SpiBeRdvaad 52
De Hommelpluk
j Q
w M
Op Zaterdag 11 Juni 1910
5 centiemen 't blad
45e jaar. Talmerk 32 f
Te trekken bij den Uitgever, 7* 36, in de Boterstrüte, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 8 frank 's jaars
Dagklapper
m u m m m w m - uw
Copie van eenen brief
van Mijnheer f) 11 Mon
ROND DE W Eli EU)
Aardbeving
Italië
Odilon DEMARRÉ
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
ps Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER-
strate, Tk 36, te Yper.
Echt en recht, 't oud Volk indachtig;
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen 't blad is 't
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten
Oost-& Westvlaanderen wonen.
van den 11 tot den 18 Juni.
II pi. Barnabas, apostel. H. Felix van
Fortunatus.
Z 12. H. Jan a Sancto Facundo. H. Leo
II! 97" Paus van Rome. H. Adolf, geloofszen
deling in Friesland, f 865. Zalige Adeleid vau
Schaarbeek..
m. 13. H. Antheunis (Antonius) van Padua,
11231. li- Felicula mgm. H° Acquilina,
mgm.
d. 14. II. Baselis de Groote, b. en kerk
leeraar f 378. H. EPseus profeet.
w. i5. H Vitus en anderen. - H. Landelin,
abt 1680. Zalige Uernhard de Menthou.
d. 16. H. -J. Franeiscus Regis, b. t 1610.
H9 I.udgaarde, geboren te Tongeren in 1183,
overleden bij Groenendael in 1216, berust te
lttreby N ij vel.
v. 17. 260 heilige martelaars. 'HH. Manuel.
Label en Ismael, mm. H. Fulco abt. U°
Aliena, mg. H. Gundult'. H. Adulf.
Evangelie van den 4en Zondag na
Sinxen.
Te dien tjjde, toen de menigte op Jezus aan
drong 0111 bet woord Gods te hooren, terwijl Hij
bij het meer van Genesareth stond, zag Hij
bij het meer twee schaepjes liggen. Maar de j
visschers waren uitgestegen en reinigden de
netten. Hij nu ging aan boord van een der scheep
jes, dat van Simon, en vroeg hem. een weinig
van wal te sleken. En neergezeten leerde Hij de
scharen uit het scheepje. Zoodra Hij echter op
hield met spreken, zeide Hij tot Simon: Steek
van wal in volle zee, en werp uwe netten uit ter
vischvangt. En Simon antwoordde en zeide Hem
Meester, den geheelen nacht door hebben we
gearbeid en niets gevangen, maar op uw woord
zal ik een net uitwerpen. En ze deden het en
vingen een groote menigte visschen. Maar hun
net scheurde, en ze wenkten hunne medevis-
schers in het andere scheepje, om hen te komen
helpen. En ze kwamen, en men vulde beide
scheepjes tot zinkens toe. Op dit gezicht viel
Simon Petrus voor Jezus voeten en zeideGa
van Mij weg, want ik ben een zondig mensch,
0 Heer Want ontzetting had hem bevangen, en
allen die met hem waren, over de vischvangst
die ze gedaan hadden. Eveneens ook Jocobus en
Joannes, de zonen van Zebedeus, die Simons
deelgenooten waren. En tot Simon zeide Jezus:
Vrees niet, van nu af zult ge menschen vangen,
kn ze bracliteD de schaepjes aan wal, en ze ver
heten alles en volgden Hem.
CS ca #5
Dank aan zaliger eerw. heer Barbier, kun-
hen we vandaag het eerste deel geven van
renen brief over een goed honderd jaar gezon
den uit Londen, van eenen, vlaamschen pries-
ter onzer streke, die erin gelukt was uit de
Cayenne weg te vluchten.
Pastor van Mannekensverein het Bisdom
van Bruggegedeporteerd na de Cayen
ne, en met ng priesters ingescheept in
de Corvette la Bayonnaise den iaugusty
*798, geschreven uyt Londen den 1 april
1800.
