Benamingen
De Koninklijke Entrepot van
Antwerpen in brand
Priesterwijding
Boekbeoordeeling
Uit Heilbron
Sterfgevallen
Een bruin-blauwe-liberaal, M. Jooris
Bara, is kortelings in eene gerechtelijke
bediening van belang genoemd, alhoewel
zijne rechten veel minder waren dan som
migen zijner katholieke mededingers. De
uitverkoren is de neef van den minister die
nooit geene andere dan liberalen noemde.
De geuzegazetten zullen daarom niet
ophouden van schreeuwen dat het Mini
sterie niets anders dan katholieke bena
mingen doet. 't Is jammer genoeg dat
een katholiek ministerie zooveel liberalen
benoemt
Het was Woensdag namiddag, rond 3 ure.
dat de bevolking van Antwerpen in opschud
ding gebracht werd door het geroepDe
Entrepot staat in brand Men zag reeds in
de richting der dokken eene zwarte rookzail
opstijgen. De brand begon rond 2 1/2 ure.
Op dit oogenblik zag eene der magazijniers
dat de zolder van 't 5* verdiep van den mid
denvleugel vuur gevat had. Op dezen zolder
lagen eene groote hoeveelheid balen met
ledige zakken opeengeperst. Wanneer deze
zakken eenigszins nat zijn, gisten zij en kun
nen eene plotselinge ontvlamming veroor
zaken. Ongetwijfeld is zulks Woensdag ge
beurd.
De magazijnier Lamot liep een draagbaar
bluschtoestel halen en poogde het vuur uit
te dooven zijne pogingen bleven vruchte
loosen men moest de pompiers ontbieden.
De brandweer kwam weldra met haar vol
ledig materieel ter plaatse. Ongelukkiglijk
was de drukking in 't begin te klein en be
reikte het water slechts het 3' verdiep. Het
vuur nam eene snelle uitbreiding eri ten 3
ure stonden twee verdiepen van den mid-
denvlengel in laaie vlam.
De ontroering was groot tusschen de zeer
talrijke tolbeambten en werklieden van dienst
in den Entrepot. Men gelukte er evenwel in
spoedig een reddingsdienst in te richten.
Men redde zooveel koopwaren men kon ui'
den aanpalenden vleugel, doch weldra moest
men deze redding opgeven, daar het gevaar
te groot werd. Men verwijderde dan de tal
rijke geladen wagons die op de koeren ston
den eea dertigtal konden op de kaai gerold
worden, doch tien moesten er achtergelaten
worden. Middelerwijl redden de tolbeambten
hunne boeken, kleedingstukken en bureel
meubelen uit de gebouwkens van den tol-
dienst, op de koeren ingericht. Ten 3 ure
kwamen MM.de burgemeester Van Ryswyck,
de schepenen Verspreeuwen en Van Kuyck,
Berré, prokureur des konings, Mulcke, ha
venkapitein en andere overheden ter plaatse.
Ten 3 1/2 ure stond gansch het uitgestrekt
middengebouw in vuur en vlam. De pom
piers spoten stroomen water op den vuur
poel, doch het hielp niets. De stad bezit twee
sleepbooten met machtige stoomspuiten,
doch deze konden in den Ouden Dok niet
gebracht worden, daar eene deze: braod-
weerbooten in herstelling is en de andere op
de Schelde lag en de hooge tij van 's avonds
moest afwachten om in den dok te komen.
Men hoopte een oogenblik dat men den
brand zou kunnen beperkt hebben in het
middengebouw, doch spoedig bleek het dat
er aan blusschen niet meer te denken viel.
In de kelders van het brandend gebouw lag
eene groote hoeveelheid alkooigelukkig
waren deze kelders van stevige gewelven
voorzien.
