DIT IS
SpiBoKdraad £8
EN OMMELANDS
w
De Hommelpluk
0
0
H
m m m w m -m
cn
Op Zatenlag 24 September 1910
5 centiemen 't blad
45e jaar. Ta'merk 2$2
Te trekken bij den Uitgever, Tk 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezer, ofte post, tegen 8 frank 's jaart
Dagklappcr
caesciifiiescsfeifiaGdea
Evangelie van den 19'
Zondag na Sinxen
Vlaanderen herleeft
De Bisschop van Luik
Algemeene Spaarkas
Ko\r> s u' h
roL,
Odüon DEMARRÉ
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
van den 24 Sept. tot den 1 Oct.
C£ÈSËSfii&i£dfii&iGSCia
m m m m m fit m
Vrat lvr*ijh
CD
OO
CD
CO
3
Ph
s
•22
van
-22
a>
l-H
a
mÜ\ mxj*
omtunuiMiuuutt,
I «Sfctt
MPITIXfCPf ÜWH ïïih
JCalJ f¥ •SÉBiLailbU VAfl
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
rs Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER
STRATE, T11 36, te Yper.
De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen 't blad is "t
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten
Oost-& Westvlaanderen wonen.
keu
z. 24. O. L. V. ter slaven. H. Geerhard
bm.
Z. 25. A. Cleophas m H. Firmin. H.
Geruit'martelaar door zijnen peter gedood bij de
abdij van St Amand^te Drongen.
m. 26. HH. Cypriaan en Justiua mm. H.
Eusebius 31» Paus van Rome. t 310.
d. 27. HH. Cosmas en Damianus, ram broe
ders f259, patronen van Heel- Genees-en Tand
meesters. 4IL Eleazar, graaf', en zaligeDelphna
zijne huisvrouw.
w. 28 H. Weuceslas m. hertog van Bohe-
men.
d. 29. 'H. Michiel, aartsengel. Patroon van
Brussel, patroon van suikerbakkers en weeg
schaalmakers.
v. 30. H. Teroom, 'pr, en kerkleeraar te
Bethleem, in 423 patroon van mandemakers en
vannemakers.
Te dien tijde sprak Jezus tot de opperpriesters
en de Farizeën in gelijkenissen. Het rijk dei-
hemelen is gelijk aan een koning, die ee- brui-
loftmaal voor zijn zoon had bereid. En by zond
zijne dienaren om de genoodigden tot de bruiloft
te roenen, en zij wilden niet komen. Wederom
zond hij andere dienaren en sprak Zegt aan de
genoodigden Ziet, ik heb mijn maaltijd gereed,
mijn ossen en mestvee zijn geslacht en alles is
bereid komt ter bruiloft. Doch zij sloegen er
geen acht op en gingen heen, de een naar zijn
lioeve, de ander naar zijn handelszaken. De ove
rige grepen zijn dienaren aan, mishandelden en
doodden hen. Toen de koning dit vernam, ontstak
by in toorn en hij'zónd zijn leger en verdelgde
die moordenaars en stak hunne stad in brand.
Toen zeide hij tot zjju dienaren Het bruilofts
maal is wel gereed, maar de genoodigden waren
hei niet waardig. Daarom gaat naar de kruispun
ten der straten en noodigt tot de bruiloft al en.
die gij zult aantreffen. En zijn dienaren gingen
de straten op en verzamelden allen, die zy aan
troffen, slechten en goeden en de bruiloftszaal
werd gevuld met gasten. De koning nu trad bin
nen om de aanliggenden te zien, en hy zag een
man, die niet in bruiloftskleed was gedost. En
hjj zeide hem Vriend, hoe zi.it gij binnen 'geko
men zonder bruiloftskleed En deze verstomde.
Toen zeide de koning tot zijne dienaren: Bindt
hem handen en voeten en werp hem daarbuiten
in de duisternis. Want velen zijn geroepen, maar
weinigen uitverkoren.
Dezen kreet hééft pastoor Hugo Ver-
riest heel Holland door doen weergalmen.