Zeen Lieve Moeder
In eene gedurige onzekerheyd of ul
'Vn Dae eenige muren van my 0111-
Sen hebl, niet tegenslaende ik al drie-
maai geschreven hen, neme wederom
ue occasie .waer om aon ui myne ,uy-
tui s te ueide en respec t te oevvyzen, den-
konue your zeker uat Hit, noen. acn ui:
noen aeii ïutj eemg kwaad kan veroor
zaken van clou kam van uwe regeeruers;
wam liet zoude meer a_s. een ;tyger.s,iiert
mouten wezen, die aen my Ox aen u 1 j
tot schuld 01' misdaad zoude .willen re
kenen, dal ik zonde gemeenschap, geng-
genheyü, iielde en aentnaerheyd.
nen, aen wie ik duur zulke strenge ban
den verknocht ben die mij op deze we
reld, naest God, de liefste zijn, en van
kvje ik zoo wreedelyk, zonder ceu.g regt
of reden, ooyt daer toe gegeven .te heb
ben, ben aigerukt ai tyd in angst en
.vyeeze zynde (ingezien uwen hougen ou
derdom) van nimmermeer Ret zoete ge-
jioegcu te hebben van met ui nog in
dit leven pei-sqoulyk te kennen inuide-
l.en.., ik hope en be trouwe als nu vaste-
lyk, dat den goeden God na my zoo yele
beproevingen en tribuiatien te liebben la
ten uystaen en doorzien, ten les ten, voor
eene tydelyke belooning, myne wen-
schen en dagelyksclie smekingên zal vol
brengen, en hier naer, niet min ons te
gader deze pynelyke Sm er ten, die ik
vooii den II, Naem en zyne glorie gei
leden hebbe, Üuyzend mael zal vergel-
gelden in den Hemel,
Zqer; lieve Moeder, de mis,grien, be-
nouwdiieden ,en ellenden die >vy uy.tge-
,staen hebben, zyu onbedenkeiyk en 011-
bescbtryveiyk ma,er dat dit uw herte
niet bedroeve want dit is at gepasseerd
en wy hebben dit ter liefde uucts voor
eeue goede zake geleden, waer over ik
gene goede zake geteden, waer over ik
pay verheuge ;wy bevinden ons alhier
yoor zoo veel den tyd en de omstandig
heden heL toelaten, uyterlyk wei; het en
gelsen, gouvernement, weikers goedher-
tigiieytl en milddadigheyd nooyt genoeg-
za;em zal konnen geprezen worden, geeft
een maendelijksch secours van 35 schel
lingen, het welke in ons geld uylmaekl
xuinrent zeven fransche kroonen met
hetwelk wy noglans niet teenemael
en konnen bes iaen mits alles hier
zoo uytnemendc duer is maer het
gene de kleyne middelen, die (wy
nog jh,ebben weten by te houden, groo-
telyks; ondersteuntzoo dat gy. van de
zen kant yoor: myne subsistentie geen
jongerustheyd moet hebben Gods voor-
zianigheyd is altyd by en met pns, deze
heeft .ons in alle uytdrukkelyke gelegen
heden tot eene uytnemende vertroosting
geweest. Ik wil ul een kort yerhael
geven van het geen wy afgezien heb
ben sedert onze inscheping tot Roche-
fort, zoo als ik ul in dien tyd heb laten
Weten.
kWy zyn den eersten ougst 1798, met
119 priesters ingescheept op de Corvette
of het schip genaemd la Bayonnaise van
32 stukken kanon, en op de reede van
Roehefort blyven liggen lusschen de ev-
landen van Oléron en Rhe tot den 8 dito,
alswanneer wy in zee gesteken zyn
alsdan zeyde ik adieu aen Europa en
■alle myne lieve vrienden ik zal u niet
veel zeggen van de maniere hoe wy
op dit schip zijn behandeld geweestal-
leenlyk dat onze spyze was het ralion
van de malroozcn, doch veel slegter,
voor zooveel wy, maar te eten hadden,
het gonne de malroozen niet wilden heb-
ben, en dat afviel van hunne ratio
dit bestond in weynig zwynen- of kt-ej)
envleesch pngeweekl, reeds sedert p
jaren gezouten en geheel verrot ons
brood bestond in hard biscuit van den
zeiven tyd van Robespierre, geheel door- j
knaegd van de Wormen, en yoor den j
meerderen dcele bedorven het geen nog j
goed scheen moesten Wy met de kanon
ballen zien te verbryzelen Wy hadden
nog over anderen dag er we ten met peer-
deboonen, waer in, gekookt zynde in
water, meer wormen als boonen waren;
zoo dat ik, na eenige dagen aldus ge-
spysd te zyn, voor zeker oordeelde en
my Vast liet yo°rei1 Staen, dat er nie
mand van ons al lot zyne 'destinatie zou
de overgebleven hebben want ik moet
zeggen dat ik dilcwyls voortyd meer
spyze op eenen dag genomen heb; ials
dan in den tyd van veertien dagen, en
dikwijls zeer geerne eene guiné gege
ven had 0111 den slegtsien kost van den
arms ten mensch van myne parochie, te
hebben.