Eenige pompiers waren op het dak van
een gebouwken geklommen, toen een hunner
zijne lans liet vallen deze trof een anderen
pompier, die op den koer stond, aan hei
gelaat, De man die nogal erg gekwetst was
en veel bloedde, werd naar het verbandhuis
der Bordeauxstraat gedragen verscheidene
werklieden die tijdens de reddingswerken
kneuzingen bekomen hadden, werden in het
zelfde verbandhuis verpleegd.
Ten 41/2 ure vielen met onbeschrijfelijk
gekraak het dak van het middengebouw en
de uitgestrekte gevel, langs den kant van
den koer in. Twee pompiers kondeii maar
juist in tijds wegspringen.
De brand leverde op ditoogenblik een
schrikkelijken doch tevens grootschen aan
blik op. De vlammen en de zwarte rook
wolken sloegen hemelhoog uit den vuur
poel. Eenige stonden nadien viel ook de
muur langs den kant der Handelslei omver
de boomen van den boulevard werden onder
de puinen letterlijk verpletterd.
De overgroote menigte d:e zich in den
omtrek van deEntrepot verdrong, bleef
voorzichtigheidshal re op eerbiedigen af
stand van den brand de ordedienst was
ingericht door de policie, da gendarmen en
afdeelingen van het 6e linieregiment.
Nu en dan hoorde men doffe ontploffingen;
het waren de vaten alsool die ontploften.
Een werkman, liefhebber van 't kort nat,
die zich tusschen de nieuwsgierigen bevond,
zegde, toen men een vat jenever hoorde
springen't Is toch zonde dat het zoo stom
moet opbranden
Rond 5 ure keerde plotseling de wind en
het vuur sloeg over den zuidervleugel op
korten tijd stonden de gebouwen langs dien
kant ook in laaie vlam.
Men begon ernstig te vreezen voor de
huizen van den omtrek, die door de pom
piers moesten nat gehouden worden. De
bewoners lieten de meubelen bij middel van
koorden langs de vensters af en wierpen
lijnwaad en kleederen op straat, lil de ver
warring werd er meer gebroken dan gered.
Van 5 ure af vielen de muren van de ver
schillende gebouwen met ijselijk gekraak in
en een muur van 25 meters lang en 30 hoog
sloeg ineens omverde slag geleek aan een
kanonschot. Langs den kant der Koeikens-
gracht geraakten de magazijnen van La
Plata in brand en ten 7 1/2 ure vielen daar
ook de muren in. Van dit oogenblik af was
de uitgestrekte brand beperkt, doch hij
woedde nog met ongemeene hevigheid voort.
Hetgeruisch der vlammen was schrikver
wekkend de brand geleek op een vulkaan
in volle uitbersting. Van het middengebouw,
waar het vuur begonnen is, en van vier of
vijf andere gebouwen schoten niets meer
dan puinhoopen overde noordervleugel
alleen kon gevrijwaard blijven.
Al de pompiers van Antwerpen bevonden
zich ter plaatse, doch ten 4 ure reeds zag
men zich verplicht de bulp van de pompiers
van Mechelen en Brussel te vragen. De pom
piers van Mechelen, 80 in getal, kwamen
met hunne stoomspuit per bijzonderen trein
aan zij werkten langs den kant der Koei-
kecsgracht, waar buiten talrijke magazijnen
en woningen ook de stallen van den Tram
gelegen zijn en waar het gevaar uiterst groot
was. De antwerpenaars zijn de mechelsche
pompiers zeer dankbaar voor de groote
diensten die zij bewezen hebben. De pom
piers van tiet arsenaal van Mechelen kwameu
eveneens ter plaatse.
Ten 7 ure kwamen de pompiers van Brus
sel aan, doch keerden korten tijd nadien
naar de hoofstad terug, daar de reusachtige
brand op dit oogenblik reeds beperkt was.
