MENGELMAREN DE PENSEJAGER Tegen motten in pels Nog de motten Practische wenk voor wielrijders Onzijdigheid Examens Priesterlijke benoemingen (t Kernei De weldenkende Yperlingen hebben ge toond dat zij voortdurend hunne voorouders wilden herdenken voor hunnen moed om te strijden tegen een overmachtigen vijand, en dat zij alzoo den grondsteen hebben geleid van het latere vrije onafhankelijke Belgen- land, waar de Yperlingen, onze voorouders zulk merkelijk deel hebben ingenomen Wat kamfer en tot gruis gemalen hul van Spaansche peper, doet men in zeer goeden spiritus, schudt het flink en laat het eenige dagen staan in de zon- of kachel warmte. Dan filtreert men het en besprengelt er den pels mee, zoo gelijkmatig mogelijk, waarna men hem in een linnen doek wikkelt. Sommige lieden denken dat het voordeelig is in kassen en laden naphtalinebollen te leggen om motten te verdrijven. Dit is verkeerd gehandeld. De reuk van naphtaline verdrijft de mot niet en heeft het groot nadeel onaangenaam te zijn en in de kleederen te dringen. Zoo men motten wil uit de kasten houden is het voldoende er snippers van russisch leder in te leggen, dat men bij de goede schoenmakers en lederbewerkers kan be komen. Die snippers hebben nog 't voordeel dat ze de kast en kleederen met een aangenamen reuk doortrekken. Vele wielrijders weten nog niet dat eene goede horlogie tevens als kompas kan dienst doen. Bij het maken van reisjes kan zoo iets te pas komen. Houdt men de horlogie water pas of horizontaal, zoodat de kleine wijzer naar de zon wijst,dan ligt het zuiden juist in 't midden tusschen den kleinen wijzer en 't cijfer XII van het uurwerk. Draait men b. v. de horloge zoo dat de kleinste wijzer 's mor gens 6 uren naar de zon wijst dan ligt het Zuiden in de richting van 't cijfer IX om 4 ure 's namiddags 16 ur.) in de richting van II enz. Dit in 't oog houdende kan men gemakke lijk weten welken weg men moet inslaan. In zake van onderwijs, eischen de socialis ten met de liberalen de onzijdigheid, alhoe wel de onzijdigheid in 't onderwijs onmoge lijk is. Nu schrijft de Vooruit over de vakvereenigingen het volgende, betrekkelijk de werkstaking te Gent De onzijdigheid der vakvereenigingen buiten alle politiek is niets anders dan een woordenspel, eene oogverblinding. Onzijdige vakvereenigingen zijn een droombeeld, dat nergens verwezentlijkt is, zelfs in Engeland niet, waar zij meer poli- tiek maken dan overal elders. is, wat zou zij dan kunnen bestaan in het onderwijs? De benaming «onzijdigheid» alleen is in tegenstrijd met het spreekwoord «wie niet met ons is, is tegen ons... Mijnheer Germain Berghman van Yper, oud student van St-Vincentius, heeft het tweede examen afgelegd van kandidaat in wijsbegeerteen letteren. Mijnheer Auguste Denecker van Moor slede, oud student van St-Vincentius, heeft insgelijks het tweede examen afgelegd van kandidaat in wijsbegeerte en letteren. De eerweerde heer Karei van Merris, student in het gesticht Mercier te Leuven, heeft met groote onderscheiding zijn onder zoek gestaan voor licentiaat in de godsge leerdheid volgens Sint Thomas. De eerw. heer Van Merris is oud leerling' van het befaamd college van Poperinghe en zoon van den alomgeachten burgmeester en j Volksvertegenwoordiger M.Van Merris. Onze hertelijkste gelukwenschen aan den eerw. heer Van Merris, aan zijne geachte familie en aan het collegie van Poperinghe. Mgr. de Bisschop heeft benoemd Principaal van het collegie te Nieuwpoort, leerw. heer Iserbyt, landbouw ingenieur en leeraar in hetzelfde