DIT IS
EN OMMELANDS,
FIÊMTS Liéi
Op Zaterdag, 23en Februari 1901.
o centimen 't blad.
36stejaar. Talmerk 3404.
VOOR DEN PAUS!
Schikkingen voor den Vasten
Iet tijdelijk gezag
van den Paus van Rome
Joed nieuws
voor den buiten
Vog «Mijnheer Valentijn»
of de Man met de pop
De groene jas
Te trekken bij clen Uitgever, Tk 36, in de Boterstrate, te Yperen hij 's land boodschap we sen ofte posttegen 3 frank 's jaars.
't Nieuwsblad van Yper verschijnt 's Vrijdags, en 's Zaterdags na
de markt, tegen 3 f. 's jaars; 3 f. en den vrachtloon buiten Belgenland.
Het blad en is niet min teirekken dan voor een geheel jaar en 't wordt
op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de Boterstrate,
Tk 36, te Yper.
Echt en recht, 't oud Volk indachtig;
Kinderlijkniet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten 0,fr.l5 de reke binnen 't blad is 't
0,f.30 van 's Rechters wegen f. 1overdruk, 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de Agence HAVAS,te Brussel, Tk 32,in de Magdalen;: -
strate, en te Parijs, n°8, Place de la Bourse, ontvangen bekendm
kingen voor 't Nieuwsblad van Yper, van al die buiten Oost-
Westvlanderen wonen.
Vorige lijst 986.70
G. B. Boesinghe 2.00
Hier in gesloten voor onzen Heiligen
Vader den Paus van Romen uit
liefde en dankbaarheid aan God
en om de zsgen en vrede over
mijn huis en familie 5.00
M'Roets, schoolopziene, Yper 20.00
Ingevolge bijzondere macht, welke Wij
van den H. Stoel ontvangen hebben, ver
gunnen Wij, gedurende den aanstaanden
Vasten, de volgende dispensatiën of toela
tingen
I. Het is toegelaten boter en zuivel te ge
bruiken op al de dagen van den Vasten.
II. Het is toegelaten eieren te eten alle
dagen, uitgenomen op Asschen-Woensdag
en Goeden Vrijdag. Degenen, die verplicht
zijn te vasten, mogen, buiten de Zondagen,
maar éénmaal daags vleesch eten, te weten
in den voornaamsten maaltijd, en niet in de
collatie en zulks moeten zij onderhouden
op de andere vastendagen van het jaar. Op
al de dagen van den Vasten, is het toegela
ten eieren te gebruiken tot het bereiden van
andere spijzen.
III. Wij staan het gebruik, van vleesch toe
op den Zondag, Maandag, Dinsdag, Donder
dag en Zaterdag van iedere week, uitgeno
men op den Zaterdag van Quatertemper
(2 Maart) en den Zaterdag der Goede-Week.
Degenen, die verplicht zijn te vasten, mogen
maar éénmaal daags vleesch eten, te weten
in den voornaamsten maaltijd, en niet in de
collatie en dit geldt ook voor vleeschsop en
jeugd.
IV. Het is verboden, zelfs aan degenen die
mogen vleesch eten, vleesch en visch te eten
in een en dezelfde maaltijd, niet alleen op de
dagen van den veertigdaagschen vasten, de
Zondagen medebegrepen, maar ook op alle
andere Vastendagen van het jaar.
V. Men is verplicht driemaal te lezen den
Onze Vader en den Wees Gegroeten eens
de akten van Geloof, Hoop, Liefde en Be
rouw,iederen dag dat men zal gebruik maken
van de bovengemelde dispensatie van vleesch
te eten. Men zal zich nochtans van deze
verplichting kunnen ontslaan met eene aal
moes, ieder volgons zijne godvruchtigheid
in den offerblok vian den Vasten te storten.
VI. Aan de militairen van allen graad,
aan hunne huisvrouwen, kinderen en dienst
boden, alsook aan de andere personen die
dadelijk in militairen dienst zijn, staan Wij
het gebruik van vleesch toe op alle dagen
van het jaar, uitgenomen op Góeden-Vrijdag.
