Plots nam zij haren
voorschoot, vaagde hare tranen weg en sprak
Julma, doe de kinders naar bed en gij,
Maria, ga den pastoor halen. Vader moet berecht wor
den. Gij kunt in 't voorbijgaan Leonie halen in den
spellewerkerswinkel en tante Charlotte verwittigen.
Ik zal de kinders boven ontkleeden, merkte
Julma op.
Leid ze eerst bij vader om een kruisken. Het
zou kunnen het laatste zijn, zegde de moeder met
bange stem.
Slant, Jules, Gustje en Valenlientje keken moeder
met groote oogen aan, en bemerkton, dal de tranen
wederom langs hare kaken rolden.
De kindekens kregen nu ook den moed vol en begon
nen te weenen.
Gaat ge eens ophouden van schreien, sprak
Julma. Wat zou vader daarvan zeggen
En ze kuste haastig het kleine Valentienije, opdat de
jongskens niet zouden gezien hebben dat ze ook
weende.
Nu leidde zij de arme kleinen bij vader.
Slant, Jules, Gustje en Valentientje drongen opeen
toen ze in het ziekenkamertje traden. Hun hartje klopte
zoo bevreesd. Vader lag daar op het bed met bleek
wezen, zoo mager, zoo afgevallen. Zijne oogen waren
toe, en op zijn gelaat lag een trek, alsof hij onzeglijk
veel moest lijden.
Julma ging bij de bedsponde en fluisterde zoetjes
Vader, zoudt ge Stant, Jules, Gusije en Valentienije
geen kruisken willen geven Ze gaan slapen.
De zieke weerde zich om zijne oogen open te d)en,
maar deed ze seffens weder toe.
Waar zijn zij lispelde hij pijnlijk.
Er stond een stoel nevens vaders hoofdkussen, met
fleschkens medecijn op.
Julma nam de fleschkens weg, en deed leeken aan
Stant.
Stant klom op den stoel, en stak zijn hoofd naar
vader uit.
De zieke zocht het met zijne hand, plaatste er een
kruisken op en fluisterde
Veel bidden en moeder gaarne zien.
Hetzelfde gebeurde met de drie andere kleinen. Dan
trok ze Julma uit de ziekenkamer en, pas waren de
kinderkens buiten, of ze begonnen te snikken, luidop
te snikken.
Sust, sust zegde Julma, en zij dook de
hoofdekens der vier dutsekens onder haren voorschoot,
stil, stilvader zou het hooren, en vader is zoo
ziek... komt rap, we gaan naar boven.
Snikkend klommen de vier kleinen het steile zolder
trapken op.
De zolder van het huis was verdeeld door een laag
muurken in twee plaatsen. In elk dier zoogenaamde
kamertjes stond tegen het muurken een groote
beddebak.
Het eene bed was voor Stant, Jules en Gusije. In het
andere sliepen Valentientje en Leonie.
Als de lieve engelkens boven kwamen, deed Julma
ze allen op hunne knietjes zitten vóórhel kruisbeeld,
dat aan den witgekalkten muur hing.
De wind sloeg tegen de dakpannen, en de kleinen
rilden van koude.
Ge moet niet veel lezen dezen avond, zegde
Julma, omdat ge beneden niet hebt kunnen lezen.
We zullen alleenlijk te zamen drie Wees-gegroetjes
bidden, opdat vader niet zou dood gaan.
Een oogenblik nadien lagen ze in hun beddetje.
Julma gaf ze nog gewijd water, deed ze hun kruisje
maken, en dan zachtjes de deur van het zolderkamerken
achter haar dicht trekkende, kwam zij al een diepen
zucht latende naar beneden.
VI
Het is doodstil op het zolderkamertje.
De kinderkei s blijven zwijgend liggen. Zij houden
hunne oogen wijd geopend, en staren angstig in de
duisterheid. Zij luisteren met gespannenheid, dogdi
kunnen moeilijk iets hooren van hetgeen er in de
kamer, waar vader ligt, gebeurtwant de jachtsneeuw
klettert op de dakpannen.
Valentientje, die alleen is in een beddetje, steeki
welhaast zoo diep mogelijk haar hoofdje in haar kussen
tje, en sluimert in.
Stant, Jules en Gustje liggen bijeen. Na eenigen lijd
fluistert Gustje
Stant,
Geen antwoord.
Zouden de anderen reeds slapen, denkt Gusije, en
hij wordt gelijk bevreesd.
Hij fluistert wat luider
Stant. n
Ja wat is er grolt Slant korlaf, om
Gusije te doen verstaan dat hij liever niet zou klappen.
Het kleine mannetje verslaat het, en zegt niets meer.
Hewel, wat is er?» herhaalt Stant nu zelf.
Slaapt ge al? vezelt Gustje beangstigd.
Ba neen ik
Wederom is de stille er zoo groot, dan men een
muizeke zoude hooren loopen.
«Stant, heerneemtGustje, eindelijk.
Ja zegt Stant vriendelijker.
Stant, zal Sint-Niklaas komen dezen nacht'
Jules, die al den anderen kant van Slant ligt, spitst
de ooren.
Wat weet ik daarvan zucht Stant.
Wat peinst ge ervan vraagt Jules op zijne
beurt.
Ik peins van neen. Vader ligt toch zoo ziek.
Stant,» zegt Gusije, ge weet wel, dat ik
een paard gevraagd heb aan Sint-Niklaas
Ja. ik weet het, antwoordt Stant.
Hewel, ik moet dat paard niet hebben. Ik ga
in de plaats aan Sint-Niklaas vragen, dat vader niet
zou dood gaan.
Stant antwoordt niet. Weet hij misschien wie Sint-
Niklaas is Doch Jules zegt seffens
't Is een goed gedacht Gusije. Ik ga dit ook
vragen aan Sint-Niklaas.
Sint Niklaas zal dat zeker wel geven, Stant?
gaat Gustje voort.
Zwijg eens, murmelt Stantik geloof,
dat ik eene bel hoor.
De drie kinderen luisteren als vinken.
Hoort gij iets, Jules vraagt Stant na een
oogenblik.
Ik geloof wel van ja, antwoordt Jules.
Ik hoor ook iets, zegt Gusije.
't Zal de berechting zijn, fluistert Stant.
Ze zwijgen opnieuw, en luisteren, het harte klop
pende van aandoening. Hot zweet breekt hen uit.
Nu hooren ze duidelijk, boven het huilen van den
wind, hel gerinkel eener bel.
Luistert, het gerinkel der bel klinkt van langs om
helderder. Men nadert, men nadert nog. Men kan niet
ver van huis meer zijn. Daar houdt het gerinkel op.
Hooren zij de voordeur niet opengaan Inderdaad,
want nu komen menschen binnen.
(t vervolgt.)
Rechtbank van Ie» Aanleg Kortrijk, 22 Sept. 1900.
van Kortrijk.
Cabinet van den Onderzoeksrechter
Mr FjtrNaiEits,