gesticht. VLAMERTINGHE Zaterdag avond stond geheel de plaatse overendc Nog eene inedalie is afgekomen voor Carbon. Het is een gouden... eeremerk met de beelte nis van Napoleon 1. Een fransche brief uit Duinkcrke verzonden, meldt dat dit stuk geslegen is geweest volgens eenen laatste» wil van Napoleon toen hij op hel eiland St Helena was. Deze eeremerken moes ten gegeven worden aan alle mannen welke na Napoleons dood eene beroemdheid verkregen, en Carbon is ook een van dit getal ZONNEBEKE Vrijdag avond is alhier overleden Petrus Garrein, die inwoonde bij zijn schoonzeune LsiJoor Tytgat. Die man was geboren teZille- beke den 9 Novemb. r 1813, was sedert vier jaar weduwaar van Maria Theresia Bulcke. Den 21 December 1899 vierde hij zijne diamanten bruiloft van 60 jaar in 't huwelijk. Hij was nog wel bewaard, goed bij zijn verstand en vol memorie. Hij koste nog zoo wel vertellen van zijnen jongen tijd, van de jaren 30; geen van beter. Hij bedreigde van televen tot 100 jaar'. Eilaas De dood tieeft hem ook gevonden. HET BANKET DEK BURGEMEESTERS Er zullen in 'l geheel 1810 burgemeesters deelnemen aan het banket van 21 juli, in hel justicie-paleis te Brussel. Dedd. burgemeesters ziju niet uitgenoodigd geweest. De voorzitters van Kamer en Senaat, de ministers, de eerste voorzitter en de prokureur-generaal van hei verbrekingshof, de voorzillers der provinciale raden, de gouverneurs en eenige hoogweerdig- beidbekleeders van hel ministerie van binnen- iandsche zaken zuilen ook aan 't banket deel nemen. De burgemeesters zullen 501. ti. afslag op hunne reiskaart bekomen. Er zal nen burgemeesler zijn van een dorp uit Luxembourg die afkomt met een blauwen kiel, het eerekleed der werklieden ETTERBEEK Mad. Struyf, herbergiersier, Ettobeeksche- sieenweg, hoorde zondag gerucht op hare slaapkamer. Zij ging zien en vond een Lerel bezig de meubelen te doorsnuffelen. Hij had reeds een kistje grstolen,, inhoudende twee gouden uurwerken en andere juweelen. Dt dief sprong door'i venster op den koer doch werd door verbruikers aangehouden en aan de policie overgeleierd. Zondag nachtrond 1 1 j2, kwamen een onder officier en drie soldaten dronken langs de Zandstraat en randden eene vrouw aan, die zij ongenadig afsloegen. Voorbijgangers kwamen tusschen. De onderofficier trox. zijnen sabel en hakte wreed iu 'i ronde (wee personen ''geslagen'^e.l eindelijk aan de policie overgeleverd. Hij was zoo erg toegetakeld dat meu hem naar 't krijgs gasthuis heeft moeten voeren. MEENEN Sedert veertien dagen had M. d'Hooge- Lem eeriejonge meid van 16 jaar in dienst ge nomen. Ter gelegenheid van het huwelijk van M. Georges Lem, dat plaats had den 2-4 Juni, waren er verscheidene familieleden bij hem gehuisvest. Eene jufvrouw der familie, wonen de te Brugge, had hare juweelen in een niet gesloten reiszak gelaten. Onder deze juweelen bevond zich een halssieraad, ter weerde van 11,000 fr. Op het oogenblik van haar vertrek bevond deze jufvrouw dat dit kosfelijk sieraad verdwenen was. M. Vanden Bossche, policiekoinmissaris, ver wittigd, deed een onderzoek De meid erkende verscheidene voorwerpen ontroofd te hebben, die aan de vorige dienstm-.id toebehoorden, en brieven achtergehouden te hebben, doch loo chende stellig het halssieraad gestolen Ie heb ben.De meid is aangehouden en Ier beschikking van het parket van Korlrijk gesteld. Mengelwerk van 't Nieuwsblad van Yper, N» 1- door E. H. LER0Y Och 1 ja, maar wie had er dat kunnen denken, hij was dan zoo een fraaie jongen. Ja ja, zoo een fraaien