ENGELBEWAARDER Over 't pensioen van 65 frank u Hel sparen in 190 i Van alles wat Geen verwelkte bloemen Voldoende betaald België en zijne Zeevaart voor Koophandel Liederavond ingericht door de Commissie van het Nederlandsch Taalcongres. Onder de zangeressen, melden wij Me vrouw Levering, mevrouw Feltesse-Ocsom- bre en mevrouw Judels. Onder de Zangers de heeren Orelis, Van Gheluwe, Judels en Klorissen. Liederen wierden uitgevoerd van onze groote vlaamsche meesters Benoii, Blockx, Tinei, Waelpul, Mestdagh, Antheunis, Van Duyse, enz. Uitnemende veel volk en prachtigr uitvoering. Zondag 24 Augusti De congressisten hebben een uitstapke gedaan naar Harelbeke, geboorteplaats vac Peter Benoit. Daar hadden de volgende plechtigheden plaats Onthulling van eeneu gedenksteen in het geboorteuuis van den Grooten Mets ter. De heeren Gtieysens en Sabbe hebben ei het woord gevoerd. Uitvoering van verschillige werken vai BenoitArtevelde's GeestConscience Can tale mijn Moederspraak Onze Vader hei Lied der Vlamingen enz. Eene kleine bcmerkinye. 't Meestendeel der katholieken hebben in die feeste niet meegedaan, waarom 1 Omdat de liberalen aan die feeste eent politieke kleur en wenduige gegeven hadden 2 Omdat er op Zondag, 24 Augusti, te Kortrijk zelve, om 11 1/2 ure, in de prach tige Sint Maartens kerk aldaar, een plechtig Te Deum moest gezongen worden. Altijd onverdraagzaam die liberalen Dus cm 11 1/2 ure had Zondag laatst ie Kortrijk eene indrukwekkende christelijke plechtigheid plaats. De kerk van Sint Maartens was wonder schoon versierd ter gelegenheid van der; Te Deum van dankzegging. 't Was Mgr Waffelaert, bisschop van Brugge, die officieerde, bijgestaan dooi Zeer Ëerw. Heer Kanonik Rembry, groot vicaris vuu Zijne Hoogweerdigbeid, en van zeer eerw. heer De Gryze, pastor-deken van Kortrijk. Onder de aanwezigen MM. Libaert, mi nister van ijzerwegen Reynaert, burgmees ter; Tack, Staats ministerCatillion en Ver cruysse, senatorsHelleputte, volksverte genwoordiger Reynaert, arrondissements commissaris het gemeentebestuurde provinciale raadsheeren van 't arrondisse ment Hugo Verriest, ondervoorzitter van t Congres enz., enz. Indrukwekkende plechtigheid Wij loven u, o Heer! Voor da zege aan Vlaanderen geschonken Voorden vooispoed aan 't Land gejond 's Namiddags moest de historische stoet uitgaan. Doch, ongelukkiglijk, de zonne die sedert Dinsdag zoo mild straalde, is weder met wolken oversluierd, en... een aanhou dende verdrietige regen stroomt neder. De stoet kan niet uitgaan Hoe jammer dat voor de tweede maal, duizende en duizende menschen in hunne verwachtinge zijn teleurgesteld geweest Men zegt.dat de socialisten iets bijzon ders in 't zin bedden... Zou M. Nolf, bun vriend, daar niets van weten MENGELWERK 26. DE VAN 'T DORP door HONORÉ STA ES De heer met den sierlijken neusnijper her neemt Om mijne kostelijke uitvinding door gansch Europa bekend te maken, heb ik reclaim noodig. De reclaam is cenalmachtig middel om eene zaak te doen gelukken Zon der reclaam bekomt uien niets Het is de reclaam die professor Holloway millioenen opbracht. Hel is de reclaam die mijnen eer biedweerdigen vriend, mijnbeer Gillis Don ckers, op wiens genegenheid ik zoo fier ben, in da kamer van volksvertegenwoordigers zal brengen; liet is ook de reclaam welke bet nut mijner plaaster moet verspreiden. Ik heb, wel is waar, mijn dagblad lot mij nen dienst, doch daarmede geraak ik niet verre genoeg, Door alle dagbladen van eenig belang, moet mijne uitvinding bekend ge maakt worden. Heeft degeleerde volksleidei van Wimmelgem, wanneer het ijzeren mon ster gevaarte hem soms in duizelingwekken de vaart door steden en dorpen zwierde, nooit op de gevels der huizen en op staak - werk, die opschriften gelezen peeiers D( Cock, chocolade De Bruyn, dakpan nen Marro