li
SpnttM
1884-1909
YPER-CANTATE
5 centiemen 't blad
Te trekken bij den Uitgever, 7k 36, in de Boterstrote, te Yper, en bij 's landsboodschapmzen ofte post, tegen 8 frank 's jaars
Zondag
ZOMERFEESTEN
Jubelfeest
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
*s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER-
STRATE, Tk 36, te Yper.
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten o fr. 15 de reke binnen 't blad is 't
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten
Oost-& Westvlaanderen wonen.
Aanbidding is elk schuldig,
Aanbidding' moet elkeen
Aan God, Eén en Drievuldig,
Deri Opperheer alleen.
Elk Volk heeft God aanbeden,
Bij Wien het d'Almacht zag,
Elk Land heeft Hem beleden,
Hel opperste Gezag.
Den oorpsrong aller dingen,
En 't allereerst begin, t
'1 Geheim der voortzettingen,
De wet en wijze zin
Die alles richt en regelt
Op d'aard en boven d'aard,
Onpeilbaar, ongepegeld,
Ons, (Kristenen, en kinderen
Der Katholieke Kerk,
Elk zocht Hem hemelwaart.
Zoo meerderen als minderen,
Ons past nog meest dat werk,
Als God, Zondag aanstaande,
Rondt stad gedregen wordt,
E11 waar men weg hem baande
Zijn milden zegen stort
't Behaagt Zondag den Heere
Te stappen van Zijn Troon
En zich tot ons te keeren,
Om elks persoon en woon
Te gaan zijn zegen geven,
Tot vrijdom tegen 'Lkwaad,
Tot winst van 't Eeuwig leven,
Eu hier Lot ieders baat.
Aanbidden wij, gebogen
In lohze nietigheid,
De Hoogste Majesteit.
Den God van uit den Hoogeu,
God wil dat wij Hem roemen,
Hij eischt ons eer en lof,
Op; straf ons te verdoemen
Te bannen uit Zijn Hof.
Laat ons gelukkig wezen
Gods Almacht geern te zien.
En God, steeds onvolprezen.
Ons huid' en eer te biên
Gelukkig zijn de ridders
Der Vorsten dezer aard,
Gelukkig meer d'aanbidders;
Van God one venaard;
D'aanbidding doet ons rijzen
Tot voor den Troon van God,
Geprezen en te prijzen
Is der aanbidders lot;
D'aanbidding zal ons troosten
In fclke ramp en rouw,
Lijk voor de zon van 't oosten
Verdwijnt het nachtlij k grauw
D'aanbidding brengt ons zegen
In huis en stad en straat,
Laat ons den Heer bewegen
Tot ons geluk en baat.
,1fs i,. jjfi &r> $T> jf' 1f'
Zondag i3 Juni 1909,
JUBELFEESTE
ter eere van Mr de Volksvertegenwoordiger
COLAERT. Burgemeester der Stad.
Om 6 ure,
CONCERT door de Stadsharmonie
Programma
Allegro.
Le Bravo, ouverture.
Salveyre.
3. Javotte, fantaisie-baliet. Saint-Saëns.
4. En attendant le Mont des Arts,
mazurka Degrez.
5. La Veuve Joyeuse, bouquet de
melodies. Lehar.
6. Dans la forge, morceau earac-
téristique. Eilenberg.
Van 18 tot 20 Juni 1909, VERTOONINGEN
IN DE GROOTE C1RK RANCY, op 't Espla
nadeplein.
Zondag 20 Juni 1909, 's noens, CONCERT,
door de STADSHARMONIE.
't Was donkernacht in Belgenland
't Geweten lag aan slavenband,
De vrijheid was verslagen,
En Satan, die met woest geweld,
Het volk in boeien hield gekneld.
Beklom den zegenwagen
De godsdienst, in het volk vergroeid,
Moest weggevaagd en uitgeroeid
En in het graf gedolven;
Een zee van tergend ongeloof
Zou 'tland, ten prooi aan zielenroof,
Bespoelen met haar golven!
De kinderziel, die kost'bre schat,
Moest door een geuzenband gevat,
In Satans klauwen komen
En 'deed een arme soms verzet
Hem werd, brutaal, in naam der wet,
Zijn stukje brood ontnomen!
Zes jaren duurde 'tschrikbewind,
Gevloekt 'door man en vrouw en kind,
.Tueu eindelijk client kwarh dagen:
Het christen volk was opgestaan,
Daar rees de katholieke vaan
En werd ten strijd gedragen!
Zij ging 'de steen en dorpen rond,
Haar strijdleus ging van mond tot mond,
Zij 'deed de vuisten jeuken,
Om Satan, 'die, als helsche tolk,
Den scepter zwaaide, namens '-t volk
Van zijnen troon te beuken!