Te middernacht verdrongen zich nog dui
zenden nieuwsgierigen in den omtrek der
puinen. Alle gevaar voor de huizen en maga
zijnen der Koeikensgracht was bepaald ge
weken. De brand was evenwel nog akelig om
zien. Het vuur had zich meegedeeld aan de
nelderingen waar de alkool lag de groote
Hoeveelheid alcool brandde met eene reus
achtige en klare vlam en verlichtte den om
trek op verren afstand. De antwerpsche
pompiers en deze van Mechelen, die gansch
den nacht ter plaatse gebleven zijn, be
sproeiden nog altijd den brand langs den
kant der Koeikensgracht. De brand zal nog
verscheidene dagen in volle hevigheid voort
durende omtrek loopt evenwel geen gevaar
meer. Het zal minst twee jaar duren voor
aleer de Koninklijke Entrepot heropgebouwd
zal zijn.
De eerste steen van den thnns vernielden
Entrepot werd den 6 mei 1830 gelegd door
koning Willem I der Nederlanden, die voor
de welvaart van Antwerpen werkte ondanks
de jaloerschheid van Rotterdam en Amster
dam de gebouwen werden verscheidene
malen vergroot en de eerste maal in 1848.
De gebouwen zijn verzekerd voor 2 mil
joen 820 duizend en het gebouw der machie
nen voor 40,000 fr.
De schade aan vernielde koopwaren is
nog niet juist kunnen geschat worden, docb
men spreekt van 100 miljoen schade.
Het nieuws van den brand was te Brussel
gekend rond 4 1/2 ure. Op de Beurs, waar
zich talrijke antwerpsche kooplieden bevon
den die koopwaren in den Entrepot liggen
hadden, was de ontroering zeer groot.
In 't begin van den brand heeft men een
luchtverschijnsel waargenomen, dat zich
ook voorgedaan heeft oogenblikkeiijk na de
schrikkelijke ontploffing van de kardoezen-
fabriek Gorvilain. Het brandend middenge
bouw van den Entrepot werd met een groot
getal lansen besproten, doch het water ver
dampte oogenblikkeiijk. De damp door de
vlammen opgejaagd, vormde eene groote
blankwitte wolk die dwarrelend, eenige
oogenblikken, boven den vuurpoel bleet
hangen en die vervolgens statig het noord
oosten in dreef.
Donderdag morgend
De brand heeft gansch den nacht voortge
duurd. Rond 2 ure 's morgends is een pom
pier van Mechelen van 4 meters hoog
gevallen. De ongelukkige had het handge
wricht gebroken en kloeg over inwendige
pijnen.-
Donderdag morgend was het schouwspel
van den vernielden Entrepot allerindruk
wekkendst overal zag men niets dan
rookende puioen, ingestorte muren. Hier en
d;ar een stuk rechtgebleven muur dat elk
oogenblik dreigt neer te vallen. De pompiers
si:ru<ten immer nog stroomen water op de
puinen, en trachten liet vuur heel en al uit te
dooven, doch 't is klaarblijkend dat zij yeel
moeite zullen hebben om daarin te gelukken.
Op de Eotrepotplaats, Entrepotkaai en
Godfriedkaai, laadden de werklieden de
puinen op groote karren. Het dak van den
noordervleugel is gedurende den nacht ins
gelijks gedeeltelijk de prooi der vlammen
eworden.
Er zal meer dan eene week noodig zijn
om de schade te berekenen de experten
zijn ter plaats Gansch den nacht is er eene
overgroote volksmenigte op de plaats der
ramp gebleven. Men zag er veel brussela3rs.
De policie en de troepen waakten ovet de
orde en de openbare veiligheid.
Door de gapende openingen der hier en
daar nog rechtstaande muren, ziet men
smeulende, en nog vlammende balken in
een vreeselijken warboel van verwrongen
poutrels, gloeiende ijzeren kolommen, ge
blakerde muurbrokken, half verbrande zak
ken en alle denkbare koopwaren.
