EERLIJK VOLK Stad Yper Gemeenteraad Eene schoone vangste Jenever en pensioen Verslag dor zitting van Zaterdag 29 September 1900 De openbare zitting begint ten 5 u 10 m. Al de raadshecren zijn aanwezig, uitge zonderd de heeren Fraeijs, schepene, en Iweins d'Eeckhoutle, die zich hebben doen verontschuldigen, en Baron Surmont de Volsborgbe, minister, die belet is. M. de Burgemeester zit voor. 't Verslag der zitting van 30 Juni wordt goedgekeurd en dit der zitting van 4 Oogst, ter inzage der leden, op het bureel rieerge- legd. stad. We zouden al hetgene die streken kun nen opbrengen van Yper wegleiden in plaats van er naartoe te lokken. M, de Voorzitter. In eene volgende zitting zullen wij breedvoeriger bandelen over deze zaak. Ondertusschen raad ik u aan detwee ontwerpen te bestudceren. Stadsrekening De rekening voor 1899 wordt op bet bu reel neergelegd. Gif te M. de Burgemeester leest eenen brief van wege minister B.irón Surmont de Volsberghe, waarbij deze talrijke handvesten, die voor Yper eene groote geschiedkundige weerde Kerkhof M. Bouquet vraagt hoe het staat met de vergrooting van het kerkhof. Nog over eenigo dagen heeft hij van den grafmaker gehoord, dat er putten gemaakt worden waar de lijken op verre na niet verteerd en Izijn. Dat is zeer onbetamelijk en 't behoort dat er dringende maatregels genomen wor den om aan dien toestand een einde te stel Icn. M. de Burgemeester. De schepenraad hebben, aan ;;iud ten geschenke geeft. Die j jS jn onderhandeling met de Godshuizen voor handve gen e. est voort van de j aet-.aankoopen van eene -partij land die daar familie dè Ghèus. Da scïiepcnraad beeft Mi. Emile De Sagher har'dvesthèv;a';irder Ófte Archivaris van stad, balast die stukken le. onderzoeken. Die heer heeft er ov r.pen la g verslag opgemaakt, waarvan* <k heef Burgemeester het einde léést. &e ti er D'c Sa ;üérb slui.l dat do gifte van Minister Baron' Surmont zeer belangrijk en voor sisraH'an 'i allergrootste nul zal zijn. De schepenraad stélt voor rjaar- den heer Minister uen. brii f 'ia schrijven .om hem uit ter hé™, te bédankenvoor zijne vrijge vigheid. (Eenparig aangenomen.) bij ligt, en wij hopen algauw tot een uitslag te geraken. M. Bouquet bedankt. Noten Dc verkoop der noten heeft 928 fr. opge bracht. Yper M. de Burgemeester leest eene lange verhandeling over de schrijfwijze van Yper Ypcr.ea Iper, leper-Icperen Ypre en besluit Do heer Bar{p-.«e,:stv drukt den v eesch Mat de perste schrijfwijze de beste is, en uit dat anderen hct 'schoon voorbeeld van Baron Surmont zouden navolgen. M. Struye slelt voor den brief van Baron Surmont en 't verslag van M. De Sa gher over te drukkenTn de handelingen over het bestier vin stad. M. de Bu g' meester. Dat zal gedaan worden. M. DH'uvëltere. Er is beslist geweest dat het huis Surmont nog deze maand aan stad zou gegeven wórden. Zijn er reeds schikkingen gen men voor de verloting van dat huis? M. de Burgemeester. Tot nu toe en hebben wij van wege den heer Minister nog geenstukken' n kronen, die ons toelaten over dat huis te hescbi ken. En daar wij geen geldige stukken tri bezitten, en hebben vrij du punt. natuurlijk riet op 't dagorde gebracht. M. D'Huvellere. -• Als 'i alzoo is, 'k en dringe riet aan. Tram Yper-Belle M. de Burgemeester. Voor die lijn zijn er e verschillige eg; n ;i gezegd. Vooreerst Yp r-Dickebusch, De Clytte, Reninghelèt, Westoutr.e, Locre en Belle. En dan van Yper'reght naar Bdle.en eene anderè lij; cfiè van Ppperii;he naar Kemmel zou gaan. In die 'tweede lijn wordt Wesioutre ge heel verg; M. Bargiiman. De lijn Yper-Belle en zou niets c^hrengeh! M D'Havetteve.