naaien
P<
lf
Ij Eli
m
O
O
W
P#
11
«ra mkm
T
Si
P-<
Op Zaterdag 7 Mei 1910
5 centiemen 't blad
Te irekken bij den Uitgever, Tk 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post,
Plaatsvervangers
te Sl-Juliaan, om 8 ure 's morgens, in klooster,
te Wesloutre, om 8 1/2 u., in de Knechtensehool.
te Woesten, om 11 u in '1 Klooster,
te ReninghelsG om I I u.; in de Jongelingscongregatie,
te llverdinghe, om 3 u., in 't Kasteel,
te Dranoutre, om 3 u., in't K looster.
te Locre, om 5 u., in 't Gemeentehuis,
te Gornen, ten 5 i /2 ure, in de zaal der Patronsge.
te Waasten, om 6 u., in 't Stadhuis.
meer dan 1,60 per dag
Ooeveel
éen frank daags.
Van langs om erger
dat is etn verse/til
van 450 frank
Ven langs om erger
Nog niet uit
't slechtste van al
Odilon OEM A litiÉ
45e jaar. Talmerk 8205
-
«f
gpépg
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
rs Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER
STRATE, Tk 36, te Yper.
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten o fr. 15 de reke binnen 't blad is 't
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN Yper, van al die buiten
Oost West Vlaanderen wonen.
WETGEVENDE KIEZING VAN 22 MEI 1910
Tf
DE HEEREly
II ril
JL
■j ]a.a 173
S van don Vader uitgaat, dan zal Hti van Mij ge
tuigen. Doch getuigt ook gij wijl ge van den
beginne met mij zijt. Dit heb !k tot u gesproken,
opdat liet u geen struikelblok worde. Men zai
u uit do Synagogen bannen, ja iiet uur komt, dat
alwie u hot loven beneemt, eeredienst zal mee-
nen te bewijzen aan God. En dit zal men u aan
doen. wijl men noch den Vader kent noch Mij
Maar dit heb Ik tot u gesproken, opdat ge, sis
het uur gekomen is, u herinneren moogt, dat Ik
het u gezegd heb.
ik e M te ÊS £3 M Pi
Y /T
mm Bsmm mm
1». 1 H. Mamertus b. van Weenen in Frankrijk
IJllUnKlJJjJLI die eerst de krutsprocessien invoelde. H.
f Gangulf m. gestorven te Oostroosebeke in den
van den 7 tot den 14 Mei. Helm. •- h, Georges;m.
Z.l. - H. Stanislas hm. in t 79. aan den d. 12. - H. Nereus en andere mm. t 304. -
autaar vermoord - H. Benedietus 11.81" Paus H. Germaan patriark van Constantinopel. - H.
van Rome f685. H« Flavia Domitilla mgm, j Aehileus. H. rancratius.
wierd levend verbrand met de HH» Euphrasma v. 13. O. L. V. ten martelen. -[Kerkwijding
«n Theodora. H. lonatiaan b. van Maastricht van den Pantheon te Rome, ter eere.jvan O. L.
561. Vrouwe en alle Heilige martelaars. H. Ser-
Z 8. - S. Michiels openbaring op den berg I vaas te Tongeren b. en patroon van [Maastricht.
Garpanus in Italië. H* Idubergechtgenote j 348 S. Jan de Zwijger b. en naderhand
van Pepiju van Landen. HH. Wiro, Plechelm j eremyt.
""w.'o.0— H. Gregoris vanNazianzau b B 8 B B B B 8 B «I
van piorentia 11 B«u>gel!e van Zondag 8 Mei.