Met de militairen stellen wij gelijk de
gendarmen, de douaniers en de stads-politie
agenten in werkelijken dienst zijnde, dezen
die in dienst zijn op de treinen van ijzeren
weg en tram, alsook de briefdragers en de
bedienden der nccijzen in werkzaamheid.
VII. Wij me enen ook aan de geloovigen
van ons bisdom wederom te moeten herin
neren, dat de vastendagen, buiten den veer
tigdaagschen vasten, zijn de Woensdagen
Vrijdagen en Zaterdagen van Quatertemper
de Vigiliedagen vóór Sinksen, vóór de plech
tigheid van de HH. Apostelen Petrus en Pau
lus, vóór Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart, Al
lerheiligeri en Kerstdag; en dan nog, dat het
al de Vrijdagen van het jaar verboden is
vleesch te eten, behalve den Vrijdag, waarop
Kerstdag zou vallen.
VIII. Ingezien de tijdsomstandigheden, en
ingevolge de bijzondere macht,Ons verleend
door Zijne Heiligheid den Paus van Rome
laten Wij toe aan onze diocesanen, dit jaar
vleesch te eten, zelfs meermaals daags, op
Sint Marcusdag en de drie Kruisdagen.
Om dezelfde beweegredenen en ingevolg
dezelfde macht, vergunnen wij insgelijk
aan al onze diocesanen, tot aan den Vasten
van het toekomende jaar, vleesch te elen,
zelfs meermaals daags op al de Zaterdagen
van het jaar die geene vastendagen zijn.
Ten einde te voldoen aan het verlangen
van den Heiligen Vader, moeten wij de ge
loovigen, die van deze toelatingen zoudeD
gebruik maken, aanwakkeren om daarvoor
andere goede werken te doen, en bijzonder
lijk het gebod van het vasten en van het
vleeschderven stiptelijk te onderhouden.
IX. Wij laten toe gebruik te maken van
afgesmolten vet in plaats van boter op al de
dagen van het jaar behalve op Asschen-
Woensdag en Góeden-Vrijdag.
Deze herderlijke brief zal van op den pre
dikstoel, onder al de Missen worden afge
lezen, in al de kerken en openbare bidplaat
sen van ons Bisdom, op den Zondag van
Sexagesima den volgenden Zondag zal men
lezing geven van de schikkingen vari den
Vasten.
Gegeven te Brugge, den 2 Februari 1901.
fGUSTAVUS JOSEPHUS,
Op bevel zijner Doorl. Hoogw.
A. O. De Schrevel, Kan. Secret.
dienst, prins Jeroom Napoleon, zei eenige
dagen te vooren, den 2 Maarte 1861, in het
fransch Senaat
Het lijdt geenen twijfelde Paus
moet zijne eigene onafhankelijkheid
blijven behouden en de H. Vader
en mag de onderdaan niet worden
van eenen anderen vorst.
Eu daarom stelde hij vooren aan den Paus
een groot deel van Rome te laten.
Bijna in alle katholieke vergaderingen van
eenig belang wordt er plechtig verzet aange-
teekend tegen den schandigen aanslag welke
het Italiaansch Staatsbestier pleegde wanneer
het in September 1870 de stad Rome over
meesterde, en Zijne Heiligheid Pius IX van
zijne tijdelijke macht beroofde.
Het is goed nopens die zake van tijd tot
tijd de bekentenissen te herinneren van
mannen die groote vijanden waren van 't
^ausdorn, ja zelve medegeholpen hebben
om dien droevigen toestand te wege te bren
gen.
De vermaarde Cernuschi, razende gods
diensthater, die na 't beleg van Rome de
Sint Pieterskerk wilde doen springen, zegde
eens tot een der schrijvers van den liberalen
Matin de Paris, deze merkweerdige
woorden
Men zal het tijdelijk gezag (van
den Paus) maar voor goed kunnen
dempen, wanneer men zijn geeste
lijk gezag zal te niete gedaan heb
ben. Welnu, dit geestelijk gezag zal
zoolang duren of dat er katholieken
in de wereld ziju en mij dunkt niet
dat hun getal vermindert. Dus zoo
lang er katholieken zijn, zal de Paus
het geestelijk gezag zijn en zoolang
de Paus het geestelijk gezag is, het
vereenigd Italië, met Rome als
hoofdstad, zal nooit den vrede ge
nieten.
