MENG ELM AKEN
De oogen opeu
De Wet op de
Werkongevallen
STADSNIEUWS
Katholieke Bond
M. Emiel Thevelin
heuvels
Peerdefcesle
Vergadt ringei
Er is een groot, heel groot woud. Een
breede, rechte weg leidt er door. Volgt men
hem standvastig, men is verzekerd niet ver
loren te loopen.
Maar het woud wordt ook doorkruist door
alle kronkel wegen, waar soms een verlokkend
bedrieglijk licht op schijnt. Waagt men zich
er op, men geraakt allengs meer en meer
van de goede richting af,men loopt verloren
Dat woud is het menschelijk leven.
Om gelukkig te zijn gedurende dit voor
bijgaande aardsche bestaan, en eeuwig hier
namaals, moet men den goeden weg volgen
den weg aangeduid door ons rechtzinnig,
christelijk geweten, den weg beschenen door
het ontaalbaar licht van het Roomsch vati
kaan, den weg ons gewezen door deze
geestelijke overheid. Volgen wij dien, wij
mogen gerust vooruit, wij zullen er komen.
Doch er is maar ééne goede baan, al de
andere leiden verloren. In het begin schijnen
de zijbanen omtrent even recht tot het doel te
geleiden. Men stelt zijn eigen gerust, men
gaat voort maar allengs doolt men meer en
meer van de goede richting af, en eindelijk
is men gansch verdoold.
Zoo gaat het vooral in het openbaar leven.
Men is goede christen en men wil het
blijven, zegt men Maar de menschelijke
zwakheid wordt op het een of ander punt
gekwetst, men luistert naar kennissen en
vrienden,die weten te vleien en op te stoken.
Ho, het is immers niets Men wil niets
tegen het geloof ondernemen 'ten is maar
dit, en 't en is maar dat... niets verkeerd
Men spant meer en meer samen met
mannen, die van verkeerde grondbeginselen
doordrongen zijn men wil er komen, eene
macht vormen. En daarom worden alle soort
van kerels in de samenspanning opgenomen
het getal is immers de macht
De hoofden ofwel de haantjes vooruit zi)n
liberalen of goddeloozen. Maar zij weten het
zoo fijn te draaien, de menschen zooveel
honing aan den baard te smeren
Met wie men verkeert, wordt men geëerd
zegt het spreekwoord. De samenspanning is
eene partij geworden, en deze wórdt met den
naam liberaal bestempeld.
In het begin schijnt die naam tegen te
steken, maar men wordt er aan gewoon. De
vroeger katholieke menschen, die zich laten
medeslepen, zullen nog wel eens bewer
dat zij geene liberalen maargoede christenen
zijn. Dit zal eenigen tijd duren, maar alleng:
verdooven die katholieke gevoelens. Men
geraakt aan den naam van liberaal gewend
Eindelijk heet de gansche kliek haar zelve
liberaal. Al meer en meer dolen hare aan-
klevers van den eenigen goeden weg af.
Vermits men liberaal is, zegt men in zijn
eigen, leest men liberale dagbladen dat
zijn bladen die vol staan van hatelijke
aanvallen tegen Kerk,godsdienst en priester.
Met den duur krijgt men smaak in dien
verderfelijken kost, men wordt er op verlek
kerd. De gewoonte is eene tweede natuur
Vermits men liberaal is, zoo redeneert
men, moet men voor de liberalen stemmen
in alle kiezingen. En men werkt mede om
godsdienstvervolgers aan het bestier te
brengen mannen die gelijk in Frankrijk
gebeurt niets meer verlangen dan de
kloosterlingen te verdrijven, de priesters en
bisschoppen den duivel aan te doen, hunne
medeburgers te verdrukken en gansch de
natie te vergoddelpozen.
Is het zoo niet gegaan vroeger in de ste
den Zijn de negen tienden der tegenwoor
dige stadsche liberalen, of hunne ouders, op
die wijze niet liberaal geworden
En zien wij het thans zoo niet toegaan op
de dorpen
Allen, de oogen open
(Alg. Belang
Om goed te vatten waarom de nieuwe
wet werd gestemd, is het noodig eens te
onderzoeken hoe de zaken stonden vroeger,
dat is vóór dat de nieuwe wet in voege
kwam.
Art. 1382 van het burgerlijk wetboek,
gemaakt door Napoleon of te zijnen tijde
zegt het volgende
Elke daad der menschen, welke aan een
ander schade veroorzaakt, verplicht dezen,'
door wiens schuld die schade voorgevallen
is, tot herstelling van die schade.