1549. H. lsidoor, b. van Madrid. 1 S. Job de Te dien tijde zeide Jezus tot zijne leerlingen:
verduldige. i Wanneer de Helper komt, dien ik U zenden zal
ie. li.h. Franciscus de Hieronymo. 1716 van wege den Vader, de Geest dor waarheid, die
Het eenigste beentje waaraan de j
liberalen nog te knagen hebben voor
de kiezing, het is een pensioen van
één frank daags voor de oude werk-
lieden, een stelsel waarvan een rijke j
mijneigenaar de uitvinder is en dat j
door M. Nolf in de Kamer is voor- j
gesteld.
Uit menschlievendheid hadden we
geerne aan de liberalen dit knagertje
gelaten ze moeten binst den kies-
tijd toch met iets kunnen bezig zijn,
maar sommige lichtgeloovige men-
schen denken dat het genoeg zal zijn j
dat de liberalen meester worden en
dat van stonden af al de ouderlingen
van 65 jaar, 360 fr. 's jaars zullen
trekken, 't Is om die menschen de
waarheid te doen kennen dat wij,
naar le bon Combateens dat wets
voorstel van M. Nolf willen nader
onderzoeken.
Art. 1. De nijverheidswerklie
den van beider geslachten, die voor
komen in eene der rangschikkingen
vervat in de algemeene optelling van
1900, de landbouwwerklieden, als
ook de matroozen, die geen mede-
ëigenaars zijn van hun schip, worden
van 15 jaar voort, onderworpen aan
de bepalingen der huidige wet.
Art. 2. Alle persoon, die ver
plicht geweest is stortingen te doen
en die in het vervolg niet meer valt
onder de toepassing van het voor
gaande artikel, mag het pensioen
eischen van werkonbekwaamheid of
het ouderdomspensioen, vermits hij
voortgegaan is met 15 centiemen
daags te storten.
't Is ook alzoo met den beïgischen
werkman die op den vreemde gaat
arbeiden, nadat hij in Belgenland aan
dezelfde wet is onderworpen ge
weest.
Art. 5.Alle werkman, die ar
beidt in werkhuizen, fabrieken, enz.,
zal bij het ontvangen van zijn week
loon zijn kwijtbriefkaart aan den
baas overhandigen deze plakt er
postzegels op voor zooveel maal 10
centiemen, of is het een mijnwerker,
voor zooveel maal 5 centiemen, als
dat de werkman dagen heeft ge
wrocht.
Art. 11. De bazen die de timbers
opplakken mogen de helft der weer
de van die timbers afhouden op den
loon der werklieden.
Baas en werkman MOETEN
dus elk vijf centiemen daags storten,
volgens art. 5 en 11, voor eiken wer-
kedag, en de mijnarbeiders de helft.
Art. 26. Recht op pensioen is
te verkrijgen
1. Voor de werklieden, die 65 jaar
oud zijn
2. Voor de mijnwerkers aan 60 jaar;
3. Voor alle werklieden die tot
werken onbekwaam zijn geworden
vóór den aangeduiden tijd.
pensioen trekken van 576 fr. 75 of
Is dat nu klaar genoeg en zijn de
werklieden nu
voorstel Nolf maar
-4 M
overtuigd
dat het
Daar is in 't korte de wet waarbij
een pensioen BELOOFD wordt,
van éen frank daags.
Iedereen ziet seffens dat het verre
is van éen frank daags te trekken
zonder éen centiem te moeten stor
ten.
We zullen gemakkelijk kunnen
bewijzen dat de wet Warocqué-Nolf
op verre na de voordeelen niet en
geeft van de wet die nu in voege is
sedert tien jaar, en door de katho
lieken gestemd.
i. Volgens het voorstel Warocqué
MOETEN de werklieden storten,
't is verplichtend; volgens het tegen
woordig stelsel behoudt de werkman
zijn volle vrijheid.
En hoeveel bedragen de verplichte
stortingen
Alle werklieden, buiten de kool
mijnwerkers, betalen 5 centiemen
daags (werkedagen) en de mijnwer
kers 2 centiemen en half.