Dat was reeds de zielekreet van dezen immer
jeugdigen man, toen hij nog jonge leeraar
was. Maar in de laatste jaren heeft Ver ri es t
hem met zooveel overtuigingskracht uitge
sproken, wijzende op de pleiade Ylaamsche
schrijvers, die door eigen aanleg en haast
zonder vorming algemeen bewonderde
schoonheid scheppen, dat zelfs de zwartzien-
den den 1 uit voelden krieuwelen om mee te
juichen.
Vlaanderen herleeftHoe heeft de studen-
tenjeugd en het oud-studentenvolk het uitge
jubeld toen, vóór een jaar, A. Rodenbach's
standbeeld ingehuldigd werd.
En hoewel er geen sprake meer wezen
kan van een specifiek-Vlaamsche schilder- en
beedhouwerschool, toch verwerven Vlaam-
sche kunstenaars wereldroem.
YVetten, die het gebruik van het Neder-
landsch invoerden, waar de Staat met het
Ylaamsche volk in betrekking komt, worden
beter en immer beter onderhouden, dank zij
de hardnekkige werkzaamheid van enkele
Vlaamschgezinde groepeeringen en dank zij,
in de laatste tijden, den volksgezinden
minister Helleputte.
En is op de wrangen strijd rondom het
wetsvoorstel, dat een gedeeltelijke vervlaam-
sching van het vrij middelbaar onderwijs
invoert, niet gevolgd een tijdperk van heil-
voorspellenden vrede, nu meer dan één
bisschop maatregelen nam ter bevordering
van de kennis der volkstaal
Vlaanderen herleeft.
Let wel nog niet het mindere volk en
evenmin de rijke lieden. Beide standen blijven
nog onverschillig.
Maar geen nood...Vlaamsch,doorvlaamsch
zijn reeds geworden wat ik zou noemen
de deesem van een volk, de verstandigen,
de gestudeerden, de voorlichters, de leiders.
Die beijveren zich om te veroveren, door
zelfstudie en inspanning, wat ze niet kregen
uit hun omgeving of van hun onderwijs:
een eigenaardige beschaving, een hooger
leven met de moedertaal in den geest en op
de tong.
Het meest doordragend bewijs dat Vlaan
deren herleeft wordt Zaterdag, Zondag en
Maandag a s. te Aulwerpen geleverd. Op
die dagen zullen in de vlaamsche handelsstad
bijeenkomen meer dan iioo elfhonderd
Vlamingen die dragers zijn van een eind
diploma van hooger onderwijs,elfhondeid
Vlamingen, die daar zullen vergaderen in
wetenschappelijke congressen om er te han
delen in de moedertaal over hun speciale
vakken, welke z'.j aan de hoogeschool hebben
moeten studeeren in een vreemde taal, hel
Fransch, elfhonderd Vlamingen, die daar
bijeenkomen tot zelfontwikkeling en om de
wetenschap te bevorderen, maar ook om
het bewijs te leveren het hoeft nog in Bel
gië, aan de grens van Holland dat ook in
hel Nederlandsch de wetenschap kan behan
deld w orden en ook om te getuigen dat zij
gewaar worden hoe hun Fransche opleiding
van hen niet maakte, wat ze moeten zijn
te midden van hun volk.
Van hooge beteekenis in de Vlaamsche
Beweging zal zijn het gelijktijdig vergaderen
te Antwerpen van het XIV' Vlaamsch
Natuur- en Geneeskundig Congres, het VI'
Vlaamsch Rechtskundig Congres en het I'
Vlaamsch Taal- en Geschiedkudig Congres.
In hc-t geneeskundig Congres worden 80
wetenschappelijke verhandelingen voorgedra
gen in vier afdeelingen, bij de rechtsgeleer
den wordt gehandeld over 3o punten in vijt
afdeelingen, en in het Taal en Geschiedkun
dig Congres treden veertig sprekers op,
waaronder dertien hoogleeraars van de vier
Belgische hoogescholen.
Ook de Bond van Noord- en Zuid-Neder-
landsche letterkundigen heelt zijn algemeene
vergadering op die dagen te Antwerpen
belegd.
Meer dan eens zijn Nederlanders naar
Vlaanderen overgekomen op dagen van
Vlaamsche feestviering en jolijt, om hun hart
te warmen aan de geestdrift van de Vlamen.