Wij vernomen met genoegen dat onze
stedelijke raad van zin is op versehillige
punten van Yper-buiten, de zandstraten in
keizel te leggen.
Men zegt dat er daaromtrent negen kilo
meters weg op die wijze zou aangeleid wor
den.
Die maatregel zal ongetwijfeld bij de be
langhebbenden uitnemende welkom zijn.
Welkom eerst en vooral bij den pachter,
wiens toestand, dank aan de landbouwkrisis,
zoo lastig is, en dus de belangstelling ver
dient der openbare beslieren. Met de verbe
tering der wegen zal het vervoer in 't alge
meen groolelijks vergemakkelijken en na-
mentlijk de suikerei- en suikerbeetenteelt
kunnen uitgebreid worden.
Welkom ook bij den eigenaar zelf die
mits eene gematigde taks te betalen, zijne
eigendommen merkelijk zal zien verbeteren.
Al wie den landbouwer dus genegen is,
Twee maanden voor zijne dood, den 25
Maarte 1861. zei de beruchte Gavour in de
taliaansche Kamers
Dat men zich niet bedriege vele
menschen, die ter goeder trouwe
zijn, en tegen Italië niet en zijn
noch tegen vooruitstrevende gedach
ten, vreezen dat, wanneer hetStaats-
bestier naar Rome zal komen, en de
Koning in het quirinaaf, de Pau
veel in weerdigheid en onafhanke-
lijkheid zal verminderen. IndieD
deze vreeze gegrond ware, moes
waarlijk het verlies van het tijdelijk
gezag zulk een gevolg hebben, ik
zou niet aarzelen te zeggen dat de
inlijving van Rome bij het overige
van Italië, niet alleenlijk aan he
katholicismus, maar aan Italië zelve
noodlottig zijn zou.
Een andere groote medeplichtige in
beleg van dien. aanslag, een man alom ge
kend door zijpen afkeer voor den gods
Neen, ik wil een rijtuig.
Eene duchtige kaaksinete was de ant-
woorde.
Da kleene begon te janken.
Drie vier kletsen volgden. De jongen
builde en tierde.
Het volk kwam bij, en wilde lusschen-
üomen.
Laat mij geiust of ge zult nog wat
anders zien, zei de man vertoornd
En gelijk men hem wilde beletten het kind
te slaan, befte hij het al met eens op, en....
wierp het over de brugge in de Rbêne.
Dat was te wreed
Woedend sprong het volk op den ellen
dige, en ging hem stuks vaneen trekken,
hadden eenige politiemannen hem uit hunne
handen niet getrokken, en ter wacht geleid
Vijf minuten nadien kwam een schipper
af met.... Fouyou dien bij opgevischt had.
Dat ging wat te verre
Ook raadde men aan Mijnheer Valentijn»
per naasten wat min de menschen weg te
nebben, om geene kennisse te maken met
het pensionnaat van dieven en moordenaars
zal met vreugde deze beslissing begroeten
welke, zonder den landbouw te belasten,
hem zulke groote verlichting moet bijbren
gen.
In ons laatste nummer zeiden wij een
woordje over dien vermaarden yperling die
te Lyon komt te overlijden.
Sedert dien schreven vele fransche dag
bladen over dien wonderbaren buikspre
ker en haalden allerlei gebeurtenissen
aan, die het eigenaardig en luimig karakter
van Mijnheer Valentijn kenmerken.
Alzoo gebeurde het zekeren avond dat
«Mijnbeer Valeniijn» rustig zijne pijpe
smoorde in den hof van het Palais Royal te
arijs, rechtover eene machtige fonteine,
wiens wateren gedurig bruischende in de
hoogte vlogen om al plassende in den water
xom neder te vallen.