—En Póperinghe Kemipel ware geheel csdeelig voor dc belangen- onzer MENGELWERK 7 voortaan officieel is aangenomen door stad Scholen Dedisch geeft eene toelage van 8000fr., te verdeelen onder de gemeente en aange- nomer.e scholen. Jufvrouw Reuse, die getrouwd is en de stad verlaten heeft, en zal als onderwijzeres i iet meer vervangen worden. Twee onder wijzeressen is genoeg voor 51 leerlingen in de betalende meisjesscbo'e. Tram Yper-Gheluwe De heer Ingenieur Bonnevie is de lijn Yper Gheluwe komen onderzoeken. Er is ru sprake de tram te doen komen al over de markt en door de Boterstrate en de Sluersstrate naar de statie. Voerman De heer Verbeke van Passchendaele wordt bemachtigd penen regelmatigen vervoer dienst in te richten lusschen Passchendaele en Yper. Grond verkooping Toelating wordt verleend om openbaar een perceel gionds le verkoopen op den instel van 10 fr. per meter door notaris Reynaert gedaan. M. D'Huvetlere klaagt dat hij geene beslissing en krijgt nopens zijne vragen. M. de Voorzitter. De cetie vraag is toe gestaan, maar daar we dachten dat uw two* vragen te gare gingen, en dat we over de eene nog niet ['akkoord en zijn, hebben wi gewacht. M. D'Huvettere. Neen, 't zijn twee verschillige vragen. M. de Voorzitter. Als ge wilt, wc zullen de eene vrage bij dring ndheid op 't dagorde brengen. M. D'Huvellere. Dank u, 't is nu toch te late om te beginnen bouwen. Waterleiding naar de Steenenbrugge Eert krediet van 2804 fr. 90 wordt gestemd voor die waterleiding. Voorland Een krediet van 341!.70 wordt gestemd voor de voorlanden latrgs dé huizen van Jufvr. Spilliaert in de Ëlverdingslrute. St S ntonius' gesticht van Locre In dat gesticht zijn er nu reeds bij de 100 leerlingen. De hospicen vragen om daar te mogen eerie kapellu bouwen,op 45.957fr.07 geschat, alsook eenen kelder en eene speel- zale, waarvan do onkosten op 19,420 fr beraamd zijn. De heer Burgemeester brengt hulde aan dc eerw. Overste van Sint Antocius ge slicht,diemetzooveel beleid het geslicht weet te bestieren. De kinderen zijn er uitnemende wel bezorgd en de gezondheidstoestand is er opperbest. Goedgekeurd. Jacht t e verpachting van het jachtrécht wordt voorbehouden, daar een opbod is van 350 fr. van wege heer Baron de Vtnck. Verpachting van landgoederen Goedgekeurd. Verkoop van grond De raad onthaalt gunstig de vrage van M. Landas, tot het aankoopen van een boevje grond te Gheluvelt. Verpachting te Noordschote Goedgekeurd. Disch De Disch vraagt nog 200 aaudeelen te mogen koopen van Eigen Heird. Na eene korte bespreking goedgekeurd. Burgerwacht Een hulpgeld van 200 fr. wordt gestemd voor de schieting te Rousselare. Er wordt nog eens een onderzoek gedaan aangaande het maken van eenen stand te Yper, langs de vaart van Boe.'inghe, al den rechterkant, van hier naar Boesinghe gaande; de grond is er zeer wel voor ge schikt, en 'tzou een der schoonste zijn van geheel het land. Dat ware natuurlijk een groot profijt voor stad. De staat en de provincie zouden voor een deel tusschcnkomen in de onkosten. Er is diesaangaande een smeekschrift rondgezonden in stad, en overgedrukt in di dagbladeren, maar het stadsbestuur en heeft niets ontvangen tot nu toe. De stad is nopens do zaak van dien stand hevig aangevallen geweest in de dagblade ren, en nu wordt hot smeekschrift, dat tot het stadsbestier gericht was, in de dagbla deren overgedrukt eer hel aan stad wotdt behandigd. Ik meene dat er hier door den eenen of den anderen eene bescheidenheid zal begaan zijn, anders ware T niet verstaan baar. Dc grond voor den stand wordt onder zocht door den heer Stadsbouwkundigo, die dan aan het beslier een verslag zal zenden. De openbare zitting eindigt ten G u. 4 m. -- Jan. Pieter, ik kom daar 't Journal d'Ypres te lezen, en ziet, ik heb waarlijk eene pirite goc bloed gekregen. Pieter. En waarom dat, Jan Jan. Gij weet, Pieter, dat onze Burge meester, Mijnheer Colaert, veel gedaan heeft ten voordeele der lijnvisschers. Pieter. Of ik het weet, Jan. Maar