piono's Oor. Axa vervangt ie boter. enz...? Welnu, dit allesis reclaam en kost.... machtig veel geld. Kan ik geene reclaam maken op grooto schaal, tonnen goud gaau voor mij verloren en duizenden menschen bekomen het geneesmiddel niet tUt ben redden moet. Ooi naar wensch te Karei. Zoo, Meester Gregorius, dat hel niet genoeg is dat ik 65 jaar oud ben, om ten naaste jaare mijn pensioen te trekken Gregorius. Neen, Karei, gij moet daarbij nog Belg zijn; maar dat zijt gij, niet waar? Klk ben toch in Belgie geboren, en mijn grootvader ook. Gr. Het. is genoeg, volgens de wet, dat gij en uw vader in België geboren zijt. Maar zoudt gij dat kunnen bewijzen K. Als ik het bun zou zeggen Meester, zou den zij mij misschien niet gelooven ben in geen eerlijk man Gr. Ja, zeker, Karei; maar da wet vraagt een bewijs. K. Hoe zou ik dat gaan bewijzen Gr. Luister, Karei; daartoe ware 't genoeg dat gij uwe en uws vaders geboorteakte zoudt verioonen; uwe en zijne huwelijks akte ware ook wel; eti die akten kunt gij krijgen hij den onderhouder an den bur. gerstaud daar waar gij en uw vader gebo ren ot getrouwd zijt. Wat nog bet kortste van al zou zijn, waro te bewijzen dat gij kiezer zijt. K. Zeker bert ik kie er; en 't ligt aan mijne stem niet dat de katholieken niet alle drie gekozen zijn. Het is spijtig genoeg dat ei daar te Brussel nog zooveel liberalen, so cialisten en andere kwakzalvers, in dt Kamers zetelen, om maar altijd stokkei in 't wiel te steken, als de katholieken eene of andere wet willen maken voor 'i werkvolk; waut zij kunnen maar dat; en als zij aan 't bewind zijn, wal doen zij dan bet land in schulden helpen; school paleizen bouwen; nonnen, paters en pas toors plagen, zooals bet nu geschiedt in Frankrijk Gr. Met genoegen hoor ik dat gij nog altijd vaste staat in uw geloot, en goede katholiek blijft. K. Katioliek blijven? Ware ik het niet altijd geweest, ik zou het geworden zijl, sedert dat ik de hindelwijze van onze li beralen van bij beschouw; wie een beetje gezond verstand bezit, en rechtzinnig is, moet het liberale leger ontvluchten. Gr. Maar, Karei, wij geraken uit ons on derwerp. K. Ja, Meester, laat ons er toe terug komen. Kan mijne vrouw dus nooit hare toelage van 65 frank krijgen Zij is immers ui. Frankrijk Gr. Getrouwde vrouwen, Karei, volgen daarin den man; is tiun man Belg, zoo wordt de vrouw ook als Belg beschouwd. K. En de weduwe van Isidoor Zij is te Cassel geboren; Isidoor was Belg, maar is nu dood. Gr. Zij kan hare toelage van 65 frank trek ken; 't is genoeg dat zij bewijst dat haar man Belg was. Er is nog eene derde voorwaarde, Karei; maar, ik weet het; gij vervult ze: 'tis dat gij in België moet uwa verblijfplaats hebben. K. Zeker, Meester, ik woon hier sederi twintig jaar; dat is zeker lange genoeg Gr. Ja, een jaar, sedert Januari, is genoeg. K. Maar mijn vader Jan, gaat geheele zo mers in Frankrijk, in de steenovens wer ken; zou hij daardoor niet nitgeslolen worden, als hij 65 jaar oud zal zijn Gr. Zeker neen; want zijn bijzonderste ver blijfplaats is en blijft hier toch in België. K. Ik vervul dus deze drie voorwaarden. Meester Gregorius; zijn er nog andere te vervullen Gr. Ja, Karei, eene vierde voorwaarde is, dat gij moet werkman zijn of geweest zijn. (Wordt voortgezel). aandelen, behoef ik de geringe som van dm zend frank. Welnu, tot het verkrijgen diei Kleine handvol geld, wend ik mij meteerbied eu vertrouwen tot mijnen boezemvriend. Hij die mij, in zijne edelmoedigheid, retds zoo vele blijken van vriendschap gaf, zal mijne ootmoedige smeeking niet verstooten, aan gezien zij, behalve het welzijn van eeneo oondgenoot in den maatschappelijken strijd, u t heil der menschheid geldt. Wanneer men mijnheer Donckers aange dicht beziet, nu zou men gelooven dat hij trampen in zijnen buik heeft. Zijne