ENGELBEWAARDER IUISTERLIJKE FAKKELTOCHT Bravo Godsdienst en Liberalismus door HONORÉ STA ES De liberalen en de duivel Ditjes en datjes Trientje's Alteratie Lach kruid Algemeene Vaderlandsche Gilde ran O. L. V. ran Thuine Slag dek Hulden Sporen OP ZONDAG I 3 JULI Stad Yper. Gemeenteraad Zullen onze ware liberalen voort willen de sleppedragers zijn van eenen radicaal... door de Etoile gebrandmerkt Zullen zij voort voor hem werken en stemmen bedelen In geval van ja, dan zijn er in oim stad en ons arrondissement geene ware, oude, gezapige liberalen meer. O die Etoile Beige kan wreed zijn Dinsdag laatst, 24 Juni, was 't peerdefeest te Yper en dat voor den eersten keer. 'T is immers eene nieuwe inrichting door d- werkzaamheid van mijnheer Vandenwouwer, landbouwkundige verveerdigd en door de landbouwcomice en het katholiek st dsbe stuur daargesteld en bekostigd: maikt en peeideteesi ten beste gelukt150 schoons peeidon en veulens van den prijs van 900 tot 1500 fr. groote beweging, schoone premiën en verkoop. Moet het alzoo voortgaan, de Yp rsclu* peerdefeest van Juni zal algauw goed ge kend zijn en grooten bijval genieten. En 't zal een groot profijt zijn voor nee- ringdoeners en landbouwers. Is dat ook geen artikelken dat mijnheer Ernest, vóór de naaste groote kiezing, op zijne lijst van aanvragen en bskomeno voor deelen voor het arrondissement Yper, zal mogen neêrschrijven En waarom niet Hij moet er toch wel bij geweest zijn Hoe kon het anders II Liberale Heiligen In een vorig schrijven hebben wij getoond hoe de eerbied, dien de liberalen zeggen te bezitten voor den Godsdienst, anders niet en is als... een uitsteekberd om de oogen onzer christelijke bevolkinge te bedriegen. Vun- dage zullen wij eens de Litanie der Liberale Heiligen doorlooperi. Onze Ypersc ie geuzen houden staande dat de Godsdienst der katholieken deze niet is van Christus of, in andere woorden, zoo ik niet misse, dat wij niet leven volgens de leeringe van Christus. «Christus, zoo schrijven zij, predikte vóór negentien honderd jaar (zegt nog dat de geuzen hun H. Schrift niet kennen Verzamelt geene schatten hier op aarde, waar de roest en de wormen ze verslinden... Het is onmogelijk terzeldertijde God en de rijkdommen te dienen. En heden bezitten zij goederen welke onzen aardbodem met oneindig veel zwarte vlekken bedekken. In hunne brandkasten liggen schatten verza meld welke onmetelijk groot zijn... Hunne verblijfplaatsen zijn echte kasteelen... Ofwel, die bovenstaande woorden schreef sprak van de katholieken en wij zijn in 't recht het alzoo op te vatten ofwel hij spreekt, in bedekte woorden, van kerk i n kloosters. Veronderstellen wij eerst dat hij de ku- tholiejten in 't algemeen bedoelt. Och Heere toch arme sukkelaar, slapt en schrijft over 't gene gij kentEen Yper- sche liberaal die het H. Schrift uitlegt, 'tis erger als en blinde die spreekt over de kleuren Die woorden uit of lievervolgens hei, H. Schrift beteekenen dat niemand taag slave zijn van zijne rijkdommen, en niet, dat niemand mag rijke zijn. 't Is immers daar de bekentenisse, naar wij vernomen hebben, MENGELWERK 23. DE "NT.A.JN' 'T in Leonie Vei helst vertelde mij dat o ze nieuwe kasteelheer, mijnheer Vergauwen, van den morgen tot den avond op de been is, om de werktnenschen van het dorp te bezoeken en hen op^te wekken lid te worden van eene menscülievende maatschappij die hij sticht. Die Vergauwen is een gemeene kerel, een zeer gemeene kerel. Ik wil schurk hee- ten indien hij geeri gemeene kerel is. Daaren hoven mag hij stout de grootste leugenaar der wereld genoemd worden. Hij had mij beloofd bij mij te komen eten en is, als een eerlooze lafaard aan zijne belofte