Den 22 ougst 1798 stierf mynheer Rey-
phins, den oudsten, en zynen broeder
was; onlroosthaer dit was den eersten
dia het met de dood bezuerde nogtans
zyn er maer lien persöonen, ten tyde
van onze overvaert, gestorven, hetwelk
zeer te verwonderen is doch den mees
ten deel was krank en ziek.
Ons. logement was naer advenanle
wy w.aren met 119 persoenen onder in
het schip in tw.ee stagiën op malkande-
ren getast, hangende in eenen lap lin-
waeu van omtrent vier. voeten fang;
zulks dat het achterste van de bovenste
dikwyls het aenzicht va.n de onderste
genaektej, als versmagt zynde bleven de
zieke en doode Lusschen de levende lig
gen, Lot dat men hun daer uyt haelde om
hun in zee te werpen wy wierden ais
weggedragen en opgegeten van het on-
keuyd doch ten lesten ziende dat dit
alles jëene pestilentie jen besmettende
ziekte veroorzaekte, en vreezeude yoor.
de écpiipagie, zyn de zieken, die in gee-
nen kleynen nomber waren, boven ius-
schen de kanons, op de paihassen ge-
leyd, dit dede de andere een weynig res-
piereerenwy zyn alzpo te Cayenne
gearriveerd den 8 October 1798, De zie
ke wierden aldaer in het hospitael ge-
daen, waer zy redelyk bezorgd wierden
en die gezond schenen, doch het zeker-
lyk niet waren, wierden in een ander
schip ken gebracht om nog 30 uren ver
der langst de kusten afgezet te Wor
den, op eene plaets genaemd Conamama,
al waer wy den 16 oclober zyn aengeko-
men wy vonden alhier onder de fran
sche priesters, die ons waren voorge-
gaen, nog eenige nederianilerSmaer
het meeste deel was reeds gestorven.
Daer vonden wy op een onbewoond veld,
(gelyk aen 't veld van Male) omringd
van groote en dikke Ltosschen, eenige
cahanen van de Indianen yoor ons ge-
maektin dewelke wy ons logement
konden houden daer, waren nocli du-
ren, noch vensters, noch stoei, noch ta- j
fel, noch bank in deze barakken, die j
van staken gemaekt waren, en bevlogt
van enkele latten wy moesten met 24 j
persoone». in iedere cahaue verblyven t
onze eerste zorge was staken in het j
busch te gaen kappen en onzen linwa- i
den lap, die wy par gratie hadden mogen j
mede dragen, te spannen om bier pp j
te konnen rusten wy Vlamingen hadden
ons vervoegd met de savoyaerds, die zeer
deugdelyke priesters waren maer. in j
den tyd van drie Weken, was den nom- i
ber ai "meer als; van dhelft verminderd; j
wy hangden daer ook, gelijk in het .schip, f
in onzen lap, d'eene tegen d'andere. Ik
heb; my eens bevonden, dat er nevens f
my aen beyde zyden eenen dooden lag, j
en dat ik nog eenen den myne voelen
zag sterven. iWy waren daer met |G5
persoonen afgezet, en in den tyd van 11 j
weken waren er al 36 van ons gestorven,
zonder te rekenen de gene die voor ons
daer gekomen waren de mare ver-
spreyde zich tot Cayenne, dat de pes-
de ouder de gedeporteerde, te Conamama
was Chirurgins en soldaten die pns
moesten bewaren, elk viel ziek en stierf;
en om deze reden hebben zy ons alsdan
erplaetst naer een dorp, genaemd Sina-
Jmary bet scheen aldaer gezonder te
zyn, en wy waren daer ook veel beter,
voor zooveel, wy daer den kost konden
kcopen by fraeye jnwponders, die ons
eensdeels genegen waren Denkende dat
wy nog voorzien waren van eenig geld,
gelyk zy bevonden hadden van de ge
deporteerde Barthetemy en Pjcliegrns,
die daer ook geweest hadden maer
reeds voor onze aankomst van deze plat-
se ontsnapt waren wy vonden er nog
twee, die met hun, om zekere redens,
jn de ontsnapping niet hadden willen,
deel nemen te welen j, Rarbé-Marbois.
