ENGELBEWAARDER
IUISTERLIJKE
FAKKELTOCHT
Bravo
Godsdienst en Liberalismus
door HONORÉ STA ES
De liberalen en de duivel
Ditjes en datjes
Trientje's Alteratie
Lach kruid
Algemeene Vaderlandsche
Gilde ran O. L. V. ran Thuine
Slag dek Hulden Sporen
OP ZONDAG I 3 JULI
Stad Yper. Gemeenteraad
Zullen onze ware liberalen voort willen
de sleppedragers zijn van eenen radicaal...
door de Etoile gebrandmerkt
Zullen zij voort voor hem werken en
stemmen bedelen
In geval van ja, dan zijn er in oim stad
en ons arrondissement geene ware, oude,
gezapige liberalen meer.
O die Etoile Beige kan wreed zijn
Dinsdag laatst, 24 Juni, was 't peerdefeest
te Yper en dat voor den eersten keer. 'T is
immers eene nieuwe inrichting door d-
werkzaamheid van mijnheer Vandenwouwer,
landbouwkundige verveerdigd en door de
landbouwcomice en het katholiek st dsbe
stuur daargesteld en bekostigd: maikt en
peeideteesi ten beste gelukt150 schoons
peeidon en veulens van den prijs van 900
tot 1500 fr. groote beweging, schoone
premiën en verkoop.
Moet het alzoo voortgaan, de Yp rsclu*
peerdefeest van Juni zal algauw goed ge
kend zijn en grooten bijval genieten.
En 't zal een groot profijt zijn voor nee-
ringdoeners en landbouwers.
Is dat ook geen artikelken dat mijnheer
Ernest, vóór de naaste groote kiezing, op
zijne lijst van aanvragen en bskomeno voor
deelen voor het arrondissement Yper, zal
mogen neêrschrijven
En waarom niet
Hij moet er toch wel bij geweest zijn
Hoe kon het anders
II Liberale Heiligen
In een vorig schrijven hebben wij getoond
hoe de eerbied, dien de liberalen zeggen te
bezitten voor den Godsdienst, anders niet en
is als... een uitsteekberd om de oogen onzer
christelijke bevolkinge te bedriegen. Vun-
dage zullen wij eens de Litanie der Liberale
Heiligen doorlooperi.
Onze Ypersc ie geuzen houden staande dat
de Godsdienst der katholieken deze niet is
van Christus of, in andere woorden, zoo
ik niet misse, dat wij niet leven volgens
de leeringe van Christus.
«Christus, zoo schrijven zij, predikte
vóór negentien honderd jaar (zegt nog dat
de geuzen hun H. Schrift niet kennen
Verzamelt geene schatten hier op aarde,
waar de roest en de wormen ze verslinden...
Het is onmogelijk terzeldertijde God en de
rijkdommen te dienen. En heden bezitten
zij goederen welke onzen aardbodem met
oneindig veel zwarte vlekken bedekken. In
hunne brandkasten liggen schatten verza
meld welke onmetelijk groot zijn... Hunne
verblijfplaatsen zijn echte kasteelen...
Ofwel, die bovenstaande woorden schreef
sprak van de katholieken en wij zijn in
't recht het alzoo op te vatten ofwel hij
spreekt, in bedekte woorden, van kerk i n
kloosters.
Veronderstellen wij eerst dat hij de ku-
tholiejten in 't algemeen bedoelt.
Och Heere toch arme sukkelaar, slapt en
schrijft over 't gene gij kentEen Yper-
sche liberaal die het H. Schrift uitlegt, 'tis
erger als en blinde die spreekt over de
kleuren
Die woorden uit of lievervolgens
hei, H. Schrift beteekenen dat niemand taag
slave zijn van zijne rijkdommen, en niet, dat
niemand mag rijke zijn. 't Is immers daar de
bekentenisse, naar wij vernomen hebben,
MENGELWERK 23.