ie kort ge bleven. Wanneer ik terug in liet licht kom, zal ik de menseden van Wimmelgem waar schuwen op hunne hoede te zijn tegen dien volksbedrieger. Vader, ik geloof dal gij mis zijt in uwe meening. Die maatschappij.... Zwijg gij kent niets over maatschap pelijke zaken. Indien wij hier een gemeente- bestier hadden dat ziet til hoort, ware die kerel ras over de grenzen van Wimmelgem gedreven. Ik wil schurk heelen indien hij met de zoo zuur gewonnen peningen der werk lieden zijne geldkoflersniet vult. Welk nieuws hebt gij nog vernomen Braadt de baring van dien ellendige in het dorp, of is het volk klaarzier de genoeg om hem buiten ie zetten wanneer hij in de üuizen tornt Vader het werk van mijnheer Vergau- van de. f lijnsche woorden. Die woorden uit 't H Schrift zijn dus niet gericht tegen de rijk n in 't algemeen, en nog vele min tegen de katholieke rijken. Gelijk wij reeds gezeid hebben, zij zijn t tegen deze die slave zijn hunner rijkdom men, die sluiten gelijk eene peperdoos, die van Houdt-hem zijn En bijna al de libei alen zijn van Houdt- hem Wilt gij een voorbeeld De geuskens va i Yper, waarvan meer dan één, rijke, smoorrijke is, liever of hunne beurze te ontsluiten, hebben hun eeuig, hun t oete kind het wei eldsch kollegie allengerhand laten verkwijnen en uitdroo- gen 't En. is van vandaag niet, dat het spreek woord luidtTous pmgres, ces libéraux Al de liberalen zijn houdt-vast Doch waarschijnlijk beeft de liberale pennelekker, bedekter wijze, willen kerk en tloosiers aanvallen. Flauwe prietpraat, armtierig nagepoetst uit de fransche dagbladen Lu milliard des Congregations O dat prachtig kasteel dat de Zusters der Voorzienigheid in Yper bewonen Voorze ker dat het «Chateau blanc van de mil- lionnair Va rider volde, noch zelfs het kas teelke van M' Nolf, daar geenen lap kunnen aan leggen Eu dan, o die kroppensvolle opgevulde brandkasten der zusterkens der armen, die, juist gelijk M. Nolf, en zijn sleppedrager, M. Bruufaui, alle dagen voedsel gaan sc .ooien voor hondetdeaf eleefdegrijsaards, en zelve geen bete broods en mogen nutten vooraleer al de oude mannekens voldaan zijn Wij vreezen straf dat die onmetelijke grrroote schatten, die in de cofïres-foris liggen der kloosters, nog al wel moeten gelijken aan de honderd millioenen van MMS Humbert Zou M. Nolf niet willen wis selen De liberalen voeren voort Christus zegde nog «Als ge mij wilt aanroepen, sluit u ootmoedig op in uwe kamer, bidt stil en innig, en uwe bede zal ven.oord worden. Maar neen, dat maakte geene propagande genoeg voor hunnen win kel. Overal zijn ze, overal worden ze out moet. Heden bidt men niet meer voor God, maar voor de oogen der menschen Honderd duist kanonbollen Zou je niet sterven in uwe hemdemouwen? Ziet gij daar de groote kopstukken der liberale partij, outinocdig1 opgesloten m hunne celle, met hunne bloote knieën ge- Kniel in een paar kloefen, stil en innig, een kiuisgebed lezen?... O die liberale Heili gen Nu weten wij waarom M. Nolf, en zijn achtergeloop M. Brunfaut en consoorien, Lr kerke hunnen Paseben niet gaan houden.. Zij doen hem thuis dragen uil ootmoe digheid wie weet of al die heeren, uil geest van boctveerdigheid, onder hunne mooie kleederen, niet een hanen boetkleed dragen, des nachts op harde planken slapen, en 's middernacins opstaan om natuurlijk (huis uit ootmoedigheid hunne getijden te lezen Ada toe, M. Nolf, zegt 'nen keer aan 't W'eeke blad C t ze een beetje serieusei zouden schrij wij krullen van lachen Veivolgt.) wen vindt viel cijvalDa meeste werklieden van bet 'orp hebben zich reeds als lid laten opschiijven. Moi een treed ik teiug in het licht. M i i n .in t ri 11 p n H p n üai L zegt