mengeTmaren BEEST1ALEN Wonderbare profeten De Transvalers in 't Volkshuis De neuze van pater Boetinck Aan de Koningin des Hemels Stad Poperinghe Katholieke Wacht Priesterlijke Benoemingen Inderdaad de artikel die begint met de woorden vroeger aangehaald, eindigt met de boeren te smeeken allen aan U zeil te helpen trekken om het liberale schipken in de haten te krijgen. Hebt ge 't vaste De boertjes zijn toch zulke goê menschen als ze stemmen voor de liberalen, al moesten zij op die wijze bun zeiven in den zak steken. Maar, van als zij stemmen voor de katho lieken, hunne vrienden, van wien zij alles verkregen, 't zijn pijpekoppen, en barbaren, en domme ploegs, enz. Meent ge, ter goeder trouwe, Weeke klad dat de boeren zoo dom zijn hen door uwe schoone woorden te laten vangen Al dikwijls hebben wij een kwartje ge lachen met de vermaarde profeten en pro- fetiëu van 't Weeke blad. Nu weéral is er in 'tWeeke blad een profeet ontstaan, een groote profeet die voorzegt, en met a plus b bewijst, dat de liberalen in 1902 moeten en zullen boven zijn in ons Belgenland. En terwijl die groote profeet spreekt, is er een kleene profeet die in 't zelfde nummer van 't Weeke blad juiste 25 reken hooger zegt, dat de liberalen wellicht nog eenige jaren kunnen onderdrukt worden. Ware ik in de plaatse van de profeten van 't Weeke blad, 'k zou wachten van te voorzeggen tot dat de zaken gebeurd zijn. 'T ware 't zekerste. Die kleene profeet zegt hier en daar nog eenige dingen die 't oprapen weerd zijn. Wij weten, zegt hij, dat er vrienden zijn die ons vast, onwankelbaar vertrouwen in de toekomst niet deelen. Ik geloove het, jandorie, kleene profeet daar zijn immers te vele, te machtig vele liberalen die opentiijk zeggen dat het uit en amen is met de liberale partij. Waarbij komt het immers dat er zoovele liberalen hun schuitjen van kante steken, o onder de roode vlaggen der socialisten trekken Zegt dat niet duidelijk genoeg wat de toe komst van 't liberalismus is De socialisten, zegt de kleene profeet, stoken haat tegen alwie van dicht of van ver tot de bourgeoisie behoort. m De bourgeois is de vijand hij moet uitgeroeid worden. Het socialism is eene uiting van fana tism. Wel, zeer wel, kleene profeetdat is ook ons gedacht. Maar... als wij over tijd op dit gevaar wezen, hoe komt het dat gij alsdan spottet en ons uitgaf voor mannen benauwd voor ijdele hersenschimmen, voor ingebeelde 9 spoken enz. Zoudt gij wel wijzer en gezapiger gewor den zijn, dan En indien die socialisten zulke gemeerie kerels zijn, hoe hebt gij 't land door roet die gasten kunnen verbroederen, en te gare gaan lijk Manten en Kalle Wat moeten wij nu gelooven, hetgeen gij dan scbreeft of betgeen gij »u schrijft 1 Verleden Zondag avond is ons Volksbuis getuige geweest van eene aandoenlijke en gulhertige feeste. Twee Transvalers, de heeren Louw en Plokhooy, na in menigvuldige plaatsen voor drachten gegeven te hebben om de liefdadig heid in te roepen ten voordeele der lijdende vrouwen en kinderen der Boeren, waren te dien einde ook naar Yper gekomen. Dank aan de edelmoedige werking van eenige jonge lieden, waren een groot getal ingangkaarten verkocht geweest zoodanig dat rond 8 ure de groote zaai van ons Volkshuis proppende vol was. Wanneer de heeren Louw en Plokhooy daar hunne intrede deden, brak er een dave rend handgeklap los. Geheel de zaal stond rechte, en iedereen aanschouwde met eene genegene nieuwsgierigheid de twee verte genwoordigers van die dappere helden wier naam in gulden letters in de geschiedenis zal