MENG ELM AKEN De oogen opeu De Wet op de Werkongevallen STADSNIEUWS Katholieke Bond M. Emiel Thevelin heuvels Peerdefcesle Vergadt ringei Er is een groot, heel groot woud. Een breede, rechte weg leidt er door. Volgt men hem standvastig, men is verzekerd niet ver loren te loopen. Maar het woud wordt ook doorkruist door alle kronkel wegen, waar soms een verlokkend bedrieglijk licht op schijnt. Waagt men zich er op, men geraakt allengs meer en meer van de goede richting af,men loopt verloren Dat woud is het menschelijk leven. Om gelukkig te zijn gedurende dit voor bijgaande aardsche bestaan, en eeuwig hier namaals, moet men den goeden weg volgen den weg aangeduid door ons rechtzinnig, christelijk geweten, den weg beschenen door het ontaalbaar licht van het Roomsch vati kaan, den weg ons gewezen door deze geestelijke overheid. Volgen wij dien, wij mogen gerust vooruit, wij zullen er komen. Doch er is maar ééne goede baan, al de andere leiden verloren. In het begin schijnen de zijbanen omtrent even recht tot het doel te geleiden. Men stelt zijn eigen gerust, men gaat voort maar allengs doolt men meer en meer van de goede richting af, en eindelijk is men gansch verdoold. Zoo gaat het vooral in het openbaar leven. Men is goede christen en men wil het blijven, zegt men Maar de menschelijke zwakheid wordt op het een of ander punt gekwetst, men luistert naar kennissen en vrienden,die weten te vleien en op te stoken. Ho, het is immers niets Men wil niets tegen het geloof ondernemen 'ten is maar dit, en 't en is maar dat... niets verkeerd Men spant meer en meer samen met mannen, die van verkeerde grondbeginselen doordrongen zijn men wil er komen, eene macht vormen. En daarom worden alle soort van kerels in de samenspanning opgenomen het getal is immers de macht De hoofden ofwel de haantjes vooruit zi)n liberalen of goddeloozen. Maar zij weten het zoo fijn te draaien, de menschen zooveel honing aan den baard te smeren Met wie men verkeert, wordt men geëerd zegt het spreekwoord. De samenspanning is eene partij geworden, en deze wórdt met den naam liberaal bestempeld. In het begin schijnt die naam tegen te steken, maar men wordt er aan gewoon. De vroeger katholieke menschen, die zich laten medeslepen, zullen nog wel eens bewer dat zij geene liberalen maargoede christenen zijn. Dit zal eenigen tijd duren, maar alleng: verdooven die katholieke gevoelens. Men geraakt aan den naam van liberaal gewend Eindelijk heet de gansche kliek haar zelve liberaal. Al meer en meer dolen hare aan- klevers van den eenigen goeden weg af. Vermits men liberaal is, zegt men in zijn eigen, leest men liberale dagbladen dat zijn bladen die vol staan van hatelijke aanvallen tegen Kerk,godsdienst en priester. Met den duur krijgt men smaak in dien verderfelijken kost, men wordt er op verlek kerd. De gewoonte is eene tweede natuur Vermits men liberaal is, zoo redeneert men, moet men voor de liberalen stemmen in alle kiezingen. En men werkt mede om godsdienstvervolgers aan het bestier te brengen mannen die gelijk in Frankrijk gebeurt niets meer verlangen dan de kloosterlingen te verdrijven, de priesters en bisschoppen den duivel aan te doen, hunne medeburgers te verdrukken en gansch de natie te vergoddelpozen. Is het zoo niet gegaan vroeger in de ste den Zijn de negen tienden der tegenwoor dige stadsche liberalen, of hunne ouders, op die wijze niet liberaal geworden En zien wij het thans zoo niet toegaan op de dorpen Allen, de oogen open (Alg. Belang Om goed te vatten waarom de nieuwe wet werd gestemd, is het noodig eens te onderzoeken hoe de zaken stonden vroeger, dat is vóór dat de nieuwe wet in voege kwam. Art. 1382 van het burgerlijk wetboek, gemaakt