MENGELMAREN
DE PENSEJAGER
Tegen motten in pels
Nog de motten
Practische wenk voor
wielrijders
Onzijdigheid
Examens
Priesterlijke benoemingen
(t Kernei
De weldenkende Yperlingen hebben ge
toond dat zij voortdurend hunne voorouders
wilden herdenken voor hunnen moed om te
strijden tegen een overmachtigen vijand, en
dat zij alzoo den grondsteen hebben geleid
van het latere vrije onafhankelijke Belgen-
land, waar de Yperlingen, onze voorouders
zulk merkelijk deel hebben ingenomen
Wat kamfer en tot gruis gemalen hul van
Spaansche peper, doet men in zeer goeden
spiritus, schudt het flink en laat het eenige
dagen staan in de zon- of kachel warmte. Dan
filtreert men het en besprengelt er den pels
mee, zoo gelijkmatig mogelijk, waarna men
hem in een linnen doek wikkelt.
Sommige lieden denken dat het voordeelig
is in kassen en laden naphtalinebollen te
leggen om motten te verdrijven.
Dit is verkeerd gehandeld. De reuk van
naphtaline verdrijft de mot niet en heeft het
groot nadeel onaangenaam te zijn en in de
kleederen te dringen.
Zoo men motten wil uit de kasten houden
is het voldoende er snippers van russisch
leder in te leggen, dat men bij de goede
schoenmakers en lederbewerkers kan be
komen.
Die snippers hebben nog 't voordeel dat ze
de kast en kleederen met een aangenamen
reuk doortrekken.
Vele wielrijders weten nog niet dat eene
goede horlogie tevens als kompas kan dienst
doen. Bij het maken van reisjes kan zoo iets
te pas komen. Houdt men de horlogie water
pas of horizontaal, zoodat de kleine wijzer
naar de zon wijst,dan ligt het zuiden juist in
't midden tusschen den kleinen wijzer en 't
cijfer XII van het uurwerk. Draait men b. v.
de horloge zoo dat de kleinste wijzer 's mor
gens 6 uren naar de zon wijst dan ligt het
Zuiden in de richting van 't cijfer IX om
4 ure 's namiddags 16 ur.) in de richting van
II enz.
Dit in 't oog houdende kan men gemakke
lijk weten welken weg men moet inslaan.
In zake van onderwijs, eischen de socialis
ten met de liberalen de onzijdigheid, alhoe
wel de onzijdigheid in 't onderwijs onmoge
lijk is. Nu schrijft de Vooruit over de
vakvereenigingen het volgende, betrekkelijk
de werkstaking te Gent
De onzijdigheid der vakvereenigingen
buiten alle politiek is niets anders dan een
woordenspel, eene oogverblinding.
Onzijdige vakvereenigingen zijn een
droombeeld, dat nergens verwezentlijkt is,
zelfs in Engeland niet, waar zij meer poli-
tiek maken dan overal elders.
is, wat zou zij dan kunnen bestaan in het
onderwijs? De benaming «onzijdigheid»
alleen is in tegenstrijd met het spreekwoord
«wie niet met ons is, is tegen ons...
Mijnheer Germain Berghman van Yper,
oud student van St-Vincentius, heeft het
tweede examen afgelegd van kandidaat in
wijsbegeerteen letteren.
Mijnheer Auguste Denecker van Moor
slede, oud student van St-Vincentius, heeft
insgelijks het tweede examen afgelegd van
kandidaat in wijsbegeerte en letteren.
De eerweerde heer Karei van Merris,
student in het gesticht Mercier te Leuven,
heeft met groote onderscheiding zijn onder
zoek gestaan voor licentiaat in de godsge
leerdheid volgens Sint Thomas.
De eerw. heer Van Merris is oud leerling'
van het befaamd college van Poperinghe en
zoon van den alomgeachten burgmeester en j
Volksvertegenwoordiger M.Van Merris.
Onze hertelijkste gelukwenschen aan den
eerw. heer Van Merris, aan zijne geachte
familie en aan het collegie van Poperinghe.
Mgr. de Bisschop heeft benoemd
Principaal van het collegie te Nieuwpoort,
leerw. heer Iserbyt, landbouw ingenieur en
leeraar in hetzelfde gesticht.
VLAMERTINGHE
Zaterdag avond stond geheel de plaatse
overendc Nog eene inedalie is afgekomen
voor Carbon.