Laat ons driehonderd werkedagen
nemen, dat maakt 300 sous of 15 fr.
per jarede mijnwerkers moeten
maar zeven frank en half geven.
Volgens het stelsel YVarocqué-
Nolf moeten de werklieden 50 jaar
lang dat is van 15 tot 65 jaar
15 fr. 's jaars storten en zij zullen dan
een pensioen trekken van
Indien de werklieden, volgens de
bestaande wet, dezelfde stortingen
doen van 15 fr. 's jaars, ze zullen een
ij. Maar laat ons verder zien
2. De wet Warocqué VERPLICHT
Ne storten met afgestaan kapitaal.
De wet door de katholieken ge-
-stemd laat toe te storten met voor
behouden kapitaal, naar beliefte.
Nog meer die volgens de tegen
woordige wet zal gestort hebben van
15 tot 65 jaar, met voorbehouden
kapitaal, zal een pensioen trekken
van 390,50 fr., als onder de wet Wa
rocqué met afgestaan kapitaal, het
pensioen maar 360 fr. zal bedragen.
Alleenlijk bij stortingen met voor
behouden kapitaal, zal de storter, als
hij 65 jaar is, 70 ten honderd trekken
van zijn gestort geld; is hij overleden,
zijne erfgenamen zullen 97 per hon-
derd weerekrijgen.
Hoeveel bedraagt dit wel
De werkman zal binst die 50 jaar,
van 15 tot 65, 750 fr. gestort hebben.
En hij zelf krijgt 750 keeren 70 c.
terug, dat is 525 frank.
Of zijne erfgenamen trekken 750
keeren 97 c. dat is 727 fr. 50.
Zoodat bij de wet Nolf de werk
lieden 525 fr. verliezen en nog
30 fr. 50 min pensioen zouden
trekken per jare.
Is dat menschen foppen of niet
iS!
Maar 't en is nog niet al
Wil de werkman, volgens de be
staande katholieke wet, een pensioen
trekken van 360 fr. 's jaars of éen fr.
daags aan 65 jaar, hij en moet geen
15 fr. maar
6 fr. H
storten
's jaars
een half franksken te maande, of
6 cents te weke.
In 50 jaar zal hij 50x6=300 frank
gestort hebben in plaats van 750 fr.
Zoo beloven MM. Nolf en Waroc
qué u nog 450 fr. er bij te doen
verliezen
Volgens het stelsel Nolf-Warocqué
krijgen de mijnwerkers hun pensioen
aan 60 jaar, en de landbouwwerk
lieden en andere ambachtslieden
maar aan 65 jaar. Dat kan om reden
van het afmattend werk nog aange
nomen worden.
Maar wat niet aan te nemen is, dat
is dat de mijnwerkers bazen en
werklieden maar de helft moeten
storten.
Waarom dit verschil, M. Nolf?
Is dat een nieuw bewijs uwer ge
negenheid voor het werkvolk van de
streke
Ge moogt gerust zijn, de werk
lieden zullen het onthouden.
Volgens het stelsel Nolf-Warocqué
de werkeloozen, de kleingebrui-
kers, de kleine burgers, onze werk
lieden 12000 uit Vlaanderen
die in Vrankrijk gaan den kost ver
dienen met zuren arbeid, worden
uitgesloten tenzij zij alle dagen drie
soun of 15 c. betalen, dat is
45 frank 's jaars
Volgens de tegenwoordige wet
moeten ze maaar 6 fr. betalen uit
genegenheid zeker doet M. Nolf hen
per jare 39 fr. meer geven.
Dat is in 50 jaar 1950 fr. MEER
stortingen te doen.
Franschmans, is 't niet waar dat
M. Nolf u geern ziet
Volgens de wet Nolf zullen er
maar 1,057,000 werklieden en 323
werkvrouwen van de wet kunnen
genieten.
Tegenwoordig kunnen ALLE
werklieden meêdoen.