geheel Yper en het Yperscho, geheel het Land weet dit, want het is grootelijks aan Mijnheer Colaert le wijten dal wij de tegenwoordige wetten en verordeningen op het visschen bekomen hebben. Jan. Zoo is het, Pieter. En daarom ook zijn al de lijnvisschers uitnemende tevre den over M. Colaert.... Pieter. bij zooverre, Jan, dat wij laatst in de Tuindagen eene groote lijn- visschersmaatschappij naar Yper hebben zien komen, 't stadhuis binnentrekken, en daar in 't openbaar M. Colaert hebben zien eri hooren bedanken, en hem geestdriftig toejuichen, voor de uitstekende diensten aan dc lijnvisscherij bewezen. Jan. Zoo is T, Pieter. Pieter. Jamaar, Jan, waar is uwe pirite goe bloed Jan. Nog een oogenblikske geduld, Pie ter. Daar is nogtans iemand die niet te vreden en is. Pieter. En dat is de visch, zeker? Jan. (monkelend) Natuurlijk Maar daar is nog iemand anders. Pie'er. 'k Heb het vast-\ Jan 't zijn zeker wcèral de liberale gazelten. Jan. Juist, Pieter. Ehwelis 'tgeloove lijk? dat is nu weken en maanden dat het Progrès hemel en aarde beweegt en wilt bewijzen dat M. Colaert niet an ders doet dan de visschers bedriegen. Pieter. Jan, gij zegt daar is 't geloo- velijk en 'k zeg ik voor mij bah ja, 't is gelooveiijk dat het «Progrès» zulke dingen houdt staan. Zijn wij misschien daar niet aan gewend? En wat kunnen onzo liberale dagbladen anders dan gedurig de zake verdraaien, en leugen voor waar heid en waarheid voor leugen houden Jan. 't Is wel, Pietermaar die manier van doen cn mag toch niet alle menschen te verre gaan. Gij en kunt toch niet zeggen dat zwart wit is, of wit, zwart anders maakt gij u belachelijk. Pieter. Jan, gij zijt van 't goe jaarWeet gij dan niet dat die gasten in niets en ver schieten? Zij zijn zoodanig verblind door hunnen poliiieken en godsdienstigen haat, dat hel voor hen onmogelijk is dat een katholiek iets goeds kunne verrichten. Maar, den bliksem waar is uwe pirite goe bloed Jan. Kijk 't is waar 'k had hst bijna" vergeten. Hier is ze, Pieter. Het Progrès heeft dus in die zake van do wet op het visschen ongeloovelijke dwaasheden uitgekraamd Jamaar, 't Journal d'Ypres» Jlee[t gezeid Hola contrater, alzoo niet ge boord. En 't heeft het Progrès bjj zijne oore gepakt, en hem in verschillij artikels zulke duchtige rekkingen gegeven dat die liberale droeve jongen nu tiert en moorelt van 't zeer. Pieter. Bravo Jan. Jan. 'k Wil zeggen, Pieter, gelijk gij VVe| verstaat, dat liet Journal d'Ypres» z0o. danig klaar en bijtende geantwoord heeft dat het Progrèsgeen eentje meer en weet daarop te zeggen, en.... Pieter. Wacht, wacht, Jan 'k zal ik de reste zeggen cn dat het Progrès niet boters en weet te doen dan schelden en verwijlen om een oorrije 't voer. Jan. Pieter, gij raadt wonderwel een an ders gedachten. Pieter. Raden, Jan? Maar 't is nu GO jaar dat ik de ypersche liberalen kenne, en nooit heb ik het anders geweten van als 2ij hun kwaad maken en tieren en verwij ten, 't is dat gij gplijk hebt. Jan. Zoo is 't, Pieter. En daar is nu de reden waarom ik eene pinte goe bloed gekregen heb. Pieter. Ehwel, Jan, gij en zijt alleene niet. M it leest in «De Mai ia-groet uit Aflligem»: Leven van de gelukzalige Dionysius en Rederoptus van de Orde der Ongescho ide Karmelieten. Dikwijls reeds hebben wij, en onze goede lezers ongetwijfeld met ons^ lot ons innig leedwezen moeten vaststellen, hoeveel kwaad er geschiedt door het lezen van slechte boe ken. 