Het is een gouden... eeremerk met de beelte
nis van Napoleon 1.
Een fransche brief uit Duinkcrke verzonden,
meldt dat dit stuk geslegen is geweest volgens
eenen laatste» wil van Napoleon toen hij op hel
eiland St Helena was. Deze eeremerken moes
ten gegeven worden aan alle mannen welke na
Napoleons dood eene beroemdheid verkregen,
en Carbon is ook een van dit getal
ZONNEBEKE
Vrijdag avond is alhier overleden Petrus
Garrein, die inwoonde bij zijn schoonzeune
LsiJoor Tytgat. Die man was geboren teZille-
beke den 9 Novemb. r 1813, was sedert vier
jaar weduwaar van Maria Theresia Bulcke. Den
21 December 1899 vierde hij zijne diamanten
bruiloft van 60 jaar in 't huwelijk. Hij was nog
wel bewaard, goed bij zijn verstand en vol
memorie. Hij koste nog zoo wel vertellen van
zijnen jongen tijd, van de jaren 30; geen van
beter. Hij bedreigde van televen tot 100 jaar'.
Eilaas De dood tieeft hem ook gevonden.
HET BANKET DEK BURGEMEESTERS
Er zullen in 'l geheel 1810 burgemeesters
deelnemen aan het banket van 21 juli, in hel
justicie-paleis te Brussel. Dedd. burgemeesters
ziju niet uitgenoodigd geweest. De voorzitters
van Kamer en Senaat, de ministers, de eerste
voorzitter en de prokureur-generaal van hei
verbrekingshof, de voorzillers der provinciale
raden, de gouverneurs en eenige hoogweerdig-
beidbekleeders van hel ministerie van binnen-
iandsche zaken zuilen ook aan 't banket deel
nemen. De burgemeesters zullen 501. ti. afslag
op hunne reiskaart bekomen.
Er zal nen burgemeesler zijn van een dorp
uit Luxembourg die afkomt met een blauwen
kiel, het eerekleed der werklieden
ETTERBEEK
Mad. Struyf, herbergiersier, Ettobeeksche-
sieenweg, hoorde zondag gerucht op hare
slaapkamer. Zij ging zien en vond een Lerel
bezig de meubelen te doorsnuffelen. Hij had
reeds een kistje grstolen,, inhoudende twee
gouden uurwerken en andere juweelen. Dt
dief sprong door'i venster op den koer doch
werd door verbruikers aangehouden en aan de
policie overgeleierd.
Zondag nachtrond 1 1 j2, kwamen een onder
officier en drie soldaten dronken langs de
Zandstraat en randden eene vrouw aan, die zij
ongenadig afsloegen. Voorbijgangers kwamen
tusschen. De onderofficier trox. zijnen sabel
en hakte wreed iu 'i ronde (wee personen
''geslagen'^e.l
eindelijk aan de policie overgeleverd. Hij was
zoo erg toegetakeld dat meu hem naar 't krijgs
gasthuis heeft moeten voeren.
MEENEN
Sedert veertien dagen had M. d'Hooge-
Lem eeriejonge meid van 16 jaar in dienst ge
nomen. Ter gelegenheid van het huwelijk van
M. Georges Lem, dat plaats had den 2-4 Juni,
waren er verscheidene familieleden bij hem
gehuisvest. Eene jufvrouw der familie, wonen
de te Brugge, had hare juweelen in een niet
gesloten reiszak gelaten. Onder deze juweelen
bevond zich een halssieraad, ter weerde van
11,000 fr. Op het oogenblik van haar vertrek
bevond deze jufvrouw dat dit kosfelijk sieraad
verdwenen was.
M. Vanden Bossche, policiekoinmissaris, ver
wittigd, deed een onderzoek De meid erkende
verscheidene voorwerpen ontroofd te hebben,
die aan de vorige dienstm-.id toebehoorden, en
brieven achtergehouden te hebben, doch loo
chende stellig het halssieraad gestolen Ie heb
ben.De meid is aangehouden en Ier beschikking
van het parket van Korlrijk gesteld.
Mengelwerk van 't Nieuwsblad van Yper, N» 1-
door E. H. LER0Y
Och 1 ja, maar wie had er dat kunnen
denken, hij was dan zoo een fraaie jongen.
Ja ja, zoo een fraaien jongen, zuchtte
de priester, gij ziet het nu. Al wat ik voorzag
gebeurt nu, de bittere dagen zyn gekomen
enikvreeze dat er nog relezullen volgen.