De spellewerksters, verdienen zij
misschien niet dat men zich om hen
bekommere
't Is dat volgens de wet Nolf er
maar 139,242 oude werklieden zijn
die zouden genieten van het pensioen
van 65 fr. en nu zijn er 230,000.
90,000 oude werklieden zouden
dus hun pensioentje onttrokken zijn,
dank aan de liefdadige wet Nolf.
Oude werkliên, die uw pensioentje
Mengelwerk van 't NIEUWSBLAD VAN YPER N0I6
DOOR
De eerste klopjes klonken voor de Consecratie,
t sloelgeruclite herbegon maar stierf zoodra uit. 't Was
zoo eene aandoenlijke stonde nu geen tik, geen zucht
brak de vlakke kalmte dieper negen de oogen en
vuisten dokten rouwhebbende op de ootmoedige borst.
Die van achter ruiden geen woord meer, gedwongen
door de plechtigheid van liet oogenblik, en gedwee
knielden ze, de handen op de leuning van 't stoclken
gestut. Ue zwaluw bleef roerloos en rond de kerke in
de hooge hoornen waren de musschen weg of hiel
den den bek, want men hoorde noch piep noch kriep.
Wanneer de laatste rinkeling door 't koor beide gingen
de hoofden op en men verasemde. Tien minuten later,
Wanneer de priester den zegen gaf, haastten de ach
tersten lien zeerei weg. en wierpen hunne stoelen in
eene woelige verwarring dooreen, 't Grootste deel
wachtte tot na 't laatste evangelie en trakelde {.tan
gemakkelijk naar buiten.
Zarren bemerkte dat Celina met eenige andere
vrouwen bij den communiebank de zondagrelekwie ging
kussen en dan nog een gebed deed vóór t missie-
kruis. Al de mannen waren vertrokken en hij bleef
alleen, maar omdat Celina zoolang verwijlde dorst
nJ niet langer zitten en verliet zijne plaatse.
Op. het kerkeplein wierd hij van boer Blomme
meegevraagd om een kapper, in Sint-Aiitoiiius. Hij
had liever traagjes verder gewandeld 0111 met Celina
te kunnen meegaan, maar hij dacht het rischerlijk
de junste van den boer af te slaan en hij aanveerdde.
Bah ja'k, Charles, waarom niet
Op den drempel van d'herberge keerde hij nog
eens het hoofd en zag Celina in den draai der strate
verdwijnen. Een vuile stinkende tabakrook walmde
naar buiten overal dompten de pijpen met groote
reuzelende truisen die een bijtenden smoor deden op
gaan eene lauwe bierreuke verzeeuwde de warmen
lucht en een brabbelend mengelmoes van ruwe en
schorre stemmen klonk door de verliepen kamer.
Ze moesten door de drinkers heen naar den
hxw drummen. De bazinne kwanselvulde de glazen
met een gulpe uit de groote kitte en ravelde verlaan
de natte "sous die kwistig iu 't schenkbord spetter-,
den. Op den hoek zorgde de baas voor den korten
drank, pekelde behendig met de tote van de flesche
over d'halvekens, uit vreeze van te vele te geven en
met een paterachlige God zegen u schoof hij den
klaren toe.
Charles en Zarren tikten. Met eenen wijden zwaai
stortte de knape den drank naar onder en hij stopte
dan zijn
dankt.
baardbranderke.
Zoo, Charles, dat 't wel gaat en ge zijt be-
A1 met een keer nu
ja zei hij zoekend om een leugen, 'k ben
wat verachterd in 't werk en 'k en mag niet lange
letten. Tot dat 't nog een keer past, hè
Al gaande overpeisde hij neerstig Gelina's vra-
ge, dat mocht hij alleszins niet lang uitstellen, en zou
het dezen noen nog te berde brengen. Hij was ze
ker van den goên uitval en wreef welgezind de han
den, als hij er aan dacht Celina het verblijdend nieuws
te mogen overbrengen.