DE
"NT.A.JN' 'T in
Leonie Vei helst vertelde mij dat o ze
nieuwe kasteelheer, mijnheer Vergauwen,
van den morgen tot den avond op de been
is, om de werktnenschen van het dorp te
bezoeken en hen op^te wekken lid te worden
van eene menscülievende maatschappij die
hij sticht.
Die Vergauwen is een gemeene kerel,
een zeer gemeene kerel. Ik wil schurk hee-
ten indien hij geeri gemeene kerel is. Daaren
hoven mag hij stout de grootste leugenaar
der wereld genoemd worden. Hij had mij
beloofd bij mij te komen eten en is, als een
eerlooze lafaard aan zijne belofte ie kort ge
bleven. Wanneer ik terug in liet licht kom,
zal ik de menseden van Wimmelgem waar
schuwen op hunne hoede te zijn tegen dien
volksbedrieger.
Vader, ik geloof dal gij mis zijt in uwe
meening. Die maatschappij....
Zwijg gij kent niets over maatschap
pelijke zaken. Indien wij hier een gemeente-
bestier hadden dat ziet til hoort, ware die
kerel ras over de grenzen van Wimmelgem
gedreven. Ik wil schurk heelen indien hij met
de zoo zuur gewonnen peningen der werk
lieden zijne geldkoflersniet vult. Welk nieuws
hebt gij nog vernomen Braadt de baring
van dien ellendige in het dorp, of is het volk
klaarzier de genoeg om hem buiten ie zetten
wanneer hij in de üuizen tornt
Vader het werk van mijnheer Vergau-
van de. f lijnsche woorden.
Die woorden uit 't H Schrift zijn dus niet
gericht tegen de rijk n in 't algemeen, en
nog vele min tegen de katholieke rijken.
Gelijk wij reeds gezeid hebben, zij zijn
t tegen deze die slave zijn hunner rijkdom
men, die sluiten gelijk eene peperdoos, die
van Houdt-hem zijn
En bijna al de libei alen zijn van Houdt-
hem
Wilt gij een voorbeeld
De geuskens va i Yper, waarvan meer dan
één, rijke, smoorrijke is, liever of hunne
beurze te ontsluiten, hebben hun eeuig, hun
t oete kind het wei eldsch kollegie
allengerhand laten verkwijnen en uitdroo-
gen
't En. is van vandaag niet, dat het spreek
woord luidtTous pmgres, ces libéraux
Al de liberalen zijn houdt-vast
Doch waarschijnlijk beeft de liberale
pennelekker, bedekter wijze, willen kerk en
tloosiers aanvallen.
Flauwe prietpraat, armtierig nagepoetst
uit de fransche dagbladen Lu milliard des
Congregations
O dat prachtig kasteel dat de Zusters der
Voorzienigheid in Yper bewonen Voorze
ker dat het «Chateau blanc van de mil-
lionnair Va rider volde, noch zelfs het kas
teelke van M' Nolf, daar geenen lap kunnen
aan leggen
Eu dan, o die kroppensvolle opgevulde
brandkasten der zusterkens der armen, die,
juist gelijk M. Nolf, en zijn sleppedrager,
M. Bruufaui, alle dagen voedsel gaan
sc .ooien voor hondetdeaf eleefdegrijsaards,
en zelve geen bete broods en mogen nutten
vooraleer al de oude mannekens voldaan
zijn Wij vreezen straf dat die onmetelijke
grrroote schatten, die in de cofïres-foris
liggen der kloosters, nog al wel moeten
gelijken aan de honderd millioenen van
MMS Humbert Zou M. Nolf niet willen wis
selen
De liberalen voeren voort
Christus zegde nog «Als ge mij
wilt aanroepen, sluit u ootmoedig op in uwe
kamer, bidt stil en innig, en uwe bede zal
ven.oord worden. Maar neen, dat maakte
geene propagande genoeg voor hunnen win
kel. Overal zijn ze, overal worden ze out
moet. Heden bidt men niet meer voor God,
maar voor de oogen der menschen
Honderd duist kanonbollen
Zou je niet sterven in uwe hemdemouwen?