door Napoleon of te zijnen tijde zegt het volgende Elke daad der menschen, welke aan een ander schade veroorzaakt, verplicht dezen,' door wiens schuld die schade voorgevallen is, tot herstelling van die schade. Artikel 1383 voegt erbij ledereen is verantwoordelijk voor de schade, welke hij veroorzaakt, niet alleenlijk door zijne daad. maar ook door zijne nalatigheid of onvoor zichtigheid. Artikels 1384, 1385 en 1386 passen de artikels 1382 en 1383 toe op de schade veroorzaakt door personen, voor dewelke men burgerlijk verantwoordelijk is door dieren waarvan men eigenaar is, of welke men in gebruik heeften door de instorting van gebouwen. Volgens het burgerlijk wetboek, is bet recht tot schadevergoeding, in zake van werkongevallen, gesteund op eene fout of de schuld der tegenpartij, dat wilt zeggen, dat de baas, betzij boer, timmerman, metser,fabri kant of andere, schadevergoeding moet geven aan zijnen werkman, die een ongeluk heeft, wanneer dat hij baas, de schuld of de oorzaak is van het ongeval, dat aan den werkman overgekomen is. Wanneer de baas de schuld niet is van het ongeval van den werkman, dan moei hij geene schadevergoeding geven. Welnu, de boer wierd niet aanzien als in fout zijnde, tenzij dat het bewezen is, dat hij metterdaad waarlijk in fout is. 't Gevolg daarvan was, dat een werkman, wanneer hem een ongeluk overkwam, moest beginnen met te bewijzen dat de baas of de boer de oorzaak was of de schuld vau het ongeluk, of ten minste, dat de oorzaak van het ongeval iemand was,voor wien de boer, volgens het burgerlijk wetboek,verantwoor delijk was. De ondervinding heeft geleerd, dat zulk een bewijs dikwijls onmogelijk is, zij heeft daarenboven nog geleerd, dat vele onge lukken (vafl 43 tot 44 ten honderd), om zoo te zeggen onafscheidbaar zijn van de uitoefening van het werk, 't is te zeggen dat zij niemands schuld zijn, of beter, dat zij voortkomen uit het gevaar, dat het werk zelf oplevert bij voorbeeld Een voor zichtige knecht gaat met een zak graan naar den zolder halfweg den trap gekomen, gletst hij van den trap, valt^naar beneden, en is zijn been gebroken. Wiens schuld is dat Niemands dat is een ongeval, dat voorkomt uit het gevaar van 't werk zelve. De strenge gevolgen van die wet in zake van werkongevallen, waren dikwijls zoo wreed en pijnlijk voor den werkman, dat verdienstige en verstandige rechtsgeleerden, met min of meer goed gevolg, den middel gezocht hadden om die wet te verzachten ten voordeele van den werkman, zonder de wet zelve te veranderen. De rechtbanken, van hunnen kant, hadden de toepassing der wet zeer verzacht, door het bewijs van de schuld van den boer of den baas gemakkelijk aan te nemen. Wat wilt dat zeggen Dat wilt zeggen dat de rechtbanken de minste schuld van den kant van den boer aanzien hebpen als genoeg zaam om den boer te veroordeelen tot schadevergoeding voor het werkongeval. Bij voorbeeld Een peerdeknecht gaat uit met peerd en wagen, er breekt een wiel van den wagen, de wagen valt om en de knecht wordt door den wagen doodgestuikt. Wat zal de rechtbank doen in dat geval De rechtbank zal heel waarschijnelijk de volgende uitspraak doen Gij boer, moest zorgen dat uw wagen in beteren staat was, dat 't wiel niet brak, dat bijgevolg uw werkman niet verongelukte en de boer zal heel waarschijnelijk veroordeeld zijn eene groote schadevergoeding te betalen aan de weduwe, de kinders of naastbestaanden van den verongelukten peerdeknecht. Nochtans t kan heel wel zijn, dat de boer er geene de minste vrijwillige schuld in had. Tot daar, de boer zou volgens de oude wet, die reeds sedert 100 jaar bestaat, moeten betalen. Wat volgt er uit hetgene wij komen te zeggen Het