De strijd ving aan, met 't kruis in top,
Zoo rukte 't christen' leger op
En, dank aan al die dappren;
Werd 'tgeuzendom gebracht ten val
Eu liet men, juichend, overal
De zegevlaggen wappren
De vrijheid steeg opnieuw ten troon
Zij heerscii Le tot in de armste woon,
Zij woonde in alle zielen,
En, zonder vreeze voor gevaar,
Mocht burger, boer en ambtenaar
Weêr vóór zijn God gaan knielen.
'tls vijf en twintig jaar geleên
Eb nog op; heden, als voorheen
Zit ze op den troon verheven,
De vrijheid die, in 't gansche land
Het volk vereenigt, hand in hand,
Om kloek vooruit te streven!
Vooruit met iever, op de baan
Waar nijverheid en handel gaan,
Waar kunst en lettren bloeien.
Dat op het overzeesche strand
Nu België's vlag, aldaar geplant,
Den godsdienst er doen groeien
De vrijheid nu, in 't duister oord
Waar, op 'der zendelingen woord,
De ruwe negersscharen
Zich baden in het christen licht
En, bij 't begrip van eer en plicht,
Hun zielenheil ontwaren!
Wie voelt geen blijdschap in 't gemoed
(Wie is niet dankbaar bij al 'tgoed
Voor land en volk verkregen
Door, 't jubileerend Staatsbeheer?
Zijn leus blijve: immer meer en meer
Vooruit, met 's Hemels zegent
En wij, 'de handen thans ineen
En immer dapper voortgestreên,
Met hulpe van hierboven:
Opdat, na vijf en twintig jaar,
Geen vijand ons met valscli gebaar
De vrijheid zou ontrooven!
E11 mag dit jaar ons vlaamsche borst,
Bij 'tlfed voor Vaderland en Vorst
Van waar genoegen blaken;
Toch, bij 'dat dank- en vreugdelied
Vergeten wij den vijand niet;
Wij danken en... wij waken!
X. Alg. Belang.
Ziehier de orde der feesten, morgen,
Zondag 13 Juni, ter gelegenheid van de
jubelfeeste van het STAATSBESTUUR
en van Mijnheer COLAERT, onzen ver
kleefden volksvertegenwoordiger.
Ten 11.43 aankomst der heeren Minis
tersin de statie.
Ontvangst bij Mijnheer Fraeijs, voor
zitter van den Katholieken Bond.
Ten 12 en half plechtig Te Deum in de
hoofdkerk van Sint Maartens.
Ten ure, op het stadhuis, prijsde e>
lingzaal. algemeene vergadering.
a) Uil/oering van ZEGEMARSCH van
Oscar Roels, door de Koninklijke Fan
fare.
b) Redevoering van M. Fraeijs, voor
zitter van den katholieken Bond.
j Aanbieding jaan Mijnheel' Colaert, van
zijn portret, geschilderd door Louise De
Hem.
c) Aanspraak yan Mijnheer Colaert.
d) Redevoering van den heer Franz
Schollaer t, Minis ter-Voorzitter.
e) Uitvoering van YPER-CANTATE,
600 uitvoerders.
Woorden yan Mr Hendrik Sobry, ad-
vokaat en gemeenteraadsheer, in volks
trant getoonzet door Mr Oscar Roels.
De uitvoering geschiedt onder het be
leid van M. Tod Arschodt, Bestierder
der Koninklijke Fanfare.
Ten 2 ure namiddag, in de Pauwels-
zaal, feestmaal.
Er zijn reeds meer dan 400 deelne
mers.
Gegroet, o Yper van 't verleiden,,
's Lands hoofd eens, een der grootste steden,
Een wereldstad op d'aardebol!
Eens stroomden uwe straten vol
Van tweemaal honderd duizend zieleu,
Wien werk en weverij bevielen,
E11 die hier rijkdom, roem en macht
Verzamelden voor 't nageslacht.
'UWas hier 'dat men een Halle bouwde,
Gelijk men nievers geen aanschouwde,
'!t(Was hier dat er een kerk oprees
Die d'hoogste d'hoogste bouwkunde bewees.
'tiWas hier 'dat vrijgezinde gilden
De rechten wonnen die zij wilden,
'ttWas hier dat men een Maerlant vond
Toen te Parijs het l'ransch ontstond.
'tfYVas hier de streek (der vlaamsche helden
Die Frankrijks hoogmoed nedervelden,...
Tot dat, verlamd en overmand,
De stad verviel in scha en schand....
Wee, o wee!
Wee, o wee, och laat ons weenen
Om 't verlies van 'tgrootsch voorhenen,
Weenen oyer twist en tweedracht
Die de stad ten onder bracht,
AVeenen, acli weenen over d'ongelukken
Die ons kwamen onderdrukken,
Naamlijk 'tEngelsch-Gentsch beleg
Dat onz' lakenwevers weg
Met stads weeld' en faam deed vluchten,
Weenen ach weenen, —spijtig zijn, en zuchten
Over 'dwang en dwinglandij
Van de vreemde heerschappij,
Waarvoor Yper thoofd moest buigen,
En die Yper uit kwam zuigen.
Maar iTeen
Geen geween!
Gezocht, gewrocht, gestreden
Om weder op te treden!