jongen, zuchtte de priester, gij ziet het nu. Al wat ik voorzag gebeurt nu, de bittere dagen zyn gekomen enikvreeze dat er nog relezullen volgen. Uw kind en heeft noch herte noch liefde meer, 't en zij voor zijn zeiven en voor zijne drift naar pensejagerij. Hij is doof voor alle vermaningen. Er is nog een st< aalken hoop en 't is, dat hij door ongelukken of gevang zijn leven overdenkt en tot inkeer kome. Bidt goed vrouwe, ik zal met u bidden opdat God in zijne bermhertigheid, zijne mildste genaden schenke aan dien doolaar. Het gebed is krachtig en gij zult er uwen troost in vinden. Gy kunt ook, en'tis een alderbeste middel,aan God de offerande doen van al uw lijden, tot herstelling van uwe flauwhertigheid en verzuimenissen van uwe moederlyke plichten ten opzichte van uwen soon, dien gij te veel ingevolgd hebt. God zal medelijden hebben met u, en nog eens, ik herhaal het u, die onderwerping aanGods kastijdende» hand, zal u troosten en, 'tis daarbij den waren weg om Pietcrs bekeering te bekomen. Het spijt mij, u zulke tale te moeten spreken, maar als priester, moet ik u de waarheid zeggen. Gij, Coleta, gij zijt de schuld, dat Pieter nu zulk een slechte zoon is; draag uw kruis uitgeest van boetveerdig- heid eu uitboeting en bid veel, bid met groot vertrouwen,God is almachtig en zoo lang er leven is, daar is hope. Grootere zondaars zijn tot inkeer en beternisse gekomen door de gebeden hunner moeder. Och! mijnheer de pastoor,uwe woordeu zijn hard maar ik geloof dat gij waarheid spreekt, ik begin klaar te zien Tc xal uwen raad volgen mochte de goede God mij en mijn ongelukkig kind bermhertig zijn. Ik ben blijde u alzoo te hooren spreken Coleta, dat geeft mij nog meer hope en be trouwen op de toekomste. Coleta vaagde haar betraande oogen af, en al zuchten en verzuchten betaalde zij de misse. Mijnheer de pastor raadde haar nog, niet te zeggen aan Pieter dat zij bij hem geweest bad, om geen meerderen haat in zijn be dorven herte te doen laaien tegen den priester. Gij zult ook bidden,niet waar,mijnheer de pastor vroeg zij nog eens aan de deure. Zeker, zeker, Coleta, en 't is miju plichtik ben herder en Pieter is een van mijn verdoolde schapen zoo kloeke moed, Coleta, en op God betrouwd. Goede reize vrouwe I Dank u, mijnheer de pastor en ik mag nog komen, niet waar als ik over ben van verdriet Ja, Coleta, mijn huis is open voor alle menschen en bijzonderlijk voor dezen die in nood of verdriet zijn altijd als 't u belieft, Coleta, tot zieos 1 Als de brave oude pastor wederom in ziju kamer kwam, sloeg hij zijne oogen op het kruisbeeld en deed een vurig gebed voor moeder en kind. Eenige minuten later kwam de onder pastor binnen om 't een of 't ander te vragen en eindelijk viel het gesprek op dien ongeluk- kigen Pieter Dejaegher. Hij en was vandage in de misse niet voor zijnen overleden vader, dat zal straf besproken zijn, zei de onderpastor. 'k Geloof het wel, 'tis een schande ook, antwoordde de pastor, die zijne onderhan delingen met Coleta wilde geheim houden. 