Artikel 1383 voegt erbij ledereen is
verantwoordelijk voor de schade, welke hij
veroorzaakt, niet alleenlijk door zijne daad.
maar ook door zijne nalatigheid of onvoor
zichtigheid.
Artikels 1384, 1385 en 1386 passen de
artikels 1382 en 1383 toe op de schade
veroorzaakt door personen, voor dewelke
men burgerlijk verantwoordelijk is door
dieren waarvan men eigenaar is, of welke
men in gebruik heeften door de instorting
van gebouwen.
Volgens het burgerlijk wetboek, is bet
recht tot schadevergoeding, in zake van
werkongevallen, gesteund op eene fout of de
schuld der tegenpartij, dat wilt zeggen, dat de
baas, betzij boer, timmerman, metser,fabri
kant of andere, schadevergoeding moet
geven aan zijnen werkman, die een ongeluk
heeft, wanneer dat hij baas, de schuld of de
oorzaak is van het ongeval, dat aan den
werkman overgekomen is.
Wanneer de baas de schuld niet is van
het ongeval van den werkman, dan moei
hij geene schadevergoeding geven. Welnu,
de boer wierd niet aanzien als in fout
zijnde, tenzij dat het bewezen is, dat hij
metterdaad waarlijk in fout is.
't Gevolg daarvan was, dat een werkman,
wanneer hem een ongeluk overkwam, moest
beginnen met te bewijzen dat de baas of de
boer de oorzaak was of de schuld vau het
ongeluk, of ten minste, dat de oorzaak van
het ongeval iemand was,voor wien de boer,
volgens het burgerlijk wetboek,verantwoor
delijk was.
De ondervinding heeft geleerd, dat zulk
een bewijs dikwijls onmogelijk is, zij heeft
daarenboven nog geleerd, dat vele onge
lukken (vafl 43 tot 44 ten honderd), om
zoo te zeggen onafscheidbaar zijn van de
uitoefening van het werk, 't is te zeggen
dat zij niemands schuld zijn, of beter, dat
zij voortkomen uit het gevaar, dat het werk
zelf oplevert bij voorbeeld Een voor
zichtige knecht gaat met een zak graan
naar den zolder halfweg den trap gekomen,
gletst hij van den trap, valt^naar beneden,
en is zijn been gebroken. Wiens schuld
is dat Niemands dat is een ongeval, dat
voorkomt uit het gevaar van 't werk zelve.
De strenge gevolgen van die wet in zake
van werkongevallen, waren dikwijls zoo
wreed en pijnlijk voor den werkman, dat
verdienstige en verstandige rechtsgeleerden,
met min of meer goed gevolg, den middel
gezocht hadden om die wet te verzachten
ten voordeele van den werkman, zonder de
wet zelve te veranderen.
De rechtbanken, van hunnen kant, hadden
de toepassing der wet zeer verzacht, door
het bewijs van de schuld van den boer of
den baas gemakkelijk aan te nemen.
Wat wilt dat zeggen Dat wilt zeggen
dat de rechtbanken de minste schuld van den
kant van den boer aanzien hebpen als genoeg
zaam om den boer te veroordeelen tot
schadevergoeding voor het werkongeval.
Bij voorbeeld Een peerdeknecht gaat uit
met peerd en wagen, er breekt een wiel
van den wagen, de wagen valt om en de
knecht wordt door den wagen doodgestuikt.
Wat zal de rechtbank doen in dat geval
De rechtbank zal heel waarschijnelijk de
volgende uitspraak doen Gij boer, moest
zorgen dat uw wagen in beteren staat was,
dat 't wiel niet brak, dat bijgevolg uw
werkman niet verongelukte en de boer zal
heel waarschijnelijk veroordeeld zijn eene
groote schadevergoeding te betalen aan de
weduwe, de kinders of naastbestaanden van
den verongelukten peerdeknecht. Nochtans
t kan heel wel zijn, dat de boer er geene
de minste vrijwillige schuld in had. Tot
daar, de boer zou volgens de oude wet,
die reeds sedert 100 jaar bestaat, moeten
betalen.
Wat volgt er uit hetgene wij komen te
zeggen Het volgende, en wij roepen er
uwe groote aandacht op: Door de uitspraken,
de vonnissen van de rechtbanken, is het
op onze dagen zooverre gekomen, dat
alhoewel volgens het burgerlijk wetboek
de knecht moest bewijzen, dat de boer
de schuld was van het ongeluk, het integen
deel eigentlijk aan den boer zou zijn van
te bewijzen dat hij er geene schuld in had.