volgende, en wij roepen er uwe groote aandacht op: Door de uitspraken, de vonnissen van de rechtbanken, is het op onze dagen zooverre gekomen, dat alhoewel volgens het burgerlijk wetboek de knecht moest bewijzen, dat de boer de schuld was van het ongeluk, het integen deel eigentlijk aan den boer zou zijn van te bewijzen dat hij er geene schuld in had. Bijgevolg door de toepassing van de wet alhoewel dat de wet zelve onveranderd gebleven was, mag men zeggen dat de wet geheel veranderd was. Wie is 't die de toepassing van de wet veranderd heeft, zijn het de katholieken In 't geheele niet 't en zijn noch de katho lieken, noch de liberalen maar 't zijn de rechtbanken, die onder den invloed van de hedendaagsche gedachten, dien uitleg aan de wet gegeven hebben en daaraan kunnen noch de katholieken, noch de liberalen iets doen. De wet bestond sedert 100 jaar over 100 jaar, over 5o jaar, legden de recht banken de wet uit, zooals zij de wet over 100 jaar, over 5o jaar verstonden en nu leggen de rechtbanken de wet uit, zooals zij de wet nu verstaan en daaraan, wij herhalen het, kunnen noch de liberalen, noch de katholieken iets doen. Het eenigste, dat daaraan te doen valt, 't is van eene nieuwe wet te maken. Dat is verwezentlijkt geworden door de wet van 24 December 1903, in voege gekomen met 1 J uli 1905. Om de noodzakelijkheid der nieuwe wet nog beter te doen verstaan, geven wij hier eenige voorbeelden. Den 7 December 1900, erkent het gerechtshof van Gent aan zekeren Deneve, landwerker, eene levensrente van twee frank daags en eene vaste somme van zes duizend frank, voor het verlies van een been. Den 10 April 1895, wordt door den tribunaal van Brussel, eene schadevergoe ding toegestaan van tien duizend frank aan eenen werkman van 23 jaar voor het verlies van den rechterarm. Door den tribunaal van Yper, bekrachtigd door het hof van beroep van Gent, den j5 Juli 1898, wordt aan zekeren Bruinooghe peerdenknerht, wien, tengevolge van een ongeluk een been afgezet wierd, eene levensrente toegestaan van 1 frank daags, en daarenboven eene vaste somme van 4000 frank. En korten tijd geleden te Eerneghem M. Eugeen Devos, brouwer, zendt zijnen knecht met een wagen bier naar Oostende geheel bij ongelukke, rijdt de knecht een kind dood van twaalve dertien jaar. Weet gij tot hoevele schadevergoeding M. Devos veroordeeld 'wierd Tot 20.000 frank M. Devos ging in beroep, en 't beroepshof van Gent heeft de vergoeding wat vermin derd'; doch zij is niettemin nog op 17,000 fr. gebleven. Dat alles toogt klaar genoeg dat de nieuwe wet er broodnoodig, zoowel in 't belarigi der bazen als der werklieden. Een zeer belangrijke vergadering had plaats in het Volkshuis te Yper, heden zaterdag namiddag. Rond de 35o afgeveerdigden waren opge komen. Aan het bureel zetelden de heeren Fraeijs, voorzitter, Verhaeghen, Van Merris, Colaert en Tbevelin, ondervoorzitters, Boone, schatbewaarder, Struye, schrijver en Van- dromme, hulpschrijver, Baron de Vinck, Eugeen Struye, eerw. heer Kanunik De Brouwer, leden. De heer schrijver Struye leest een belang rijk verslag, opgesteld in sierlijke vlaamsche tale. Vervolgens wordt hetzelfde verslag in 't fransch gelezen. M. de Voorzitter, na de heeren Iweins d'Eeckhoutte en Bruneel verontschuldigd te hebben, die belet zijn de vergadering bij te wonen, alsmede de heeren geestelijken, door hun ambt verplicht op hunne parochie te blijven, spreekt eene belangrijke rede voering uit, menigmaal door daverende toejuichingen begroet. Wij zijn gelukkig ze. aan onze lezers den korten inhoud ervan te kunnen mededeelen. Spreker belooft eerst en vooral zijnen iever en zijne dienstveerdigheid aan de katholieke zake en zal