't Schijnt, bij 't zeggen van 't stoelwijf, dat Coleta binst de misse menige keeren geweend heeft't zal er zeker gespookt hebben; want zij vertelde mij daar even ook, dat Pieter in den Geldput smoordronke zijnde gezeid heeftmoeder en wil mij gee roer koopen, maar wij gaan eens zi meester is, ik of zyIk zou geheel den doen verkoopen, als zij bliifi\ ^gerejg heb recht aan mijn dee" k zal die o "Y> dibbe Is dat g' %tar dat ik Coleta Ah I jestelZ' enz- pap et lange beuren, heeft V._J| te veel Een persoon net gekleed, schijnende onge veer 30 jaii' oud, kwam vrijdag namiddag bij een juweelier der Spiegelstraat en vroeg om juweelen te zien. De onbekende vertrok zonder iets te koopen. Na zijn vertrek bevond de ju weelier dat hij met een dief te doen had eene doos, inhoudende vijf gouden ringen, was ver dwenen. De juweelier beeft seffens de policie verwittigd. Zaterdag avond rond 11 ure, begaf zich de eehtgenoole Vanderkelen, Pierenstraat, naai ie koer harer woning, en viel in den regenpui, waarvan men vergeten had het deksel ie slui ten. Op het geschreeuw van liet slachtoffer kwa men de geburen toegeloopen en redden de vrouw uit haren neteligen toestand haar heen was gebroken. ANDERLUES Een groot ongeluk heeft de bevolking van Anderlues in rouw gedompeld.Vrijdag morgen rond 9 ure, had in de put Gendebien k* 4 dei Société Charbonnière, eene schrikkelijke grauwvuurontplofting plaals.op 650 m. diepte, eene grondinzakking veroorzakende, waarbij een veertigtal mijnwerkers alsbegravtii wer den. Terwijl de werkgezellen dezer laatste al huilen naar de ophaalbakken liepen, zetleden de mijnwerkers die zich een houderial meters hooger bevonden dus op 500 meters diepte hun werk voort, hoegenaamd niet wetend, wat er onder hen gebeurde. Seffens nochtans kwam er hulp opgedaagd met eenige werklieden geleid door ingenieur Lanibillotte. Terwijl deze werklieden de ingezakte aarde poogden weg te ruimen om tot de begravenen te geraken en de slachtoffers te helpen die schrikkelijk verbrand waren, waren een zeker getal mijnwerkers, door schrik bevangen, naar de ophaalbakken geloopen. Boven gekomen, gingen zij aan 'tloopen, half naakt door de velden heen, zonder iets te antwoorden op de vragen die hen gesteld werden. Ten 11 ure, werden vijf geweisten boven gehaald, Gustavo Duhaux, 25 jaar oud, gehuwd ed vader van twee kinderen. Alexander Simon, ploegbaas, 42 jaar wier schrikkelijke brand wonden geen hoop op genezing laten J. B. Glineur, 17 jaar; Henri Peret; Oscar Brauquart, 22 jaar, gehuwd en vader van verschillende kinders. Allen werden naar de ziekenzaal der koolmijn gebracht waar hun de eerste zorgen werden toegediend. Onmiddellijk daarna werden nieuwe slacht cff' rs opgehaald; droevige herlverscheureude sloetder verschrikkelijke verkoolde en vermink te lijken. Met groote moeite kon men hun er kennen: Adrien Mansiaux; Jules Harmignies; Nortoert Campagne en zijn broeder Cléophas; Alexander Desert; Vital Dumonl; Désiré Sta puet; Zénon Roulez; Joseph Timmermans; Alfred Bouillez en Emille Vincart, allen van Anderluns. Eene groote massa volk, meestal rimieliele- d':n der mijnwerkers, staat rond den pul geschaard en moet door de gendarmerie tegen gehouden worden. De namen der dooden worden stillekens aan door hel volk gekend; men geve zich een gedacht van de droeve tooneelen die plaats hebben. Heel den namiddag werd het reddingswerk voortgezet. Beurteling vond men nog de ver minkte lijken van Felix Fevde, 20 jaar; Joseph Dc Wilder, die vader is van vijf kinderen en eindelijk dat van Charles Wastelaiu, van Carni- éres, gehuwd en vader van z-ven kinderen die v»: Men weet nog niet aan welke oorzaak liet ongeluk is toe te schrijven. Eenige ingenieurs denken, dat de electriseho lamp van een dei mijnwerkers zon kunnen ontploft zijn, terwrl een der koolkappers op eene koolhaag stond, die grauwvuur bevatte. Zor.dag namiddag had de begrafenis plaals van de ongelukkige slachtoffers der koolmijn- ramp. Vier grafmakers wachtten aan eene groe ve van 14 meters lang op 2 nieters 20 breed. De lijkstoet