i.iij dat tk verplicut ben de oogcii dier vet'Dlinde weralieden te openen. Eetiige dagen rust hebben mij nieuwe kracht en moed tot strijden geschonken. Mijnheer de pastoor en mijnheer dt burgemeester zullen eerevoorziiters der maatschappij zijn, vader. Wanneer zulke mannen aan het hoofd van eene vereeniging staan, mag er, volgens mij, gezegd worden dat die vereeniging goed is. De pastoor en de burgemeester Dat verwondert mij niet. Vergauwen zal uwen vader niet verzoeken lid van zijne maatschap pij te worden, vermits hij weet dat ik haren op mijne tanden heb en hem zou ontmas keren. De kerel verklaart mij dus den oor log. Het zij zoo Met mijne trouwe Ware Kunstvrienden ben ik sterk genoeg om hem te verpletteren. De rechtveerdigheid zal zegepralen. Vader, Leonie vertelde mij dat reeds verscheidene Ware Kunstvrienden van de nieuwe maatschappij deel maken. Mijnheer Donckers trekt, bij het hooren der laatste woorden zijner dochter, een ge zicht als een kleine jongen die levertraan moet drinken. Vervolgens springt hij op, steekt zijne vuist uit naar den soepketel en de biaadpan die op de stoof staan, en roept op hollen toon Verraden verlaten door degenen die ik uit ganseher hert lief had aan wier welzijn ik mijne fortuin, mijne kracht, mijn talent besteedde Die ramp is te zwaar Daarna zinkt hij terug op zijtien stoel en ■cat zijn hoofd in den palm zijner handen zakken. Op dit oogenblik wordt er aan de voor- ieur geheld. Leonore kijkt van achter het venstergor- Jijnije en zegt met zure stem De Bloecker. Die naam, hoe zuur ook uitgesproken, ■verkt heilzaam op het gemoed van den volksverlichter. Hij springt op, en zegt De liberalen doen anders nietzoo hier, zoo elders als schreeuwen en lieren tegen de pasters, de paters of de nunneri en medeen tegen de goê christen katholieke menschen. Zij zijn de groote vijanden van de H. Kerk, en z'en duiken 't niet. Zij bestrijden de Kerk, nu opentlijk, dan bedektelijk, maar met de razernij en de aanhoudendheid van den haat. Zij doen haar al het kwaad dat zij kunnen, met het inzicht en met de hope van ze eens heel en al omverre te smijten en zegevierend temogen dansen op hare puinen. Dat doet mij peizen op eene prenle, die 'k overlijd onder de oogen gehad heb. De H. Kerk stond er op verbeeld door een groot tempelgebouw. Rond die kerke lag er een zware koorde geslingerd, en aan die Koorde stond er een ventje te trekken uii al zijne machtBismarck Bismarck was in zijn tijd de groote kerk- vervoiger in Duitschland. En hij trok, trok aan de koorde dat zijn tonge er bij uithing. Maar baehien hem verscheen er een groote duivel. Hij verkende Bismarck rechtuit. Ei, Bismarck, vroeg hij, wat doet gij daar Zwijg, antwoordde Bismarck, 'k ga de Kerk ommetrekken. Lucifer schoot in een luiden lach. De Kerk ommetrekken Onnooxele mensch, dwazerik, zei hij, 'k heb honderd duizend keeren zooveel macht als gij, en 't is nu al negentien honderd jiardat 'k ik, ik, Lucifer, er aan trekke en 'k en krijge ze niet omme. Hoe smaakt u dat, liberalen nij die, lijk Bismarck, de Kerk omverre wilt en boft en stoft dat ge eens in uw plan zult gelukken, wat zijt gij dan Dwazeriks, zegt de duivel. Ho!!! Waarom, hoor ik zeggen, de Klaver straat niet rechtgetrokken? Is dat een stommigheid dat men doet Wacht! vriendje,en spreek wat beleefder. Ten ceiste, de blijvende reeks gebouwen van de Klaverstraat is ook niet recht, en wilt men aan die stra'.e eene betamelijke en ge lijke breedte geven,men moet dan de plooien van den hlijvenden kant volgen En 't ware de «tad eetien onnuugen en zotten kost opleggen van die straat geheel te doen ver nieuwen. Ten tweeden, de aloude stad Yper be waart vele heter haar