dochter >ekijkt hem angstig, niet om den wille der trampen, maar om den witleder ootmoedige -raeeking van den gelukkigen uitvinder. De heer met sierlijken neusnijper ziet dai ijne ootmoedige smeeking op het punt is ml lot v»n de meeste ootmoedige stneekin- <on te ondergaan. Hij vreest het, ten minste, n haast zich op zoeten toon te zeggen Mijnheer Donckers en beminnersweer- iige dochter mogen mijn inzicht niet ver keerd begrijpen. Voor de som welke ik mij uen achtbaren vriend in leening vraag, geel ik hem aandeel in mijne winst. Ik durf hem verzekeren dat die som hem duizend ten hon derd intrest zal opbrengen. Mijnheer Don ckers ziet er thans uit als hadde bij boven de krampen nog tandpijn als toemaatje gekre gen. De gelukkige uitvinder gaat voort Het zou mij waarlijk spijten, om den ville eener beuzeling, te moeten afzien van ene vriendschap waaraan ik zooveel prijs necht, en door dit afbreken de toekomst te vernietigen van eenen man die op het punt s uit eenen uederigeu stand lot eene dei imbten verheven te worden. Mijnheer Donckers trekt zijn hoofd achter Het bedrag der jaarlijksche stortingen op spaarboekjes was, in 1900, met 53 miljoen ver- meederd. Dat was degrootste jaarlijksche vermee dering sedert de instelling der Spnrkas. Doch de laatste bilan geeft een nog veel grooter ver schil op en duidt, voor 1901, eene vermeer dering aan vau 74 miljoen. Overigens is, sedert 1897, het bedrag der stor tingen in de Spaarkas gedurig aangegroeid. Zoo als het verslag der Algemeene Spaar- eu Lijf- rentkas vaststelt is het niet zonder belang te doen opmerken dat dit tijdvak van eenige jaren zich in 't begin heeft gekenmerktdooreen groo ten voorspoed vau handel en nijverheid en op hel einde door eene nog al aanzienlijke ver mindering vandien voorspoed. Daaruit kan men besluiten dat het toenemen der stortingen in de Spaarkas onafhankelijk schijnt van den algemeenen toestand van het land, daar het zich zoowel heeft voorgedaan in den tijd van krisis als gedurende de jaren van grooten voorspoed. De vermcerd ring der stortingen met 74 mil joen gaat gepaard met eene vermeerdering van 105,000 spaarboekjes. Op 13 December 1902 bestonden er 1,862,860 spaarboekjes waarop de gezamenlijke stortingen 750 miljoen bedrogen. De algemeene verhou ding van een boekje per vier inwoners, welke in 1900 werd vastgesteld is in 1901 overtroffen. Het zijn de provinciën Brabant, Henegouw en Namen die bet grootste getal boekjes tellen en waar de stortingen hel hoogst beloopen. D; minste verhouding bestaat in Limburg, waar zij echter nog een spaarboekje per zes inwoners bedraagt. lu het opzicht van het bedrijf der dragers van spaarboekjes zijn het de nijverheids- en am bachtswerklieden die het meest in de Spaarkas storten. Op de 205,597 nieuwe boekjes, in 1901 afge leverd, zijn er43.237 ingeschreven opden naam van meederjarige vrouwen en 105,306 op den naam van minderjarige kinderen. In deze laat ste cijfers is natuurlijk de vermeedering begre pen, aangewonnen door het sparen in de scho len, dat gedurig aangroeit. In 1901 werden er, door tussehenkomst der scholen, 63,03-3 boek jes genomen32.651 op naam van jongens en 30.402 op naam van meisjes. De volgende opmerking is belangwekkend, ten opzichte van bet sparen der gehuwde vrou wen en der minderjarigen, en betreffende de uitwerksels der wet van 10 Februari 1900. Vóór de afkondiging van die wet waren er, op 100 boekjes afgeleverd aan meederjarige vrou wen, 12 tot 14 waarvan de draagsters zich ge- 'mjw.I verklaarden. Dat getal k!omtot30 in 1900 en tol 36 in 1901. Het gezamentlijk getal voor het jaar 1900 is 9,867 boekjes op naam van ge huwde vrouwen 8,093 op naam van minder jarige kinderen. Voor 1901 bedraagt het getal 13,639 boekjes op naam van minderjarigen. Het getal der gemeenten welke een spaar boekje schenken, met eene inschrijving van 1 frank aan eiken nieuwgeborene is, in 1901, slechts met 4 vermeederd. Het zijn vooral de groote steden die ten achter blijven Datgebruik bestaat thans in 34 gemeenten. De militaire raid» heeft woensdag laats' eerst door slecht maar eindelijk door sc oon weder bevoordeeligd geweest. De officieren lukken het beter dan de Kortrijkzanen. De patatten loopen gevaar aan de plage te ko men. Ze vertellen dat de socialisten deri stamhuis hadden doen springen, moeste de stoet, verleden zondag, uitgegaan hebben.