Op Yper! Yper op!
Laat grootheid u bekoren,
Herwin wat g'hebt verloren
En kom wêer aan ~'s lands top.
O strijdbare mannen, te wapen,
Om d'edele Landmaagd, ons Yper, onz' êer
Den schakers t'ontrukken,
En moedig gestreden
Gestreden naar 't roemvol weleer
Uw kracht ingespannen,
En moedig gestreden naar 'troemvol weleer!
O Landmaagd, o Yper, wij, Ypersche Vrouwen,
Wij weenen en lijden met u om uw schand,
Maar juichen en jublen, als uwe getrouwen
U wreken, en grootheid bekomen in 'tLand.
Yper, Yper op! uw grootheid wêer betracht,
E11 nijverheid en werk en handel wêergebracht;
Vraag vaart en ijzerweg, waar gij een noodig hebt,
Zoek al de bronnen op, waar gij de macht uit schept;
Herstel uwe Halle en Kerk en ieder kunstgebouw,
En bid om zegen God en Onze Lieve Vrouw! (bis)
Mijnheer II. Sobry
Onze lezers kennen allen 'den schrij
ver der heerlijke bewoordingen van
Yper-Cantate, den overtuigden en recht
zinnige» vlamiug, zijne moedertaal, zijne
stad en zijn volk zoo genegen.
Honderden keeren hebben de Yper
sche burgers en werklieden zijn begees
terend woord toegejuicht, jende leden der
Katholieke Wacht bijzonderlijk kennen
ien erkennen in Mijnheer Sobry hun
voorstaander en vriend.
In 'den Gemeenteraad, waar hij steeds
in onze moedertaal het woord voert,
heeft hij eene voorname plaats iugeuo-
jmen door zijnen iever, zijne studie en
zijne onverpoosde werkzaamheid. In
dien niet eikendeen zijne overtuiging
deelt, 'toch zijn: allen het eens om te be
kennen dat hij iu al zijn streven enkel ai
alleen het algemeen welzijn hehertigt,
'Meester Oscar Roels
Is le 'Gent gehore;; hi 1881,
Van aan zijn zeven jaar reeds was hij
koorknaap ih St~Nikia.aiske.rk zijner ge
boortestad, waar de talentvolle vlaam
sche dichter Kanunik II. Claeys, thans
pastor is.
Het was 'de tenor Jan Rijsenaer, die
hem de eerste begrippen van notenleer
aanleerde.
ïn 1876 werd hij leerling in het con
servatorium (en' in 1881 behaalde hij den
eerste prij s van! noten leer (hoogere leer
gang), den eersten prijs van harmonie
(hoogere leergang) en eene tweede mel
ding in de klas van piano. In 1884 be
haalde, hij den eerste prijs in Contrapuut
en (eindelijk in 1883 den eersten prijs, van
fuga.
Reeds in 1881, werd hij gelast met een
voorbereidenden leergang yau notenled
en een leergang voor volwassenen te ge
ven ten na deu dood van Ferd. Van den
Heuvel werd hij bepaald tot leeraar der
hoogere klassen van noteuleer aange
steld; tevens werd hij met het opzicht
der lagere klassen gelast.
Na het overlijden van Ed. Nevejans.
was het Roels die hem als leeraar der
klassen van samenzang opvolgde.
Sedert verscheidene jaren treedt Roels
als begeleider op hij de prijskampen
'en auditien van het Conservatorium, de
overleden bestuurder, Meester Ad. Sa
muel, heeft hem meer dan eens den
maatstok toevertrouwd bij uitvoeringen
en prijsuitreikingen, in elke omstandig
heid 'deed hij zijn grondige kennis en
waar talent uitschijnen.
Behalve zijne studiën in het Conser
vatorium bewerkte Roels het orgel onder,
het bestuur yan Désiré Van Reysschoot;
deze heel ;en al practisehe opleiding liet
hem toe de plaats van «orgelist» in de
kerk 'der EE. Paters Jesuiten in te ne
men, toen hij nauwelijks veertien jaar
oud was; bij het afsterven van zijn broe
der, Karei Roels, bekwam hij ook dezes
i plaats als orgelist in het Sinte-Barbara
Collegie; later werd hij in beide voor
noemde kerken kapelmeester benoemd,
j Roels werd weldra de volksman in
de muziek-maa tscliapp ij en der stad: op
raad van Karei Miry, trad hij voor het
eerst op als koorbestuurder in «Geluk
in T werk weldra werd hij bestuurder
van den «cercle des vingt», en in 1881 der
beroemde koninklijke zangmaatschappij
j «De Melomanen 'tls onder het be
stuur van Oscar Roels dat de Meloma-
nen hun grootste zegepralen hebben be-
haald.
Het is ook Oscar Roels die orkestbe
stuurder is van den Nieuwen Vlaam-
DIT IS
T NIEUWSBLAD ra TPEB
EN OMMELANDS
Jubelfeest van Mijnheer G0LAEBT
(üvyoBS^'itAix.tfseaxsHi