Bijgevolg door de toepassing van de wet
alhoewel dat de wet zelve onveranderd
gebleven was, mag men zeggen dat de wet
geheel veranderd was.
Wie is 't die de toepassing van de wet
veranderd heeft, zijn het de katholieken
In 't geheele niet 't en zijn noch de katho
lieken, noch de liberalen maar 't zijn de
rechtbanken, die onder den invloed van de
hedendaagsche gedachten, dien uitleg aan de
wet gegeven hebben en daaraan kunnen
noch de katholieken, noch de liberalen iets
doen.
De wet bestond sedert 100 jaar over
100 jaar, over 5o jaar, legden de recht
banken de wet uit, zooals zij de wet over
100 jaar, over 5o jaar verstonden en nu
leggen de rechtbanken de wet uit, zooals
zij de wet nu verstaan en daaraan, wij
herhalen het, kunnen noch de liberalen,
noch de katholieken iets doen.
Het eenigste, dat daaraan te doen valt,
't is van eene nieuwe wet te maken. Dat
is verwezentlijkt geworden door de wet
van 24 December 1903, in voege gekomen
met 1 J uli 1905.
Om de noodzakelijkheid der nieuwe wet
nog beter te doen verstaan, geven wij hier
eenige voorbeelden.
Den 7 December 1900, erkent het
gerechtshof van Gent aan zekeren Deneve,
landwerker, eene levensrente van twee frank
daags en eene vaste somme van zes duizend
frank, voor het verlies van een been.
Den 10 April 1895, wordt door den
tribunaal van Brussel, eene schadevergoe
ding toegestaan van tien duizend frank aan
eenen werkman van 23 jaar voor het verlies
van den rechterarm.
Door den tribunaal van Yper, bekrachtigd
door het hof van beroep van Gent, den
j5 Juli 1898, wordt aan zekeren Bruinooghe
peerdenknerht, wien, tengevolge van een
ongeluk een been afgezet wierd, eene
levensrente toegestaan van 1 frank daags,
en daarenboven eene vaste somme van
4000 frank.
En korten tijd geleden te Eerneghem
M. Eugeen Devos, brouwer, zendt zijnen
knecht met een wagen bier naar Oostende
geheel bij ongelukke, rijdt de knecht een
kind dood van twaalve dertien jaar. Weet
gij tot hoevele schadevergoeding M. Devos
veroordeeld 'wierd Tot 20.000 frank
M. Devos ging in beroep, en 't beroepshof
van Gent heeft de vergoeding wat vermin
derd'; doch zij is niettemin nog op 17,000 fr.
gebleven.
Dat alles toogt klaar genoeg dat de nieuwe
wet er broodnoodig, zoowel in 't belarigi
der bazen als der werklieden.
Een zeer belangrijke vergadering had
plaats in het Volkshuis te Yper, heden
zaterdag namiddag.
Rond de 35o afgeveerdigden waren opge
komen.
Aan het bureel zetelden de heeren Fraeijs,
voorzitter, Verhaeghen, Van Merris, Colaert
en Tbevelin, ondervoorzitters, Boone,
schatbewaarder, Struye, schrijver en Van-
dromme, hulpschrijver, Baron de Vinck,
Eugeen Struye, eerw. heer Kanunik De
Brouwer, leden.
De heer schrijver Struye leest een belang
rijk verslag, opgesteld in sierlijke vlaamsche
tale. Vervolgens wordt hetzelfde verslag in
't fransch gelezen.
M. de Voorzitter, na de heeren Iweins
d'Eeckhoutte en Bruneel verontschuldigd te
hebben, die belet zijn de vergadering bij
te wonen, alsmede de heeren geestelijken,
door hun ambt verplicht op hunne parochie
te blijven, spreekt eene belangrijke rede
voering uit, menigmaal door daverende
toejuichingen begroet.
Wij zijn gelukkig ze. aan onze lezers den
korten inhoud ervan te kunnen mededeelen.
Spreker belooft eerst en vooral zijnen
iever en zijne dienstveerdigheid aan de
katholieke zake en zal trachten het voorbeeld
te volgen zijner voorzaten, de heeren
Spillebout, Baron Surmont de Volksberghe:
en Iweins d'Eeckhoutte. j
Vervolgens doet de heer voorzitter het
belang kennen van den kiesstrijd van 2JL
Mei. waarin Yper het voorbeeld wil geven
aan gansch het land van eensgezindheid en
krachtdadige werking ter zegepraal van de
kandidaat die ik de eer zal hebben u voor
te dragen.