geboekt blijven. Nadat St-Michiels harmonij het transvaal- scta lied had gespeeld, medegezongen door de Turners op het toonee) en de honderden aanwezigen in de zale, verwelkomde heer G. De Jaeger de twee Transvalers in eenige vierige woorden dikwijls door handgeklap en luidruchtige toejuichingen onderbroken Daarna gaf bij het woord aan yeldkornet Louw. Met eerbiedige stilte, met gespannen aan .dacht luisterde geheel de zale naar dien man -van middelbare gestalte en gedaagden ouder dom, met vriendelijk, kalm en deftig voor Aomen, die op aandoenlijke wijze hei grievende lijden beschreef van de vrouwen en kinderen der Boeren, in de kampen der iEngelschen opgesloten. En wanneer bij ten slotte eei en warmen oproep deed tot de liefdadige herten der aanwezigen, gaf geheel de zale hare luide goedkeuring te kennen, niet alleen door haar handgeklap, maar ook door milde jon- sien gestort in de omhaling door beide ïeeren onder het volk gedaan. Nu was het de beurt van onderkommaudant Plokhooy. Verbeeldt u eenen langen mageren en fijntigen kerel, metedel voorkomen en twee brandende oogen die getuigen van rappen geest en vastberadenheid en gij zult bei echt poriret hebben van onderkommandant Plokhooy. Met welke belangstelling volgden wij zijne voordrachten Gij hadteen muis door de zale hooien loopen Schoone en verstaanbare tale levendige verhalen afgewisseld door luimige spreuken en verhevene gedacbieneenvoudigheid, rechtzinnigheid en deftigheid v. n gevoelens, onwrikbaar betrouwen op Gods almacht, rechtvei rdigheid en voorzienigheid stand vastige zekerheid van ten laatste te zegepra len, dit alles te zameu maakte op de aanhoor ders den diepsten indruk. Jammer dat de tijd zoo kort was en den heer Plokhooy alleenlijk toeliet ons het verhaal te doen van den veldslag van Elaridslaagte,den eersten dien bij bijwoonde Het was immers reeds 10 ure en balfen nu nam de heet Colaert het woord om in die vierige tale die hem eigen is, de afrikaan sche hel ien te bedanken,hun de verzekering te geven onzer broederlijke en diepgevoelde genegenheid, en meteen de milde jonste van t ypersche volk te overhandigen. Nog een woord. Iedereen zal moeten be kennen dat de zale van het Volkshuis ter dezer gelegenheid wonderwel verkozen was geweest, deels om de massa volk te slikken die zonder onderscheid van politieke kleur daar was toegestroomd deels ook voor het gemak om de redenaars te verstaan. Wij mogen ook dezen artikel niet sluiten zonder vurige gelukwenschingen en warmen dank toe te kennen aan den heer G De Jaegher die met kundige behendigheid en onverpoosden iever geheel de feeste heeft weten te schikken. Eere en dank meteen aan die nooit vol prezene jonkheden die hem terzijde ston den Ik heb hem gekend Pater Boetinck, en ik zie hem nog voor mijne oogen. Kloek en streusch, hij scheen uit eenen eikenboom gesneden, en voorwaar al wie hem te zien kreeg, miek dadelijk deze korte overweging Veel beter met het ontbijt ne men, dan met hem vechten. Maar, zooals het dikwijls gebeurt, in dien benauwdelijken reuze, met ruwe schorse zat er een herte als een brood de goedheid zelve. Alwie Pater Boetinck kende, wist dat. Helar.sniets en is volmaakt in onze arme wereld. Dat kloeke, stieusche, en zoo wel gemaakte lichaam was voorzien van eenen neuze onbesch rijflijk Hel ep/'Sle opkijken tot die wonderbare rot se van k rakelde», gevoerd en overtrok ken met rood en gebobbeld yel, deed in het herte van al wie hem naderde eene lachlust ontstaan welk zijne vrienden met moeite in hielden, aan hetwelk onverschilligen