— De koning van Spanje heeft te vele verstand. volgens de liberalen Hij ziet te klaar... hoe dom zij handelen De liberalen van Yper zijn wroed omdat het Nieuwsblad hun peper te snuiven geeft. Ze werken duchtig in de Rijselstrate, t'YperSchoon werk Wel gekomen, M. Surmont in onze stad. 't Weekeblad zou willen antwoorleu aan de vragen die't Nieuwsblad hem stelt doch de baas van 't Progrès heeft hem gezeid gij schiet al kwakkels genoeg De socialis ten gaan zondag batavieren te Kortrijk. Weet gij wat ongedierte der papen is Li beralen en Socialisten Uitslag van de militaire raid uit, als zage hij Rik Rasteel met eenen gloeiendo nijptang vóór hem staan om hem, uit wraakzijnetandenuitte rukken. Leonore heeft meer wilskracht en spreekt Mijnheer De Bloecker, het is ons op dit oogenblik onmogelijk aan uw verzoek te vol doen. De toestand onzer zaken Mijnheer Donckers neemt haar het woord af, door barscb te roepen Zwijg, onnoo zei ding Wat weet gij over den toestand mijner zaken Bemoei u met uwen kook pot De dochter gehoorzaamt, doch vestigt zui- ken smeekenden blik op haren vader, dat ieder inensch wiens hert door de geleerdheid niet boven alle menschelijke gewaarwordiri gen verheven is, er door ontroerd ware ge weest. De boezemvriend staat recht, neemt zijnen hoed en zegt zoo vriendelijk als een boezemvriend spreken kan «Mijnheer Donckers,ontsteluom mijnent wege niet. Ik hoop bij eenen anderen vriend de geringe som te vinden welk8 ik tot het bereiken van mijn doel noodig heb. Mijn heer Donckers beziet hem met dankbaren blik.) Ik bedank u voor de bewijzen van verkleefd heid die gij mij tot hiertoe gegeven hebt en durf u verzekeren dat mijn eerbied ten uwen opzichte nooit verminderen zal. Mijnheer Donckers beziet hem met eenen blik waarin geen de minste angst meer te bespeuren is. Steeds zal het beeld van den rechtschapen volkvriend van Wimmelgem, in mijn ge heugen geprint blijven. Mijnheer Donckers haastzich het wijnglas vanden boezemvriend nog eens vol te schenken.Dwingt het nood lot mij thans v^n hem te scheiden, de herin nering aan de zoete stonden die ik in zijn achtbaar gezelschap mocht slijten, zullen Eerste prijs Madamel, fransche officier, die van Brussel naar Oostende gereden beeft in 6 uren 54 min. 28 Hoentjesfransche off in 7 u. 22 m. 3e Deremets, fransche off in 7 u 33 m De eerste belgische officier die aangeko men is te Oostende, was Joostens, die 8 urei 14 min. op weg is geweest, en den prijs van 't fransche leger bekomen heeft, te weten, een prachtig peerd genaamd «Omnipotence». Een eenvoudig middel om afgeplukte ro zen te bewaren is misschien niet onwel kom. Zij blijven, in frisch water gezet, geruime» tijd goed, maar wanneer ze beginnen ir. ver welken, plaatse men ze in heet water, wam koud water is op den duur niet voldoende, zoo min voor rozen als voor andere bloemen Het is verrassend te zien hoe snel zij weie opkomen. Eiken morgen geve men ze heet water, liefst met een weinig zout gemengd, kort de stelen en zette ze uit het licht. Door Koning Willem I werd indertijd aan den hertog van Wellington de titel Prins van Waterloo en een jaargeld 40,000 gul. ver leend, als blijk van erkenning zijner ver diensten. Bij de afscheiding vau Zuid-Nederland ging die