begaf zich eeist naar de kerk. Men had de lijkkisten op vier kamions ge plaatst; eene enkele lijkkist werd per lijkwagen vervoerd .Duizenden werklieden volgden den lijkstoet. De klokken der verschillende kerken luidden over dood. In de verte broeide er een on weder. Toen de lijken uit de kerk gedragen en naar het kerkhof gevoerd werden, brak hel onweder los; het regende bij stroomen. Geen man verliet evenwel de rangen en de menigte vergezelde de arme slachtoffers tot hunne laat ste rustplaats. SLINKS AVERECHTS Zekere Theodor R.., een levenslustig kerelke, metrondbuikskeu eneenen dubbelen kin,kwam ingevolgd. Zij heeft een dier gekweekt en zij zal er van verscheurd worden. Zonder Samuel te zijn ik denke dat zij zal varen ge lijk den Hoogpriester Heli. Ach 1 die de roede spaart worut er dikwijls zelf mede gegeeseld, zuchtte de pastor. VIII Eenige wekeu zijn voorbij en Pieter heeft al menige haze en patrijze nedergeschoten mot zijn roer het was gelijk een ingeboren hcid, hij was bedreven iu al wat het jagen aanging. In zulk een korten tijd was hij reeds een der beste schutters van geheel de streke. Alle wild dat binnen zijn bereik kwam was zeker neergeveld. Hij ging naar al de duiveschietingen om hem te oefenen, eti overtrof reeds al zijne tegenkampers. Hij schoot zwaluwen in volle vlucht, zonder ooit eene te missen. Iedereen sprak van Pieters schieten met bewondering, en dat ging hem. Hij wierd thuis meer gespraakzaam eu fat soenlijker met zijne mosder,en die verblinde vrouwe meende daarin teekeusvan beternisse te zien en zij bedankte reeds den goeden God om de verkregene genade. Iladde ik het geweten, dacht zij,dat hij met een roer te krijgen,alzoo zou verbeteren k eü hadde het hem nooit geweigerd. Ach t is geheel zijn vader zaliger, een goed herte maar haastig, en met goedheid en toegevendheid alleen to winnen. Hoe is 't mogelijk toch en nochtans,zij was daarvan zoo overtuigd, dat zij wederom geestig wierd, en de toekomste scheen haar toe te lachen. Pieter en wrochtte wel niet, want hij sliep bijna alle dage tot rond den noene maar zij was daaraan gewoon gerocht, en dat was haar sedert lang onverschillig. De bedorven zoon zag die verandering en was in zijn boosJiei'te innig blijde. Hij bad zijne moeder verwonnen en bedrogen, begon ze te vleien en te flikflooien,en Coleta was in den derden hemel. 'tEn leed al niet lange, of daar kwam wederom een onweerswolk in Coleta's inge- beelden hemel. Op zekeren dag, kwam Sophie, de vrouwe ran dep. jachtbewaker, achter kerremelk, dezer dagen in een koffiehuis le Londen en vroeg koffie. Breng mij koffie in eene drinkschaal, mei de oor op de linker zijde, sprak hij lol den garQon Ik hen links en kan geene andere jatte gebruiken. Goed, mijnheer, antwoordde de gjrqon ik zal eens gaan zien. Hij ging -poedig den baas spreken. Deze trad nader en vroeg Wat voor eene soort van kottijkom verlangi «mijnheer i Eene kom me! de oor op de linker zijde, zegde de gast rustig, maar duidelijk, lie uaa> verdween,en keerde korls daarop Mind welnu- terug. Zulk eene schaal, mijnheer., begon hij aai zeiend Wal, li p do gast, zoudt ge mij wilwi wijsmaken dat er m een koffiehuis vmii eer»l «klas, geene drinkschalen zijn mei de oor o; de linker zijde I lk kan toch uil geene aridei drinken. Gij hebt er zeker. Ja aulwoorde de haas maar ik heilaag In le moeien zeggen dal de taaiste vandaag gebroken is. De baas wist niet dat hij maar enkel de ooi van de jalie langst de iinkeizijde moest draaien om den gast te kunnen voldoen. VELDWACHTERS Over eenigen tijd kloegende winkeliers eenei naburige gemeente over hunnen veldwaetiiei die nu dood is, eu zij wilden dal de gemeente raad bem verbood winkel te houden en hun nadeel te doen. De gemeenteraad, tevreden over den diens van den veldwachter, liet hem voort winkel houden, en hij deed wel, vermits anders dt beslissing door de hoogere overheid gebroken ware geweest. 