luid ruchtig lucht gaven, meestal zonder den minsten eerbied voor de priesterlijke weer dighaid van den man. De man liet meestal gebeuren, 't was een heilige man. Toch somtijds, als bet gekken te verre ging, Pater Boetinck beet toe, kort weg, op zijne maniere. En degene die hij alzoo eens op hunne plaatse gesteld had, en zagen naderhand dien wonderbaren nepze niet meer zij zagen nog enkel de fonkelende, van geest stralende oogjes van den pater. Zoo gebeurde bet eens dat ik toevallig in gezelschap reisde van Pater Boetinck, tus- schen Ronsse en Kortrijk. De brave man zat in een boeksken, godvruchtig zijn breviere te lezen, zonder ooit te bemerken dat er te Roozenaekendnejonge heerschappen bij ons kwamen plaatse nemen, heerschappen, die bij het zien van dien schrikkelijken neuze in eenen onbeschoften schaterlach los borstten. De ^spelingen op dien wonderbaren neuze gingen bunnen gang, een goed half uurken, gedurig. Komkommer Beetrape Bloed spons en meer andere volgden onverpoosd eikander op, tot dat eindelijk Pater Boetinck zijnen boek tpeglpe^. Hij h i>rzette zijnen ï>m en «prak, monke lende, tot een der drie heerschappen Jonge heer, sprak hij, gij schijnt u om mijne neuz»s zeer te verheugen. Geen won der ook ik moet opicaepdig bekennen, dat weinig menschen met zoo een onzienlijk lid maat bejegend zijn, schoon in den grond het nog te verkiezen is eene grocto, zelfs leelijke neuze te hebben, dan twee kleintjes, al waren bet twee schoontjes. Maar daar en ligt de zake niet, jong» heeren. Aan mijne neuze kleeft er rerte gansche geschiedenis, eene treurige ge schiedenis.... Zoo Pater! was de driedubbele uitroep der jonge heerschappen. Vertel ons eens die geschiedenis. Hoor, jonge heeren, ik wil u wel die treurige geschiedenis vertellen, op voor waarde nogtans dat gij mij zult beloven er meê te lachen, hertelijk, zoo berlelijk als gij met mijne neuze zelve gelachen hebt. Wij beloven het, Pater, wij beloven het. ik, die Pater Boetinck kende, ik dacht bij mijn zeiven, jonge heeren, zorgt voor uwe ooren, want 't zal hard zijn om hooren. Goed zoo, ging Pater Boetinck voort, luistert Ik ben, zooals gij mij ziet zonder neuze ter wereld gekomen, hoe wonder u zulks ook moge voorkomen. Toen ik veertien jaar oud was voelde ik stillekens in mij den roep ontstaan om pater te worden en iedereen in onze beurt bejam merde mij Immers, een pater zonder neuze, dal en kan niet zijn. Gelukkig voor mij, in de naburige stad, zoo mijne moeder hoorde vertellen, bestond er een magazijn van menschenneuzen. Wi gingen er samen naartoe. Nog nooit en had ik zoovele neuzen van alle slach, van allen vorm, groote en kleine, roode en blecke, bijeen gezien. En nogtans, 'i en was er maar eene die mij kon passen, en 't was de deze.... Maar boe dat Pater Hoe is dat meu gelijk, dewijl er zoovele waren. Inderdaad, der waren er vele en van alle slach en vorm, maar... aide andere wa reu snotneuzen.... daaromtrent gelijk de uwe, jonge heeren De jonge heeren zijn bun hertelijk lachen schuldig gebleven, maar ik lach nu nog in hunne plaats. Niek BROZEN. Moedermaagd, ik wil u wijden 't Needrigst lied en hoog belijden, Dat gij zijt de koningin En der hemelen vorstin. 