en Lafond-Ladebatu Joh Aimé langst
den kant van Cayenne oi> eene habitatie
en is na ons afgekomen., 5Vy hebben te
Si nam ar y verbleven van den 20 novem
ber 1798,' tot den 11 Mey 1799 dus,
omtrent zes; maanden doch niet anders
als de dood voorziende waert dat wy niet
haest daer van konden komen want
er stierven er nog dagelijks zoo dat
wy ten lesten onze eerste resolutie uyt-
vverkt hebben om daer weg te vluchten
dood voor dood, leven voor leven wy
hebben bedektelyk voor ons; eene schuyt
doen koopen en met eenen vissc'her en
dertien gedeporteerde, waer onder, 9 ne-
derlanders te weten M1" Cop, pastoor,
van Zwyndrechl bij Antwerpen, Mr Keu-
kemans, priester van Antwez-pen, M»' De
Bay, regent van d'arme stede schole te
Brugge, M. De Neve, pastoior van iWesl-
capeile, bisdom Brugge, Mr Moons, on
derpastoor van Boom, bisdom Antwer
pen, Mr DeRdot, oratoor van Scherpen-
beuvel in Braband, Mr Reypliins Ju
nior, onderpastoor van iWestvleteren,
Bisdom Yperen, M1' PlotteeuW, onder
pastoor vain Beveren bij Rousbrugge, bis
dom Ypea*en en pater Neirinc capucien
van NiiiQve, die nog in 't lev.en waren
zyn wy den 11 Mey, 1799 voorzien van
levensmiddelen yoor omtrent 3 dagen,
's nachts ten 11 uren, jn zee gesteken
top Gods genade, denkende ergens langst
de kusten op de hollandsche volkplan
tingen, in de West-Indien, aen te komen,
gelyk het ons gelukt is want den twee
den dag 11a ons uyt varen, zyn wy circa
40 uren van daer, tot Maroni aengeko-
men op eenen hollandschen post al-
waor den kommandant, die Luykenaer
was, ons zeer wel ontvangen heeft ons
feliciteerde en zich verheugde over onze
ontkoming want hij hadde daer reeds
veel van hooren zeggen.
('t Vervolg te naaste weke).
De eocyeliek eindigt m t eene lofrede van
de deugden van Sint Karolns en wakkert de
geloovigen aan zijn leven tot voorbeeld te
nemen in hunnen handel en wandel.
In de rondreize van da wereld roepen
twee voorname daadzaken onze bijzondere
aandacht, eerst een nieuwen wereldbrief
van Z. H. den Paus Pius X, ter gelegenheid
an de driehonderdste verjaardag der heilig
verklaring van Kardinaal Karolus Borro-
meus, aartsbisschop van Milanen.
In hst eerste deel van dien wereldbrief of
encycliek herinnert de Paus het leven van
den heilige, zijnen aanhoudenden en held-
haftigen strijd tegen degenen die onder
voorwendsel van de leering der Kerke te
hervormen, hunnen geest van bedorvenheid
verborgen en alzoo den weg hebben gebaand
voor het modernisme. liet waren de belan
gen der Kerke Diet, die deze hervormers
beoogden, maar wel hun eigen belang. De
Heilige vader prijst vervolgens de deugden
van den heiligen Kerkvader en stelt hem tot
voorbeeld aan alle geestelijken in den strijd
tegen ketterijen en dwaallee-ingen.