eigen karakter in de onrechte lijnen der straten. Vraag liever, en daarin zullen wij beter 't akkoord vallen, vraag waarom dien schoo oen gevel van de Belle, een waar pereik en in de stad Yper, waarom nu dien gevel op zijn nieuwemóods gewit f Dat is deernis Wie mag toch dat onge lustig g< dacht opgeval hebben, in wéerwil van alle kunstgevoel Wat aardigen krostelieusen dag heb ik toch beleefd zondag laatst, zei eergisteren Trientje Klinket van 't exercisseplein aan Frooneca Blusschers van 't Zaalhof Hij brengt balsem voor mijne wonden. Note, laat mijnen redder spoedig binnen.» Het meisje zucht Vader, ik smeek het u laat dien man varen. Vóór gij met omgingt, waren wij ge lukkiger dan nu De apostel werpt eenen bliksemden oogslag op Leonore en gromt Ondankbare dochter, zijt gij dan inder daad onverschillig aan den roem en de gtootheid uws vaders? spoedig Vader, geef hem toch deze maal geen geld. Gij weet hoezeer wij het noodig heb ben. Bemoei u met uwen kookpot, tk ga mijn toilet maken. Zingen, wanneer mijo achtbare vriend het verlangt, hoort gij Mijnheer Donckers springt in een ander vertrek. XII. Leonore toeft nog eenige oogenblikken vooraleer het bevel haars vaders te volbren gen. Middelerwijl overweegt zij of zij niet beter zou doen krachtdadig te zijn tegenover haren vader, aangezien, volgens haar, de man die daarbuiten staat, geen ander inzicht heeft dan Gillis Donckers doodarm te doen worden. Welhaast, echter, gaat zij naar de vóórdeur en murmelt Ik mag niet opstaan tegen hem wien God mij gebiedt te eerbiedigen. Wanneer zij de deur geopend heeft, staal de heer met den sierlijken gouden neusnij per en de sierlijke blonde knevels vóór haar Goeden dag, mejuffer roept hij, haar zijne hand toestekende. Ik ben gelukkig u in volle gezondheid te ontmoeten. En hoe stelt het, mijnheer, uw vader Ook goed, nietwaar Zulk een man mag niet ziek wor den. De maatschappij heeft hem noodig. Het meisje drukt met afschrik de haar toe- gestekene hand, en zegt met eenen stillen weemoedigen glimlach Kom binnen, mijnheer. Vader is Was bi zig, zei zij alzoo rnel mijn haar op te doen de laatste spellen en mijn dia deeorje in te steken om naar d'Hoogemesse te gaan Al rn l eens pif paf! pot f eene vreezelijke ontploffing had plaats niet verre van rn ij n huis!... Ikke die binst de weke van de Martiniexe gelezen had in 't nieuws van den dag. 'k verschoot mij haast dood en 'k dacht al, de asschen en de lava in mijn haar te voelen kittelen!... Verwil derd loop ik zien en... ah ah ah 't waren podikkede garde civiks die bezig waren met de rupsens van de boomen te schieten 'k Was allichte gestild en ik weer naar mijn kamer 'k Trok mijn kizeviksken aan en V. zat er al zoo half in met mijn rechterarm, toen een afschuwelijk trommelgoroffel mij zoodanig deed verschieten da'k mijn zeiven niet meer en verkende in den spiegel 'k Zag er uit lijk nen blaeke misbakte panne- koeke 'k Peisde dat heel 't kwartier in vlammeen vier of lichte laaie stond En och Heere als ik, geheel ontutterd, door mijne opgeschovene venster keek, 'k was God zij geloofd nog ne keer abuis! t Was, menverdorie Sissen Wikkelheen die, onder 'i verdubbeld kardjas geven van Lotten op een oud versleten ezelvel, een groot plakkaart mei spellekopletters bezaaid de toeschouwers te lezen gaf.Louis, die daar bij was, deelde briefjes uit, witte zonder zonder zwarte boorden aan. Hij deed dat zoo goed als een liedjezanger en 'k peisde ik in mijn eigen De man gaat hem zeker stellen als kleermakersbaas en 't is om hein te re commandeeren 't En is algelijk maar stijf ongezond van zoo lichte voor entwadde van niet te verschieten, ge moog me vrij gelooven, Frooneca.'k hebbe wel