Het is noodig om te scharen rond het
landbestier, als is dat de meerderheid in
Mei geen gevaar loopt, wat de liberalen
ook vertellen, wij moeten het gouvernement
versterken en ondersteunen, opdat het, dank
onze medewerking al het goed zou kunnen
uitvoeren die wij ervan verwachten.
Spreker herinnert de talrijke nuttige
wetten voorgesteld door het Staatsbestier,
maar, zegt "hij, als we ons de weldaad
bezitten, is ze gauw vergeten. Nogthans^ er
blijft nog veel te doen over. De voltrekking
der vaart is wellicht al te dikwijls uitgesteld
geweest, M. Nolt wordt ongetwijfeld geware
dat men allichre eraan zal voortdoen en
daarom wil hij doen gelooven dat men dat
aan hem verschuldigd is. Maar de kiezers
zijn te verstandig om niet te begrijpen dat
hetgeen onze katholieke heeren, spijts hun
gedurig aandringen niet verkregen hebben,
M. Nolf niet en zal bekomen van een katho
liek gouvernement.
Maar niet alleen stoffelijke belangen zijn
noodig te verdedigen. Vooral de christelijke
belangen zijn bedreigd het voorbeeld van
Vrankrijk is daar om er ons van te over
tuigen.
Kiezers, te wapen 1 Gelijk uwe voorgan
gers over 22 jaar, met heilige geestdrift ten
strijde onder het vaandel van Godsdienst en
Vaderland
Mochte mijne stemme niet alleen gehoord
maar vooral aanhoord zijn van alle katho
Heken en mochten wij op 2711 Mei niet twee
maar drie katholieke vertegenwoordigers
voor het arrondissement Yper hebben.
Na die aanspraak werden de kandidaten
voorgedragen de heeren
COLAERT
VAN MERRIS
THEVELIN
en door de vergadering geestdriftig toege
juicht.
krijgt vervolgens het woord.
Spreker richt eene dubbele bedanking tot
de vergadering eerst tot de leden van den
raad, die hem eene candidatuur hebben aan
geboden, vervolgens tot de afgevaardigden
die zoo geestdriftig die voorstelling hebben
begroet.
De derde plaats op de lijst is eene eereplaats
omdat het de gevaarlijkste is.
Reeds tweemaal zijn we mislukt,maar in de
nederlaag is tusschen u en ons eene sterkere
vriendenhand ontstaan, die ik gelukkig ben
van mijnentwege te kunnen beantwoorden.
Is de derde plaats eene eere, 't is niet
minder een last, maar 'k en wil er mij niet
aan onttrekken, want niemand en mag op
dezen oogenblik aan zijne plichten te kort
blijven.
Onnoodig u mijne geloofsbelijdenis te
hernieuwen fk ben eens met het pro
gramma van den bond, maar zoo ik alle uwe
zedelijke en stoffelijke belangen behertigen
zal, 't zijn voornamelijk de belangen van
den landbouw die ik zal voorstaan, omdat,
moesten ooit de liberalen weder aan 't roer
komen, die belangen meest zouden te lijden
hebben, 't Ware eene rampe voor België,
maar vooral voor den landbouw.
Met moed ten strijde en met volle betrou
wen in de zegepraal. Als de liberalen durven
hopen te overwinnen te Oostende, te Brugge
en elders, met veel meer reden mogen wij
rekenen op de zegepraal in ons arrondisse
ment.
Kiezers, ten strijde, onze belangen zijn
bedreigd. Elk kwijte zijnen plicht en de zege
is aan ons
M. Van Merris bedankt de kiezers voor de
nieuwe kandidatuur die zij hem hebben
aangeboden, 't Is voor hem een bewijs dat
men de diensten waardeert die hij tracht te
bewijzen, en 't zal voor hem eene aanmoedi
ging zijn om meer dan ooit de belangen der
kiezers te behertigen.
Spreker haalt aan wat de liberalen en
socialisten zouden doen moesten zij, voor het
ongeluk van het land, weder meester wor
den. Hun verleden, de schooloorlog van
1884 heeft dóen kennen wat zij dan waren
en wilden,'eri ze zijn verre van verbeterd.
Daarom eensgezindgewrocht, en als
iedereen zijnen plicht kwijt,naar onze leuze
eendracht maakt macht, dan krijgen wij den
27 Mei een heerlijke zegepraal.
M. Colaert bedankt de kiezers omdat
ze met hem eene nieuwe kandidatuur aan te
bieden, hem in state stellen bij drie jaar zijn
zilveren jubilé te vieren van Kamerlid.