Wie nu echter het beste deel van de Vlaam-
sche-bewegers wil bezig zien en tevens een
vertrouwbaren kijk hebben op het duurzaam
ste van de Vlaamsche beweging zelf, moet nu
te Antwerpen wezen. Niet enkel om de we
tenschappelijke besprekingen te volgen.
Congressen ook die van de strijdende
Vlamingen gaan niet zonder de gebruike
lijke ontvangsten, concerten, uitstapjes en
banketten.
Vast zullen de Hollanders er gulhartig
ontvangen worden, zooals trouwens reeds
vroeger het geval was op de Natuur- en
Geneeskundige Congressen en op die van
de rechtsgeleerden.
Dr. Leo van Puyvelde.
Centrum
Het Davidsfonds komt aan zijne 6156
leden de vlaamschgezinde synodale aan
spraak van 20 april 1910 van Z. D. H. den
Bisschop van Luik uit te deeleu. Die aan
spraak bevat zooveel waarheid en wijsheid
dat wij niet kunnen nalaten al onze lezers
er eenigo uittreksels van mede te deelen.
Mgr Ratten zeidaar de groote meerder
heid van het Vlaamsche volk nog godsdien
stig is, laat ons onze uiterste krachten
inspannen en al onzeninvloed samenbrengen
om dat Volk zijne moedertaal te bewaren.
Die taal is een noodzakelijk bestanddeel van
zijn leven een kostelijke waarborg voor
zijn geloof en zedelijkheid een onmisbaar
middel om het deelachtig te doen worden
aan de voordeele.i van den vooruitgang en
de beschaving de voorwaarde van zijne
waardigheid en zijne vrijheid de noodzake
lijke baud om het in gemeenschap van ge
dachten en gevoelens te houden met de
ontwikkelde standen van de maatschappij.
Welke is de juiste beteekenis, welk is het
ware doel van de Vlaamsche beweging? In
haar diepste wezen is zij hoofdzakelijk, ik
durf zeggen uitsluitend, een streven om het
Vlaamsche volk te heffen uit dien toestand
van verval waarin het verkeertorn het
deelachtig te laten worden aan de vorderin
gen en de voordeelen vau de hedendaagsche
beschavingom het in staat te stellen zich
beter en in zijne algemeenheid ten nutte te
makeu de wetenschappelijke, maatschappe
lijke en godsdienstige tennis die de geleerde
standen hebben aangeworven.
Met dit doel richt nu de Vlaamsche bewe
ging al hare verzamelde krachten op het
onderwijs van het Nederlandsch opdat het
verstandelijk gedeelte des volks zijn vlaain-
schen aard zou bewaren, en opdat er
tusschen de lroogere en lagere standen geen
steeds dieper en breeder wordende afgrond
zou komen te gapen, tot groot nadeel van
beiden.
Welk was over 20 jaar en is heden nog de
toestand
1" feitDe Vlaamsche adelen de rijke
klassen zijn, op schaarsche uitzonderingen
na, waarlijk Fransch geworden. De edeien
en do rijken in het Vlaamsche land kennen
het Vlaamsch niet, of niet goed. Gemeenlijk
achten zij het voldoende wat plat Vlaamsch
te kennen om aan dienstboden eu werklie
den hunne bevelen ie geven. Daar buiten
gaat alles in hunne huisgezinnen in 't
fransch. De kinderen leereu vreemde talen,
en krijgen daartoe engelsche of duitsche
kindermeiden maar om het Vlaamsch, dat
de taal is va» het volk, waartusschen zij
zullen te leven hebben, en waarvan zij de
hoofden en de leiders zouden moeten worden
bekommert men zich niet. Er bestaat waar
lijk tegenwoordig geen Vlaamsche adel
meer.
2e feit: De goede burgerij, ik bedoel de
advocaten, magistraten, geneesheeren, no
tarissen, professors, kunstenaars, officieren,
ambtenaren, rijkgewordeu handelaars en
uij/eraars, bemiddelde burgers, renteniers
en eigenaars, kortom de maatschappelijke
stand die middelbare en lroogere studiën
heelt gedaan, vordert snel op den weg der
verfrauschiug. In de vlaamsche steden hoort
men bijna geen vlaamsch meer spreken door
personen die behooren tot den ontwikkelden
stand. De gebruikte omgaDg- en bespre
kingstaai is om zoo te zeggen uitsluitend
Fransch. Zij durven, zy kunnen bijna geen
Vlaamsch spreken, omdat ze gemeenlijk
maar wat ruwe gewesttaal kennen Vader,
moeder, kinderen, vrienden en gewone be
zoekers van den huize spreken alleen nog
Fransch, en laten het Vlaamsch voor het
geriDge volk, de dienstboden en de werk
lieden.
