Uit Heilbron
De hertog van Norfolk
Een moeilijke deeling
Geschiedenis van het H. Bloed
Schrikkelijke misdaad
te Etterbeek.
Een Khaki Hier Een van
die wilden Is 't mogelijk
En dan, een grijnzenden lach op de
lippen, keerde hij zijn geweêre met
den kolf in de lucht,, als iemand die
zijnen vijand den kop wilt verplette
ren, en hij vloog naar de windeweere.
Maar de weduwe hield hem tegen.
Luistert, kind zeide zij... Hij
is bezig met sterven Hij kwam
alhier, gewond, stervende... 't Is bijna
nog een kind... Uwe oude... Ik peisde
op u... Ik heb hem ingenomen bij
mij.
Met verwilderden blik vroeg de
jonge Boer
Vóór het verbranden onzer hoev e
en deze onzer geburen
De weduwe boog het hoofd
Neen, zei zij, daar achter..
Een kreet van wrake ontsnapte
aan de borst van den Boer
Daar achter, herhaalde de we
duwe... Om Gods wille, mijn kind
Hebt gij 't nog onthouden?... 't Is
onze godsdienst die 't ons leerthoe
meer kwaad onze vijanden doen, hoe
meer wij hun moeten vergeven
De jonge Krijger, verwilderd, liet
hem op eene der ellendige houthak
ken nederzinken...
Hij hield nog altijd zijn geweere,
zijn blik was als zinneloos, gloeiende
van wraakzucht... maar hij bepeisde
hem toch.
Een schrikkelijke strijd ontstond in
zijne ziele, schrikkelijker dan deze
welken hij in het veld had moeten
strijden.
't Was de strijd tusschen den engel
van 't goed en den duivel van
't kwaad.
De moeder zag het,... zij aan
schouwde haar kind... De angst
knelde hare ziele t
Lange, lange duurde de strijd
Eindelijk, ging zijne hand los, het
geweere gleed uit en viel ter aarde.
De jonge Boer hief zijn hoofd op
én zei
Gij hebt wel gedaan, moeder!.
Daarna deed hij eene poging op
zijn zeiven hij stond op, en zonder
een enkel woord te spreken, trok hij,
met stillen stap, achter de winde
weere....
De weduwe liet hem doen,
luisterde.
Niet het minste geruchte
Misschien was de arme Khaki reeds
dood.
De arme jongen was toch de schuld
niet van dien oorlog, van al die
schelmerieën
Waarom zouden de moeders der
Boeren de kinderen der
moeders kwaad willen
Misschien was het arme kind ge
storven op de armzalige lompen die
aan den brand ontsnapt hadden
Al met eens hoort zij eenen flau
wen zucht't Is als 't gerochel van
eenen stervende
Haar zoon komt uit
Een glas water, moeder
De weduwe geeft het hem haastig,
en terwijl hij achter de windeweere
gaat, volgt zij hem zonder dat hij hei
ge ware wordt.
Zij ziet hem het koude doodzweet
van den kleenen Khaki afdroogen
Hij bevochtigt zijne stervende lippen
Hij buigt hen over den ongelukkige,
al fluisterenPoor Boy(arme
jongen
Immers, kunnen de Engelsmans
zelden boersch spreken, bijna al de
Boers kennen het engelsch.
De moeder staat als aan den grond
genageld!... Zij en durft niet ademen!.
Zij kijkt met gespannen oogen...
Het frissche water doet den kleenen
Khaki eenen stonde wakker komen
Hij trekt zijne oogen open, beneveld
van de koorts en de aanstaande dood
Hij aanschouwt lange, lange, als in
eenen droom, de jonge burger van
zijne oude, tegen wien hij de wapens
gedregenhad, en die nu hem in zijnen
doodstrijd bijstond.