schuld over op den Belgischen Staai en het jaargeld wordt nog altijd door dezen prompt uitbetaald aan de erfgenamen van dei Prins van Watêrloo. Maar men b gint nu toch in België te vra gen, of dat altijd zoo voort moet gaan eri eenige Volksvertegenwoordigers, die vinden, dat de overwinning van Wellington waai toe toch ook de Nederlanders, Belgen en Prui sen het hunne bijdroegen, nu wel voldoende is betaald, zullen inde Kamer voorstellen het jaargeld in te trekken. Sedert eenigen tijd begint men ernstig it denken aan bet inrichten van eene koop vaardijscheepvaart onder Belgische Vlag. Verscheidene vergaderingen werden reeds gehouden door den bond der Belgische Zee vaart. Daarover heeft M.Hubert vol'<sverlegen woordiger van Philippeville een ernstige studie gemaakt waarvan hier de bijzonderst! punten. A Belgic's fortuin De toestand van rijkdom van ons land is in 'talgemeen goed. Inde cogen van andere landen wordt Belgie genoemd De lusthof van Europa. Die benaming is wat over dreven. De aangekochte weerden in België 't is te zeggen de roerende goederen beloopen io 21 millard 't zij 3.700 fr. per hoofd. Ouder dit opzicht is België armer dan aide andere landen van Europa, buiten Zwitserland. Oostenrijk en Italië. Die 21 millard geven een inkomen van 765 millioen, 't zij iets meer dan 100 fr. per hoofd en per jaar of 0,30 fr. per dag. Welke Belg zou met zulk inkomen kunnen leven B. Belgie's werkzaamheid De buitengewone welstand van 't land is waarlijk hierin te vinden dat de Belgen door hun werk den ongelooflijken cijfer bereiken van 41/2 milliard inkomen. door mij immer als de gelukkigste mijns le vensbeschouwd worden. (De uitdrukking uan mijnheer Donckers gelaat wordt min oj meer angstig.vaartwel, mijnheer Ponhkers! Ik zal uwe ootmoedige schouders bevrijden van eenen last die u ta recht verschrikt Mijnheer Donckers bekijkt den gelukkigen uilvinder zeer angstig Worden uwe schit terende gaven door gansch het rijk niet be wonderd, kan het land uwe kernachtige en geniale redevoeriugeu niet smaken, gij zuit integendeel, bewaard zijn voor de eindelooze bekommernissen van het staatkundigeleven: Nog eens vaartwel, mijnheer Donckers Blijf nog wat, mijnheer De Bloecker roept het genie van Wimmelgem op eenen loon, als kwame zijne stem uit een ijskoud waterbad. «Onmogelijk, beste heer. Het half uur welk ik voorgenomen had in uw aangenaam gezelschap door te brengen, is verstreken. Mijn tijd is kostelijk. Ziet ge, ik tracht naar het openbaar le venmei, maarik laat niet geerne eenenvriend in den steek wanneer er mogelijkheid be staat hem te helpen. Tegen wanneer verlangt ge die duizend frank? Nog eens, achtbare heer, bekommer u om mijnentwege niet. Indien het u evenwel niet moeilijk valt ze mij te bezorgen, zou ik ze geerne zoo gauw mogelijk hebben, aange zien ik brand van verlangen om de lijdende menscheid te kunnen helpen. Kunt ge er nog acht dagenop wachten. Indien het noodig is, ja. Welnu, gij zultze hebben. Ik zal ze u bren gen. Ik wil schurk heeten indien ik ze u niet breng. Mijnheer Donckers het zou mij spijten u Besluit Het kleine België met zijne kleine uitgestrektheid is verplicht zoo het zijn voor uitgang wil behartigen le trachten zijne nationale voortbrenging te vergrooten. In alle geval mag het deze niet laten vermin deren, wil het in korten lijd niet verarmen. En nu tegenwoordig,iu plaats van vooruit, schijnt onze opbrengst achteruit te gaan. C. Landbouw en [Nijverheid Zijn de bijzonderste bronnen van welstand. Welnu de landbouw kan bijna onmogelijk meer voortbrengen dan tegenwoordig. De nijverheid schijnt moeite te hebben op den- zelfden voet te blijven. Op de vreemde markten kunnen de Bel gische voortbrengsels allen legende vreem de opwegen door hunnen goedkoop en daarom is het noodig dat ons handwerk de hoogst