'lis voor een Christenhart bedroevend om aan te zien Hce noodig is het dus, dat men goede boeken schrijve, koope en.... leze Onze ijverige medewerker, de weleer waarde Pater Hendrik van het H. Huisgezin, ongeschoeide Kameliet van het klooster te Yper, heelt zulks begrepen, en de hand aan een we; k gelegd, dat geroepen is om het Geloof in de harten te versterken immers zijn hoek geeft ons de geschiedenis, van twee zijner medebroeders, die op het eiland Sumatra den marteldood stierven voor ons H. Geloof, en in de maand Juni j. 1. door onzen H. Vader Leo XIII zalig verklaard zijn. Bij het lezen van die aangename en god vruchtige bladzijden, wenschten wij dat boek in ieders handen te z'.en. Koop dat werk, Lezer, en gij ztflt geeri spijt hebben van uw geld. De prijs is slechts 1 fr. 50. Uitgever drukker de beer Callewacrt De Meulenaere, te Vper,-provincie West-Vlaan- deren, België. Ik neem 'nen werkman die 20 jaren oud is en dagelijks twee diuppels drinkt. Hewel, door deze twee druppels per dag, berooft hij zich van een pensioen van 570 fr. op zestig jarigen ouderdom. Rekent liever: 2 borrels aan 5 centiemen elk, maakt 40 centiemen per dag of 10 maal 30 3 fr. per maand en op gansch t' •"^*4 j Dat moet tn.de k ester en de onderpastoor zijn; Men zal vader dus berechten. En de drie.i.uiii reu pciii.en alle drie hetzelfde, dal er zooveel menschen dfted ;iju éénen.dag, of twee da gen, nadat d .pastoor ze rechtheef, Eu dén Voor één komen de traantjes, de glooiende traantjes jjii huu.c oogskens Zo laten ze glijden langs huniio wangen,verdwijnen in liet strooien hoofdkussen Neen, ze durven de handjes van onder de sargien niet halen om de traantjes w*g te vagen want dan zouden de broertjes bemerken, dat zé wcenen, en dat willen ze niet. Wat is dat nu beneden.? Hooren ze daar geen grove stem, die traag en indrukwekkend spreekt Eu ja, er piept eene deur, en er tut iemand van de ziekenkamer in de keuken. En die iemand begint te snikken, luidop op te snikken. Dat hoorvüi ze zeer duidelijk. Wie mag die iemand zijn, die zooveel verdriet heeft Dat kunnen zo niet verstaan. Waarom moet do jachlsneeuw ook zoo luid tegen de dakpannen kletter, n? Murdr-iemand, die daar snikt, dat moet moeder zijn Is het r,-g, al thun hart hun dat zegt Ja, 't ié moede;-, 't is moeder O ah, moedertje li- f, moedertje, waarom schreit ge zoo he waarom schreit, ge zoo? En de tranen rollen dapperdor uit deoogen der kin deren, en de snik! n komen één voor één uil hunne borst opwellen en na eenigo stonden liggen ze alle drie luidop te schreien in hua bed, niettegenstaande al het geweld, dat ze zich aandoen. Komt cr daar niemand haastig naar boven Och, konden ze toch de snikten in hunne keel ver- dooven Maar het gaat niet, neen, het wil niet gaan. En de d -ur van het zolderkamertje wordt geopend, en eene slem de stem van Julma fluistert Zwijgt lieve, zwijgtbidt een weesgegroetje voorvader, die berecht is».... cn zij gevoelt hare keel. toegenepen door hartwee,.. en kan geen woord meer spreken. De kleinen houden zich in... en bidden voor vader... Ondertusschen heeft het luidop schreien beneden op gehouden, en men hooit geen ander gerucht meer, dan van lijd tot tijd nog de grove slem. De drie kinderen zijn moede en afgemat door bun iuisteren en weenen. Zachtjes luiken hunne oogen toe, .8 beginnen langzaam te ademen en sluimeren in. Doch plots springen ze alle drie overeind m hun bed. Zij wrijven haastig hunne oogen open. Boven den huilenden wind klinkt het gerinkel eener bel. Slant reikt het oor.... ween niet, broerkens, zegt bij zoohaast'i is de berechting die weg gaat. Ze laten alle drie hunne hoofdjes weder zinken op hun kussen. Ze luisteren nog eene wijl, hooren hot ge rinkel der bel wegsterven, en alles berieden stil zijnde, vallen ze voor goed in slaap. Slaapt gerust, kindekens, slaapt gerust Dc Engelen Gods waken over u VII 't Is morgen. Gusije doet eerst zijne oogen open. 't Is nog donker >p het zolderkamertje. De wind, die gisteren avond huilde, is gevallen. Het \leiu dakvenstertje, waardoor een schemerlicht tracht door te dringen, is aan den ondersten boord bestrooid met sneeuw. Gustje hoort gerucht in de verte. Wat hij hoort, is tromgeroffel, met van tijd tot lijd den langgerekten toon eener kleine trompet. Baf!... daar klinkt een schol. 