Ziet gij daar de groote kopstukken der
liberale partij, outinocdig1 opgesloten m
hunne celle, met hunne bloote knieën ge-
Kniel in een paar kloefen, stil en innig, een
kiuisgebed lezen?... O die liberale Heili
gen
Nu weten wij waarom M. Nolf, en zijn
achtergeloop M. Brunfaut en consoorien, Lr
kerke hunnen Paseben niet gaan houden..
Zij doen hem thuis dragen uil ootmoe
digheid wie weet of al die heeren, uil geest
van boctveerdigheid, onder hunne mooie
kleederen, niet een hanen boetkleed dragen,
des nachts op harde planken slapen, en
's middernacins opstaan om natuurlijk
(huis uit ootmoedigheid hunne getijden
te lezen
Ada toe, M. Nolf, zegt 'nen keer aan
't W'eeke blad C t ze een beetje serieusei
zouden schrij wij krullen van lachen
Veivolgt.)
wen vindt viel cijvalDa meeste werklieden
van bet 'orp hebben zich reeds als lid laten
opschiijven.
Moi een treed ik teiug in het licht. M i i n .in t ri 11 p n H p n
üai L zegt i.iij dat tk verplicut ben de oogcii
dier vet'Dlinde weralieden te openen.
Eetiige dagen rust hebben mij nieuwe kracht
en moed tot strijden geschonken.
Mijnheer de pastoor en mijnheer dt
burgemeester zullen eerevoorziiters der
maatschappij zijn, vader. Wanneer zulke
mannen aan het hoofd van eene vereeniging
staan, mag er, volgens mij, gezegd worden
dat die vereeniging goed is.
De pastoor en de burgemeester Dat
verwondert mij niet. Vergauwen zal uwen
vader niet verzoeken lid van zijne maatschap
pij te worden, vermits hij weet dat ik haren
op mijne tanden heb en hem zou ontmas
keren. De kerel verklaart mij dus den oor
log. Het zij zoo Met mijne trouwe Ware
Kunstvrienden ben ik sterk genoeg om hem
te verpletteren. De rechtveerdigheid zal
zegepralen.
Vader, Leonie vertelde mij dat reeds
verscheidene Ware Kunstvrienden van
de nieuwe maatschappij deel maken.
Mijnheer Donckers trekt, bij het hooren
der laatste woorden zijner dochter, een ge
zicht als een kleine jongen die levertraan
moet drinken. Vervolgens springt hij op,
steekt zijne vuist uit naar den soepketel en
de biaadpan die op de stoof staan, en roept
op hollen toon
Verraden verlaten door degenen
die ik uit ganseher hert lief had aan
wier welzijn ik mijne fortuin, mijne kracht,
mijn talent besteedde Die ramp is te
zwaar
Daarna zinkt hij terug op zijtien stoel en
■cat zijn hoofd in den palm zijner handen
zakken.
Op dit oogenblik wordt er aan de voor-
ieur geheld.
Leonore kijkt van achter het venstergor-
Jijnije en zegt met zure stem
De Bloecker.
Die naam, hoe zuur ook uitgesproken,
■verkt heilzaam op het gemoed van den
volksverlichter. Hij springt op, en zegt
De liberalen doen anders nietzoo hier,
zoo elders als schreeuwen en lieren tegen
de pasters, de paters of de nunneri en
medeen tegen de goê christen katholieke
menschen.
Zij zijn de groote vijanden van de H.
Kerk, en z'en duiken 't niet. Zij bestrijden
de Kerk, nu opentlijk, dan bedektelijk, maar
met de razernij en de aanhoudendheid van
den haat. Zij doen haar al het kwaad dat zij
kunnen, met het inzicht en met de hope van
ze eens heel en al omverre te smijten en
zegevierend temogen dansen op hare puinen.