mogelijke voortbrenging verschsffe. O. Middels tot uitbreiding Deze zijn nieuwe uitwegen zoeken, en den uitvoer vergemakkelijken. Frankrijk, Duilscbland, Engeland en Holland vragen bijna geheel onze voortbrengselen, riiet om 'e zelf te gebruiken maar om ze verder te verkoopen met groote winsten, in de landen waar ze verbruikt worden. Wij leveren dus voortreffelijke koopwaren, goedkoop, die onze goburen zeer duur voortverkoopen. Waarom ons niet ontmaakt van dezewinst- opstrijkers De Belgische machienen gebruiken 700.000 eenbeden peerdenkraebt, Fran krijk dat 17 keers grooter is, gebruikt maar hei dubbelen onze voortbrengst der nijver heid bereikte het derde van deze van Duitsobland. Dit alles zegt dat wij veel meer voortbrengen dan wij kunnen verbruiken dat wij voor den vreemde werken dat onze voorspoed rechtstreeks afhangt van bet toiaal van onzen uitvoeren dat de artikelen die wij goedkoop aan orize uurlanden le veren, wij veel duurder zouden kunnen vei l oopen met ze zelf rechtstreeks te bren gen 'Jaar waar do vei bruiki rs ze wachten. Vandaar NOODZAKELIJKHEID VAN EENE KOOPVAARDIJVI OOT. Indien wij deze bezaten zouden wij er niet alleen tui ons groot profijt onze nijverheids- voortbrengselen zelf kunnen mede vervoe ren, ms-ar ze zou dienen om in den vr.emde onze vlag ie doen kennen en ons nieuwe hand Isbelrekkingen te doen aanknoopen. ONZE TOEKOMST IS OP HET WA TER zegt gestadig de Duitsche Keizer en te Düsseldorf aan den ingang van de ten toonstelling van zeevaart leest men in ge beitelde letters Navigare necesse est. Bielgie mag hetzelfde uitroepen. Japan liet over tien jaar zijn eerste koop handelschip van stapel loopen, en alle jaren vermeerdert die vloot. Wat is er het gevolg van De hoeveelheid van de nationale voortbrengst is in dit land vertiendubbeld. Met deze belangrijke kwestie is onze ko ning ook bezig. Nog niet lang in eene rede voering te Antwerpen sprak Leopold II Wij hebben de eerste geweest op 't vasteland om ijzerenweger» te leggen, wij moeten ze kunnen verl ngen door de zee- vaarilijnen. Dat de Belgen eindelik verstaan Huwelijksafkondigingen Julianus Quicke, sladsbediende, te Brugge, en Alixia Lambin, zonder beroep, te Yper. Charles Kerrinckx, fabriekwerker,te Yper,en Evelina Segers, kanten werkster, te Yper. Henrieut Perlry, klompenmaker, te Yper, en Maria Gouwy, dienstmeid, te Zillebeke. last te veroorzaken. Duizend frank is geene speld van mijne mouw, ik wil schurk heeten indien die ge ringe som eene speld van mijne mouw is. L' oho! e zucht diep eu verlaat de huiska mer. Wanneer zij buiten de deur is, murmelt z:j «Het zij zóó Wanneer wij doodarm zijn, zal de vrede in ons huis wederkeeren. Achtbare heer Donckers, ik neem bet geld enkel aan indien gij het gemakkelijk kunt missen. Wees ten volle gerust. Ik wil schurk zijn indien ik het niet missen kan. Blijf nu nog wat. Gelief mij te verontschuldigen, dierbare vriend. Ik zal mij moeten haasten om op lijd in de statie te zijn. Zoo ik betrouw mij op uw woord. Ten slotte, moed en volhar ding Hiermede treedt hij buiten de kamerdeur. Mijnheer Donckers volgt hem. De groote man van Wimmelgem doet geene pogingen om den boezemvriend nog langer le we- derhouden. Hij begrijpt dat, wilde hij nog eens over den jongen haan gewagen, mijn heer De Bloecker er geen kwaad in zou vin den meteenen anderen trein te vertrekken; doch de geleerde dorpeling heeft, hij weet zelf niet waarbij dit komt, op dit oogenblik geenen lust om over geleerde zaken te kou ten. Wanneer de twee boezemvrienden aan de vóórdeur gekomen zijn, bemerken zij eenen ouden kreupelen bedelaar die traagzaam bel Onze Vader bidt. Wordt voortgezet,) -v praalwagen ter oorc van ona koninklijk DE BELANGRIJKHEID DER ZEEVAART.

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1902 | | pagina 3