3e feitI)e hoogere overheden en politieke
mannen zijn over 't algemeen niet in staat
behoorlijk Vlaamsch te spreken en te
schrijven men ondervond het tijdens het
bestrijden der ongelukswet van 1879 en men
ondervindt het bij elke kiezing of politieke
vergadering.
4e feitDe vlaamsche priesters, hoewel
zij de moedertaal beter geleerd en beoefend
hebben, bekennen dat zij haar niet voldoende
meester wierden gedurende hunne middel
bare studiën, en dat alleen zij, die ze op
eigen hand hebben bestudeerd, ze behoorlijk
spreken en schrijven. Zij voelen, evenals
vele wereldlijken, hunne onmacht om in
beschaafde taal een gesprek te voeren of een
redetwist vol te houden over gelijk welk
vraagstuk van bijzonderen aard. De woorden
eigen aan elk vak wierden hun niet aange
leerd. Een Vlaming kau doorgaans over
politiek, rechtsleer, huishoudkunde, natuur
lijke wetenschapper), landbouw of gezond
heidsleer, meet-en wiskunde, geschiedenis,
aardrijkskunde of letterkunde, zelfs over
godsdienstleer of geloofsverdediging niet
uitweiden zonder de eigennamen en vak
woorden in 't Fransch te noemen of vooraf
verscheidene uren studie te besteden aan het
opzoeken en aanleeren van de eigene
Ylaamsche vakwoorden.
5e feitDe vrouwen van den hoogeren
stand en zelfs vau de burgerij zijn ver-
franscht. Wat, al huismoeders, wat al god
vruchtige of liefdadige duinen, wat al voor
name en lieve jufvrouwen spreken met
huane echtgenoten, ouders of kinders uit-
sluitelijk Fransch. Zij stellen zich aan alsof
ze geen vlaamsch sermoen begrepen zij
bidden en biechten uitsluitend in 't Fransch,
zij lezen alleen Fransche romans, zij zingen
alleen Fransche romancen, en zijzouden zich
vernederd achten, sprak men hun aan ia 't
Vlaamsch, of lieten zij een Vlaamsch woord
van hunne lippen vallen. Waar grootmoeder
geen woord Fransch kende, kent de klein
dochter geen Vlaamsch meer, en stelt er
eene eer in het niet te kennen, of gaat zelfs
zooverre het te verachten.
De feiten hiervoren vermeld vinden hunne
uitlegging in de gebrekkige inrichting van
het onderwijs voor jongens en meisjes. Ik
daag een Vlaamschen leerling uit, hoe ver
standig hij ook weze, om zijne moedertaal
behoorlijk machtig te worden, indien hij,
gedurende heel den tijd zijner middelbare
studiën aan een Fransch schoolstelsel onder
worpen is. Het zou onbillijk zijn te beweren
dat de Vlamingen geen ernstige reden tot
klagen hebben. Bij de Walen zou een
Vlaamsch schoolstelsel geen 24 uren duien
Maar, zegt men, wat kwaad zou hot doen
zoo het Fransch de taal der Vlamingen
wierd Zou de eenheid van het Vaderland er
niet bij winnen, dank aan gemakkelijkere
betrekkingen tusschen Walen en VlamiDgen,
en volledigere en snellere samensmelting
van beide rassen
Ik geloof dat bet een groot kwaad, een
grove rechtschenning zou zijn aan de Vla
mingen hunne moedertaal te ontnemen. De
taal is het levendigste bestanddeel van alle
nationaliteiten voor de volkeren, zooals
voor de enkelingen, is bet reebt op bet be
staan het allereerste recht. Vlaamsch Belgis
is geen ondergeschikt of overwonnen deel
van 't land De eenheid van het gemeen
schappelijk vaderland zou er niet bij winnen,
zoo Vlaamsch Belgie langzamerhand verne
derd wierd tot een soort van Polen of Ierland
waarvan de rechtmatige klachten elk recht
geaard en eerlijk merisch sedert eeuwen
ontroeren. De zoo hoog geroemde gemakke
lijkheid van verkeer zou nooit bereikt wor
den door het eigenlijke volk, daar dit noch
tijd noch middels heeft, om, buiten zijue
moedertaal, nog eene tweede taal te leer n,
en daar de ovprbeersching van het Fransch
voor dat zelfde mindere volk een onwaardig
knechtschap, en een net van onverdragelijke
belemmeringen voor zijne verstandelijke,
zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling
zou worden. Daarbij, de Vlaamsche taal is
een zeer gewichtig beletsel tegen eene in
palming van Belgie door Frankrijk, en een
bolwerk tegen de uitbreiding vaa de heden
daagsche dwaalleeringeu die, in ons land
vooral, door 't Fransch verspreid worden.