Tabak en sigaren liggen te smeulen de
suiker drijft in siroop onder de puinhoopen
uitgesmolten glas vormt heele koeken met
verkoolde balken en geblakerde stecnen
koffie en thee zijn bedorven en honderden
vaten alcool en verschillige likeuren in den
kelder opgestapeld, zijn in gevaar te ver
pletteren onder de vracht der instortende
gewelven, die waarschijnlijk de miljoenen
kilos op elkaar getaste puinen niet zullen
kuunen dragen. In alle geval zijn de kelders
onder water gezet om te beletten dat hel
vuur zich tot daar voortplanto en de vaten
doe springen.
De vroegere zware massa van het hoofd
gebouw is verdwenen en vormt nu een door
schijnend kantwerk, waarvan niets meer
recht staat dan de groote balkon met hare
acht zware arduinen kolommen.
De boeken der douanen zijn met twee
platte wagens buiten gebracht en lokomo-
tieven werden ter hulp geroepen om de
bereikbare wagons in veiligheid te brengen.
Zeven wagons vol koopwaren heeft men in
den brand moeten laten. Veel materieel van
de pompiers is verloren gegaan, bij de in
stortingen, daar de pompiers bij het vluchten
geen tijd hadden om de darmen en lansen
meê te nemen.
De koopwaren onder de hangaars van de
Godfried en Entrepotkaaien werden door de
soldaten in veiligheid gebracht. Een persoon
werd door eenen'gendarm aangehouden op
het oogenblik dat hij eene partij tabak stool.
De stad Antwerpen betaalde voor de ver
zekeringspremie der gebouwen van den
Entrepot eene som van ruim 10,500 fr. zij
ontving voor de verhuring van de verschil
lende lokalen eene som van 700,000 fr.
's jaars.
Zaterdag morgen heeft Hoogeerweer
digste Heer G. J. Waffelaert, bisschop van
Brugge, de H. Wijding toegediend aan 20
priesters, 34 diakens en 22 onderdiakens.
Veertig Heeren seminaristen en zeven Broe
ders Capucienen hebben de mindere orders
ontvangen. De plechtigheid had plaats in de
benedenkerk van S. Salvators.
Priesters EE. HH. Lodewijk Colens,
van Brugge Albert Kesteloot, van Meule-
beke Leo Glaeys, van Brugge Hendrik
De Cuypere, van Kortrijk Leo De Leu,
van Meenen Jan Dugardyn, van Brugge
Achille Lauwers, van Oostende René
Loyette, van Veurne Hubert Roose, van
Sweveghem Arthur Soetaert, van Moor
slede Lodewijk Veranneman, van Iseghem.
Uit het Orde der Minderbroeders Capu
cienen de EE. BB. Medardus, van Turn
hout Valentinus, van Turnhout Francis
cus, van St Gillis; Emmanuel, van Beernem
Cherubinus van Ronse Bertinus, van Pope-
ringhe Honorius, van Esschen Constan-
tinus, van Gulleghem.
Van de EE. Paters Barnabiten E. P.
Petrus Cbaroy.
DiakensEE. HH. Gustaf Depoorter, van
BruggeRené Ingelbeen, van Dadizeele
Alfons Van Kerschaver, van Brugge Hen
drik Bournaillie, van Bulscamp Achiel
Brys, van Veurne Robrecht Gaesens, van
Kortrijk Jozef Carreer, van BruggeWillem
Glaeys, van Iseghem Gyriel Goghe, van
Gits Hector Degryse, van Winckel-St.Eloi
Michiel Delrue, van Avelghem Hendrik
Üequeker, van Leysele René Faict, van
Wulpen Prosper Holvoet, van Avelghem
Karei Houdmont, van Brugge Karei Lam-
brecht van Wielsbeke Achiel Logghe, van
Thorhout Valeer Merchier, van Thielt
Nestor Noliet, van Lichtervelde, Emiel Van
Gappel, van Brugge Jozef Vermandere,
van Kortrijk.