't 13 waar, denkt Gustje, Sint-Niklaas is dezen nacht geweest. Zou hij ook krijgen van Sint Niklaas, wat hij gisteren avond nog vroeg zou vader niet dood gaan Gustje stoot tegen den arm van zijnen broeder Stant. Alleen wakker liggen is in 't geheel niet plezierig noch aangenaam. Slant steekt rekkend de handen uit en opent half zijne oogen. He Wat is er zegt tiij, al geeuwend. En zonder een antwoord al te wachten, geeft bij eenen wrong aan zijn lichaam, draait zich op de an dere zijde en duikt het hoofd in zijn kussen. Gaat ge nu nog slapen zegt Gusije. 'i Is uuchtend, Slant. De jongens zijn al aan 't spelen met de speeldingen, die ze van Sint Niklaas gekregen heb ben. Stant geraakt geheel wakker. Inderdaad, hij meent tromgeroffel en trompetgeklarik te hooren. «Ja, andere jaren stonden wij ook zoo vroeg op,» meent hij. Maar dit jaar is vader ziek. «Zoo dal Sint Niklaas toch niet zal gekomen zijn?» vraagt Gusije met treurige stem. Gisteren avond zegdet ge, dat ge geen Sint- Niklaas verlarigdet, sprak Stant. «Ik zegde, dat ik in de plaats van mijn paard zou willen, dat vader geneest. Maar daarom zal Sint- Nik laas toch niet laten van eenige koekskens te brengen, zeker Dat is aardig, dat een Heilige uit den hemel minder geeft aan de arme kinderen dan aan de rijke. Gaat ge daar eens beginnen zwijgen fluis tert eene slem van over het muurken in het ander zoiderkamerken. Ge moet blijven slapen tot dat moeder u komt roepen. Stant en Gustje verstaan, dal het Lconie's stem is. Ze wringen zich in hun bed om den verloren slaap weder le vinden. Doch door hun wringen maken ze Jules ook wakker. Deze wil geeuwen en zuchten, docli Stant geelt hem een stoot met don elleboog, cn vezelt U stil houden «Ja, 'tis waar, raurmult Jules, 't is Sint- Nik laasdag. De drie jongens knippen de oogen dicht om nog wat voort te slapen, maar het is hun onmogelijk. Zij peinzen te veel. Gustje deukt dal hij naar school gaat, zonder iets van Sint Niklaas gekregen te hebben. En de andere kinders brengen appelsienen mede, mannetjes in koek, gekleurde marbels, en wat weel ik al. En de jongens komen daar nevens hem staan, en ze bijten in die koeken, en ze zuigen langzaam het sap uit den appelsien. O Gusijes mond gaat open en toe, en 't gedacht van al die goê dingen doet hem waterbekken. Hij zou niets mede hebben naar school, niets. Spottend zou men hem dan misschien komen een beetje geven van den klaasman, of een perkje van eenen appelsien maar hij zou bet weigeren ja, hij zou het weigeren. En t kleine Gustje wentelt zich in zijn beddelje om die aardige gedachten kwijt te geraken. t Is toch spijtig dat Sint-Niklaas niet komt, meent Jules. Ik had hem eene kleurdoos gevraagd. Het moest geen groote zijn, maar een doosje met schoone kleur- stokjes. Dan zou ik kunnen teekenen hebben. Och ik verlang er reeds zoolang achter, Suint ligt ook to denken. In een droefhcidswolkje verduistert zijn gelaat, en een zucht ontglipt zijne borst. Ha ware Sint Niklaas gekomen, misschien zou hij geld gekregen hebben voor zijnen spaarpot, voor zijn eerste communie. De groote dag nadert snel. Slechts nog een viertal maanden. En zijn spaarpot vermeerdert niet meer t Is reeds sedert vader ziek ligt, dat er allo weken slechts éénen cent den zondagcent binnenkomt. Moeder had hom vroeger alle weken eenen kluit be loofd maar hij kreeg hem nu niet meer. Stant ver staat genoeg waarom moeder moet sparen. 'Is de centen, die Slant wint met kinderschoentjés to maken bij tante Charlotte in zijn huis zou het te veel gerucht maken houdt moeder voor haar. t vervolgt.) Ster u J ÜOOE - |iJ«t

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1900 | | pagina 2