Uw kind en heeft noch herte noch liefde
meer, 't en zij voor zijn zeiven en voor zijne
drift naar pensejagerij. Hij is doof voor alle
vermaningen. Er is nog een st< aalken hoop
en 't is, dat hij door ongelukken of gevang
zijn leven overdenkt en tot inkeer kome.
Bidt goed vrouwe, ik zal met u bidden
opdat God in zijne bermhertigheid, zijne
mildste genaden schenke aan dien doolaar.
Het gebed is krachtig en gij zult er uwen
troost in vinden. Gy kunt ook, en'tis een
alderbeste middel,aan God de offerande doen
van al uw lijden, tot herstelling van uwe
flauwhertigheid en verzuimenissen van uwe
moederlyke plichten ten opzichte van uwen
soon, dien gij te veel ingevolgd hebt. God
zal medelijden hebben met u, en nog eens,
ik herhaal het u, die onderwerping aanGods
kastijdende» hand, zal u troosten en, 'tis
daarbij den waren weg om Pietcrs bekeering
te bekomen. Het spijt mij, u zulke tale te
moeten spreken, maar als priester, moet ik
u de waarheid zeggen. Gij, Coleta, gij zijt de
schuld, dat Pieter nu zulk een slechte zoon
is; draag uw kruis uitgeest van boetveerdig-
heid eu uitboeting en bid veel, bid met groot
vertrouwen,God is almachtig en zoo lang er
leven is, daar is hope. Grootere zondaars
zijn tot inkeer en beternisse gekomen door
de gebeden hunner moeder.
Och! mijnheer de pastoor,uwe woordeu
zijn hard maar ik geloof dat gij waarheid
spreekt, ik begin klaar te zien Tc xal uwen
raad volgen mochte de goede God mij en
mijn ongelukkig kind bermhertig zijn.
Ik ben blijde u alzoo te hooren spreken
Coleta, dat geeft mij nog meer hope en be
trouwen op de toekomste.
Coleta vaagde haar betraande oogen af,
en al zuchten en verzuchten betaalde zij de
misse.
Mijnheer de pastor raadde haar nog, niet
te zeggen aan Pieter dat zij bij hem geweest
bad, om geen meerderen haat in zijn be
dorven herte te doen laaien tegen den
priester.
Gij zult ook bidden,niet waar,mijnheer
de pastor vroeg zij nog eens aan de deure.
Zeker, zeker, Coleta, en 't is miju
plichtik ben herder en Pieter is een van
mijn verdoolde schapen zoo kloeke moed,
Coleta, en op God betrouwd. Goede reize
vrouwe I
Dank u, mijnheer de pastor en ik mag
nog komen, niet waar als ik over ben van
verdriet
Ja, Coleta, mijn huis is open voor alle
menschen en bijzonderlijk voor dezen die in
nood of verdriet zijn altijd als 't u belieft,
Coleta, tot zieos 1
Als de brave oude pastor wederom in ziju
kamer kwam, sloeg hij zijne oogen op het
kruisbeeld en deed een vurig gebed voor
moeder en kind.
Eenige minuten later kwam de onder
pastor binnen om 't een of 't ander te vragen
en eindelijk viel het gesprek op dien ongeluk-
kigen Pieter Dejaegher.
Hij en was vandage in de misse niet
voor zijnen overleden vader, dat zal straf
besproken zijn, zei de onderpastor.
'k Geloof het wel, 'tis een schande ook,
antwoordde de pastor, die zijne onderhan
delingen met Coleta wilde geheim houden.
't Schijnt, bij 't zeggen van 't stoelwijf,
dat Coleta binst de misse menige keeren
geweend heeft't zal er zeker gespookt
hebben; want zij vertelde mij daar even ook,
dat Pieter in den Geldput smoordronke
zijnde gezeid heeftmoeder en wil mij gee
roer koopen, maar wij gaan eens zi
meester is, ik of zyIk zou geheel den
doen verkoopen, als zij bliifi\ ^gerejg
heb recht aan mijn dee"
k zal die o "Y> dibbe
Is dat g' %tar
dat ik
Coleta
Ah I
jestelZ' enz-
pap et lange
beuren, heeft
V._J| te veel
Een persoon net gekleed, schijnende onge
veer 30 jaii' oud, kwam vrijdag namiddag bij
een juweelier der Spiegelstraat en vroeg om
juweelen te zien. De onbekende vertrok zonder
iets te koopen. Na zijn vertrek bevond de ju
weelier dat hij met een dief te doen had eene
doos, inhoudende vijf gouden ringen, was ver
dwenen. De juweelier beeft seffens de policie
verwittigd.