trachten het voorbeeld te volgen zijner voorzaten, de heeren Spillebout, Baron Surmont de Volksberghe: en Iweins d'Eeckhoutte. j Vervolgens doet de heer voorzitter het belang kennen van den kiesstrijd van 2JL Mei. waarin Yper het voorbeeld wil geven aan gansch het land van eensgezindheid en krachtdadige werking ter zegepraal van de kandidaat die ik de eer zal hebben u voor te dragen. Het is noodig om te scharen rond het landbestier, als is dat de meerderheid in Mei geen gevaar loopt, wat de liberalen ook vertellen, wij moeten het gouvernement versterken en ondersteunen, opdat het, dank onze medewerking al het goed zou kunnen uitvoeren die wij ervan verwachten. Spreker herinnert de talrijke nuttige wetten voorgesteld door het Staatsbestier, maar, zegt "hij, als we ons de weldaad bezitten, is ze gauw vergeten. Nogthans^ er blijft nog veel te doen over. De voltrekking der vaart is wellicht al te dikwijls uitgesteld geweest, M. Nolt wordt ongetwijfeld geware dat men allichre eraan zal voortdoen en daarom wil hij doen gelooven dat men dat aan hem verschuldigd is. Maar de kiezers zijn te verstandig om niet te begrijpen dat hetgeen onze katholieke heeren, spijts hun gedurig aandringen niet verkregen hebben, M. Nolf niet en zal bekomen van een katho liek gouvernement. Maar niet alleen stoffelijke belangen zijn noodig te verdedigen. Vooral de christelijke belangen zijn bedreigd het voorbeeld van Vrankrijk is daar om er ons van te over tuigen. Kiezers, te wapen 1 Gelijk uwe voorgan gers over 22 jaar, met heilige geestdrift ten strijde onder het vaandel van Godsdienst en Vaderland Mochte mijne stemme niet alleen gehoord maar vooral aanhoord zijn van alle katho Heken en mochten wij op 2711 Mei niet twee maar drie katholieke vertegenwoordigers voor het arrondissement Yper hebben. Na die aanspraak werden de kandidaten voorgedragen de heeren COLAERT VAN MERRIS THEVELIN en door de vergadering geestdriftig toege juicht. krijgt vervolgens het woord. Spreker richt eene dubbele bedanking tot de vergadering eerst tot de leden van den raad, die hem eene candidatuur hebben aan geboden, vervolgens tot de afgevaardigden die zoo geestdriftig die voorstelling hebben begroet. De derde plaats op de lijst is eene eereplaats omdat het de gevaarlijkste is. Reeds tweemaal zijn we mislukt,maar in de nederlaag is tusschen u en ons eene sterkere vriendenhand ontstaan, die ik gelukkig ben van mijnentwege te kunnen beantwoorden. Is de derde plaats eene eere, 't is niet minder een last, maar 'k en wil er mij niet aan onttrekken, want niemand en mag op dezen oogenblik aan zijne plichten te kort blijven. Onnoodig u mijne geloofsbelijdenis te hernieuwen fk ben eens met het pro gramma van den bond, maar zoo ik alle uwe zedelijke en stoffelijke belangen behertigen zal, 't zijn voornamelijk de belangen van den landbouw die ik zal voorstaan, omdat, moesten ooit de liberalen weder aan 't roer komen, die belangen meest zouden te lijden hebben, 't Ware eene rampe voor België, maar vooral voor den landbouw. Met moed ten strijde en met volle betrou wen in de zegepraal. Als de liberalen durven hopen te overwinnen te Oostende, te Brugge en elders, met veel meer reden mogen wij rekenen op de zegepraal in ons arrondisse ment. Kiezers, ten strijde, onze belangen zijn bedreigd. Elk kwijte zijnen plicht en de zege is aan ons M. Van Merris bedankt de kiezers voor de nieuwe kandidatuur die zij hem hebben aangeboden, 't Is voor hem een bewijs dat men de diensten waardeert die hij tracht te bewijzen, en 't zal voor hem eene aanmoedi ging zijn om meer dan ooit de belangen der kiezers te behertigen. Spreker haalt aan wat de liberalen en socialisten zouden doen moesten