De pries'ers, zegt hij, moeten stiijd
voeren tegen degenen, die zooals vroegere
hervormers de geloofspunten en de stellin
gen der Kerk zoeken te ondermijnen, die
altijd woorden van vooruitgang en bescha
ving in den mond hebben, maar niet in het
hert, en die onder bedriegelijke woorden
hunne kwaadwillige gevoelens ti'achten te
verduiken.
Naar het voorbeeld van den H, Karolus
moeten allen mode «verken in demate hunnt r
vermogens om de samenleving op vaste
grondslagen te helpen vestigen.
De vaders des huisgezins mo8ten 9venals
de meesters en meesteressen aan hunne
kinders en onderdanen de toelating geven en
zelfs hun verplichten zich in de christelijke
leering ce onderrichten.
De heilige Vader dringt vorder aan op de
noodzakelijkheid om de christene opvoeding
te verdedigen tegen den geest van moder
nism, en veroordeelt eens te meer de on
godsdienstige school, die, zegt hij, ten
onrechte de onzijdige of wereldlijke
school genoemd wordt, en niets anders is
dan de onbeschaamde dwingelandij eener
in het geheim werkende sekte.
Tot slot beveelt de Paus de geestelijkheid
en de geloovigen aan, overal godsdienstige
scholen te stichten. Hij verzoekt daarbij de
bisschoppen de geloovigen op te wekken tot
het veelvuldig gebruik der H. Sakramenten.
Het tweede belangrijk nieuws komt ook
uit Italië en betreft eene vreese'ijke aard
beving die Dinsdag aldaar heeft plaats ge
had. 't Is de vierde schok die in de laatste
vijf jaar den grond van Italië heeft omroerd.
I>e aardbeving van 1905 werd gevoeld in
Calabriëu, in de Tyrrhéne'ische Zee tot aan
de Adri itische Zee, en woedde bijzonder op
het bergachtig gedeelte van 't calabreesch
binnenlaud. Deze van 1907 vernielde ganrch
het strand van de Thyrrhéneïsche Zee, zon
der de zeeëngte te overschrijden. De derde,
deze van 1908, bracht heel Calabrië en een
deel van Sicilië, van Catanzaro tot aan de
poorten van Catana, ten onder.
De ramp die nu Italië getroffen heeft,
strekt zich uit van Napels tot aan Neder-
Calabrië, inbegrepen de hoofdstid vau de
provincie Catanzaro, on van de Tyrrhéne'i
sche Zee tot aan de Adriatische Zee, begrij
pend de provincie Campanië, Avellino,
Beneventi, Basilicate, Calabrië en Apulië.
Opmerkelijk is het dat het noodlot nu
wederom het ongelukkig Calabrië treft, dat
reeds driemaal zoo wreed door de aard
bevingen geteisterd en in rouwe gedompel i
werd.
Deze aardbeving is veroorzaakt door ver
plaatsing van grond en geenszins tengevolge
van vulkanische uitberstingen. Deze ver
plaatsing schijnt verwekt te zijn door den
onophoudenden regen, die zoolang geduurd
heeft.
De verwoestingen
De aardbevingen van Dinsdag morgend
hebben te Castelbaronia de huizen en de
kerken beschadigd. Eene vrouw werd erg
gekwetst. Zes personen bekwamen lichte
verwondingen.
I De aardbeving was tegelijk golvend en
i verspringend. Meestal de gebouwen en hui
zen te Riocastel gelegen, zijn ingestort; vele
personen, in den slaap verrast,werden onder
de puinen bedolven. Dinsdag avond had men
j reeds 20 lijken uitgehaald men vreest dat
er nog een tiental personen bedorven liggen.
De reddingswerken worden ieverig voort
gezet, Eene afdeeling carabiniers en eene
i ploeg mijngravers, ouder het bestuur van
ingenieurs, zijn ter plaats gekomen.
Te Vallata is de aangerichte schade ook
zeer groot. Er zijn verscheidene gekwetsten.