Eene groote menigte kinders en kinder
meiden stonden daar rond, de eerste wip
lende en spelende, de andere een koulerke
slaande met sapeurs en piotten die daar
voorbijkwamen.
Al met eeris krijgt Mijnheer Valentijn
een vies gedacht. Het begon stillekens aan
donker te worden, en zijn Fouyou zijne
pop, zit in de binnenbeurze van zijnen frak.
Hij nadert tot den waterkom, en wip hij
smijt Fouyou in den plas, terwijl bij hem de
hertverscheurendste kreten doet slaken.
Al de kindermeiden, verschrikt, zoeken
angstig en kermende hunne kleenen op.
In eenen vrong springen twintig soldaten
in 't water, gereed om hun leven te slacht
offeren, en verlekkerd op een eerekruis.
Of er gelachen wierd wanneer het, uit
kwam wie de drenkeling was
Vroeger woonde er te Nurenberg een
rijke man, Hans Korbach genaamd. Maai
Hans Korbach was een gierigaard, die on
danks zijn groot fortuin nooit getrouwd was
uit oorzaak van de onkosten. Behalve een
jongere zuster en een neefje, zoon van die
zuster, had Hans niet veel bloedverwanten.
Anna Loppel, zoo heette die zusier, kwam
hem nu en dan met het kind bezoeken, maar
aooit kreeg de kleine Daniël geld of speel
goed van zijn gierigen oom.
Eindelijk kwam Hans te sterven, Anna en
Daniël waren oprecht bedroefd, maar dc
overige bloedverwanten waren er alles be
halve rouwig om en wachtten met ongeduld
op de opening van het testament. Op den
bepaalden dag waren alle bloedverwanten
en vermeende bloedverwanten ten huize var:
notaris Trollop bijeen en werd het testament
voorgelezen.
Ik vermaak en legateer, zoo luidde het,
aan mijnen waarden neef, Willem Heisz,
wiens muzikale talenten ik waardeer, de
oude gitaar, die in mijn spreekkamer hangt.
Idem aan Frans Horner een uitgave van
Virgilius, gedrukt bij Faust, welk boek hij
zoo dikwijls heeft bewonderd.
Idem aan Gatharina Bleymann, mijn
schoone zwarte kat.
Zoo ging het voort. Hans had niemand
rgeten, en het stuk besloot aldus Aan
mijn zuster Anna geef ik het spinnewie l
tuzer moeder, die ik altijd in eere heb ge
houden, en aan haren zoon en mijn neet
Daniël, mijn groenlakensche jas, die hij
goed moet bewaren.
Behalve Daniël en Anna waren allen onte
vreden met hun prullen. Waar bleef de rest?
Maar de notaris zeide
Dames en heeren, ik ben de uitvoerder
van den uitersten wil van den overledene.
Een geheime clausule geeft mij de beschik
king over de overige goederen, waarvan ik
u, als de tijd er is, op de hoogte zal stellen,
Gaat nu in vrede.
JToen de notaris de groene jas aan Daniël
overhandigde, voegde hij er met nadruk bij
Jongeman, draag zorg voor dat kiee-
dingstuk, 't is om meer dan een reden, een
kostbare herinnering.
Eene andere maal was het te doen te
Lyon, 's avonds, op de brugge der Gvillo-
tière.
Een man leidde een kind bij de hand.
Wilt gij beginnen uwe voeten verzet
ten, ja of neen
Neen, ik wil een rijtuig.
Maar, daar en is hier geen rijtuig te
krijgen. Ga, zeg ik u.
Daniël werkte bij een goudsmid in Nu
renberg, maar hij had een leelijk gebrek
hij speelde. Op zekeren dag was bij naar de
herberg gegaan, en dezen keer was zijn
schuld veel grooter dan anders. In plaats
van een of twee frank te verliezen, een som
die toch al veel te gioot voor hem was, ver
loor bij zijn heel weekgeld.