zij, voor het ongeluk van het land, weder meester wor den. Hun verleden, de schooloorlog van 1884 heeft dóen kennen wat zij dan waren en wilden,'eri ze zijn verre van verbeterd. Daarom eensgezindgewrocht, en als iedereen zijnen plicht kwijt,naar onze leuze eendracht maakt macht, dan krijgen wij den 27 Mei een heerlijke zegepraal. M. Colaert bedankt de kiezers omdat ze met hem eene nieuwe kandidatuur aan te bieden, hem in state stellen bij drie jaar zijn zilveren jubilé te vieren van Kamerlid. Met zijne gekende welsprekendheid be wijst de redenaar dat men ditmaal met eensgezinde werking zeker de zegepraal behalen zal. Spreker behandeld vervolgens de belangen van ons land, stoffelijke en zedelijke, doet zien welke de gevolgen zouden zijn eene liberale overwinning, ziende wat er gebeurt in Vrankrijk en hoe onze geuzen den wensch uiten ook in België zulk werk te kunnen aanvangen. Sprekende over den toestand in ons arrondissement doet de heer Colaert zien hoe onze gezindheid is vooruitgegaan sedert vier jaar. Meer dan 2000 stemmen zijn aangenomen in de laatste senaatkiezing. Indien wij in mei nog zulk een winste doen de derde katholieke kandidaat is gekozen. Spreker brengt hulde aan den nieuwen Voorzitter van den Bond, die niets beters en verlangt dan dienst te bewijzen, en onder wiens leiding de katholieken eensgezind zullen strijden en eene schoone zegepraal zullen behalen. Die aanspraken worden menigmaal door geestdriftige toejuichingen onderbroken en de afgeveerdigden verlaten het Volkshuis vast besloten eendrachtig te strijden voor de katholieke zegepraal op 2yen mei. Geheelde stad spreekt schande van die jongens die Zondag avond bij Sint Niklaais- strate een priester hebben aangevallen, vloekende en tierende als bezetenen. We zullen de gelegenheid hebbe" weêre te keeren daar het gerecht met de zake bemoeid is. De peerdefeeste van Asschewo msdag, spijts het ongunstig weder, is tamelijk wel gelukt. Een goed getal peerden, waarvan sommige aan zeer hooge prijzen werden- verkocht, vele volk en veel liefhebbers,maai voornamelijk veel mededingers in de prijs kampen. De prijskampen werden voorgezeten dooi M. Bruneel de Montpellier,bijgestaan door de heeren van den keurraad: M. Jan Verhaeghe, bestendig afgeveerdigde, te YVervick Fm. De Caestecker, opziener-veearts, te Yper R. Devos, landbouwer en schepene, te Pope- ringhe Brutsaert, burgemeester, te Watou L. Nevejan,veearts,te Poelcapelle Bauwens, landbouwingenieur, te Brugge. Ffengsten van twee jaar. 14 mededingers 1prijs, M. Jan Boone van Wervick 2® prijs, M. Louis Leterme, te Wijtschaete. Veulens van een jaar en meer. 23 mede dingers 1e prijs, Desiré Briait, Ploegsteert 2«, Jan Boone, Wervick 3e Oscar Verraes, Reninghelst4e Charles Vervisch, Passchen- daele. Merrien van drie- jaar en meer. 8 mede dingers ie prijs, Charles Gallens, te Kemmel2e Gebroeders Verhalle, Zonne- beke 3e, Ernest Boulet, Westnieuwkerke 4e, Victor Goddyn, Langemarck. Veulens van meer dan éen jaar en min dan 3 jaar. i5 mededingers ie prijs, Arth. Marescaux, Langemarck 2e Aloïs Vanler- berghe, Noordschote 3e Charles Verraes, Wytschaete;4e, Wed. Coudyzer, Langemarck. Veulens van éen jaar en minder. 