Uit het Orde der Minderbroeders Capu
cienen de EE. BB. Samuel, van Emblehen;
Julianus, van Antwerpen Carolus, van
Antwerpen Flavianus, van Ronsele Maca-
rius, van Nieuwkerke Liberatus, van Turn
hout Gustaf, van Brugge.
Uit het orde der Passionnisten de EE.
BB. Placidus, van de H. Familie Adalber-
ius, van het H. Bloed Valentinus, van de
Oubeviekte Ontvangenis Sebastianus, van
de Onbevlekte Ontvangenis.
OnderdiakensEE. HH. Achiel Ameye,
van Waereghem Hilarius Boedts, van
Eerneghem Camille Colpaert, van Waere
ghem Albrecht Corty, van Brugge Adiel
De Brabandere, van Iseghem Paul De
Brabandere, van BavichoveAlbrecht De
Roy, van Meenen Achille De Waele, van
Reninghelst Ferdinand Loosbergh, van
Yper Jozef Morel, van Houtbem Jozef
Se.crez, van Meulebeke Hector Van Cauwen-
bergbe, van KortrijkJules Van Houtte,
van Coyghem Alfons Van Muilem, van
Brugge Firrain Van Steenbrugghe, van
Avelghem Juliaan Vermaut, van Kortrijk
Ernest Verstraete, van Rousselare Omer
Vroman, van Reckhem Pieter Vuylsteke
van Loo.
Uit het orde der Paters Trappisten de
EE. BB. Gerardus, Andreas en Bernardus.
Het Goddelijk Spel van Dante Alighirri,
in 't vlaamsch vertaald en verklaard door
P. B. Haghebaert, S. Th. L. van de orde
der Predikbeeren. Drie boekdeelen. Leuven:
Karei Peeters.
II
Een meesterlijk werk lijk Dante's Com
media in eene andere taal vertolken is zeker
eene ruwe taak waartoe diepe geleerdheid,
ontwikkelde kunstzin en kloeke taalveerdig-
heid van noode zijn In Dietsche taal bezaten
wij reeds meer dan eene gedeeltelijke en
volledige vertaling van Dante's meesterwerk,
waaronder Joan Bohl's vertolking in berijm
de terzinen als de sterksteen de merkweer-
digste aanzien wordt.
Het oorbeeld ware Dante's werk in rijm
reken van de zelfde maat te vertalen, zooals
Joan Bohl het beproefd heeft. In der zaken
werkelijkheid is dit oorbeeld op voldoende
wijze niet te verwezenlijken, want de be
rijmde vertolking zelf is oorzaak dat de ver
taling van het oorspronkelijke breeder en
wijder moet afwijken. Joan Bohl's vertaling
bewijst hetzij is lastiger en hoogdravender
dan het oorspronkelijke. Vader Haghebaert
heeft het verstaan en zijne vertaling in on
dicht bewerkt om den doodeenvoudigen
reden dat gaat mijne krachten ver te
boven. De hoofdzaak eener vertaling is
het oorspronkelijke zoo trouw mogelijk we
der te geven, zonder nochtans den aard der
taal waarin men vertaalt in haren geest te
schender).
Wij gelooven dat Vader Hagebaert door
gaans beter dan andere vertalers den zin en
de taal van het oorspronkelijk Italiaanse!)
heeft weten af te beelden, zonder daarom de
Dietsche taal geweld aan te doen.
De zin van Dante's werk heeft de vertaler
met groote kunde weten na te gaan. In een?
merkweerdige beoordeeling, in Het Han
delsblad van Antwerpen verschenen 9 Fe
bruari 1901), schrijft de heer D. M. vol
gender wijze over de trouwe nauwkeurig
heid van den vertaler.