drie dagen mei den verhitten zenuwdans gelegen Een vermaarde aksteroogsnijder van Berlin schrijft in een<m omzendbrief 't volgende Ik heb de aksteroogen doen verdwijnen van al de gekroonde koppen van Europa Bon ?a de deze die aksteroogen hebben op hun hersen- paunetje weten nu ten minsten waar gaan om eene enene spiegelklare kletskop te krijgen. Boertje Pladys had een proces en ging naar Brussel om de bescherming in te roepen van eenen procureur met wien hij zeer goe ken- nisse had geweest tijdens dat dien Heere djus depé was op boer Pladyssens prochie. 'tBoertje was uitermate welgekomen. Seffens een glaasje nuchterwijn en dan een koutertje geslegen Maar Pladys, zei de procureur onder an dere, zijn er nog altijd zooveel dieven op uwe streke Oh ja 't.Menheere, maar op verre naar zoo vele niet dan als GIJ er waart. Een oud pastertje op een vernukkeld uittee rend ezeltje gezeten, reed t' einden zijn wijd- uitgesfrekt dorp een zieke bezoeken. Een flinksehe Mossieu op een prachtig peerd kwam voorhij en... spotsgewijze, Dag heer Pastor hoe ga't met den ezel «Heel wel, was 't antwoorde,... hij zit te peerde Juuuu Veel werd er geschreven en gevreven en ver teld van Keizer Karei, maar misschien en hebt gij nooit 't volgende over hem gehoord. Ka rel zag uitermate geerne zijnen koetsier Plat sido üelcampo, met wien hij zeer dikwijls heel gemeens was. Op zekeren frisschen morgen ging Platsidoin zijne hemdemouwen den mor gendauw in gaan asemen. Bij de stalling geko men leunde hij over de halve deur en bewon derde er zijne lieve peerdetjes. Met een scheunsch oogsken had hij Keizer Karei van bachten de tronken naar hem zien komen. Hij verwachte hem aan eene kluchte 'tEn duurde niet langeKarei gaf al met eens Platsido ne ferme slag op de halve maantjes Ja maar 't koetsiertjes antwoorde was gereed en... bouw een abominabel kanonscheute deed de peerden verschieten dat 't onzeggelijk was. De Keizer was over zulke onbeschoefdbeid ten hoogste verontweerdigd Bah Sire, sprak Platsido, waarom u kwaad maken Mij dunkt dat... als de keizer op eene deure klopt,deze aanstonds moet opengaan Of Karei loech Hierop ireedt zij, gevolgd doordeii bezoeker naar de huiskamer. Mijnheer Donckers is er reeds in terug. Hij heeft thans eenen gebloemden kamerrok aan zijn lijf, eene tirieksche muts op zijn hoofd, eenen bril op zijnen ueus en gebloem de pantoffels aan zijne voeten. Zijn uitzicht is niet meer prozaïsch zooals over eenige oogenblikken, maar zoo eerbiedweerdig als hel uitzicht van t enen geleerde wezen kan. Wanneer de gazetschrijver binnenkomt, lacht mijnheer Donckers ernstig gelijk eeri vernuftig man gewoon is te lachen wanneer hij een ander vernuftig man ontwaart, steekt hem zijne hand toe en zegt op plechtigentoon: Welkom, dierbare vriend. Wat zijt gij goed, den kluizenaar in zijne eenzaamheid te komen bezoeken Mijnheer De Bloecker buigt zich zeer diep, drukt met eerbied de hand van den Wimmel gemschen apostel en spreekt dan, ins gelijks plechtig Mijnheer Donekers, ik ben ongerust. Mejuffer Leonore heeft mij te kennen gege ven dat gij sedert eenige dagen ongesteld zijt. Ik denk met kommer, aan u en ook aan de maatschappij. De plechtigheid van het binnenkomen is geëindigd. Mijnheer Donckers lacht alle daagsch, duwt zijnen dierbaren vriend vrij onzacht op een stoel en roept middelerwijl vrooiijk Eene vlaag van moedeloosheid, beste heer. Anders niets. Eene kwaal der geleerden, mijnheer Donckers. is het weder heden nevelachtig, morgen zal de zon schijnen. Dat hoop ik ook. Leonore, ga tot de meid zeggen dat zij tegen dezen middag on zen jongen haan pluime. Mijnheer Donckers, zegt de dierbare vriend, gelief mij te verontschuldigen