DIT IS SpiBoKdraad £8 EN OMMELANDS w De Hommelpluk 0 0 H m m m w m -m cn Op Zatenlag 24 September 1910 5 centiemen 't blad 45e jaar. Ta'merk 2$2 Te trekken bij den Uitgever, Tk 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezer, ofte post, tegen 8 frank 's jaart Dagklappcr caesciifiiescsfeifiaGdea Evangelie van den 19' Zondag na Sinxen Vlaanderen herleeft De Bisschop van Luik Algemeene Spaarkas Ko\r> s u' h roL, Odüon DEMARRÉ Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal van den 24 Sept. tot den 1 Oct. C£ÈSËSfii&i£dfii&iGSCia m m m m m fit m Vrat lvr*ijh CD OO CD CO 3 Ph s •22 van -22 a> l-H a mÜ\ mxj* omtunuiMiuuutt, I «Sfctt MPITIXfCPf ÜWH ïïih JCalJ f¥ •SÉBiLailbU VAfl 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en rs Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER STRATE, T11 36, te Yper. De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen 't blad is "t o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten Oost-& Westvlaanderen wonen. keu z. 24. O. L. V. ter slaven. H. Geerhard bm. Z. 25. A. Cleophas m H. Firmin. H. Geruit'martelaar door zijnen peter gedood bij de abdij van St Amand^te Drongen. m. 26. HH. Cypriaan en Justiua mm. H. Eusebius 31» Paus van Rome. t 310. d. 27. HH. Cosmas en Damianus, ram broe ders f259, patronen van Heel- Genees-en Tand meesters. 4IL Eleazar, graaf', en zaligeDelphna zijne huisvrouw. w. 28 H. Weuceslas m. hertog van Bohe- men. d. 29. 'H. Michiel, aartsengel. Patroon van Brussel, patroon van suikerbakkers en weeg schaalmakers. v. 30. H. Teroom, 'pr, en kerkleeraar te Bethleem, in 423 patroon van mandemakers en vannemakers. Te dien tijde sprak Jezus tot de opperpriesters en de Farizeën in gelijkenissen. Het rijk dei- hemelen is gelijk aan een koning, die ee- brui- loftmaal voor zijn zoon had bereid. En by zond zijne dienaren om de genoodigden tot de bruiloft te roenen, en zij wilden niet komen. Wederom zond hij andere dienaren en sprak Zegt aan de genoodigden Ziet, ik heb mijn maaltijd gereed, mijn ossen en mestvee zijn geslacht en alles is bereid komt ter bruiloft. Doch zij sloegen er geen acht op en gingen heen, de een naar zijn lioeve, de ander naar zijn handelszaken. De ove rige grepen zijn dienaren aan, mishandelden en doodden hen. Toen de koning dit vernam, ontstak by in toorn en hij'zónd zijn leger en verdelgde die moordenaars en stak hunne stad in brand. Toen zeide hij tot zjju dienaren Het bruilofts maal is wel gereed, maar de genoodigden waren hei niet waardig. Daarom gaat naar de kruispun ten der straten en noodigt tot de bruiloft al en. die gij zult aantreffen. En zijn dienaren gingen de straten op en verzamelden allen, die zy aan troffen, slechten en goeden en de bruiloftszaal werd gevuld met gasten. De koning nu trad bin nen om de aanliggenden te zien, en hy zag een man, die niet in bruiloftskleed was gedost. En hjj zeide hem Vriend, hoe zi.it gij binnen 'geko men zonder bruiloftskleed En deze verstomde. Toen zeide de koning tot zijne dienaren: Bindt hem handen en voeten en werp hem daarbuiten in de duisternis. Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. Dezen kreet hééft pastoor Hugo Ver- riest heel Holland door doen weergalmen. Dat was reeds de zielekreet van dezen immer jeugdigen man, toen hij nog jonge leeraar was. Maar in de laatste jaren heeft Ver ri es t hem met zooveel overtuigingskracht uitge sproken, wijzende op de pleiade Ylaamsche schrijvers, die door eigen aanleg en haast zonder vorming algemeen bewonderde schoonheid scheppen, dat zelfs de zwartzien- den den 1 uit voelden krieuwelen om mee te juichen. Vlaanderen herleeftHoe heeft de studen- tenjeugd en het oud-studentenvolk het