11 mededingersie prijs, Henri Vereecke, Vlamertinghe; 2eJulesCaenepeel, Boesinghe; 3e, Ernest Boulet, Nieuwkerke 4e Fideel Samyn, Boesinghe. Ruinpeerden van drie jaar en meer. 1 mededingers ie prijs, Pol. Noliet 2e, Felix Colpaert, van Lichtervelde 3e, Wed Buyses, van Rousselare 4e, René Van Coillie, van Rumbeke 5e, Verstraete, van Gheluwe 6", Henri Deraedt, van Sint Jan 7e, Charles Gesquiere van Zonnebeke 8e, Henri Hondeghem, van Zuydschote. Twee personen werden gekwetst binst de feeste Cleenewerk, stalknecht bij den landbouwer Decock van Westnieuwkerke, ging achter een veulen en bij het Halletjen kreeg hij een slag van 't veulen ten vollen in zijn gezichte. Hij werd in deerlijken toestand naar t gasthuis geleid. Korts te voren kreeg Camiel Denorme van Passchendaele een slag van een peerd op zijn hand. Hij werd ook verzorgd in Onze Vrouwe Gasthuis. Morgen Zondag, ten 4 ure, te Sint Jan Spreker Meester Boudolf van Boesinghe over de werkongevallen. Denzelfden dag ten 3 1/2 ure, vergadering te Locre en ten 5 ure te Dranoutre. In beid< plaatsen spreekt de Eerw. Heer Van Eecke over de wet op de werkongevallen. YPER De weduwe Clarebout, yan Voormezeele, dia zaterdag morgen op de markt van Yper was bestatigde de verdwyniDg van haren geldbeugel inhoudende een 2jtal franken en een zilvere: ring. Zij weet niet of bij gestolen of verloren is Emiel Wildermeerscb, lintenwever by M Seys, kwam maai.dag avond rond 9 ure, uit de herberg van Joa 1 Mathu, Boomgaardstraal, toen hij uitgleed en zyu been brak.hy werd verzorgd door doktoor Bossaert an naar bet gasthuis go bracht. VLAMERTINGHE Desiré Jacques,bakker,te VTamertingue,kwam zaterdag met het vallen van den avond langs dei steenweg van Poperinghe riaar hu s gereden toen hy voorbij bet oudemannenhuis van Vla mertingue een ander rijtuig dat voren was wilde oversteken. Hij kwam met het wiel vai Zijn rijtuig op een hoop steenen die in 't zijland lagen, terecht. Peerd en rijtuig klonken om ei DbSiré Jacques werd lang den overkant van dei steenweg geslingerd, waar by in deerlijkei staat bleef bggen. Hij had oen bil gei.roken ei den voet van net ander been ontwricht en -heel gekwetst. Doktoor Verbeke, die met zijn ryiuig op eenige stappen volgde, voerde den oug. lui-, kige naar huis en diende hem de nooctige zorgti toe. STADEN De volksfeesten die hier zondag plaats hadden wor en rond den avond gestoord door een hevig gevecht, waaraan wel 25 personen deelnamen De messen speelden eene groote rol en er werd geslagen en gekorven alsöfhet eene echte been üouW'irrooi'log was Een der vechters bediende zich zelf van eene piek weinigen der woest aards bleven ougedeeru. hl verscheidene her bergen werd alles kórt en kleit, geslagen. Eet persoon is zoo erg aan het hoofd gekwetst da men voor zijn leven vreest. CLERCKEN Zondag avond is de hoeve van de weduwe Vanecke met gansch den inboedel door brand vernield. Eene koet kwam insgclyks iu de vlammen om. Er bestaat verzekering. POPERINGHE 1 e carnavaldsgen zijn tot nu toe nogal rustig afgeloopen Zondag avond nogtans werd eei vooi bjjganger door dry gemask rden aangeval len en een messteek in de rechter oog toege bracht. De oog zal waarschijnlijk verloren zijn. WESTVLETEREN In den nacht tusschen den 24 en 25 Fjbruar. hebben dieven bij de Weduwe David-Pil al bet pluimgedierte gestolen, welke bestond uit eenen haan en 10 hennen. OOSTVLETEREN Woensdag namiddag rond 2 ure speelden eenige kinderen meteen platten wagen vau den uuurtspoorweginde standplaats vau Oostvlete- ren De kleine Richard Lorram, 5 jaren oud sprong er van af en de wagen re d over zijnen' voet. Doktor Grimmonprez heelt moeten twee teenen afzetten, het kmd lijdt verschrikkelijk Het is hst 2» van 11 kinderen. Je vader des huisgezin» is ziekelijk. J ROLLEGEM-CAPELLE In de gemeente is er van niets anders spraa dan van een pogiog tot vergiftiging göpl -egd op Mej. Euphrasie Serroen, landbouwster wouende op bet gehucht Reobaert. Terwyi zij vrijdag n, ueu ke.der was werd er solfer iu haren koffie geworpen. Mej herroeu dronk hai e tas un ,-u werd eet ige oogeiffilikke later door hevigc k.rampen aangedaan, uoktor Vauherpe, v u vvy.