Eindelijk laat hij zijn hoofd op het
kussen nedervailen, en van zijne
stervende lippen vallen drie woorden,
de laatste die hij moest uitspreken
God, bless you /(God zegene u
en
Eugelsche
de leider der Roomscbe-katholieken
Engeland, is een man die weinig naar de
mode omziet. Hij neemt zijn plezier in
ach als een nederig man te kleeden. Gedu
rende de lange jaren dat bij deel maakte
van de London County Council werd bij
dikwijls voor een lid der werkliedenpariij
genomen, omdat bij zich altijd op de plaat
sen dier personen zette. Niet lang geleden,
wanneer bij de Roomsch-katholieke kerk
van Lincoln inn-fieid, verliet, legde hij
eenige goudstukken op de schotel welke
aan den ingang der kerk geplaatst was. De
deurwaarder dit ziende liep achter den rie
derig gekleeden man en zegde hem dat hij
zeker eene misgreep gedaan had, met goud
stukken in plaats van koperstukken te geven
Wel, zegde de hertog, laat de misgreep voor
deze maal zoo.
Een brave landman had drie zoons en
wilde hen beloonen, ingevolge hunne ver
diensten en hunnen ouderdom. Hij bezat
onder andere zeventien goede melkkoeien
en stelde voor ze volgender wijze te ver
deelen.
Aan den oudsten den helft der koeien
Aan den tweeden, het derde, en aan den
derden het negende.
Het voorstel werd aangenomen, maar als
de verdeeling moest gedaan worden, wist
niemand geen raad alle drie de zeuns dach
ten dat er een ot twee koeien moesten ge
slacht en verdeeld worden om effen te gera
ken, en alle drie begeerden de koeien
levende te behouden.
En nogtans 't scheen onmogelijk, want de
oudste moest acht koeien en half hebben
de tweede 5 koeien en het derde van twee
de derde 1 koei en het negende van 8
soeien.
De kinderen keerden tot vader terug om
hem te zeggen dat zijne verdeeling onmoge
lijk kon gedaan worden zonder koeien te
slachten.
De brave man glimlachte en zei mijne
sinderen, om u uit de nesten te helpen zal ik
eene koe gaan leenen naar mijnen gebuur,
zoo heb ik er dan 18.
Pier, de oudste, krijgt daarvan den helft
ot 9 koeien.
Jan, de tweede, krijgt het derde van 18
of 6 koeien en Mieltje, de jongste krijgt hei
negende of 2 koeien.
Zoo krijgt elk zijn deel zonder dat het
noodig zij eene enkele koei dood te does.
't Is waar dat ik nog eene koei over heb
daar ik er maar 9-{-6 2 17 heb ge
deeld, maar die laatste en is maar eene
geleende koei en 'k zal ze daarom aan mijnen
gebuur terug geven. Louis de Vallières.
(naar la Patrie.)
Zeker ieverige pastoor had in zijne paro
chie een zeer boos wijf. Wanneer hij nu eens
na het eindigen van zijn sermoen zei bemin
de toehoordersik. heb onder u een zeei
Kwaad en boosaardig wijf, welke bare boos
beid en lichtveerdig gedrag niet veranderen
wil; ik wil ze derhalve hier mede voor de
eerste maal vermaand hebben, om afstand
daarvan te doen, en zich te beteren of bij
nalatigheid van dien wil ik ze toekomende
zondag met nauie, noemen maar deze stoor
de zich daaraan niet, en hleef wat zij was,
wanneer dan de Pastoor de volgende zondag
de voorgaande vermaning nog eens herhaal
de en de bekendmaking tot op den derden
zondag verschoof, maar al te vergeefs. Nu
zei hij deu derden zondag: gij weet mijne
beminde toehoorders, dat ik iemand in deze
parochie tot driemaal toe gewaarschuwd, en
tot boetveerdigheid vermaand heb maar
het heeft niet geholpen en zij is gebleven
wat zij was.En opdat een iegelijk moge zien
wie het is, zoo zal ik hier met dezen steen
welke hij in zijne mouw had, voor den dag
baalde en aan de parochianen wees) naar
den kop smijten en zich houdende als ot
hij smijten wilde,waren er meer dan honderd
die met het hoofd bukten. Och God, zei de
Pastoor, ik heb gemeend dat ik er maar eene
inde parochie had, maar nu moet ik verkla
ren dat er nog veel meer zijn en 'k west dii
kwaad niet te weren.
dat sedert 1152
bewaard wordt te Voormezeele
dat is de titel van een werkje dat de eerw
heer Van Hauwaert, pastor van Voorme
zeele, komt uit te geven bij den drukker
Callewaert-De Msulenaere, te Yper.