Het ware eene dwingelandij ten nadeele van
da meerderheid der Belgische burgers de
door de Grondwet gewaarborgde vrijheid der
landstalen te schenden, en den Vlamingen
het recht te ontzeggen in hunne moedertaal
geregeerd en gevonnist te zijn.
Vervlaamscht het onderwijs, besluit Mgr
Rutten,
1° Om de Vlamingen niet kwaad en vijan
dig te maken
2° Om de ontwikkelde standen in staat te
stellen een zaligen invloed op het minder
volk uit te oefenen, nu bijzonderlijk dat het
socialism zijne anarchistische leering onder
't volk tracht te verspreiden
3° Om het priesterambt waardig en
vruchtbaar bij bet volk te maken.
jnj jmj JSU ,T-l? J2D JSlf
Die voorzeker naar den Disch niet zal moeten
gaan, is de Algemeene Spaar- en Lijfrentkas,
die ook eene Verzekeringskas tegeri sterfte en
ongevallen is.
Den 31 December 1909 bezat zij
één milliard %es honderd acht millioen
negen honderd duist franken
haar mits intrest, pensioen of beloofde vergoe
ding behandigd.
2,710,112 spaar- of rentebezitlers
brachten haar fr. 1,421,000 000
1.075.000 pensioenbetrachlers 148,700 000
39.301 verzekerden tegen slerfte 11,000,000
005 verzekerden tegen ongevallen 1.200 000
en sommige andere 27 000 000
Te zamen fr. 1,608.900 000
Wat (Led die Kas met al dat geld
Zij kocht daarmee voor de rentboekbezitters,
Staatsrenten fr. 501 382 900
en voor haar zeiven id. fr. 259 700.646
gouw-ot stadsrenieu fr. 175 631 663
en maatschappij renten fr. 196,59.3,401
Zij gaf in leening, mits hypotheek,
aan bijzorideren fr. 15,106.052
Aan creditmaafschappijen voor
werkmanswoonsten fr. 77.948 286
Aan landbouwcreditmaatsch., fr 236 227
Voor landbouwleeningen fr. 12,761.020
Zij gebruikte, voor wissels en
leeningen van korten duur fr. 234 658 306
Zij stak in buizen en meubels fr. 250.000
Te zamen fr. 1,474.268 5^1
Zij hield het overige in kas, 't zi.' fr 124 631.500
Te zamen fr. 1,608,900,000
Zij trok dooreen 3 fr. 18 van haar geld, en
betaalde op tijd en stond aan alle rechthenbende
hunne intresten, pensioen- en vergoedingen.
Zij is de best gekende, meest betrruwde en
deugdelijkste instelling van 't land.
Wij hebben reeds meermaals gesprokn
van het echte schrikbewind, dat de socialis
tiscke syndikaten in Vrankrijk doen heer-
scben. Dat verergerde van dag tut dag D-
rooda kopstukken vergenoeg-n zich nmt
meer, met de ongesyndikoerde wei-kimden
gevangen te zetten en te mishandelen, zij
doen l-en reeds eenvoudig vermoorden Da»
is over ei-n paar dagen geneurd te Le Havr-,
waar sedert eenigen tijd eene w> rks aking
tusschen de kooldragers was uitgebr* ise
Een kooldrager, 42 jaar, vader va,,
kinderen, werd door de werkstakers geste
nigd en doodgestampt.