Dat doet mij peizen op eene prenle, die 'k
overlijd onder de oogen gehad heb.
De H. Kerk stond er op verbeeld door een
groot tempelgebouw. Rond die kerke lag er
een zware koorde geslingerd, en aan die
Koorde stond er een ventje te trekken uii
al zijne machtBismarck
Bismarck was in zijn tijd de groote kerk-
vervoiger in Duitschland.
En hij trok, trok aan de koorde dat zijn
tonge er bij uithing.
Maar baehien hem verscheen er een groote
duivel. Hij verkende Bismarck rechtuit.
Ei, Bismarck, vroeg hij, wat doet gij
daar
Zwijg, antwoordde Bismarck, 'k ga
de Kerk ommetrekken.
Lucifer schoot in een luiden lach.
De Kerk ommetrekken Onnooxele
mensch, dwazerik, zei hij, 'k heb honderd
duizend keeren zooveel macht als gij, en 't is
nu al negentien honderd jiardat 'k ik, ik,
Lucifer, er aan trekke en 'k en krijge ze
niet omme.
Hoe smaakt u dat, liberalen nij die, lijk
Bismarck, de Kerk omverre wilt en boft en
stoft dat ge eens in uw plan zult gelukken,
wat zijt gij dan
Dwazeriks, zegt de duivel.
Ho!!!
Waarom, hoor ik zeggen, de Klaver straat
niet rechtgetrokken? Is dat een stommigheid
dat men doet
Wacht! vriendje,en spreek wat beleefder.
Ten ceiste, de blijvende reeks gebouwen
van de Klaverstraat is ook niet recht, en wilt
men aan die stra'.e eene betamelijke en ge
lijke breedte geven,men moet dan de plooien
van den hlijvenden kant volgen En 't ware
de «tad eetien onnuugen en zotten kost
opleggen van die straat geheel te doen ver
nieuwen.
Ten tweeden, de aloude stad Yper be
waart vele heter haar eigen karakter in de
onrechte lijnen der straten.
Vraag liever, en daarin zullen wij beter
't akkoord vallen, vraag waarom dien schoo
oen gevel van de Belle, een waar pereik en in
de stad Yper, waarom nu dien gevel op zijn
nieuwemóods gewit f
Dat is deernis Wie mag toch dat onge
lustig g< dacht opgeval hebben, in wéerwil
van alle kunstgevoel
Wat aardigen krostelieusen dag heb ik
toch beleefd zondag laatst, zei eergisteren
Trientje Klinket van 't exercisseplein aan
Frooneca Blusschers van 't Zaalhof
Hij brengt balsem voor mijne wonden.
Note, laat mijnen redder spoedig binnen.»
Het meisje zucht
Vader, ik smeek het u laat dien man
varen. Vóór gij met omgingt, waren wij ge
lukkiger dan nu
De apostel werpt eenen bliksemden
oogslag op Leonore en gromt
Ondankbare dochter, zijt gij dan inder
daad onverschillig aan den roem en de
gtootheid uws vaders? spoedig
Vader, geef hem toch deze maal geen
geld. Gij weet hoezeer wij het noodig heb
ben.
Bemoei u met uwen kookpot, tk ga mijn
toilet maken. Zingen, wanneer mijo
achtbare vriend het verlangt, hoort gij
Mijnheer Donckers springt in een ander
vertrek.
XII.
Leonore toeft nog eenige oogenblikken
vooraleer het bevel haars vaders te volbren
gen. Middelerwijl overweegt zij of zij niet
beter zou doen krachtdadig te zijn tegenover
haren vader, aangezien, volgens haar, de
man die daarbuiten staat, geen ander inzicht
heeft dan Gillis Donckers doodarm te doen
worden. Welhaast, echter, gaat zij naar de
vóórdeur en murmelt
Ik mag niet opstaan tegen hem wien
God mij gebiedt te eerbiedigen.