Het werkje behelst benevens klare en
duidelijke bewijzen over de echtheid van hei
H. Bloed, merkweerdige bijzonderheden
nopens Voormezeele. zijnen oorsprong en
vooral nopens zijne beroemde abdij, die door
de fransehe woelgeesten over honderd jaai
werd afgebrand.
Die abdij werd gebouwd in 1784 5-6 7-8-
89 door den wel eerw. Prelaat Struye, naar
de plans van den bouwkundige J. B. Goos
sens van Yper.
De eerw. Abt Struye was niet alleen een
ieverige en bekwame kloosteroverste, hij
was ook een vernufte staatsman, en wan
neer de koster van Weenen alias
Joseph den tweeden zijne zotte en plagen
de veranderingen overal wilde inbrengen
stelde de Westlanésche geestelijkheid den
Abt Struye aan om te Weenen de zaken dei
kerke te gaan verdedigen.
De geleerde geestelijkheid vervulde zijne
taak ter volle voldoening zijner lastgevers er:
tot aandenken werd hem een praehtig eere
kruis geschonken, dat heden ten dage nog
weigerlijk bewaard wordt bij den achtbaren
beer Eugeen Struye gewezen Senator van
't Yperschen.
Dit alles staat, benevens bijzonderheden
over eerw. Kanonik de Gheus, de famihén
de Gheus-Stainforth, Surmont de Volsber
ghe, enz. te lezen in het merkweerdig
werkje van Pastor Van Hauwaert.
Vergeten we niet dat bet werk is opge
luisterd door acht schoone lichtprenten.
Wie er nadere kennis wil meê maken
mag schrijven naar eerw. heer Pastor var
Voormezeele of naar den drukker: voor 60
centiemen of 70 c. franco per post, is hei
te verkrijgen.
Maandag toekomende, 17 Juni, is 't de
jaarlijksche processie van het H. Bloed
's namiddags ten 4 ure. Gelijk alle jare
zullen talrijke Yperlingen godvruchtiglijk
daar naartoe trekken om het H. Bloed onze
Zaligmakers te vereeren, in afwachting dal
prachtige feesten worden bereid om de
750' verjaring te vieren der vereering van
het H. Bloed te Voormezeele.
Eene vrouw in stukken gesneden
Sedert eenige maanden waren de echtgenooten
Demez komen wonen op het eerste verdiep der
Vijverstraal, 6; de man was verzekeringsagent
Het huishouden scheen wel overeen te komen;
nogthans, Zondag avond omtrent 10 ure, ont
stond er een hevige twist, zoodat de politie moest
ontboden worden. De komst der agenten had de
rust hersteld, doch sedert zondag was vrouw
Demez niet meer gezien geweest.
Woensdag morgend werd de voornaamste
bewoner van het huis, M. Davaus, terwijl hij in
zijne keuken, ook op het eerste verdiep, werk
te, een verpestende reua gewaar, die uit de
kamers der echtgenooten Demez, scheen te
komen. Hij ging er aan de deur kloppen. De
mez opende, en op de hem gestelde vragen gaf
hij slechts verlegen antwoorden. De reuk werd
heviger en heviger, en M. Davaus vroeg ten
slotte aan Demez waar zijne vrouw was. Na
eene korte aarzeling antwoordde hij dat zij te
Verviers was.
M. Davaus, die erge vermoedens opvatte,ging
de policie verwittigen. Een hulpkommissaris
kwam ter plaatse en klopte aan de deur van
Demez, doch deze weigerde te openen. Toen de
policieofficier hem, in naam der wet, aange
maand had om opeu te doen, vertoonde Demez
zich, bleek als een doode. Hij riep tot M. Da
vaus «Waarom zijt gij de policie gaan halen
Hadt gij mij nog wat tijd gegeven, ik zou de
papieren mijner dochter in orde gebracht heb
ben, en dan had ik mij gezelfmoord.