't Aardrijk zal u zalig noemen, Uwe deugd gestadig roemen, Gij die onbevlekt hier waart, Naar wie hemel, aarde staart. Gij hebt ons het licht gegeven Tot een' redding van ons leven 't Licht dat van gevaar bevrijdt, Maria gebenedijd Als de wereld was gezonken In ellend', hebt ge ons geschonken Een' Verlosser, die ons redt O Maria onbesmet. Door Gods zieners reeds verkondigd, Op de wereld onhezondigd, Praalt gij nu, in 's hemels woon, Glansrijk naast des Heeren troon, Gij, van koninklijken bloede, Strek uw' mantel als een' hoede Op obs allen stadig neer, Moeder, modder van den Heer Deel, Maria, uwe gaven, Wil met heil en troost maar laven Die tot u zijne armen gteekt Ea p om genade smeekt. Wil ons land gedurig helpen En met zegen overstelpen, Gij die altijd machtig waart, Naar wie hemel, aarde staart, V. H. Becelaere, 5 September 1901. Verleden Zondag, eersten September was het de plechtige wijding en inhuldiging van bet vaandel der J jugelings Corigi egatie. of er feeste wag... En feeste zooals men er te Poperinghe geven kan Van 's avonds te voren zonden de klokken van 0. L Vrouw toren hunne bonzende en ronkende tonen over de stad en het herte van alwie morgen ging meê doen, trilde van blijde verwach ting. Die blijde verwachtinge werd niet be drogenwant rechtuit gesproken, nooit wierde men schooner noch stichtender plech tigheid. De grootste geestdrift heerscht overal, bijna alle huizen waren bevlagd en de vriendelijke uitnoodigingen ter feeste aangeplakt werden algemeen aanveerd want van twee uren breulde het van volk en ijlde ter kerk van 0. L Vrouw waar de wijding plaats greep. De kerk hoe groot ook was proppend vol. Het was na de vespers dat de Zeer Eerw. Heer Deken De Hulster bijge staan door den Eerw. HeerVanderougstraet, Pastor van 0. L. V. de nieuwe vlagge wijdde, na welke plechtigheid de Eerw. Heer Deken het predikstoelke beklom en met zijn talent dat verre en na bekend is brengt hij hulde aan de stichtende vergade ring van de pongregalie der Jongelingen. Vervolgens doet hij in gepaste en opwek kende woorden al het zinnebeeldige van de uieuwe golvende bauiere uitschijnen en zet de jonkbeden aan steeds getrouw aan het vaandel te blijven en onder zijne plooien in ere en deugd vooruit ie gaan. Na het sermoen en het lof werd een vane lied met geestdrift door al de jonkhederi gezongen, daarna ontplooit de stoet en stapt juichend vooruit door de lieve stede terwijl net stadsmuziek bare schoonste deuntjes speelt, op 't einde van den stoet verscheen net nieuw vaandel. En ja, het zij tot lof vud bot huis Billaut Van Brussel gezeid. De nieuwe vlagge mocht in 't klare van den dag in zulken helderen zonneschijn gezien zijn, 't is immers een waar meesterwerk van pracht en goeden smaak, ledereen kijkt en staat verwonderdeen naam ligt op iedereen zijne lippen, deze van den inrichter en de ziele van het feest, de vriend der jonk beden den Eerw. Heer Blomme bestuurder der Congiegatie, leve Hem Een bijzonder woord van dank dient toe gestuurd te worden aan onze nooit genoeg geprezen Volksvertegenwoordiger Mijnheer Feiix Van Marris. Hij van iedereen zoo geacht en bemind, heeft doo." zijne tegen woordigheid in ganscb de plechtigheid getoond, boe hij de goede zaak genegen is. Ja, hij werkt met den priester samen hand in hand voor het welzijn der Stad en ganscb de sameoleving, dank Mijnheer Van Merris dank, de Poperinghenaars en zullen het nooit vergeten. De stoet werd gesloten door de geestelijkheid der Stad, men bemerkte er den Z. E. H. Deken, den E. H. Pastor van 0. L. V. dien waren herder zoogeprezen van al de parochianen, de Eerw. Heeren Onderpastors der stad omringd van de Eerw. Heeren Poperinghenaars, Priesters en de Heeren raadsleden der Congregatie enz. enz.... Iedereen was te vreden en wel gezind met groote voldoening spreekt men nog van die zoo schoone feeste Jonkhederi herinnert u dikwijls dien