Men heeft een lijk onder de puinen uitge-
haald. In het dorp Sun Fele zijn vier huizen
ingestort. In tegenstrijd met de eerste be
richten, werden in het dorp slechts twee
personen licht gekwetst, doch in het veld
liggen onder de puinen van een boerenhuis
vijf menschen bedolven.
In verscheidene gemeenten van het arrom
dissement Melsi zijn de muren van verscheh
dene huizen geborsten, alsook deze van het
gevang.
De aardbeving in de streek van Beuevento
heeft dezelfde uitwerksels gehad als deze der
ramp van Messina en Reggio angsten
schrik, overdreven nieuws door de dag
bladen verspreid, en groote ontroering. Ge-
Mengelwerk van 't NIEUWSBLAD VAN YPER N«20
DOOR
re'l-i ham*en over hel herte gekruist zat ze
tra hd! hem 11a lë zien, nu hij lijk ontmoedigd
aag over het plein naar de stalling beende.
God zuchtte ze, wat scheelt er mij.
vlo ^clastic heur kaken die nog vlamden en rap
üish^-v6 naar 1 versplette spiegelken dat tegen het
keu hing. Ze verschrok toen ze de vierigiieid op
over u'ezcu bemerkte en vouwde dan weer de handen
zurm ur horst die stormend joeg. Wat dingen!
Ucllt ?e, wat dingen
er if, fou ze nu kier alleen blijven Neen, ze was
Schan laüwd geweest. Waar een opbeurend gczel-
Indip ®aan vinden, al de andere plukkers waren weg.
kier vrouwvolk allicht kon weerkeeren, dat ge
niet moederziel alleen moest zijn.
2e .W^htig, met benauwde stappen, sloop ze
iq d 0l| ke achterdeur weg, en ze wierd geruster met
"reede opene lucht te komen.
l°chtinL k->3oclxt haar dat ze eene ronzing hoorde in den
de blr 1 Was- de boerinne die er de 'groensels jen
hen z)m,en kekeek. Ze had de gewoonte, bijzonderlijk
Uier .a§n°etoe een loer te maken in haar hoveken.
°f seti a-r knipte ze bij plante of bloeme een blaad-
8ehooen weg, rechtte met stijl en stok een scheef-
een loer te maken in haar hoveken.
Maal of een losgewaaiclen stam, trok bij plaat
sen een hutje onkruid uit, polkte, rakelde en effebdes
met heur sLijf-lodderige vingers en dat ging al met
een pruttelen en ruttelen tegen haar zeiven of tegen do
stomme dingen die ze genaakte of bezag.
Celina rischierde 't maar traagjes qxu te nade
ren, 't docht haar altijd dat de boerinne de verwer-
ring op heur wezen zou beletten en wellicht naar
den reden vragen. ;Ze kuch tie yoor een konsuis, en
omdat de boerinne immertoe beslaafd voort deed, ging;
ze stout met eene onnoozele zekerheid van haar zelye
binnen.
Wel, 't ijls gij, zei Sofie opziende, komt ge
een handje toesteken, 't is noodig 't Kijk, hoe leelijk
de vlage alles verstegen heeft 'L ligt al om gaan
't eene scheef, 't andere krom. Mijn boonen, mijn bloe
men, heel de lochtenieringe. 't Is waar, 't zal er ook
deugd van gekregen (hebben, maar 'i mansvolk zou
dan beter achter komen om het boelken effentjes in
orde te zetten. Fiel kijkt er nooit naar, 't is hem de
moeite niet weerd en Jan is maar goed om zijnen
toebak te luizen, ware 't niet van Zarren. Zei zcy
Ware 't niet van Zarren... peisde Celina.
Binstdien wees de boerinne met heur )dik-vette
hand op den ontredderden kweek, van den eenen kant
van den hof tot den anderen, dan stoop ze weer heur
zwaar lijf en ploegde voort de nersche eerde rond de
hutjes en langs Re stalen.
Celina zou wel het eeue of het andere willen
zeggen hebben, maar ze vond geen gepasten inzet.
Ge houdt vele van uw hoveken, Sofi£ vroeg
ze met een zweem van belangstelling.