't Ls hetgeen komt le gebeuren met eene soortgelijke beslissing van den gemeenteraad van Wilsele, die zijnen veldwachter verbood winkel te houden. Bij Kon. besluit, den 13 Juli laatst in het staatsblad verschenen, is die beslissing gebro ken, omdat zoo de veldwachters geene andere openbare ambten volgens de landelijke wet mogen uitoefenen, er hun geen wetten verbie den winkel te houden of bijzondere ambten te bekleedeu, en omdat zij kunnen gestraft en afgezet zijn in geval zij hunnen dienst niel oppassen. KLUCHTE Eene rare klucht kwam voorbij de opening der landbouwtentoonstelling te Munchen. Prins bodewijk sprak als vakman overeten landbouw, en als lijj begon te handelen over don brande wijn, zei bij Men zegt dat den alkooi hot volk verg bigt. Ik ben voorzeker de eerste om dit to bavestig-n; maaralle gebruik van sterken drank verbieden, dat gaat toch le ver 1 E n daverend handge klap beantwoordde de gedichte van den prins, en een aantal klaroenen uit liet aanwezig mu ziekkorps, galmden vr-ugdiga toonon uit, die de goede stemming der menigte nog vergroot ten. Het warende proevers zeker die aan hunne vreugde lucht gaven, de prins bad enkel willen zeggen met pebruik is verkeerd alleen het mr'sbruik. Ongelukkig leidt het gebruik bijna altoos tot het misbruik. WA LD H EI M In het tuchthuis te Waldlu irn is dezer dagen de 70 jarige bouwmeester Friedrich, van Leip zig, die millioenen bezit, overleden. Hij was in 1903 wegens liet afleggen van een valsclien eed in een gering burgerlijk proces tot verscheidene jaren tuchthuis veroordeeld. Het lijk van den overledene is overgeleverd raiVAbge gbmi'biüfc'AWPY.bfliyZi'ïïi.j!33'' oDare- BRUSSEL Vrijdag namiddag rond 5 ure, terwijl mad. D..., wonende op een eerste verdiep, Hooikaai, 5, naar de zolderkamer was, drong een dief op hare kamer, opende de meubelen en stool voor 1,000 fr. juweelen en kostelijke voorwerpen. WAF.REGHEM Dinsdag laatst word hier ont 11 uren, door den Zger Eerw. Heer Kanonnik i evroe.het huwelijk ingezegend ven M. den notaris Albert Du Faux, met Juffrouw Helena, dochtor van onzen acht baren burgemeester. Ter dezer gelegenheid was de gemeente in volle feeste. Van in den vroegen morgend bulderde het kanon en gi'g wyd en breed de blijde gebeurtenis verkondigen. Welhaast wapperde de vaderlandsche vlag op kerktoren en studhuis en aan al de huizen her plaats. De kokeldamstraat waar de heer burge meester woont was in een lusthof herschapen met sperren beplant, met groen en bloemen, vlaggen en wimpels versierd bad deze straat een allerliefste uitzicht De zegepoorte vcor het buis der bruid opgetimmerd wss wonderwel gelukt, en waarlyk de gebuurs van don heer ou, gemeester halen eere van hun werk. Deze poorte was bekroond met bot volgende treffend gedicht hetgeen alle weke gebeurde maar ze was gemeenlijk droefgeestig en weinig van zegs. Dezen keer was zij blijde en welgezind, men kan niet meer, en klappen was klappen. Coleta, zei ze, en ze was nog niet geheel nedergezeten, Coleta, Koben komt naar huis. Wat zegt gij, Koben komt naar huis antwoordde Coleta eu ze peisde dat ze dood viel van verschot. Zij veranderde wel twintig keeren