De policieofficier droug met zijne agenten in
de kamer en zij ontdekten het lijk der vrouw
in stukken gesneden, en overhoop in drie kof
fers geworpen. Het was een schrikkelijk
schouwspel. Demez werd aanstonds aangehou
den en naar het policiebureel der Gemeente
plaats gebracht. Hij werd uitgejouwd door de
menigte, die reeds voor het huis der misdaad
samengeschoold was. In het policiebureel heeft
hij zijne misdaad verhaald.
Ten 1 3/4 ure is het parket naar het huis der
Vijverstraat gekomen, waar de moordenaar,
met de handboeien aan, ten 2 ure gebracht
werd. Hij deed er opnieuw het verhaal der mis
daad. Het is met een groot mes dat de ellende
ling zijne vrouw in stukken gesneden heeft. Het
slachtoffer was 42 jaar oud.
De echtgenooten Demez hebben eene 16jarige
dochter, die in eene kostschool verblijft; het
arm meisje kent de schrikkelijke dood harer
moeder nog niet.
Toen de magistraten in het huis der misdaad
kwamen, sloeg hun een verpestende reuk tegen
op de kamer waar de ijselijke slachting gebeurd
was, kon men geen oogenblik blijven. Men
moest een tijd lang al de vensters open zetten
Groote vliegen vlogen rond boven drie koffers
en zaten op een aantal kartonnen doozen van
alle maaksel en grootte. Men opende de koffers
Een ijselijk tooneel rees op voor de oogen der
personen die zich in de tamer bevonden in
een der koffers lag de romp van vrouw Demez
het hoofd en de armen waren er afgesneden.
De twee andere koffers waren gevuld met
vormlooze menschelijkeoverblijfsels;het vleesch
was van de beenderen gevild en met grof keu
kenzout bestrooid. Ondanks deze voorzorg wa
de ontbinding volkomen: witte wormen krioel
den overalhet was ijselijk om zien. In eene
hoedendoos vond men het hoofd van het slacht
offer. Het gelaat was opgezwollen en overdekt
met verwondingen; de half gesloten oogen wa
ren diep in hunne holten gedrongen; in andere
doozen had de ellendige moordenaar de ont-
vleeschde en gebroken beenen gelegd 1
Al deze omstandigheden bewijzen klaar dat
de verzekeringsagent van zin was de overblijf
sels zijner vrouw te doen verdwijnen met deze
hier en daar weg te werpen.
Heeft hij zich reeds van eenige deelen van
het lijk ontlast? Men weet het nog niet; de
hersamenstelling van het lijk, indien deze nog
mogelijk is, alleen kan het bewijzen. Het kan
zijn dat Demez dinsdag avond met eenige doo
zen, inhoudende stukken van het lijk, uitge
gaan is.
In de kamer vond men geen spoor van bloed
de moordenaar had den vloer, waarop hij het
lijk in stukken gesneden had, geschuurd. In
een eemer, die achter het bed stond, lag eene
■opneemvod in een mengsel van bloed en wa
ter. Het bed lag overhoop en op tafel stond
boter, een koffipot en lag er een halt brood.
Ondanks de verluchting was de stank zoo
geweldig dat de heeren van het gerecht niet
lang op de kamer konden blijven. Zij dedtn
ontsmettende stoffen op het in stukken gesne-
den lijk. werpen en begaven zich vervo gen;
naar het kommissariaat waar zijden moor
naar ondervraagd hebben.
Nadere bijzonderheden
Ziehier in welke omstandigheden de schrik
kelijke misdaad ontdekt werd. Zooals wij
gemeld hebben werd men dinsdag morgenc
•eeds een verpestenden reuk gewaar in het
huis der Vijverstraat, 6. M- P. Davaus, de be
hanger, die de voorkamers van het eerste
verdiep bewoont, werkte woensdag morgend,
rond 8 1/2 ure, in zijne keuken toen hij door
den stank van daags te voren ongesteld werd
Zijne vrouw moest hem doen azijn opsnuiven
om hem terug tot het bewustzijn te brengen.