Zaterdag avond rond 11 ure, begaf zich
de eehtgenoole Vanderkelen, Pierenstraat, naai
ie koer harer woning, en viel in den regenpui,
waarvan men vergeten had het deksel ie slui
ten. Op het geschreeuw van liet slachtoffer kwa
men de geburen toegeloopen en redden de
vrouw uit haren neteligen toestand haar
heen was gebroken.
ANDERLUES
Een groot ongeluk heeft de bevolking van
Anderlues in rouw gedompeld.Vrijdag morgen
rond 9 ure, had in de put Gendebien k* 4 dei
Société Charbonnière, eene schrikkelijke
grauwvuurontplofting plaals.op 650 m. diepte,
eene grondinzakking veroorzakende, waarbij
een veertigtal mijnwerkers alsbegravtii wer
den.
Terwijl de werkgezellen dezer laatste al
huilen naar de ophaalbakken liepen, zetleden
de mijnwerkers die zich een houderial meters
hooger bevonden dus op 500 meters diepte
hun werk voort, hoegenaamd niet wetend,
wat er onder hen gebeurde.
Seffens nochtans kwam er hulp opgedaagd
met eenige werklieden geleid door ingenieur
Lanibillotte.
Terwijl deze werklieden de ingezakte aarde
poogden weg te ruimen om tot de begravenen
te geraken en de slachtoffers te helpen die
schrikkelijk verbrand waren, waren een zeker
getal mijnwerkers, door schrik bevangen, naar
de ophaalbakken geloopen. Boven gekomen,
gingen zij aan 'tloopen, half naakt door de
velden heen, zonder iets te antwoorden op de
vragen die hen gesteld werden.
Ten 11 ure, werden vijf geweisten boven
gehaald, Gustavo Duhaux, 25 jaar oud, gehuwd
ed vader van twee kinderen. Alexander Simon,
ploegbaas, 42 jaar wier schrikkelijke brand
wonden geen hoop op genezing laten J. B.
Glineur, 17 jaar; Henri Peret; Oscar Brauquart,
22 jaar, gehuwd en vader van verschillende
kinders.
Allen werden naar de ziekenzaal der koolmijn
gebracht waar hun de eerste zorgen werden
toegediend.
Onmiddellijk daarna werden nieuwe slacht
cff' rs opgehaald; droevige herlverscheureude
sloetder verschrikkelijke verkoolde en vermink
te lijken. Met groote moeite kon men hun er
kennen: Adrien Mansiaux; Jules Harmignies;
Nortoert Campagne en zijn broeder Cléophas;
Alexander Desert; Vital Dumonl; Désiré Sta
puet; Zénon Roulez; Joseph Timmermans;
Alfred Bouillez en Emille Vincart, allen van
Anderluns.
Eene groote massa volk, meestal rimieliele-
d':n der mijnwerkers, staat rond den pul
geschaard en moet door de gendarmerie tegen
gehouden worden.
De namen der dooden worden stillekens aan
door hel volk gekend; men geve zich een gedacht
van de droeve tooneelen die plaats hebben.
Heel den namiddag werd het reddingswerk
voortgezet. Beurteling vond men nog de ver
minkte lijken van Felix Fevde, 20 jaar; Joseph
Dc Wilder, die vader is van vijf kinderen en
eindelijk dat van Charles Wastelaiu, van Carni-
éres, gehuwd en vader van z-ven kinderen die
v»:
Men weet nog niet aan welke oorzaak liet
ongeluk is toe te schrijven. Eenige ingenieurs
denken, dat de electriseho lamp van een dei
mijnwerkers zon kunnen ontploft zijn, terwrl
een der koolkappers op eene koolhaag stond, die
grauwvuur bevatte.
Zor.dag namiddag had de begrafenis plaals
van de ongelukkige slachtoffers der koolmijn-
ramp. Vier grafmakers wachtten aan eene groe
ve van 14 meters lang op 2 nieters 20 breed. De
lijkstoet begaf zich eeist naar de kerk.