zoo schoonen dag ter uwer aanmoediging gij hebt het gezien de Poperinghenaars zijn uwe vergadering genegen Ju, bij vele treffelijke ingezetenen der Stad wapperde de vlag waarover ik hun den grootsten dank toestuur. Aan u jonkheden wij wenschen u geluk om uwe schoone vlag en uwe ouders zijn fier op hunne deftige zonen. Een Voorstaander. Morgen Zondag avond algemeene verga dering. BRAND TE YPER. Dinsdag avond ten 7 4/2 ure is er brand ontstaan op de hofstede Gilles, bij het Wieltje. Seffens wierd de brandklokke geluid en de pompiers snelden ter plaatse, maar als zij daar kwamen was er aan blusschen niet meer te denken. Alleen 't geld en de beesten zijn kun nen gered worden. Al de gebouwen en den oogst zijn vernield, 't behoorde toe aan den gebruiker. Niets en was verzekerd. De brand wordt ook aan kwaadwilligheid toegeschreven. Een knecht heeft van een onbe kenden een vuistslag in 't aangezicht gekregen en als hij rechte stond bemerkte hij dat geheel het hof in brande stond. M. de Burgemeester heeft den landbouwer ondervraagd en de gendarmerie heeft een on derzoek ingesteld, waaruit k laarlijk blijkt dat de brand aan kwaadwilligheid toe te schrijven is. De schade bedraagt rond de zes duizend frank. Een jonkheid, van Yper, P. C. die naar den brand was gaan kijken, is zoo ongelukkig ge vallen, dat zijn voorarm gebroken is. 't Geruchte loopt dat er aangaande denbrand op 't Wieltje reeds eene aanhouding is gedaan, 't Ware te wenschen dat men den dader of de daders gauw konde grijpen en eene voorbeel dige straffe geven. Hoeveel nachten lijden, hoeveel dagen pijnen zou men ontgaan met zich te behoeden tegen zinking of jicht bfi middel van eenige glazen - Elixir Vincent, BRAND TE BOESINGHE. Zondag avond heeft een brand een deel der hofstede vernield gebruikt door Ch. Wyffels, en toebehoorende aan M. Hynderickx de Theulegoet. Eene schuur en de stalling met den inhoud, twee peerden, eenen stier en een honderdtal hennen zijn de prooi der vlammen geworden. Spijts de spoedige hulpe der pompiers van Boesinghe en was er aan blusschen niet te den ken en men heelt alleenlijk de andere gebouwen kunnen vrij houden. De oorzaak wordt aan kwaadwilligheid toe geschreven. Alles was verzekerd. ZUIDSGHOTE Maandag namiddag waren ter hofstede Derycke, te Zuidscbote, met een 50 tal personen aan het hoppe plukken, wanneer ze gemiddagmaald hadden zijn er op eens een 45 tal van deze personen allen ziek geworden, men liep in alle haast om doctoren en priesters en gelukkig na korten tijd zijn allen hersteld. Men schrijft de oorzaak van dit geval toe aan het eten van verkenvleesch, den land bouwer had over veertiental dagen een verken geslacht een gewicht hebbende van 2Q0 kilog. en door de hitte sou dit vleesch wel kunnen ziek gekomen zijn, seffens werd een geneesheer ont boden en een goê ure nadien waren al de werk lieden reeds volkomen hersteld. STAVELE De genaamde Camiel Maertens landbouwwerkman, in dienst bij M. Lelieur, burgemeester en landbouwer, vond, toen hij zich naar het veld begaf, eene strop met een schoonen haas in. Maertens eigende zich het wild toe. Ongelukkiglijk voor hem kwam er juist een boschwachter voorbij, die den werk man bij den kraag wilde vatten en tegen hem proces-verbal opmaken voor wildstrooperij.Eene worsteling ontstond tusschen de twee mannen en de boschwachter, die het onderspit dolf, vroeg aan Maertens van hem los te laten, wat deze oogenblikkelijk deed. Maertens zette zijnen weg voorl, doch nauwelijks was hij eenige stap pen ver, of de boschwachter loste op hem