Hij vroeg toen aan zijne vrouw of er soms in de
kas geen stuk bedorven vleesch stond. Men
doorzocht de kas, doch niets werd gevonden
De man zegde dan letterlijk tot zijne vrouw
De reuk. is deze van een lijk in ont
binding! M. Davaus ging dan op de deur van
Demez kloppen om hem te vragen of hij den
stank ook rook. Daar niemand op zijn geklop
kwam openen, ging de behanger eene ladder
halen, plaatste deze tegen den muur op de koei
en wilde langs het venster zien wat er op de
kamer van Demez omging. Nauwelijks was hij
eenige sporten hoog of Demez kwam aan
't venster zien. M. Davaus daalde van de ladder
en klom terug naar het verdiep. Demez opendf
zijne deur. De behanger zegde hem dat de reuk
die het huis vervulde uit zijne kamer scheen te
komen. Ik ben zeer laat thuis gekomen,
antwoordde Demez, ik was dronken en ben ziek
geweest. Zie, voegde hij erbij, terwijl hij een
eemer met vuiligheid onder den neus van M.
Devaus bracht.
Het is niet mogelijk dat deze pest uit
den inhoud van den eemer kan komen
antwoordde deze laatste en stelde de vraag
Maar, mijnheer, waar is uwe vrouw -
j Naar Verviers, bij hare familie, klonk het ant
woord, zij is zondag morgend vertrokkeu en
zal eerst zondag aanstaande terugkomen.
M. Davaus ging daarop naar beneden, doch
nauwlijks had hij zijn werk hervat, of de stank
deed hem opnieuw schier verstikken. Hij viel
in bezwijming en zijne vrouw moest eau de
Cologne en azijn gebruiken om hem terug
tot het bewustzijn te brengen, i Dat is te veel
zegde hij aan zijne vrouw, er moei hier in huis
eene misdaad gepleegd zijn. Geef mij eenen
borrel en ik ga naar de policie.
Zoo gezegd, zoo gedaan. M. Davaus, vertelde
al wat hij wist aan M. Roekens, officier van
dienst, de policie kwam ter plaatse en men weet
het overige.
Ondervraging van den
moordenaar
Woensdag, voor het vervoer van het in stuk
ken gesneden lijk, werd het hoofd van het
slachtoffer aan M. Pierre Davaus getoond, die
het herkende voor dit van mad. Demez. Het
parket begaf zich vervolgens naar het kom mis
sariaat van Etterbeek, en eindelijk naar het
Justiciepaleis, waar eenige oogenblikken later
Leonard Demez heen gevoerd werd. Het was
5 ure 's namiddags toen de booswicht in het
kabinet van M. den onderzoeksrechter de Cam
bry de Baudimont, waar M. Nagels, prokureur
des konings, zich reeds bevond, geleid werd
Demez was schier niet gekleed hij droeg noch
schoenen, noch veston, noch hoedhij had
slechts een broek en eene trui met roode en
bloed op dat op den vloer la"
middel van een krabber het gestolde bloei
schen de spleten van den plankenvlo
Toen alles in orde gebracht was, kleedde^ 1
en ging uil voor mijne zaken. Zeggen "f
geweest ben, welke personen ik ontm0
dat kan ik nietik herinner het mij njet H
oogenblik. 's Avonds kwam ik thuis
gansch gekleed te bed liggen, ik Jngit
vermoeid en viel weldra in slaap, Z(f
slaap was onrustig
malen wakker
blauwe strepen aanin een woord, hij ver
scheen voor de magistraten in den toestand
waarin hij aangehouden was.
Demez werd verzocht het tooneel der misdaad
te verhalen. Ziehier de schrikkelijke bijzonder
heden die hij gegeven heeft
Sinds ongeveer 17 jaar getrouwd, kwam ik
niet goed overeen met mijne vrouw zij wilde
baas spelen en maakte mij het leven onver
dragelijk. Dikwijls twistten wij. Mijne vrouw
was zeer godsdienstig, lerwiil ik nooit een voet
in de kerk zette. De oneenigheid tusschen ons
verergerde nog toen mijne vrouw, tegen mijnen
wil, mijne dochter in eene kostschool der Raad
straat plaatste, bestuurd door kloosterzusters
Daarbij, mijne vrouw gaf mij het noodige niet
en al het geld dat ik thuis bracht diende voor
hare eigene noodwendigheden. Het gt dacht, mij
van haar te ontmaken ontstond in mijn brei
en, stilaan, kwam ik tot het besluit haar te
vermoorden.