Bij het thuiskomen vond hij heel het hof in
roere. De plukkers hadden hunne pakken en kof
fers uitgekeerd en geborsteld en geblonken 'dat het
stof door de schure rookte. Op weinig uitzondering
droegen de mannen den breeden trachterbroek dies
bij iederen stap om de beenen slonsde en plakkend op
de kloek-zware kozakschoenen neersloeg. Ze hadden
om het lijf den grof-sluitenden baai met den spraaien-
den halsdoek en in de lenden eenen breeden gordel
van rood of blauw goed gesnoerd.
Gaston, die er ver de flinkste uitzag, had leen
aangestoken met een groen streksken erom ge-
gelegd, een lange zilveren truisketen hong met
eenen leegen boog op zijn voorbroek en wipte en
wiegelde bij de minste beweging. De kleine gasten
hadden van soorten aan. Witten met een paar afge
stofte rekkerschoenen die veel te groot waren voor zijn
onvolgroeiden voet, en waaraf de ontspierde been-
lingen lijk stokkerige trochmuilen op zijn veel te korte
broek gaapten. Eene pane muts, met uitstekende neer
hangende klep stond scheef op zijn guiteniioofd gepast.
!t Vrouwvolk was meer opgesnakt. Lintjes en
strekschens met verschoten kleur ten half ontnaaid
sierden in droeve weelde en ontstichtende pracht hun
ne lijfs en kleeren. Hun mager stoppelhaar lag in blin
kende oliepezen, met eene dunne stresse busschen,
kammen en nijpers op hun hoofd vastgespeld. Hun
ne ongelijkhangende roks plooiden scheef en triestig
om hun vormloos lichaam dat lijk een kapstok luchtig
doorstak. De eene trokken alhier, de andere aldaar.
kol
om
Rond half noen Was er buiten Celina geen tenkelej
plukker meer op het hof. Wilden ze naar de misse
gaan, ze konden, wilden ze eene wandeling doen jn
't gebuurte, ze mochten. Iedereen had voor zijn zeiven
te zorgen, 't bijzonderste was dat ze niet vergaten met
den twaalven thuis te zijn.
's Middags zaten ze aan de kermis tafel, 't mans
volk had hunne veste uitgespeeld en ze aten in hunne
hemdmouwen,
't Dischberd was glad en wit geschuurd en de
teljooren spiegelden met eenen frisehen zondagschcn
glans. Eerst de dikke soepe die een Hauwen reuk
van groensel en afgekookt vleesch uitdampte, daarna
kwamen de pataters en salaê met hespe.
Tiele waterbekte achter d'hespe, zij en kon heur
(brandende goeste niet dempen en om e^nen 'voor
smaak te hebben, stekte ze rap met heur vorke de snib-
berlingen weg die buiten den boord van 't plateel slen
terden.
Zè, dat is van mijn liefste dat ik ete, zei
ze, 'k zou er mijn leven voor laten
Iedereen vulde zijn teljoore op met salaê, legde
die met eenige eerdappels vast en breedde er de hespe
boven op. De bekkeneelen gerochten aan 't malen en
deden geneerig hun werk. De vrouwen lijk de man
nen beten nijdig van de brakke weg en stopten het
eene op het andere, zoodanig dat er hunne kaken bij
spanden. Miel die benauwd was van zijn deel te ver
liezen, had zijne twee handen in den gang en voerde
lasten weg die van zijne vorke woegen. De bierkanne
ging rond en Fientje schonk voor elk eene kloeke pin-
te,
Wjordt voortgezet
CD
CO
CD
c©
'SO
cs
03
m
s~,
3
02
S
SS
f—I
00
c
s-:;
■3 «rn
e a
O 0
r*T
1 1 r 1
ÜL* li
r*i
f*i
1
•V
*Cs
.13
CS
03
03
•Q
03