Toen Daniël lot bezinning kwam, zag hi
het ergste van zijn fout in geen cent op
zak, geen stuk brood in huis. Wat zou zijn
moeder zeggen
Thuis gekomen, besloot hij haar al'e
bekennen toen hij opeens een oud-A
koopei op straat boorde roepenOn e
schoenen en kleeren te koop
Daniël wenkte hem, en de jood kw ,n
boven.
Heb je iets te koop
Ja En met een zucht nam Daniël den
groenen jas van den kapstok.
Hoeveel er voor
Daniël vroeg lien frank, maarde koopman
bood zes en nam hem eindelijk voor acht
frank mee.
Daniël was bedroefd en beschaamd, dat
bij het erfstuk van oom Hans verkocht had,
en zei er niets van tegen zijne moeder, die
heel tevreden was met het geld, maar des
avonds, toen ze het avondmaal al gebruikt
hadden, werd er onverwachts op de deur
geklopt enM. Trollop trad binnen.
Jongeman, zei hij tegen Daniël, ik
moet u spreken. Gij weet, wat ik u een jaar
geleden zeide, toen ik u de jas vaa uwen
oom gaf?
Ja, mijnheer.
Goed, dus gij hebt die jas goed be
waard
Ja, mijnheer, maar...
Uitstekend, viel M. Trollop hem in de
rede... Dan kan ik u met de laatste wilsbe
schikkingen van Hans Korbach bekend
maken. Hij was een zonderlinge, uw oom.
Toen hij bij mij kwam met zijn testament,
zei hijMr. Trollop, hier is mijn testament,
maar er bestaat nog een tweede, om dat aan
te vullen. En raad nu eens, waar dat tweede
testament is
Ik weet het niet, zei Daniel.
In de groene jas, mijn vriend, die u ten
deel viel.
En dat testament? vroeg Daniel bleek
worden.
Van dat testament heb ik hier een
afschrift. Uw oom heeft mij opgedragen,
een jaar na zijn dood naar u toe te ,an.
Indien gij dan de jas nog in uw bezit hebt,
met het testament er in, wordt gij alleen
eifgenamevan zijn groot vermogen. Maar
indien gij den jas niet hebt, wordt het geld
verdeeld onder de vijf armste families van
Nurenberg.
Ge zijt du3 rijk, jongen,besloot de notaris,
haal de jas maar, dan kunnen we het. testa
ment uit de voering halen. En daar het
morgen juist een jaar is geleden, dat uw
oom overleden is, kunnen wij deze zaak in
orde brengen.
Neem mij niet kwalijk,zei Daniël, maar
tk heb de jas niet hier.
Hebt ge ze niet? waar is ze dan
Ik ga ze halen en kom binnen een paar
«Uwen terug Wil u zoolang wachten
O 't is niets Kom morgen maar bij mij
op mijn kantoor, 't is morgen toch maar
juist de dag, en ik heb u alleen willen waar
schuwen.
Zoodia de notaris weg was, vloo Daniël
de deur uit om den oud kleermaker op te
zoeken. Wat eeti teleurstelling! Voor acht
frank had hij een fortuin verzocht. Tot laat
in den nacht dwaalde bij door de straten en
stegen, maar vond hem niet. Mistroostig
kwam hij thuis en ging na een rusteloozen
nacht 's morgens weer vroeg uit.
Eindelijk vond hij den Jood.
De jas? O, nu erken ik u. Waarom
Ik wilde ze terug koopen.
Onmogelijk. Ik heb ze verkocht.
Aan wien
Dat weet ik niet. 't Was een groote
dikke man met grijze haren, een lakenkoo-
per, geloof ik. Hij woont op de Groote
Markt.
Daniël was al weg.
Op de Groote Markt woonden vier laken-
koopers. Daniël ging het eerste huis hitmen
en vroeg aan het dochtertje, dat in den win
kel stond, of haar vader niet een grot en jas
gekocht had. Hij trof het goed, het was zoo,
maar vader was naar de kerk.
Vergeefs zocht Daniël de heele kerk af,
NIEUWSBLAD VAN YPE
m
m
BISSCHOP VAN BRUGGE.