Ongeveer over drie weken kocht ik, tot dit
doel, in een winkel van den Waverschen steen
weg, twee messen een groot broodmes en een
ander dat de beenhouwers gebruiken om de
beenen te ontvleeschen. Ik wachtte geduldig
eene goede gelegenheid af om mijn ontwerp uit
te voeren, wantik was vast besloten van bestaan
te veranderen.
Verleden zondag ging mijne vrouw onze
dochter bezoekenzij kwam 's avonds rond
6 4/2 ure thuis. Een twist ontstond tusschen
ons, aangaande ons kind. Ik werd woedend en
opeens kwam het gedacht in mij op dat het
oogenblik gekomen was mij van haar te ont
maken. Ik greep den stoof haak en, op 't oogen
blik dat zij mij den rug toekeerde, sloeg ik haar
in den nek. Zij viel roerloos op den vloer. Ik
ging het kleinste mijner twee messen halen en
plofte hel in den hals mijner vrouw doch daar
zij nog jammerde, bracht ik baar op dezelfde
plaats nog verscheidene steken toe. Zij verroer
de niet meer zij was dood. Een uur lang bleef
ik voor het lijk staan en vroeg mij af wat ik er
mede ging doen. Ten 8 ure besloot ik het lijk te
ontkleeden. Van de bebloede kleeren maakte ik
een pak en sloot het in een koffer. Vervolgens
nam ik het lijk op en sloot het in een groot kof
fer. Ik ging daarna gansch gekleed op mijn bed
liggen, doch van gansch den nacht kon ik geen
oog sluiten.
's Anderdaags 's morgends, ten 4 ure, stond
ik op, ik haalde het lijk uit het koffer en legde
het in 't midden der kamer. Bij middel van mij
mes sneed ik de beenen, de armen en vervol
geus het hoofd af. Dit gedaan zijnde legde ik al
de stukken in drie koffers, strooide er zout op
en sloot de deksels. Ik kuischte vervolgeus bet
en
baalie
en ik werd
versche;
'dei
Dinsdag morgend, ten 31/2 ure, stond iv
Ik haalde al de stukken van het lijk uit a 0'
fers en begon eerst de beenen te verdeele
sneed de beenen door aan de voegen v
gens sneed ik er de voeten af, waarvan T°
teenen ook afgesneden heb; vervolgens
k het vleesch in lange reepels van de beenfl"'
en legde het in kartonnen doozen. Toe
doozen vol waren, strooide ik er zout
sloot luchtdicht de deksels. Wanneer de
volkomen ontvleeschd waren, begon ik Cnf
armen ik sneed de handen en de voorar
afvervolgens rukte ik de nagels uit, naJt
vel weg en ontvleeschde de handen en
armen dit werk duurde lang, gansch den d
tot 's avonds toe. 's Avonds ging ik Vand
en kwam rond middernacht thuis, ik 6
slapen om rond 3 1/2 ure op te staan.
Het werk dat ik ondernomen had was biir
geëindigd. Ik moest nog alleen de romp
stukken snijden en de stukken eveneens
doozen bergen. Ik sneed den buik open
haalde er de ingewanden uit. Ik was juist bez
deze in een eemer te leggen, om er de ontbii
ding van te vertragen, toen ik mijn bijzonde
sten huurder op mijne deur hoorde kloppen
Een uur later kwam men mij aanhouden p
dien men mij in mijn «werk» niet gestoo!
had, dan zou ik mij gemakkelijk van de dooze
tijdens mijne reizen hebben kunnen ontmakei
daarna zou ik zelfmoord gepleegd hebben. Sint
zondag heb ik niets, hoegenaamd niets geëten
ik heb slechts van tijd tot tijd wat koffie «-
dronken die ik mij aangeschaft had. i
Ziedaar het verhaal van den ellendeling 0j
betwistbaar heeft men met een zinnelooze i
doen.