Wij hebben ons de moeite getroost,
schrijft de beoordeelaar, in elk der drie ge
deelten van het werk een aantal zangen, op
goed geluk gekozen, met het oorspronke
lijke te vergelijken daar waar de minste
twijfel in onzen geest oprees aan de juist
beid van de vertaling, hebben wij een aantal
breedvoerige toelichtingen van beroemde
Dante kenners nageslagen en altijd hebben
wij bevonden dat pater Haghebaert degelijk
en gewetensvol werk heeft geleverd. Wat
het kleine verschil betreft dat soms tusschen
den oorspronkelijken tekst en de vertaling
kon bestaan, het was nooit van belang en
dan nog meestal in gevallen dat zelfs de
Iialiaansche tekst voor eenigszins verschil
lenden uitleg vatbaar is.
Alle Dante vertalingen die wij vroeger
onder de oogen kregen waren doorgaans
in zware, lastige, hoogdravende taal ge
bouwd, daar het nochtans geweten is dat
Dante's schrijftrant in 't algemeen zoo een
voudig is als zijn gedacht diep is en veel
omvattend. Haghebaert integendeel ver
taalt eenvoudig maar met sterke hand, in
vloeienden trant, in kortgekapte en welge
bouwde zinsneden, in gepaste en zinrijke
bewoordingen, in zuivere en eigene Dietsche
taal. Die den trant der vertaling nog niet
vtoeiend, nog niet zangerig genoeg meent te
vinden, mag niet vergeten dat, in geen enkele
taal, men een werk kan wedergeven met
geheel de eigenaardige gang, beweging en
maat die in het oorspronkelijke leven. Al
hoewel de vertaling in ondicht bewerkt
werd, toch wasemt uit het geheele de frissche
lentegeur van lievelijkheid en zwierigheid
die in het Italiaansch te bespeuren is. Tot
die hoogte hebben de vorige vertalers nooit
weten te stijgen.
Zijne vertaling heeft de geachte schrijver
daarenboven met hoogst belangrijken uitleg
verrijkt.
Eene algemeene inleiding brengt den lezer
in nadere kennis met Dante, met zijne wer
ken, met zijne gedachten. Eene bijzondere
nleiding ontleedt op bondige maar duide
lijke wijze ieder der drie hoofddeelen van
het werk. In den loop der vertaling worden,
aan den voet der bladzijde, talrijke en koste
lijke aauteekeningen gevoegd die Dante's
gedacht verduidelijken.
Daar is in al te korte en onvolledige
woorden, een algemeen gedacht van het
reuzenwerk dat Vader Haghebaert zijne
taalgenooten geschonken heeft. Uit de be-
zorgheid waarmede de schrijver zijne ver
taling bewerkte en herwerkte, blijkt dat hij
ten volle overtuigd is der hoogte waarop
Dante in dc wereldletterkunde gestegen is.
Dante schijnt mij zoo groot en zoo schoon,
schrijft hij in zijn voorwoord, dat ik hem
waarlijk verlang te zien lezen door alle ge
leerde Vlamingen maar hij is mij zoo lief
geworden, dat, al las hem niemand, ik mij
nen arbeid en mijne moeite niet zou bekla
gen. Nu wij zulke voortreffelijke Dante-
vertaling ter hand hebben, zou geen geleer
de kop mogen gevonden worden die dit
werk van hooge christene kunst niet gele
zen, niet doorgrond heeft. Dit prachtwerk
diende in enze onderwijsgestichten onder
de oogen der jongelingschap gesteld te wor
den oar er den gezonden kunstzin te ont
wikkelen en te veredelen.
Wij vernemen dat Vader HagbefcSerTvow-
nernens is de andere werken van Dante, de
zoogezegde Opere minori te verdiet-
schen. Dit ware eene blijde gebeurtenis en
wij zijn overtuigd dat alwie gezonden geest
en kunstzin heeft, den schrijver mildelijk
zal ondersteunen in zijn groot maar lastig
weik.