Men had de lijkkisten op vier kamions ge
plaatst; eene enkele lijkkist werd per lijkwagen
vervoerd .Duizenden werklieden volgden den
lijkstoet. De klokken der verschillende kerken
luidden over dood. In de verte broeide er een
on weder. Toen de lijken uit de kerk gedragen
en naar het kerkhof gevoerd werden, brak hel
onweder los; het regende bij stroomen. Geen
man verliet evenwel de rangen en de menigte
vergezelde de arme slachtoffers tot hunne laat
ste rustplaats.
SLINKS AVERECHTS
Zekere Theodor R.., een levenslustig kerelke,
metrondbuikskeu eneenen dubbelen kin,kwam
ingevolgd. Zij heeft een dier gekweekt en
zij zal er van verscheurd worden. Zonder
Samuel te zijn ik denke dat zij zal varen ge
lijk den Hoogpriester Heli.
Ach 1 die de roede spaart worut er
dikwijls zelf mede gegeeseld, zuchtte de
pastor.
VIII
Eenige wekeu zijn voorbij en Pieter heeft
al menige haze en patrijze nedergeschoten
mot zijn roer het was gelijk een ingeboren
hcid, hij was bedreven iu al wat het jagen
aanging. In zulk een korten tijd was hij
reeds een der beste schutters van geheel de
streke. Alle wild dat binnen zijn bereik
kwam was zeker neergeveld. Hij ging naar
al de duiveschietingen om hem te oefenen,
eti overtrof reeds al zijne tegenkampers. Hij
schoot zwaluwen in volle vlucht, zonder ooit
eene te missen. Iedereen sprak van Pieters
schieten met bewondering, en dat ging hem.
Hij wierd thuis meer gespraakzaam eu fat
soenlijker met zijne mosder,en die verblinde
vrouwe meende daarin teekeusvan beternisse
te zien en zij bedankte reeds den goeden
God om de verkregene genade.
Iladde ik het geweten, dacht zij,dat hij
met een roer te krijgen,alzoo zou verbeteren
k eü hadde het hem nooit geweigerd. Ach
t is geheel zijn vader zaliger, een goed
herte maar haastig, en met goedheid en
toegevendheid alleen to winnen. Hoe is 't
mogelijk toch en nochtans,zij was daarvan
zoo overtuigd, dat zij wederom geestig
wierd, en de toekomste scheen haar toe te
lachen.
Pieter en wrochtte wel niet, want hij sliep
bijna alle dage tot rond den noene maar
zij was daaraan gewoon gerocht, en dat was
haar sedert lang onverschillig. De bedorven
zoon zag die verandering en was in zijn
boosJiei'te innig blijde. Hij bad zijne moeder
verwonnen en bedrogen, begon ze te vleien
en te flikflooien,en Coleta was in den derden
hemel.
'tEn leed al niet lange, of daar kwam
wederom een onweerswolk in Coleta's inge-
beelden hemel.
Op zekeren dag, kwam Sophie, de vrouwe
ran dep. jachtbewaker, achter kerremelk,
dezer dagen in een koffiehuis le Londen en
vroeg koffie.
Breng mij koffie in eene drinkschaal, mei
de oor op de linker zijde, sprak hij lol den
garQon Ik hen links en kan geene andere
jatte gebruiken.
Goed, mijnheer, antwoordde de gjrqon
ik zal eens gaan zien. Hij ging -poedig den
baas spreken. Deze trad nader en vroeg
Wat voor eene soort van kottijkom verlangi
«mijnheer
i Eene kom me! de oor op de linker zijde,
zegde de gast rustig, maar duidelijk, lie uaa>
verdween,en keerde korls daarop Mind welnu-
terug.
Zulk eene schaal, mijnheer., begon hij
aai zeiend
Wal, li p do gast, zoudt ge mij wilwi
wijsmaken dat er m een koffiehuis vmii eer»l
«klas, geene drinkschalen zijn mei de oor o;
de linker zijde I lk kan toch uil geene aridei
drinken. Gij hebt er zeker.
Ja aulwoorde de haas maar ik heilaag In
le moeien zeggen dal de taaiste vandaag
gebroken is.
De baas wist niet dat hij maar enkel de ooi
van de jalie langst de iinkeizijde moest draaien
om den gast te kunnen voldoen.
VELDWACHTERS
Over eenigen tijd kloegende winkeliers eenei
naburige gemeente over hunnen veldwaetiiei
die nu dood is, eu zij wilden dal de gemeente
raad bem verbood winkel te houden en hun
nadeel te doen.