-ckel St-Eloy, diende .mar eeu krachtig legenvergift toe en kon haar zoo van de dood redden. Hy ontdekte in de tas solfer, denke.jjh voortkomende van fosfoorstekj s. Het solfer was in zoo groote hoeveelheid in de koffie gedaan, dat de reuk door gansch de keuken verspreid was. De gendarmerie van Meen8n heeft een onderzoek ingesteld Uön CROMBEK.E Maandag 26 Februari, om 5 t/2 's morgens, i, er brand uitgeborsten by August öecuyper herbergier, koopman in konyueu en koleu. yj bewoners waren nog te bedde oudste zoon was 's morgens vroeg naar Yper gereden met peerd en kaïrnon. Gelukkig heelt een der geburen den brand bemerkt en alzoo Uecuyper en zijne familie kunneu verwittigen en redden. Een getiouw tor lengte van 35 meters, bestaande uit woonhuis paardenstal, slachthuis voor konijnen, schuur ui kolenmagazyneu, alles is de prooi der vlam. nen geworden, enkel do muren zyu blyveil .taan. Uitgenomen eenigo meubelen eneem.ro lagelijksche kleederen, is alles in de brand g°a. heven. Aan hlusschen viel niet to denken, want m eenen oogenblik stond geheel het gebouw m aaio vlam. Man berekent de schade op 5uut) fr. dies was verzekerd tegen Brandgevaar, zoowel' gebouwen als inboedel. WAASTEN Eene kapel bestolen. Op de baan van Komen naar Neer-YVaasten, dichtbij de - ïerberg A la clef des champs, staat sedeit ten minste 200 jaar eene kleine kapel, ge- Douwd en onderhouden door de familie Gatteau, die in dien tijd de gemeente oewoonde. In die kapel stond een oud en zeer merk- weerdtg beeld vau O. L. Vrouw, uit _ebeeldnouwd eikenhout, een oud stuk van de grootste weerde. Zaterdag nacht zijn dieven in de kapel gedrongen en hebben net beeld gestolen. Een onderzoek is ingesteld door de gendarmen van Komen. UIT GHELU VELT, lieu 26 Februari 19U6. Beste Vriend R. Vau Hoilebeke, Go vraagt mij waar ik Zondag laatst vergade- riug gehouden heb, en of er veel volk was, en wat ik al gezeid heb, en of de EE. hH. Geeste lijken tevreden waren, en of ik wei onthaald wierd... Ik verhaast my uwe nieuwsgierigheid te voldoen, want, ik weet het, gy ook, gy ziet onze maatjes geern, gij staat Vol bewondering voor ouzo dappere aroeiders, die 's zomers naar Frankrijk uitwijken, en gij zyt dag en nacht gereed, om ons vols dienst te bewijzen overal ju zooveel alsdat het in uwe macht is. Zondag laatst was ik in 't Ypersclie, te Ghelu velt, het lieve dorpje, zoo schilderachtig gelegen op de groote baau van Meenen naar Yper. 't Was de eerste maal dat we vergaardeu.m die streek... en't en zal de laatste keer niet zijn, hoop ik' want genoegen heb ik daar gesmaakt aile maten vol. En volk, mijn lieve vriend, volk te Gheluvelt uit alle omliggende gemeenten Becelaere Zillebïhe. Zonnebeke, Zantvoorde, Gheouwe' Ttn Briele en ia, uit Wervicn. zelf. Ze kwamen afin keteldichle soüareD, langs klimmende en bes-ijkte Wegen,bespleiierd 101111 hunne leudeu, maar lachende en klappende, alle monden uit' van de prachtige vergadering te wege. (Volk zult ge hebben, zei baas Gaileus, die mjj 111 rytuig afhaalde: volk zal er uiet tè kort zyu!) En inderdaadzes honderd en negentien arbeiders vu,don de miduenbeuk en de Zjdsbnukeu van Gheluvehs lauge kerk, en ze zateu opeeogetast, dat men coch weg noch wêer kou 't Waren mannen met baarden, waaronder echte reuzen van kasseileggers, branders en nvoerders, steeumakers, pikkers, kloek en sterk. Uit kunue oogeu straalde manuenmoed en vastberadenheid. Ia den wribbel en den krul van hun felle knevels, las ik mannelijke schoonheid en steenbakkerstrots. Jonge opsciieuten ook zaten daarby, maar zooveel niet als verleden jaar te Zonnebeke, jonge knappe kerels, zeg ik, die op zeventien- jangen ouderdom, in den «roei van volslegen mannemenschen vooruitkom, n. '1 Waren allen, met