Ten slotte meenen wij hier de gevoelens
van alle geleerde Vlamingen te vertolken
met aan den eerweerden schrijver hulde en
dank te betuigen voor het machtig kunst
werk dat hij zijne taalgenooten geschonken
heeft. L. Weiman.
In de stad Heilbron is er over eenige
jaren eene aardige klucht voorgevallen. Ze
kere kwakzalver liet aldaar door trommelslag
bekend maken, dat hij, benevens veel andere
kunsten, oude wijven wederom jong kon
maken. Nauwelijks was dit ruchtbaar, of
daar kwam een groot getal oude besjes zich
aanmelden, welke hij alle tot 's anderdaags
verdaagde en zei dat ze hunne namen, be
nevens hunnen ouderdom schriftelijk moes
ten medebrengen, en hem overgeven, gelijk
ook geschiedde. Daarop was onder anderen
te lezen
Kaatje Klok, oud hondsrd en een jaar.
Madeleintje Stoelvoet, oud acht en tachen-
tig jaar.
Ursultje Buyssen, oud vier en negentig
jaar.
Veronica Schuddebol, oud negen en zestig
jaar.
Regina Ooivaar, oud twee en negentig
jaar, enz. enz.
Nadat ze nu alle volgens zijn zeggen den
derden dag wederom verschenen, beklaagde
zich de slimme vogel, dat hij t l de briefjes
verloren had, en dat bij niet anders begrij
pen kon of ze moesten hem van den eenen
of anderen gauwdief ontstolen zijn, en dat
het noodzakelijk was dat ze opnieuw hunnen
naam en ouderdom opgaven, en hij voegde
erbij dat eene van hen, namentlijk de oudste
van al, tot assche verbrand moest worden en
dat deze asch, benevens eenige bijvoegsels,
dat wonderbaar medikament moest opleve
ren, waarvan hij gesproken had en waarme
de hij de oude jong kon maken. Hola
dacht toen iedereen van deze besjes, gaat het
alzoo gaan, misschien ben ik de oudste; maar
ik zal er wel voor zorgen en wat minder
jaren schrijven opdat men er mijn asschen
niet voor gebruike. Toen nu de slimme gast
dit nieuw naamregister had, haalde hij het
eerste ook voor den dag, zeggende dat hij
het wedergevonden had; maar toen bleek er
ook een groot verschil, want op de eerste
lijst was Kaatje Klok honderd en één jaar en
op de tweede maar negen en veertig. Ursultje
Buyssen eerst vier en negentig en nu maar
zes en dertig jaar; Regina Ooivaar over twee
dagen al twee en negentig oud zijnde, was
nu maar twee en dertig, en alzoo was het
met al de andere. Welnu ziet daarzei de
kwakzalver, gij zijt alle naar consciëntie
verplicht mij te betalen, en 't geld is ver
diend, want volgens uwe eigene schriftelijke
bekententenis zijt gij door mijn toedoen
jonger geworden, enz. Dezo klucht veroor
zaakte eena groote opschudding en gelach
en was een nieuw bewijs dat de wijven
overal geerne mooie en jong zijn.
Aristippus zeide tegen iemand, die zich
over zijn dapper zuipen, zonder vol te wor
den, straf beroemde watstoeft gij veel met
uwe groote daden, die de minste ezel ver
richten kan.
Zaterdag laatst is te Westnieuwkerke
schielijk overleden de eerzame Madam Louis
Bacquaert, geboren Hortense Ollivier.
Die dood brengt voor de vierde maal in
min dan tweo maanden den rouw in de fa-
milien Bacquaert en Ollivier.
De overledene was eene voorbeeldige
christene huismoeder, geëerd en bemind
van al die haar kenden. De armen en onge-
lukkigen vooral waren hare beste vrienden,
en nooit en liet zij iemand ongetroost van
naar weggaan.
Wij bieden de diepbeproefde familie n
de uitdrukking onzer gevoelens van oprechte