De gemeenteraad, tevreden over den diens
van den veldwachter, liet hem voort winkel
houden, en hij deed wel, vermits anders dt
beslissing door de hoogere overheid gebroken
ware geweest.
't Ls hetgeen komt le gebeuren met eene
soortgelijke beslissing van den gemeenteraad
van Wilsele, die zijnen veldwachter verbood
winkel te houden.
Bij Kon. besluit, den 13 Juli laatst in het
staatsblad verschenen, is die beslissing gebro
ken, omdat zoo de veldwachters geene andere
openbare ambten volgens de landelijke wet
mogen uitoefenen, er hun geen wetten verbie
den winkel te houden of bijzondere ambten te
bekleedeu, en omdat zij kunnen gestraft en
afgezet zijn in geval zij hunnen dienst niel
oppassen.
KLUCHTE
Eene rare klucht kwam voorbij de opening
der landbouwtentoonstelling te Munchen. Prins
bodewijk sprak als vakman overeten landbouw,
en als lijj begon te handelen over don brande
wijn, zei bij
Men zegt dat den alkooi hot volk verg bigt.
Ik ben voorzeker de eerste om dit to bavestig-n;
maaralle gebruik van sterken drank verbieden,
dat gaat toch le ver 1 E n daverend handge
klap beantwoordde de gedichte van den prins,
en een aantal klaroenen uit liet aanwezig mu
ziekkorps, galmden vr-ugdiga toonon uit, die
de goede stemming der menigte nog vergroot
ten.
Het warende proevers zeker die aan hunne
vreugde lucht gaven, de prins bad enkel willen
zeggen met pebruik is verkeerd alleen het
mr'sbruik.
Ongelukkig leidt het gebruik bijna altoos tot
het misbruik.
WA LD H EI M
In het tuchthuis te Waldlu irn is dezer dagen
de 70 jarige bouwmeester Friedrich, van Leip
zig, die millioenen bezit, overleden. Hij was in
1903 wegens liet afleggen van een valsclien eed
in een gering burgerlijk proces tot verscheidene
jaren tuchthuis veroordeeld.
Het lijk van den overledene is overgeleverd
raiVAbge gbmi'biüfc'AWPY.bfliyZi'ïïi.j!33'' oDare-
BRUSSEL
Vrijdag namiddag rond 5 ure, terwijl mad.
D..., wonende op een eerste verdiep, Hooikaai,
5, naar de zolderkamer was, drong een dief op
hare kamer, opende de meubelen en stool voor
1,000 fr. juweelen en kostelijke voorwerpen.
WAF.REGHEM
Dinsdag laatst word hier ont 11 uren, door den
Zger Eerw. Heer Kanonnik i evroe.het huwelijk
ingezegend ven M. den notaris Albert Du Faux,
met Juffrouw Helena, dochtor van onzen acht
baren burgemeester. Ter dezer gelegenheid was
de gemeente in volle feeste. Van in den vroegen
morgend bulderde het kanon en gi'g wyd en
breed de blijde gebeurtenis verkondigen.
Welhaast wapperde de vaderlandsche vlag op
kerktoren en studhuis en aan al de huizen her
plaats. De kokeldamstraat waar de heer burge
meester woont was in een lusthof herschapen
met sperren beplant, met groen en bloemen,
vlaggen en wimpels versierd bad deze straat
een allerliefste uitzicht De zegepoorte vcor het
buis der bruid opgetimmerd wss wonderwel
gelukt, en waarlyk de gebuurs van don heer
ou, gemeester halen eere van hun werk. Deze
poorte was bekroond met bot volgende treffend
gedicht
hetgeen alle weke gebeurde maar ze was
gemeenlijk droefgeestig en weinig van zegs.
Dezen keer was zij blijde en welgezind, men
kan niet meer, en klappen was klappen.
Coleta, zei ze, en ze was nog niet
geheel nedergezeten, Coleta, Koben komt
naar huis.
Wat zegt gij, Koben komt naar huis
antwoordde Coleta eu ze peisde dat ze dood
viel van verschot. Zij veranderde wel twintig
keeren van kleurwat zegt gijwat zegt
gij 1 Koben komt....