Wanneer zij de deur geopend heeft, staal
de heer met den sierlijken gouden neusnij
per en de sierlijke blonde knevels vóór
haar
Goeden dag, mejuffer roept hij, haar
zijne hand toestekende. Ik ben gelukkig u
in volle gezondheid te ontmoeten. En hoe
stelt het, mijnheer, uw vader Ook goed,
nietwaar Zulk een man mag niet ziek wor
den. De maatschappij heeft hem noodig.
Het meisje drukt met afschrik de haar toe-
gestekene hand, en zegt met eenen stillen
weemoedigen glimlach
Kom binnen, mijnheer. Vader is
Was bi zig, zei zij alzoo rnel mijn haar
op te doen de laatste spellen en mijn dia
deeorje in te steken om naar d'Hoogemesse
te gaan Al rn l eens pif paf! pot f
eene vreezelijke ontploffing had plaats niet
verre van rn ij n huis!... Ikke die binst de
weke van de Martiniexe gelezen had in 't
nieuws van den dag. 'k verschoot mij haast
dood en 'k dacht al, de asschen en de lava
in mijn haar te voelen kittelen!... Verwil
derd loop ik zien en... ah ah ah 't waren
podikkede garde civiks die bezig waren
met de rupsens van de boomen te schieten
'k Was allichte gestild en ik weer naar mijn
kamer 'k Trok mijn kizeviksken aan en
V. zat er al zoo half in met mijn rechterarm,
toen een afschuwelijk trommelgoroffel mij
zoodanig deed verschieten da'k mijn zeiven
niet meer en verkende in den spiegel 'k
Zag er uit lijk nen blaeke misbakte panne-
koeke 'k Peisde dat heel 't kwartier in
vlammeen vier of lichte laaie stond En
och Heere als ik, geheel ontutterd, door
mijne opgeschovene venster keek, 'k was
God zij geloofd nog ne keer abuis!
t Was, menverdorie Sissen Wikkelheen die,
onder 'i verdubbeld kardjas geven van
Lotten op een oud versleten ezelvel, een
groot plakkaart mei spellekopletters bezaaid
de toeschouwers te lezen gaf.Louis, die daar
bij was, deelde briefjes uit, witte zonder
zonder zwarte boorden aan. Hij deed dat zoo
goed als een liedjezanger en 'k peisde ik in
mijn eigen De man gaat hem zeker stellen
als kleermakersbaas en 't is om hein te re
commandeeren 't En is algelijk maar
stijf ongezond van zoo lichte voor entwadde
van niet te verschieten, ge moog me vrij
gelooven, Frooneca.'k hebbe wel drie dagen
mei den verhitten zenuwdans gelegen
Een vermaarde aksteroogsnijder van Berlin
schrijft in een<m omzendbrief 't volgende
Ik heb de aksteroogen doen verdwijnen van
al de gekroonde koppen van Europa Bon ?a
de deze die aksteroogen hebben op hun hersen-
paunetje weten nu ten minsten waar gaan om
eene enene spiegelklare kletskop te krijgen.
Boertje Pladys had een proces en ging naar
Brussel om de bescherming in te roepen van
eenen procureur met wien hij zeer goe ken-
nisse had geweest tijdens dat dien Heere djus
depé was op boer Pladyssens prochie.
'tBoertje was uitermate welgekomen. Seffens
een glaasje nuchterwijn en dan een koutertje
geslegen
Maar Pladys, zei de procureur onder an
dere, zijn er nog altijd zooveel dieven op uwe
streke
Oh ja 't.Menheere, maar op verre naar zoo
vele niet dan als GIJ er waart.