Het lijk is met eene vaste hand in stukke
gesneden; de hand van den moordenaar hee
geen oogenblik gebeefd; de misdaad was goe
voorbereid en uitgevoerd. Men dient evenw
op te merken dat er onwaarschijnlijkheden i
het verhaal van den monsterachligen moord
naar voorkomen.
In 't begin verklaart hij dat hij zich van zijt
vrouw wilde ontlasten om van leven te verat
deren, en op het einde van zijne ijselijke bi
kentenissen, zegt hij dat hij vast besloten wr
zich te zelfmoorden. Men heeft inderdaad, o
zijne kamer, eene flesch gevonden inhoudend
een mengsel van water, surkelzuur en vijlt
kopjes van fosfoorstekskens.
Toen men hem vroeg of hij geene wroegit
had over zijne afschuwelijke misdaad, au
woordde hij dat hij niet hel minste spijt hat
hij betreurde slechts zich niet gezelfmoord
hebben.
Ten 7 ure 's avonds werd Leonard Demez, I
zijne verklaring onderteekend te hebben, na;
het gevang van Sint-Gilis gevoerd. De moord-,
naar zal aan een geneeskundig onderzoek ot
derworpen worden.
Het in stukken gesneden lijk
MM. Nagels, prokureur des konings;
Cambry de Baudimont, onderzoeksrechter
Vanden Branden de Reeth, substituut, en
rette, griffier, begaven zich donderdag morgend
ten 91/4 ure, naar 't doodenhuis van 't kerkho
van Etterbeek, waar, sinds woensdag avond, d
koffers en doozen met het in stukken gesnede;
lijk heen gevoerd waren.
Een kwart uurs later kwamen MM. Vleminck:
en Lebrun, wetsdoktors, om het lijk terug sa
men te stellen. Terwijl helpers onophoudeni
ontsmetbare stoffen op de stukken vleesch ei
beenderen wierpen,volbrachten de doktors hu;
uiterst moeilijk en waarlijk terugstootend werk
het was een echt patienciewerkwant d>
stukken, die op hunne plaats moesten gelegi
worden, beliepen tot ruim honderd! Er ware;
een twintigtal doozen,vanalle maaksel en vorm
zorgvuldig gesloten, ingepakt en toegebondet'
Al deze doozen bevatten stukken vleesch
beenderen. Eindelijk, in een der koffers vont
men vier flesschen, ieder van een liter, waarii
de moordenaar het bloed van zijn slachtofft-
gegoten had.
Ten t 1/2 ure 's namiddags hadden MM
Vleminckx en Lebrun hun akelig werk geëin,
digd. De magistraten konden dan bestatigen da-
Demez waarheid sprak, toen hij tijdens zijn'
ondervraging, verklaarde dat hij geen stukji
van het lijk weg gedaan had.
De doktoors onderzochten vervolgens h(
hoofd van het slachtoffer en bevonden dat d'
schedel gebroken was boven het linkeroor. Ht
was op die plaats dat de booswicht zijne vrou'
met den sloofhaak geslagen had, om haar
bedwelmen. In een der koffers vonden deniagi'
straten de kleeren van mad. Demez en de broei
die de moordenaar droeg toen hij hel lijk i'
stukken sneed.
Vooraleer te vertrekken heeft het parket he:
papier waarin de doozen gepakt waren en de
doeken die Demez gebruikt had om den bebloe
den vloer te kuischen, doen verbranden. D'
doozen, de koffers, de kleedingstukken,
de
flesschen bloed, de messen en nog andere voor'
werpen werden, als bewijsstukken, naar de
griffie van het justiciepaleis gevoerd. M. de
onderzoeksrechter heeft daarna de toelating to'
de begrafenis afgeleverd. Het hersamengesteld
lijk werd heden morgend gekist en begraven.
Demez zal binnen kort door geneesheeren u'j
hetzinneloozengesticht onderzocht worden. He
is M. de onderzoeksrechter de Gambry de Baji
dimont die aan mejuffer Demez het ijsQliJ
ongeluk dat haar overkomen is, bekend ge
maakt heeft. Het arm kind, dat hare moedei
zondag namiddag ten 5 1/2 ure veriaten
had
kreeg een schrikkelijken zenuwaanval, toen ztj
de dood dezer laatste vernam.