Met zijne gekende welsprekendheid be
wijst de redenaar dat men ditmaal met
eensgezinde werking zeker de zegepraal
behalen zal.
Spreker behandeld vervolgens de belangen
van ons land, stoffelijke en zedelijke, doet
zien welke de gevolgen zouden zijn eene
liberale overwinning, ziende wat er gebeurt
in Vrankrijk en hoe onze geuzen den
wensch uiten ook in België zulk werk te
kunnen aanvangen.
Sprekende over den toestand in ons
arrondissement doet de heer Colaert zien
hoe onze gezindheid is vooruitgegaan sedert
vier jaar. Meer dan 2000 stemmen zijn
aangenomen in de laatste senaatkiezing.
Indien wij in mei nog zulk een winste
doen de derde katholieke kandidaat is
gekozen.
Spreker brengt hulde aan den nieuwen
Voorzitter van den Bond, die niets beters
en verlangt dan dienst te bewijzen, en onder
wiens leiding de katholieken eensgezind
zullen strijden en eene schoone zegepraal
zullen behalen.
Die aanspraken worden menigmaal door
geestdriftige toejuichingen onderbroken en
de afgeveerdigden verlaten het Volkshuis
vast besloten eendrachtig te strijden voor de
katholieke zegepraal op 2yen mei.
Geheelde stad spreekt schande van die
jongens die Zondag avond bij Sint Niklaais-
strate een priester hebben aangevallen,
vloekende en tierende als bezetenen.
We zullen de gelegenheid hebbe"
weêre te keeren daar het gerecht met de zake
bemoeid is.
De peerdefeeste van Asschewo msdag,
spijts het ongunstig weder, is tamelijk wel
gelukt. Een goed getal peerden, waarvan
sommige aan zeer hooge prijzen werden-
verkocht, vele volk en veel liefhebbers,maai
voornamelijk veel mededingers in de prijs
kampen.
De prijskampen werden voorgezeten dooi
M. Bruneel de Montpellier,bijgestaan door de
heeren van den keurraad: M. Jan Verhaeghe,
bestendig afgeveerdigde, te YVervick Fm.
De Caestecker, opziener-veearts, te Yper
R. Devos, landbouwer en schepene, te Pope-
ringhe Brutsaert, burgemeester, te Watou
L. Nevejan,veearts,te Poelcapelle Bauwens,
landbouwingenieur, te Brugge.
Ffengsten van twee jaar. 14 mededingers
1prijs, M. Jan Boone van Wervick
2® prijs, M. Louis Leterme, te Wijtschaete.
Veulens van een jaar en meer. 23 mede
dingers 1e prijs, Desiré Briait, Ploegsteert
2«, Jan Boone, Wervick 3e Oscar Verraes,
Reninghelst4e Charles Vervisch, Passchen-
daele.
Merrien van drie- jaar en meer. 8 mede
dingers ie prijs, Charles Gallens, te
Kemmel2e Gebroeders Verhalle, Zonne-
beke 3e, Ernest Boulet, Westnieuwkerke
4e, Victor Goddyn, Langemarck.
Veulens van meer dan éen jaar en min
dan 3 jaar. i5 mededingers ie prijs, Arth.
Marescaux, Langemarck 2e Aloïs Vanler-
berghe, Noordschote 3e Charles Verraes,
Wytschaete;4e, Wed. Coudyzer, Langemarck.
Veulens van éen jaar en minder. 11
mededingersie prijs, Henri Vereecke,
Vlamertinghe; 2eJulesCaenepeel, Boesinghe;
3e, Ernest Boulet, Nieuwkerke 4e Fideel
Samyn, Boesinghe.
Ruinpeerden van drie jaar en meer. 1
mededingers ie prijs, Pol. Noliet 2e,
Felix Colpaert, van Lichtervelde 3e, Wed
Buyses, van Rousselare 4e, René Van
Coillie, van Rumbeke 5e, Verstraete, van
Gheluwe 6", Henri Deraedt, van Sint Jan
7e, Charles Gesquiere van Zonnebeke
8e, Henri Hondeghem, van Zuydschote.
Twee personen werden gekwetst binst de
feeste Cleenewerk, stalknecht bij den
landbouwer Decock van Westnieuwkerke,
ging achter een veulen en bij het Halletjen
kreeg hij een slag van 't veulen ten vollen in
zijn gezichte. Hij werd in deerlijken toestand
naar t gasthuis geleid.