Een oud pastertje op een vernukkeld uittee
rend ezeltje gezeten, reed t' einden zijn wijd-
uitgesfrekt dorp een zieke bezoeken. Een
flinksehe Mossieu op een prachtig peerd kwam
voorhij en... spotsgewijze, Dag heer Pastor
hoe ga't met den ezel
«Heel wel, was 't antwoorde,... hij zit te
peerde Juuuu
Veel werd er geschreven en gevreven en ver
teld van Keizer Karei, maar misschien en hebt
gij nooit 't volgende over hem gehoord. Ka
rel zag uitermate geerne zijnen koetsier Plat
sido üelcampo, met wien hij zeer dikwijls heel
gemeens was. Op zekeren frisschen morgen
ging Platsidoin zijne hemdemouwen den mor
gendauw in gaan asemen. Bij de stalling geko
men leunde hij over de halve deur en bewon
derde er zijne lieve peerdetjes. Met een
scheunsch oogsken had hij Keizer Karei van
bachten de tronken naar hem zien komen. Hij
verwachte hem aan eene kluchte 'tEn duurde
niet langeKarei gaf al met eens Platsido ne
ferme slag op de halve maantjes Ja maar
't koetsiertjes antwoorde was gereed en... bouw
een abominabel kanonscheute deed de peerden
verschieten dat 't onzeggelijk was. De Keizer
was over zulke onbeschoefdbeid ten hoogste
verontweerdigd
Bah Sire, sprak Platsido, waarom u kwaad
maken Mij dunkt dat... als de keizer op eene
deure klopt,deze aanstonds moet opengaan
Of Karei loech
Hierop ireedt zij, gevolgd doordeii bezoeker
naar de huiskamer.
Mijnheer Donckers is er reeds in terug.
Hij heeft thans eenen gebloemden kamerrok
aan zijn lijf, eene tirieksche muts op zijn
hoofd, eenen bril op zijnen ueus en gebloem
de pantoffels aan zijne voeten. Zijn uitzicht
is niet meer prozaïsch zooals over eenige
oogenblikken, maar zoo eerbiedweerdig als
hel uitzicht van t enen geleerde wezen kan.
Wanneer de gazetschrijver binnenkomt,
lacht mijnheer Donckers ernstig gelijk eeri
vernuftig man gewoon is te lachen wanneer
hij een ander vernuftig man ontwaart, steekt
hem zijne hand toe en zegt op plechtigentoon:
Welkom, dierbare vriend. Wat zijt gij
goed, den kluizenaar in zijne eenzaamheid te
komen bezoeken
Mijnheer De Bloecker buigt zich zeer diep,
drukt met eerbied de hand van den Wimmel
gemschen apostel en spreekt dan, ins
gelijks plechtig
Mijnheer Donekers, ik ben ongerust.
Mejuffer Leonore heeft mij te kennen gege
ven dat gij sedert eenige dagen ongesteld
zijt. Ik denk met kommer, aan u en ook aan
de maatschappij.
De plechtigheid van het binnenkomen is
geëindigd. Mijnheer Donckers lacht alle
daagsch, duwt zijnen dierbaren vriend vrij
onzacht op een stoel en roept middelerwijl
vrooiijk
Eene vlaag van moedeloosheid, beste
heer. Anders niets.
Eene kwaal der geleerden, mijnheer
Donckers. is het weder heden nevelachtig,
morgen zal de zon schijnen.
Dat hoop ik ook. Leonore, ga tot de
meid zeggen dat zij tegen dezen middag on
zen jongen haan pluime.
Mijnheer Donckers, zegt de dierbare
vriend, gelief mij te verontschuldigen daar
ik overlast ben van bezigheden, kan ik he
den het geluk niet smaken met u het mid
dagmaal te nemen. Ik ben in alle baast tot
1302 STAD YPER 1 ÖOS
ingericht door de
ter gelegenheid van den 600» verjaardag
van den roemrijken
waartoe al de maatschappijen der stad
uitgenoodigd zijn.
Verslag der zitting
van Zaterdag II Juni 1902.