Gij verschiet er van, Coleta, zei Sophie
al lachen
Ja ja,'t is dat ik aan Pieter mijn jongen
denke, zij waten kameraden, zei de vrouwe
om hare benauwdheid te duiken. Hoe is dat
gekomen Ik meende dat hij het zoo wel
stelde en ievers te Parijs op het ambacht was
van meubelmaker
Ja ja, wel stellen 1 Coleta, die jongen
heelt veel zwarte sneeuwg'eten,vee! armoede
en ellende geleden, maar hij komt toch naar
huis nu, eu het zal voor goed zijn, dat ver
zeker ik u. Karei, mijn man,mag zeggen en
vloeken zooveel hij wil. Hij mag mij mishan
delen ook, 't en zal niet helpen, liij komt
naar huis en zal thuis blijven,Karei en weet
nog van niet, 't zal er schurdig gaan maar
Koben is nu eeu jongeling geworden, hij
zal wel weten dat onweder te stillen, en is
't noodig geweld tegen geweld te stellen
Karei zal wel zwijgen, hoop ik.
Bah 1 Bah 1 zei Coleta, 't en zal zeker
zoo slecht niet gaan; kijven en vechten,
tusschen man en vrouwe, dat is het laatste
van de wereld. Ik en Karei zaliger, wij en
hebben nooit geen woord gehad.Ach! hadde
ik hem nog... wij zouden zoo gelukkig zijn
maar....
't En is bij ons alzoo niet, Coleta gij
weet het nog nietwaar? over vijfjareu is
Koben vertrokken. Hij moeste en hij moeste
weg. Wat ik gesmeekt en gekreschen heb,
en kan ik aan geen mensch vertellen.Zoo hij
vertrok naar Parijs. Och dien dag zal ik
nooit vergeten... sedert dien en heb ik nooit
mijnen mond scheef getrokken mijn herte
was altijd opgekropt. Ja,gij zijt ook moeder,
Coleta, gij kunt begrijpen wat ik geleden
heb zoo een gebrekelijk kind iu dat
Wanneer gij door des priesterstand
U saniensloot in eeuw'gen band,
wanneer uw beider minnend hert
voor God in een gcstnolen werd,
toen ook steeg uw geburen stem
niet beste wenscheit op tot Hem!
Getroffen door een schot. Sedert eenige
(lagen had de 26 jarige Remi Duaatteuuw, jong.
man, een heweer geborgen in den bakhoven^
als liet noodig was, do dieven te verjagen. j]j
men baklo nam luj liet geweer weg.
Donderdag namiddag nam hij het goweor uj|
den oven. Eensklaps ging list schot al' en trof
Itomi in de rechterzijde. Hij heelt vorschoidene
looilkorrels in de zijde gekregen welke lieinrog
al org verwondden.
De geneesheer Constant Vanackere in aller-
luast outbodeii. hooft de lood korrels uitgeliaalj,
Ducatteeuw, alhoewel erg gewond, zal wellicht
genezen.
UIT LEUTEC1IE51
Netto KlopmiiiS was do wettige huis from
g-.worden van Po! Laelure.
In don beginne liep alles op wieltjesma»
l'ol, door de vrienden overgehaald, kr<eg dc
- el ij ke gewoonte laai in de herbergen Iu Hij.
vi'it ziilen, on (en halven in den naeiit naar bui,
komen. Netto die van geene lange serai*,
non moet hebben, had haren Pol gezegd, dat
/.ij dal niet wilde, l'ol gaf daar maar weinig
■obi op, waarin de vent ongelijk bad, wan
luit scheelde niel veel ol hei kostte zijn leven.
Op een Maandag avond, dal Pol weeral uren
en uren uitbleef, stond zijne Nette van h
lienen, met opgestropte mouwen en den ijzenJ
doofha ik in de vuist, geduldig op haren schoo-E
nen mijnheer te wachten en h l ongevalI
wilde, dat juist dien nacht een dief bitinciif
urak.
Nelte half blind van kolère, sprong vooriii
en gaf dien man zulke duchtige ranimeliri--,
dat hij met gekloven hoofd bleef liggen. 0^
een, twee, drie, was heel het gebuurte op 0:
beenen, en Pol die ook op hel gerucht kraj
bijgesprongen, vond den dief zieltogend opia
grond liggen. Hij wenschte zijne vrouw pret
eiat voor hare heldendaad.
Ja ventje, zei Nette, gij moogt van gelul
spreken, want ik meende dat gij het waart dit
l innenkwaamt.