van kleurwat zegt gijwat zegt gij 1 Koben komt.... Gij verschiet er van, Coleta, zei Sophie al lachen Ja ja,'t is dat ik aan Pieter mijn jongen denke, zij waten kameraden, zei de vrouwe om hare benauwdheid te duiken. Hoe is dat gekomen Ik meende dat hij het zoo wel stelde en ievers te Parijs op het ambacht was van meubelmaker Ja ja, wel stellen 1 Coleta, die jongen heelt veel zwarte sneeuwg'eten,vee! armoede en ellende geleden, maar hij komt toch naar huis nu, eu het zal voor goed zijn, dat ver zeker ik u. Karei, mijn man,mag zeggen en vloeken zooveel hij wil. Hij mag mij mishan delen ook, 't en zal niet helpen, liij komt naar huis en zal thuis blijven,Karei en weet nog van niet, 't zal er schurdig gaan maar Koben is nu eeu jongeling geworden, hij zal wel weten dat onweder te stillen, en is 't noodig geweld tegen geweld te stellen Karei zal wel zwijgen, hoop ik. Bah 1 Bah 1 zei Coleta, 't en zal zeker zoo slecht niet gaan; kijven en vechten, tusschen man en vrouwe, dat is het laatste van de wereld. Ik en Karei zaliger, wij en hebben nooit geen woord gehad.Ach! hadde ik hem nog... wij zouden zoo gelukkig zijn maar.... 't En is bij ons alzoo niet, Coleta gij weet het nog nietwaar? over vijfjareu is Koben vertrokken. Hij moeste en hij moeste weg. Wat ik gesmeekt en gekreschen heb, en kan ik aan geen mensch vertellen.Zoo hij vertrok naar Parijs. Och dien dag zal ik nooit vergeten... sedert dien en heb ik nooit mijnen mond scheef getrokken mijn herte was altijd opgekropt. Ja,gij zijt ook moeder, Coleta, gij kunt begrijpen wat ik geleden heb zoo een gebrekelijk kind iu dat Wanneer gij door des priesterstand U saniensloot in eeuw'gen band, wanneer uw beider minnend hert voor God in een gcstnolen werd, toen ook steeg uw geburen stem niet beste wenscheit op tot Hem! Getroffen door een schot. Sedert eenige (lagen had de 26 jarige Remi Duaatteuuw, jong. man, een heweer geborgen in den bakhoven^ als liet noodig was, do dieven te verjagen. j]j men baklo nam luj liet geweer weg. Donderdag namiddag nam hij het goweor uj| den oven. Eensklaps ging list schot al' en trof Itomi in de rechterzijde. Hij heelt vorschoidene looilkorrels in de zijde gekregen welke lieinrog al org verwondden. De geneesheer Constant Vanackere in aller- luast outbodeii. hooft de lood korrels uitgeliaalj, Ducatteeuw, alhoewel erg gewond, zal wellicht genezen. UIT LEUTEC1IE51 Netto KlopmiiiS was do wettige huis from g-.worden van Po! Laelure. In don beginne liep alles op wieltjesma» l'ol, door de vrienden overgehaald, kr<eg dc - el ij ke gewoonte laai in de herbergen Iu Hij. vi'it ziilen, on (en halven in den naeiit naar bui, komen. Netto die van geene lange serai*, non moet hebben, had haren Pol gezegd, dat /.ij dal niet wilde, l'ol gaf daar maar weinig ■obi op, waarin de vent ongelijk bad, wan luit scheelde niel veel ol hei kostte zijn leven. Op een Maandag avond, dal Pol weeral uren en uren uitbleef, stond zijne Nette van h lienen, met opgestropte mouwen en den ijzenJ doofha ik in de vuist, geduldig op haren schoo-E nen mijnheer te wachten en h l ongevalI wilde, dat juist dien nacht een dief bitinciif urak. Nelte half blind van kolère, sprong vooriii en gaf dien man zulke duchtige ranimeliri--, dat hij met gekloven hoofd bleef liggen. 