twee geweerschoten. De werkman werd erg gekwetst, doch kon nog tot aan de woning van zijnen' meester voortsukkelen, waar hij de noodige zor gen ontving. De gendarmerie heeft een onder zoek geopend. De suiker in pakken van de Tiensche Maalderij zijn de beste. Te koop bij alle kruideniers. ANGSTWEKKEND VOORVAL IN EENEnr- LA Eene dame, die wij mevr. X. zullen noemen, had bemerkt dat haar echtgenoot er somber en afgetrokken uitzag. Dezer dagea uit gaande met haar dochterke, hoorde zij eens een groot gerucht en terug binnenkomende zei haar man dat de luister gevallen was, en ge broken, terwijl hij er iets aan wilde verrichten. Niet zonder aarzeling ging zij weder uit, naar den Kursaal, maar nauwelijks eenige oogen- blikken daar, deed een bang voorgevoelen haar weer naar huis gaan. Zij vond al de vensters gesloten en een ongeluk vreezende had zij den moed niet zelf te gaan zien, maar zond haar dochterke naar vaders kamer om te gaan zien of hij er was. Pas boven, riep het kind van het eerste verdiep Moeder, kom spoedig, vader doetgymnastiek met eene koord aan hetgewelf. In allerhaast naar boven klimmend, vond de vrouw haar echtgenoot stuiptrekkend opgehan gen aan den haak van den luister. Met de hulp der meid, die juist boven kwam, gelukte mevr. X. erin den wanhopige los te maken en na eene uur verzorging tot het leven terug te roepen. Alle gevaar is nu voorbij. De ongelukkige was tot de poging gedreven geweeest door moeilijk heden die hij rijne echtgenoote niet durfde ken baar maken. Hij heeft beloofd niet meer te her beginnen. De pillen De Pratere maken het zachtste hof aangenaamste en zekerste zuiverings middel uit. Zij vernietigen de gebreken van het bloed, en verdrijven uit het lichaam alle ongezonde vochten. Zij zijn onwaardeerbaar voor inwendige ziekten als gal, slijmen, moeilijke stoelgang, gebrek aan eetlust, hoofdpijn, maagpijn, uitslag, speen, geel zucht en jicht. Zij zijn onschatbaar legen de voorvallen van het keeren der jaren en ver gemakkelijken de ontwikkeling der jonge dochters. Zij zijn een schat voor de ouder- ngen, want zij geven eetlust en regelma tige stoelgang en bevrijden hun van beroer ten leder huisgezin moet zich die kostbare gezondheidspillen aanschaffen, die het leven verlengen en herstellen en de kiemen der ziekten verwijderen. Weigert alle namaak sels. De pillen De Pratere worden enkel verkocht in ijzeren doosjes, de naam dra gende des uitvinders. Prijs fr. i.50 de doos, tebekomen ie Yper, apoth. Socquet-Terriere; Rousselaere, apoth. Veys. Mgr. de Bisschop van Brugge heeft be noemd Tot onderpastor te Komen, E. H. Banc- kaert, coadjutor van den Z. E. H. pastor dezer gemeente Tot professor in het klein Seminarie te Rousselare, E. H. Delaere, licenciaat in handels- en consulaire wetenschappen; Tot professor in 't Kollegie van Veurne, E. H. Cb. Sobry, kandidaat in wijsbegeer ten en letteren. VE1DITIB van AARDAPPELSle VELDE en te BECELAERE (Oosthoek) L>e Notaris JOSEPH BAYART verblijvende te Becelaere, zal openbaar verkoopen ten verzoeke en ten hove van Servaas Coye- OP DONDERDAG 26 SEPT. 1901 om 1 ure namiddag. 70 Aren Aardappel» verdeeld in koopen. 6 Goede melkkoeien 2 Veer zen 3 Drinklingkalvers. Op gewone voorwaarden en 6 maanden tijd van betaling mits solvabele borg. Verborging ter herberg het Lindeke bij Vandenameele. Men vraagt bij Tbeodoor Blanc- kaert, op de plaats te Passchendaele, een BAKKERSGAST, twee of driejaar ophef ambacht. Goed loon. I» m n V V MAKER

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1901 | | pagina 2