1 i i. Nu zoo danig niet meer, hoe weinig het
is daar moet zooveel oppas voor. are t niet
van de bloemen.L. Nè, toog eene die kapot is, kijk, en
met een snok trok ze eene ver krenkte lisbloeme yan
den gebroken stam. I
Celina raapte ze op en bekeek ze Riet een schijn
I van aandacht.
j 't Is jammer, zei ze, zoekend nu weerom' 't
j gesprek verder te brengen, maar de bolle wilde niet
i afwinden.
't Kwam haar nu te binnen dal ze van slaapplaats
zou veranderen, daar moclit ze de boerinne wël een
I jdank-je vqoii zeggen. 1
'lc Zou 't wel vergeten 11 te bedanken, Sofie.
j zei ze, omdat ge ons nu in den koeislal laat slapen.
De boerinne weerde haar scheef rechte en niet
de bemorsde aardvlngers op het meisken wijkend
Is 't gij die Zarren gezonden heeft vroeg
i ze met een schimpend lachje, ge zijt een boos dingen,
gij k had het geraden van met dat hij gaapte.
Celina nikte en loech ook met eene gemaakte
j giecheling, lijk om geen opzicht te geven binst dat
ze de groote bloeme vol in 't wezen stak.
Zie maar dat g'er niet mee wegloopt, met
f Zarren, plaagde ze, hij heeft een otog&ken op u.
Hij en doet, zei Celina koel en ernstig,' wie
zou er op mif gaan peizen, de jongen is: er te fraai voor.
1 Fraai genoeg, herhaalde Sofie,.... 't en is al-
i gelijk niet noodig een halve deugniet te zijn 0111 ieen
meisken geeren te zien 'k Houd ik veel van dien
jongen en juist omdat hij zoo fraai is, bofte ze gemeend
f voort. Waar gaat ge ze gaan zoeken, knapen lijk Ide
onze Dat zet nooit geen voet van het hof, 's mor
gens de eerste op. 's Avonds de laatste d'erin. 'Hij
Ze zat neergehurkt bij een vijen hut hortensias
die wijd uiteengeborsteld met lamme stijlen en verblut-
ste bollebloemen den wegel versperden.
Ocli I hoe 'jammer, lamenteerde ze, en hief 1
voor zich tj es meelijdend uit vrees van ze te bezeeren, j
de stengels omhoog die, zoo gauw ze den steun van heur
bezorgde hand misten machteloos neerzonken.
Ze zinde Ze zijn in den grond afgebroken met
eene spaê eerde en een touwie zullen ze 't misschien
inog houden 'k zal 't zeggen aan Zarren. En ze rons-
de. ronsde met ondertusschen een steegen asemstoot
van 't gedurig doen en w'eeren en L ongemakkelijk zit
ten.
En 't is gij die Zarren met die kornissie lielast
hebt vroeg ze zonder opzien.
Celina gevoelde, daL ze met van die slaping te
kouten, op een sleerig baantje gerocht was.
Ja 't, zei ze onzeker, 't was maar.,, ge ver-
1 staat, Sofie, 'k heb er hem van veraati iets van gezeid.
Bali I gij en moet liet niet verduiken, jong,
I daar en is precies geen kwaad in gelegen menschen
spreken menschen.
Nu ze de hortensias ten beste mogelijk opg-e-
i kamd had, kroop ze op heuren hurk tot een bijstaande
1 rozelaarken dat hem van zijnen stok losgewoeld en zijne
S bloemen in den wind kaalgekletst had.
Nog een >verksken voor Zarren, peisde jCe-
lina en ze meende luid op 't zal weinig helpen, ze
- "::n verre geleefd, wil ik om een koordje
heeft van alles kennisse, dat en drinkt noch en schinkt! i dag verslijten.
'k wft het geloo\Ten, en. zoo gerust I
Laat maar zijn, we zouden hier heel onzen
Fraai fraai
in 't vrouwvolk 1
W.Qrdt voortgezet
a
DIT IS
NIEUWSBLAD VAN YPER
EN OMMELANDS
«av 11U.U VAL/ l/WULOj JZlJt.UlH.IV/J, X1JIV
Oaen o) *v/V/iillc mui blijl cii lUxv cu-11 scuuci
Zijl
I i