0^ een, twee, drie, was heel het gebuurte op 0: beenen, en Pol die ook op hel gerucht kraj bijgesprongen, vond den dief zieltogend opia grond liggen. Hij wenschte zijne vrouw pret eiat voor hare heldendaad. Ja ventje, zei Nette, gij moogt van gelul spreken, want ik meende dat gij het waart dit l innenkwaamt. Sedert dien avond is Pol altijd om negei ure t'huis. Kleine jongen Z g moeder, als ik ;ti ben, krijg ik dan ook zulki-n hoogen col! Moeder Zeker, manneken. Maar waant zoufl gij er zulk een willen Kleine jongen Wel, dar: mod ik mijisl hals niet meer wasschen. De Bestuurder van dcii Berg van Bermlierlijl hcid, die le Yper de Lombaard genoemd wieu wordt 's nachts opeens wakker gemia.U h t gebel van den telefoon. Hij springt zijn ei uit, snelt naar het toestel en vraagt Met wien spreek ik Mei Jan Klampers. En wal moet gij hebben Kunt gij mij niet zeggen hoe laai het islj Verdraaid I Moet gij mij daarom uitu bed halen Welja, mijne horlogie is bij u. Jan Pikkels komt in het Postgebouw de Groenplaats, en begint zijne botten uil; trekken. Ho, vraagt de toezichler, wat gaat gij; uitrichten Wel. antwoordt Pikkels,ik moet tien fm verzenden, en upuai ut net geia mei zou vei. zen, htb ik in elk mijner bollen een vijffrao sluk gelegd. Een voorbijganger bolst tegen eenen due kaard die over de straal zwijmelt Zeg, gromt deze laatste, ge moet met omver duwen... ik zal wel van zelf vallen! Vreemdeling (die eene kerk bezichtigt Hebt gij hier een of twee klokken in den lore Koster Twee, mijnheer. Vreemdeling Die hangen dan zeker bote kander Koster Neen mijnheer, onder elkander, Een aalmoes, als 't u belieft, mijnheer, b# vrouwenkinderen hebben honger en ik fc dorst Dokter: Nu vrouwken, er is niets meer ar. te doenbereid u lot het ergste uw moei sterven. ik had Koben gevraagd dikwijls' schrijven eu 'k gaf hem het thuiswijs op re mijne zuster, die aan de brugge woontc' geen nieuwe onweders te veroorzaken tink De eerste brief die kwam, melde dat hij wel stelde, maar dat zijn herte noga' thuis was, dat hij de menschen begost' verstaan, en ook reeds een weinig fransï kost uitbrabbeu enz. k Wilde hem gaanb zoeken maar 't en was uiet gepast. watvrouwtje, gij zoudt naar Parijs ga; ja gij, met thuisbiijvertjes wagen, alzoo gij naar Parijs gaan. Onze zuur gewond oordtjes aan die reize hangen en verklets in Parijs, too niet, wijveke, en datgri alzoo voorteen ure lang. Daar en wasg*; zeggen aan, en ik verkropte dat leed het overige. In 't duikertje zond ik kind nu en dan wat drinkgeld op, en ik vos daarin nog een beetje troost. Dat gedenk alzoo twee, drie jaren lang toen ik op t zekeren dag eenen brief kreeg van zij®: meubelmaker waarbij hij mij liet weten, ds; Koben de plate gepoest haddeen vertrokfe' was zonder hond of heeste te zeggeu. hadde vernomen dat Koben hem verhult hadde in een kunstekot en dat hij, om zij' kluchtig voorkomen, het spel van hans# ging spelen. Ik viel bijna dood, Coleta, a- ik die mare kreeg, ik eu sprak er aan Kak noch aan niemand van, gij zijt nog de eerf aan wie ik het vermonde maar 't moet' al uit vandage,miju herte moet lucht hebbez hij komt toch thuis. Waar was hij, die® gelukkige? waar nu geschreven'k zo wel schrijven... maanden verliepen, Colets ja, meer als één jaar, eer ik mare van Koken ontvong. God weet wal ik in dit' tusschentijd geleden heb 1 Hoe veel trans ik gestort heb I Als Karei uit was, 'snack' op ronde achter pensejagers, heb ik sori gehuild van klare krijscken. Ik zag hem, 1 markten eu feesten, dansen en springen geschilderd en in hansworst gekleed, magf en uitgemergeld. Ik hoorde 't volk lachend schetsen om zijne gebreeklijkheid; ach! ffi herte brak en weenen was weenen. .-. O-"."ftviij» VKKBODBN NADRUK »,rj

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1905 | | pagina 2