Korts te voren kreeg Camiel Denorme
van Passchendaele een slag van een peerd op
zijn hand. Hij werd ook verzorgd in Onze
Vrouwe Gasthuis.
Morgen Zondag, ten 4 ure, te Sint Jan
Spreker Meester Boudolf van Boesinghe over
de werkongevallen.
Denzelfden dag ten 3 1/2 ure, vergadering
te Locre en ten 5 ure te Dranoutre. In beid<
plaatsen spreekt de Eerw. Heer Van Eecke
over de wet op de werkongevallen.
YPER
De weduwe Clarebout, yan Voormezeele, dia
zaterdag morgen op de markt van Yper was
bestatigde de verdwyniDg van haren geldbeugel
inhoudende een 2jtal franken en een zilvere:
ring. Zij weet niet of bij gestolen of verloren is
Emiel Wildermeerscb, lintenwever by M
Seys, kwam maai.dag avond rond 9 ure, uit de
herberg van Joa 1 Mathu, Boomgaardstraal, toen
hij uitgleed en zyu been brak.hy werd verzorgd
door doktoor Bossaert an naar bet gasthuis go
bracht.
VLAMERTINGHE
Desiré Jacques,bakker,te VTamertingue,kwam
zaterdag met het vallen van den avond langs dei
steenweg van Poperinghe riaar hu s gereden
toen hy voorbij bet oudemannenhuis van Vla
mertingue een ander rijtuig dat voren was
wilde oversteken. Hij kwam met het wiel vai
Zijn rijtuig op een hoop steenen die in 't zijland
lagen, terecht. Peerd en rijtuig klonken om ei
DbSiré Jacques werd lang den overkant van dei
steenweg geslingerd, waar by in deerlijkei
staat bleef bggen. Hij had oen bil gei.roken ei
den voet van net ander been ontwricht en -heel
gekwetst. Doktoor Verbeke, die met zijn ryiuig
op eenige stappen volgde, voerde den oug. lui-,
kige naar huis en diende hem de nooctige zorgti
toe.
STADEN
De volksfeesten die hier zondag plaats hadden
wor en rond den avond gestoord door een hevig
gevecht, waaraan wel 25 personen deelnamen
De messen speelden eene groote rol en er werd
geslagen en gekorven alsöfhet eene echte been
üouW'irrooi'log was Een der vechters bediende
zich zelf van eene piek weinigen der woest
aards bleven ougedeeru. hl verscheidene her
bergen werd alles kórt en kleit, geslagen. Eet
persoon is zoo erg aan het hoofd gekwetst da
men voor zijn leven vreest.
CLERCKEN
Zondag avond is de hoeve van de weduwe
Vanecke met gansch den inboedel door brand
vernield. Eene koet kwam insgclyks iu de
vlammen om. Er bestaat verzekering.
POPERINGHE
1 e carnavaldsgen zijn tot nu toe nogal rustig
afgeloopen Zondag avond nogtans werd eei
vooi bjjganger door dry gemask rden aangeval
len en een messteek in de rechter oog toege
bracht. De oog zal waarschijnlijk verloren zijn.
WESTVLETEREN
In den nacht tusschen den 24 en 25 Fjbruar.
hebben dieven bij de Weduwe David-Pil al bet
pluimgedierte gestolen, welke bestond uit eenen
haan en 10 hennen.
OOSTVLETEREN
Woensdag namiddag rond 2 ure speelden
eenige kinderen meteen platten wagen vau den
uuurtspoorweginde standplaats vau Oostvlete-
ren De kleine Richard Lorram, 5 jaren oud
sprong er van af en de wagen re d over zijnen'
voet. Doktor Grimmonprez heelt moeten twee
teenen afzetten, het kmd lijdt verschrikkelijk
Het is hst 2» van 11 kinderen. Je vader des
huisgezin» is ziekelijk.
J ROLLEGEM-CAPELLE
In de gemeente is er van niets anders spraa
dan van een pogiog tot vergiftiging göpl -egd op
Mej. Euphrasie Serroen, landbouwster wouende
op bet gehucht Reobaert. Terwyi zij vrijdag n,
ueu ke.der was werd er solfer iu haren koffie
geworpen. Mej herroeu dronk hai e tas un ,-u
werd eet ige oogeiffilikke later door hevigc
k.rampen aangedaan, uoktor Vauherpe, v u
vvy.-ckel St-Eloy, diende .mar eeu krachtig
legenvergift toe en kon haar zoo van de dood
redden. Hy ontdekte in de tas solfer, denke.jjh
voortkomende van fosfoorstekj s. Het solfer
was in zoo groote hoeveelheid in de koffie
gedaan, dat de reuk door gansch de keuken
verspreid was. De gendarmerie van Meen8n
heeft een onderzoek ingesteld Uön
CROMBEK.E
Maandag 26 Februari, om 5 t/2 's morgens, i,
er brand uitgeborsten by August öecuyper
herbergier, koopman in konyueu en koleu. yj
bewoners waren nog te bedde oudste zoon
was 's morgens vroeg naar Yper gereden met
peerd en kaïrnon.