De zitting begint eenige minuten na 5 ure,
onder voorzitterschap van M. den Burge
meester. De raadsheeren De Gaestecker,
D'Huvettere en Baron Surmont de Volsber-
ghe zijn afwezig. M. Bouquet heeft zich doen
verontschuldigen, daar hij door rouw
belet is.
M. Seys Staelens, leegste aanbieder, ie
aannemer verklaard voor de borduren en
steenen der voorlanden in stad.
VI uziek school
De pogingen van Kamerheeren en Senators
zijn eindelijk geluktde Staat geeft eene
toelage van 2000 fr. Tengevolge daarvan
zal de stad min te betalen hebben als te
voren,en d school zal 't programma volgen
van den Staat.
Beiaard
De beiaard moet hersteld zijn en T zal 600
fr. kosten. De herstelling zal omtrent vijf
weken duren. Een krediet van 600 fr. wordt
gestemd.
Wielrijders
Op vraag van den heer Gouverneur woidl
beslist dat 't voortaan verboden is te rijden
op het voorland vau de Bascule tol de
Potyze.
M. Iweins d'Eeckhoutte doet opmerken
dal er dikwijls iwee en drie wagens aan
malkaar liggen, en dat dit zeer gevaarlijk is.
M. de Voorzitter. Dat is verboden ten
zij et voor eiken wagen een geleider zij
'i zelfde voor de tribals.
Voorlanden
Het berleggen en verbreeden der voorlaa
den op markt, Ryselstraat. Meenenstraat ea
Dixmuide8traal zal 27.500 fr. kosten.
M. Boone hoopt dat men geene boomen
en zal planten in de Ryselstraat.
M. de Voorzitter. De Staat wil het en
't is voor zijne rekening.
M Iweins d'Eeckhouttevreest dat de
boomen niet n zullen groeien.
Na eenige opmerkingen wordt het kredie
gestt md
brengen, doch moet met den eerstkomenden
trein terug vertrekken. Enkel eenbalf uur-
ken kan in uwe geëerd gezelschap blijven.
Een blijdeglimlach verlevendigt Leonore's
gelaat, uiijuheer Donckers, integendeel,
schudt ontevreden zijn hoofd en mort
Enkel een half uurken, en ik heb uw
opwekkend woord zoozeer noodig.
Watkan men er aan doen, goede vriend,
lacht mijnheer De Bloecker. Iemand die
zich oj offert voor het heil der samenleving
verzaakt aan alle mst.
Ja mompelt de apostel van Wim
melgem, wij beulen ons dag m uacht af
voor het welzijn der samenleving, en enkel
smaad en ondank vallen ons ten deele.
Ik zie dat mijn weerde vriend waarlijk
moedeloos is, spreekt de apostel uit
do stad, weer plechtig. Daarom wil ik zyn
edel hert verblijden door hem te melden,dat
het bestier der volkspartij, zijne booge ver
diensten erkennende hem gisteren avond,
met algemeene stemmen aangeduid heeft als
kandidaat voor de kamer van volksvertegen
woordigers En daar onze partij sedert een
paar jaren, eenen verbazenden voortgang
gedaan heeft, zal uwe naam zonder twijfel,
zegepralend uit de stembus komen.
Mijnheer Donckers ziet er thans uit als
een schooljongen die op de prijsdeeling de
eerste opgeroepen wordt. Nochtans tracht
bij zijne ontroering te verbergen en zegt
stil
Welke vreeslijke last op mijne nederige
en zwakke schouders Weerde vriend, ik
vrees er onder te zullen bezwijken. Le
onore, haal eene flesch porto-wijn en een
is'j" figuren
Het meisje is weer bedroefd.Met gebogen
noofd verlaat zij de huiskamer. Mijnheer De
Bloecker gaat voert
Het bestier der volkspartij drukt tevens
den wensch uit den vriend Donckers uil al
zijne kracht tezien voort werken om de belan
grijke gemeente Wimmelgem voor de partij
te winnen.
l Wordt
A
A
V
It A
V
A A