een woord, taaie arbei ders, dullo werke. s, die den arbeid verslinden als de honden een beeu Leven en bestaan strijd voor het leven Zij zaten daar zoo welgemoed, wachtende met nieuwsgierige blikken eu gulzige ooren naar het woord van aanmoediging, van waarschu wingen van genegen belangstelling van hunnen reizenden herd-ir. En ge vraagt, vriend, wat ik hun heb uiteen gedaan. Ha, gee i pezeweversureek maar narde waarheden in zoete woorden neb ik hun voorgedregen. Kostelyken raai heb ik hun opgedischt, ze waarschuwende tegen ingewor telde misbruiken hun plichten vau kristen mensch heb ik voorgehouden Ha, die mannen liet geloof zit vastjeg, oeid in hun vlaamsche nerten ze hebben, Goddank, veel eerbied nog voor 't w-oord van hunne priestershun godsdienstige gevoelens laten ze g makkelijk wakkerscuudden, en ze zijn vol goede voorue- nernens on overtuigd dat wij, geest lyken, niets ander beijveren dan hun eeuwig on tijdelijk welzijn. En daarom ook luisterden zij, vol genegen aandachtigheid'; hangende aan de lippen van hunnen bestierder, die, ze weten het, hen uit al de kracht van zijne ziel genegen is... En waren de EE. EH. Geestelijken tevreden Och vraagt het eens aan de pastors eu de onderpastors aanwezig. Ua pastor van Zant voorde was afgekomen met een heelen drom uitgelezen volk Hy was, en hij mocat, preusch zjjn met zijn dulie werkers. Be hE. BH. Plet- tinck, Bylo, Joestens en Cracco, voelden een zindering van innig w>lgenoegen, bij het zien van hun steen- en landbouwwerkers die, och zoo talrijk, aan hunne uitnoodigiug hadden beantwoord. Overjaarwas E. H. Hassebroucq, pastor van Glieluve t, naar Zonnebeke gekomen rnetzyn mannen, eu dit jaar wilde hy, kost wat kost, een vergadering op eigen grond, in eigen kerk, voor zijn eigen kudde en heel 't omliggende. Hoe liep hij roud vernesteld en verlegen, omdat het regeure! .Hoe vre esde hy dat het met zou lukken maar neen, hy had geen redenen om te vreezen, eu ziende de overgi oote menigte die allengerhand zijn kerk ver< ulde, zoo kwam de •geestdrift zijn gemoed ontvlammen, en hy zegende eu bedankte met oogen die straalden van oprechte welgezindheidProficiat, eerw. Heer pastor. Ons Heero tieett uwen ijver b loond 619 ingeschrevene 7oo met de 1 ieuvvs- gierlgen. In uwe kerk en was de nagalm van de groot- scbe zendingsplichtigheden nog niet uitgesior- ven nog hong ze vol van het gezang van uwe drie honderd mannen, die korts voordien, met U, het genootschap van het H. Huisgezin hadden ingerictu, en ziet, een nieuwe schare kotnt, uit veel gewesten, met uw volk, met uwe kudde verbro-deren, zoodat ge, met redeu, don ieer loven moogt en danken, voor al die opeenvol gende geestelijke weldaden De Maatjes mochten, na gebed en zang in de de Kerk, hun keel gaan ververschen in het Gemeentehuis, A la 'belle vue, Au bienvenu, Cour de Comme ce, livoli 0 wat leeljjke fransche uitsteekberden - In den Slachter. In Sint Elooi, enz. en 't en kon geen kwaad 'tWas bun uit ter herten gejond, en ze waren hoogst tev, eden wij zagen dat op hun blijde wezens, en we gin en zoo gearn een handje geven aan onze vrienden. Daar zagen wy oude kennisseD, ie Claerbouts, David Vercaigne van den Reutel- hoek e andere en andere, die wij den top van hunne bierton lieten smaken, in t Franscbe en andere met dewelke wij in d ukke brie': wisseling liggen, en andere met dewelke WU vriendschap aanknoopten., voor eeuwig Leve ie Maatjes van Gheluvelt, Zilleb. ke Zonnebeke, Gheluwe, t ecelaere, Tetj Briele, Z, ntvoord», Wervick Leve ook de Maatjes van Hoilebeke, wier afwezigheid wij daar betreurden, maar we zullen ze ter jaren verwachten

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1906 | | pagina 2