Eene fransche kapitalische maatschappij,
die den zetel harer werkzaamheden in Oos
tenrijk heelt, beweert dat de oostenrijkscbe
overheid haar vervolgt. De fransche regee-
ring heeft uit weerwraak den taks op d>m
petrool van Oostenrijk nog verzwaard. Zij
en kost nog niet genoeg In Vrankrijk is het
leven allerduurst. A! wat een mensch noodig
heeft om te leven, is er dubbel en dik belast.
De Oostenrijkers zitten er, naar het cbijnt.
niet veel meê in, met deze bedreigh.g Ze
zeggen doet wat ge kunt Belast gij nog
meer onzen petrool, wij zullen den faks op
uwen champagne vermeerderen 1 Petrool
kau men niet missen, maar champagne wel.
't Was ook in dien zin dat de belgische
regeering tewege was te werken, Is de
fransche Kamers zulke hooge rechten legden
op verschillige artikels die in Belgie ge
maakt en naar Frankrijk uitgevoerd worden.
Tot heden heeft onze regeering nog geen
gevolg gegeven aan haren opzet. De libera
len en de socialisten hebben er hen tegen
verzet. Dat is zoovele als aan de fransche
CO
SO
•x
CC
CC
t_
GO
e..
0
CS
"55
■>-«
3
-a
Mengelwerk van 't NIEUWSBLAD VAN YPER N°35
DOOR
't Kwol hem Hu, dat hij hem zoo kwaad gemaakt
had. Waarom moest (die gaper ook zoo'n stressen ver-
Lellen waar ze allen hij waren Fielten was weiger
over zijne eere, niet omdat ze hem 2elf kostelijk
scheen, maar omdat zijne moeder hem dan altijd met
hein- zagerijen lastig viel en t werkvolk er eveneens
gebruik van maakte om hem te begekken en te treilen,
en dat mocht hij niet lijden.. Nu, morde hij inwendig,
hij moet het maar weten, 't zal hem leeren.
Wanneer de tuiter van het hof noene riep, lag
Witten nog altijd op het land. Zijn huilen had op
gehouden maar hij bleef gedurig nog zonder jkeeren
of roeren. Fielten ging naar huis met Tientje. Zarren
en Celina volgden stillekens. De andere plukkers hie
ven staan en kijken,
'k Ga ik tot er bij, zei Bierten, Misschien,
let er den jongen iets en ze trokken al te gare mee.
Wanneer ze bij Witten kwamen hoorden ze hem
klagend kreunen en snikken van het zeer.
Wat scheelt er u vroeg Berten, Kom, t is
noene,
Blij draaide wat zijn hoofd en asemsnokte, maar
zei niets.
Komt voort, toe Kunt ge gaan
Berten trok hem overeinde.
Kwestie of en is hij geen been afgestampt van
die sloeber, zei Romme,
Ze stonden er rond nieuwsgierig in een medelij
dende verwachting naar wat ze vernemen zouden,
Berten en Gaston hielpen den jongen heel pp.
Blij steende en wees naar zijn been,
't Is hier, deed hij tusschen'twee hikken, mij n
been,
Draag hein, Berten, zei Tiele, ge zie 't wel, de
jongen kan niet gaan.
Algelijk ze kregen Witten weg. Berten en Gaston
leidden hem voorzichtjes voort en hij hinkte wankel-
pootend mee.
Zijn wezen was kavezwart en bemoord van de
eerde die hij met zijne tranen af en rond zijn wezen
gewreven had. In zijn kop vlekten roode striemen van
'1 bloed die de stoppels er uit gekrabd hadden, en
zijne kleers reuzelden van de vuiligheid, die er van
Fieltens kloefen achtergebleven was.
Henrietje kwam trekhielend achter met zijn
lippe triestig gespannen, en 't water in zijn oogen,
t Keek zoo diep bedrukt met eene onzeggelijke mee
warigheid op zijn armen maat. die er zoo' deerlijk
gehavend uitzag,
Zwijg van die boeretuiten, zei Gaston, dat en
heeft niet meer herte dan een steen, en ze stampen
op een mensch lijk op een zak
Zoo gerocht de droeve stoet op het hof. Witten
vroeg om naar zijn bedde gedaan te zijn, en ze brach
ten hem in de schure. Na het eten kwam Romme idieve-
linge bij hem geslopen en ze neschte zijn smeerig aan-
gezichte met eenen natten doek, vaagde zoetjes de inoor
weg en stopte hem dan vertrouwjelijk eenen appel in de
hand,
Hier, neem, zei ze, 'k heb hem voor u ge
spaard, maar te naaste keer moogt ge niet meer zulke
dingen uitbabbelen. Ge ziet hoe ge dan vaart.