Sedert dien avond is Pol altijd om negei
ure t'huis.
Kleine jongen Z g moeder, als ik ;ti
ben, krijg ik dan ook zulki-n hoogen col!
Moeder Zeker, manneken. Maar waant
zoufl gij er zulk een willen
Kleine jongen Wel, dar: mod ik mijisl
hals niet meer wasschen.
De Bestuurder van dcii Berg van Bermlierlijl
hcid, die le Yper de Lombaard genoemd wieu
wordt 's nachts opeens wakker gemia.U
h t gebel van den telefoon. Hij springt zijn ei
uit, snelt naar het toestel en vraagt
Met wien spreek ik
Mei Jan Klampers.
En wal moet gij hebben
Kunt gij mij niet zeggen hoe laai het islj
Verdraaid I Moet gij mij daarom uitu
bed halen
Welja, mijne horlogie is bij u.
Jan Pikkels komt in het Postgebouw
de Groenplaats, en begint zijne botten uil;
trekken.
Ho, vraagt de toezichler, wat gaat gij;
uitrichten
Wel. antwoordt Pikkels,ik moet tien fm
verzenden, en upuai ut net geia mei zou vei.
zen, htb ik in elk mijner bollen een vijffrao
sluk gelegd.
Een voorbijganger bolst tegen eenen due
kaard die over de straal zwijmelt
Zeg, gromt deze laatste, ge moet met
omver duwen... ik zal wel van zelf vallen!
Vreemdeling (die eene kerk bezichtigt
Hebt gij hier een of twee klokken in den lore
Koster Twee, mijnheer.
Vreemdeling Die hangen dan zeker bote
kander
Koster Neen mijnheer, onder elkander,
Een aalmoes, als 't u belieft, mijnheer, b#
vrouwenkinderen hebben honger en ik fc
dorst
Dokter: Nu vrouwken, er is niets meer ar.
te doenbereid u lot het ergste uw
moei sterven.
ik had Koben gevraagd dikwijls'
schrijven eu 'k gaf hem het thuiswijs op re
mijne zuster, die aan de brugge woontc'
geen nieuwe onweders te veroorzaken tink
De eerste brief die kwam, melde dat hij
wel stelde, maar dat zijn herte noga'
thuis was, dat hij de menschen begost'
verstaan, en ook reeds een weinig fransï
kost uitbrabbeu enz. k Wilde hem gaanb
zoeken maar 't en was uiet gepast.
watvrouwtje, gij zoudt naar Parijs ga;
ja gij, met thuisbiijvertjes wagen, alzoo
gij naar Parijs gaan. Onze zuur gewond
oordtjes aan die reize hangen en verklets
in Parijs, too niet, wijveke, en datgri
alzoo voorteen ure lang. Daar en wasg*;
zeggen aan, en ik verkropte dat leed
het overige. In 't duikertje zond ik
kind nu en dan wat drinkgeld op, en ik vos
daarin nog een beetje troost. Dat gedenk
alzoo twee, drie jaren lang toen ik op t
zekeren dag eenen brief kreeg van zij®:
meubelmaker waarbij hij mij liet weten, ds;
Koben de plate gepoest haddeen vertrokfe'
was zonder hond of heeste te zeggeu.
hadde vernomen dat Koben hem verhult
hadde in een kunstekot en dat hij, om zij'
kluchtig voorkomen, het spel van hans#
ging spelen. Ik viel bijna dood, Coleta, a-
ik die mare kreeg, ik eu sprak er aan Kak
noch aan niemand van, gij zijt nog de eerf
aan wie ik het vermonde maar 't moet'
al uit vandage,miju herte moet lucht hebbez
hij komt toch thuis. Waar was hij, die®
gelukkige? waar nu geschreven'k zo
wel schrijven... maanden verliepen, Colets
ja, meer als één jaar, eer ik mare van
Koken ontvong. God weet wal ik in dit'
tusschentijd geleden heb 1 Hoe veel trans
ik gestort heb I Als Karei uit was, 'snack'
op ronde achter pensejagers, heb ik sori
gehuild van klare krijscken. Ik zag hem, 1
markten eu feesten, dansen en springen
geschilderd en in hansworst gekleed, magf
en uitgemergeld. Ik hoorde 't volk lachend
schetsen om zijne gebreeklijkheid; ach! ffi
herte brak en weenen was weenen.
.-. O-"."ftviij»
VKKBODBN NADRUK
»,rj