Gelukkig heelt een der geburen den brand
bemerkt en alzoo Uecuyper en zijne familie
kunneu verwittigen en redden. Een getiouw tor
lengte van 35 meters, bestaande uit woonhuis
paardenstal, slachthuis voor konijnen, schuur
ui kolenmagazyneu, alles is de prooi der vlam.
nen geworden, enkel do muren zyu blyveil
.taan. Uitgenomen eenigo meubelen eneem.ro
lagelijksche kleederen, is alles in de brand g°a.
heven. Aan hlusschen viel niet to denken, want
m eenen oogenblik stond geheel het gebouw m
aaio vlam. Man berekent de schade op 5uut) fr.
dies was verzekerd tegen Brandgevaar, zoowel'
gebouwen als inboedel.
WAASTEN
Eene kapel bestolen. Op de baan van
Komen naar Neer-YVaasten, dichtbij de -
ïerberg A la clef des champs, staat sedeit
ten minste 200 jaar eene kleine kapel, ge-
Douwd en onderhouden door de familie
Gatteau, die in dien tijd de gemeente
oewoonde.
In die kapel stond een oud en zeer merk-
weerdtg beeld vau O. L. Vrouw, uit
_ebeeldnouwd eikenhout, een oud stuk van
de grootste weerde. Zaterdag nacht zijn
dieven in de kapel gedrongen en hebben
net beeld gestolen. Een onderzoek is
ingesteld door de gendarmen van Komen.
UIT GHELU VELT, lieu 26 Februari 19U6.
Beste Vriend R. Vau Hoilebeke,
Go vraagt mij waar ik Zondag laatst vergade-
riug gehouden heb, en of er veel volk was, en
wat ik al gezeid heb, en of de EE. hH. Geeste
lijken tevreden waren, en of ik wei onthaald
wierd...
Ik verhaast my uwe nieuwsgierigheid te
voldoen, want, ik weet het, gy ook, gy ziet onze
maatjes geern, gij staat Vol bewondering voor
ouzo dappere aroeiders, die 's zomers naar
Frankrijk uitwijken, en gij zyt dag en nacht
gereed, om ons vols dienst te bewijzen overal
ju zooveel alsdat het in uwe macht is.
Zondag laatst was ik in 't Ypersclie, te Ghelu
velt, het lieve dorpje, zoo schilderachtig gelegen
op de groote baau van Meenen naar Yper. 't Was
de eerste maal dat we vergaardeu.m die streek...
en't en zal de laatste keer niet zijn, hoop ik'
want genoegen heb ik daar gesmaakt aile maten
vol.
En volk, mijn lieve vriend, volk te Gheluvelt
uit alle omliggende gemeenten Becelaere
Zillebïhe. Zonnebeke, Zantvoorde, Gheouwe'
Ttn Briele en ia, uit Wervicn. zelf. Ze kwamen
afin keteldichle soüareD, langs klimmende en
bes-ijkte Wegen,bespleiierd 101111 hunne leudeu,
maar lachende en klappende, alle monden uit'
van de prachtige vergadering te wege. (Volk
zult ge hebben, zei baas Gaileus, die mjj 111 rytuig
afhaalde: volk zal er uiet tè kort zyu!) En
inderdaadzes honderd en negentien arbeiders
vu,don de miduenbeuk en de Zjdsbnukeu van
Gheluvehs lauge kerk, en ze zateu opeeogetast,
dat men coch weg noch wêer kou
't Waren mannen met baarden, waaronder
echte reuzen van kasseileggers, branders en
nvoerders, steeumakers, pikkers, kloek en
sterk. Uit kunue oogeu straalde manuenmoed
en vastberadenheid. Ia den wribbel en den
krul van hun felle knevels, las ik mannelijke
schoonheid en steenbakkerstrots.
Jonge opsciieuten ook zaten daarby, maar
zooveel niet als verleden jaar te Zonnebeke,
jonge knappe kerels, zeg ik, die op zeventien-
jangen ouderdom, in den «roei van volslegen
mannemenschen vooruitkom, n.