Hij nikte liet hoofd en gaf zijn wezen een pijn
lijken wrong met een zween van schijnheilig leedwe
zen,. .1
Fielten was blij1 dat zijn moeder voor den óogen-
blik uit de voeten was. Hij had gezien hoe Witten
hem half vermoord naar de schure liet slepen, en ver
nomen met een welgekomene verlichting dat er hem
noch arms noch beenen gebroken waren.
Na den noene keerden ze weer naar het hom
melhof, Hier en daar neuzelde er een met zijnen ge-
buur óf brabbelde iets tusschen de tanden dat van
Fielten of de andere niet moest geweten zijn. De ge
moedelijkheid was weg, en 't ging nu al in een ge
heimzinnig wantrouwen. Wanneer ze tegen avond op
hielden, hadden ze rnin geplukt dan ze gerekend had
den, maar 't kon niet missen. Fielten had heel het
spel verbrod, en ze konden hem nu iu hunne oogen
niet meer geluchten. Hij was een vuile vradschaard
die altijd verwarring in de zaken moest brengen, en
overal schuld was dat de leute op een scheve afliep.
't Was na den vieren wanneer de boerinne met
Bontje van de markt terugkwam., Seffens wist ze van
Marie wat er te voornoene op het land met Fielten
en Witten gebeurd was. Maar de doch er had het fijne
van de zaak verzwegen daarom bleef er Sofie ge
rust in en ging haar zonder naderen uitleg te vragen,
ontzeilen in de groote kamer.,
Binstdien was Foutje zonder van iets te gebaren
naar de schure geloopen, waar het peisde van jden
armen Witten lijk een Lazarus op zijn stroo te yin-
dens En zie, Witten zat op de renne die hij losgemaakt
had, en liet hem onder het eten van den appel, zach
tjes in den wind over en w.eere zwieren..
Ze zeiden dat ge half dood waart, zei het
zioete manneken, en 't bleef lijk een preusch heerken
verwonderd aan de deure staan,
Peuh deed Witten minachtend, peist ge dat
ik maar een kieken ben, en hij hield yijn spotters-
oogen rustig op den kleinen student gericht,.
Hij liet hem van de renne sleeren en kwam na
der met een slepen van zijn verlamden pook
Had het moeten gij zijn, ge waart in smout,
zei hij boffend op de taaiheid van zijn vel.
Fontje zette hem op Gastons stijviingskofferken
en Witlen kruide er hem bij lijk eene katte. Hij had
gezien dat Sofies lceppekind een zaksken spekken uit
zijne beurze getrokken had zijn kijkers; gingen be-
geerig open en hij had gereed de lof-spraak pp de
tonge, om gelijk den vos den buit mee te rafelen..
Bij het thuiskomen zagen de plukkers aanstonds
dat de boerinne scheef gemutst was, 't W;as zeker
de doen in ge van te morgen die haar kittelde. Maar
ze waren 't allicht gewaar wat er op handen was.,
Marie vgrtelde '1 aan Fientje, Fientje zei het aan
Tiele en zoohaast 'Tiele het wist wierd het monds-
gemeene.j
Fontje had bij Witten gezeten in de schure,
en Witten had het pnnoozel schaap een heele hoop
aardige redens uiteengedaan onder andere dat Zar
ren met Celina vrijde, dat Fielten een pieper gegeven
h,ad aan Tiele en dat het vrouwvolk gemaakt jwas
van een hondesteerk
Fpntje had die dingen zeere overgezeid aan zijn
moeder en daar, 't was er weeral boven op. De oude
viezigheid die nog te smeulen lag schoot vonke en
nu met die streken van Witten, 't was olie op het vier,
Romme ging vragen aan Witten die nog gee-
V.ervolg blad.