daar ik overlast ben van bezigheden, kan ik he den het geluk niet smaken met u het mid dagmaal te nemen. Ik ben in alle baast tot 1302 STAD YPER 1 ÖOS ingericht door de ter gelegenheid van den 600» verjaardag van den roemrijken waartoe al de maatschappijen der stad uitgenoodigd zijn. Verslag der zitting van Zaterdag II Juni 1902. De zitting begint eenige minuten na 5 ure, onder voorzitterschap van M. den Burge meester. De raadsheeren De Gaestecker, D'Huvettere en Baron Surmont de Volsber- ghe zijn afwezig. M. Bouquet heeft zich doen verontschuldigen, daar hij door rouw belet is. M. Seys Staelens, leegste aanbieder, ie aannemer verklaard voor de borduren en steenen der voorlanden in stad. VI uziek school De pogingen van Kamerheeren en Senators zijn eindelijk geluktde Staat geeft eene toelage van 2000 fr. Tengevolge daarvan zal de stad min te betalen hebben als te voren,en d school zal 't programma volgen van den Staat. Beiaard De beiaard moet hersteld zijn en T zal 600 fr. kosten. De herstelling zal omtrent vijf weken duren. Een krediet van 600 fr. wordt gestemd. Wielrijders Op vraag van den heer Gouverneur woidl beslist dat 't voortaan verboden is te rijden op het voorland vau de Bascule tol de Potyze. M. Iweins d'Eeckhoutte doet opmerken dal er dikwijls iwee en drie wagens aan malkaar liggen, en dat dit zeer gevaarlijk is. M. de Voorzitter. Dat is verboden ten zij et voor eiken wagen een geleider zij 'i zelfde voor de tribals. Voorlanden Het berleggen en verbreeden der voorlaa den op markt, Ryselstraat. Meenenstraat ea Dixmuide8traal zal 27.500 fr. kosten. M. Boone hoopt dat men geene boomen en zal planten in de Ryselstraat. M. de Voorzitter. De Staat wil het en 't is voor zijne rekening. M Iweins d'Eeckhouttevreest dat de boomen niet n zullen groeien. Na eenige opmerkingen wordt het kredie gestt md brengen, doch moet met den eerstkomenden trein terug vertrekken. Enkel eenbalf uur- ken kan in uwe geëerd gezelschap blijven. Een blijdeglimlach verlevendigt Leonore's gelaat, uiijuheer Donckers, integendeel, schudt ontevreden zijn hoofd en mort Enkel een half uurken, en ik heb uw opwekkend woord zoozeer noodig. Watkan men er aan doen, goede vriend, lacht mijnheer De Bloecker. Iemand die zich oj offert voor het heil der samenleving verzaakt aan alle mst. Ja mompelt de apostel van Wim melgem, wij beulen ons dag m uacht af voor het welzijn der samenleving, en enkel smaad en ondank vallen ons ten deele. Ik zie dat mijn weerde vriend waarlijk moedeloos is, spreekt de apostel uit do stad, weer plechtig. Daarom wil ik zyn edel hert verblijden door hem te melden,dat het bestier der volkspartij, zijne booge ver diensten erkennende hem gisteren avond, met algemeene stemmen aangeduid heeft als kandidaat voor de kamer van volksvertegen woordigers En daar onze partij sedert een paar jaren, eenen verbazenden voortgang gedaan heeft, zal uwe naam zonder twijfel, zegepralend uit de stembus komen. Mijnheer Donckers ziet er thans uit als een schooljongen die op de prijsdeeling de eerste opgeroepen wordt. Nochtans tracht bij zijne ontroering te verbergen en zegt stil Welke vreeslijke last op mijne nederige en zwakke schouders Weerde vriend, ik vrees er onder te zullen bezwijken. Le onore, haal eene flesch porto-wijn en een is'j" figuren Het meisje is weer bedroefd.Met gebogen noofd verlaat zij de huiskamer. Mijnheer De Bloecker gaat voert Het bestier der volkspartij drukt tevens den wensch uit den vriend Donckers uil al zijne kracht tezien voort werken om de belan grijke gemeente Wimmelgem voor de partij te winnen. l Wordt A A V It A V A A

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1902 | | pagina 2