'1 Waren allen, met een woord, taaie arbei
ders, dullo werke. s, die den arbeid verslinden
als de honden een beeu Leven en bestaan
strijd voor het leven
Zij zaten daar zoo welgemoed, wachtende met
nieuwsgierige blikken eu gulzige ooren naar
het woord van aanmoediging, van waarschu
wingen van genegen belangstelling van hunnen
reizenden herd-ir.
En ge vraagt, vriend, wat ik hun heb uiteen
gedaan. Ha, gee i pezeweversureek maar
narde waarheden in zoete woorden neb ik hun
voorgedregen. Kostelyken raai heb ik hun
opgedischt, ze waarschuwende tegen ingewor
telde misbruiken hun plichten vau kristen
mensch heb ik voorgehouden Ha, die mannen
liet geloof zit vastjeg, oeid in hun vlaamsche
nerten ze hebben, Goddank, veel eerbied nog
voor 't w-oord van hunne priestershun
godsdienstige gevoelens laten ze g makkelijk
wakkerscuudden, en ze zijn vol goede voorue-
nernens on overtuigd dat wij, geest lyken,
niets ander beijveren dan hun eeuwig on
tijdelijk welzijn. En daarom ook luisterden zij,
vol genegen aandachtigheid'; hangende aan de
lippen van hunnen bestierder, die, ze weten het,
hen uit al de kracht van zijne ziel genegen is...
En waren de EE. EH. Geestelijken tevreden
Och vraagt het eens aan de pastors eu de
onderpastors aanwezig. Ua pastor van Zant
voorde was afgekomen met een heelen drom
uitgelezen volk Hy was, en hij mocat, preusch
zjjn met zijn dulie werkers. Be hE. BH. Plet-
tinck, Bylo, Joestens en Cracco, voelden een
zindering van innig w>lgenoegen, bij het zien
van hun steen- en landbouwwerkers die, och
zoo talrijk, aan hunne uitnoodigiug hadden
beantwoord.
Overjaarwas E. H. Hassebroucq, pastor van
Glieluve t, naar Zonnebeke gekomen rnetzyn
mannen, eu dit jaar wilde hy, kost wat kost,
een vergadering op eigen grond, in eigen kerk,
voor zijn eigen kudde en heel 't omliggende.
Hoe liep hij roud vernesteld en verlegen, omdat
het regeure! .Hoe vre esde hy dat het met zou
lukken maar neen, hy had geen redenen om
te vreezen, eu ziende de overgi oote menigte die
allengerhand zijn kerk ver< ulde, zoo kwam de
•geestdrift zijn gemoed ontvlammen, en hy
zegende eu bedankte met oogen die straalden
van oprechte welgezindheidProficiat, eerw.
Heer pastor. Ons Heero tieett uwen ijver
b loond 619 ingeschrevene 7oo met de 1 ieuvvs-
gierlgen.
In uwe kerk en was de nagalm van de groot-
scbe zendingsplichtigheden nog niet uitgesior-
ven nog hong ze vol van het gezang van uwe
drie honderd mannen, die korts voordien, met
U, het genootschap van het H. Huisgezin hadden
ingerictu, en ziet, een nieuwe schare kotnt,
uit veel gewesten, met uw volk, met uwe kudde
verbro-deren, zoodat ge, met redeu, don ieer
loven moogt en danken, voor al die opeenvol
gende geestelijke weldaden
De Maatjes mochten, na gebed en zang in de
de Kerk, hun keel gaan ververschen in het
Gemeentehuis, A la 'belle vue, Au bienvenu,
Cour de Comme ce, livoli 0 wat leeljjke
fransche uitsteekberden - In den Slachter. In
Sint Elooi, enz. en 't en kon geen kwaad 'tWas
bun uit ter herten gejond, en ze waren hoogst
tev, eden wij zagen dat op hun blijde wezens,
en we gin en zoo gearn een handje geven aan
onze vrienden. Daar zagen wy oude kennisseD,
ie Claerbouts, David Vercaigne van den Reutel-
hoek e andere en andere, die wij den top van
hunne bierton lieten smaken, in t Franscbe
en andere met dewelke wij in d ukke brie':
wisseling liggen, en andere met dewelke WU
vriendschap aanknoopten., voor eeuwig Leve
ie Maatjes van Gheluvelt, Zilleb. ke Zonnebeke,
Gheluwe, t ecelaere, Tetj Briele, Z, ntvoord»,
Wervick Leve ook de Maatjes van Hoilebeke,
wier afwezigheid wij daar betreurden, maar we
zullen ze ter jaren verwachten