uitge jubeld toen, vóór een jaar, A. Rodenbach's standbeeld ingehuldigd werd. En hoewel er geen sprake meer wezen kan van een specifiek-Vlaamsche schilder- en beedhouwerschool, toch verwerven Vlaam- sche kunstenaars wereldroem. YVetten, die het gebruik van het Neder- landsch invoerden, waar de Staat met het Ylaamsche volk in betrekking komt, worden beter en immer beter onderhouden, dank zij de hardnekkige werkzaamheid van enkele Vlaamschgezinde groepeeringen en dank zij, in de laatste tijden, den volksgezinden minister Helleputte. En is op de wrangen strijd rondom het wetsvoorstel, dat een gedeeltelijke vervlaam- sching van het vrij middelbaar onderwijs invoert, niet gevolgd een tijdperk van heil- voorspellenden vrede, nu meer dan één bisschop maatregelen nam ter bevordering van de kennis der volkstaal Vlaanderen herleeft. Let wel nog niet het mindere volk en evenmin de rijke lieden. Beide standen blijven nog onverschillig. Maar geen nood...Vlaamsch,doorvlaamsch zijn reeds geworden wat ik zou noemen de deesem van een volk, de verstandigen, de gestudeerden, de voorlichters, de leiders. Die beijveren zich om te veroveren, door zelfstudie en inspanning, wat ze niet kregen uit hun omgeving of van hun onderwijs: een eigenaardige beschaving, een hooger leven met de moedertaal in den geest en op de tong. Het meest doordragend bewijs dat Vlaan deren herleeft wordt Zaterdag, Zondag en Maandag a s. te Aulwerpen geleverd. Op die dagen zullen in de vlaamsche handelsstad bijeenkomen meer dan iioo elfhonderd Vlamingen die dragers zijn van een eind diploma van hooger onderwijs,elfhondeid Vlamingen, die daar zullen vergaderen in wetenschappelijke congressen om er te han delen in de moedertaal over hun speciale vakken, welke z'.j aan de hoogeschool hebben moeten studeeren in een vreemde taal, hel Fransch, elfhonderd Vlamingen, die daar bijeenkomen tot zelfontwikkeling en om de wetenschap te bevorderen, maar ook om het bewijs te leveren het hoeft nog in Bel gië, aan de grens van Holland dat ook in hel Nederlandsch de wetenschap kan behan deld w orden en ook om te getuigen dat zij gewaar worden hoe hun Fransche opleiding van hen niet maakte, wat ze moeten zijn te midden van hun volk. Van hooge beteekenis in de Vlaamsche Beweging zal zijn het gelijktijdig vergaderen te Antwerpen van het XIV' Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres, het VI' Vlaamsch Rechtskundig Congres en het I' Vlaamsch Taal- en Geschiedkudig Congres. In hc-t geneeskundig Congres worden 80 wetenschappelijke verhandelingen voorgedra gen in vier afdeelingen, bij de rechtsgeleer den wordt gehandeld over 3o punten in vijt afdeelingen, en in het Taal en Geschiedkun dig Congres treden veertig sprekers op, waaronder dertien hoogleeraars van de vier Belgische hoogescholen. Ook de Bond van Noord- en Zuid-Neder- landsche letterkundigen heelt zijn algemeene vergadering op die dagen te Antwerpen belegd. Meer dan eens zijn Nederlanders naar Vlaanderen overgekomen op dagen van Vlaamsche feestviering en jolijt, om hun hart te warmen aan de geestdrift van de Vlamen. Wie nu echter het beste deel van de Vlaam- sche-bewegers wil bezig zien en tevens een vertrouwbaren kijk hebben op het duurzaam ste van de Vlaamsche beweging zelf, moet nu te Antwerpen wezen. Niet enkel om de we tenschappelijke besprekingen te volgen. Congressen ook die van de strijdende Vlamingen gaan niet zonder de gebruike lijke ontvangsten, concerten, uitstapjes en banketten. Vast zullen de Hollanders er gulhartig ontvangen worden, zooals trouwens reeds vroeger het geval was op de Natuur- en Geneeskundige Congressen en op die van de rechtsgeleerden. Dr. Leo van Puyvelde. Centrum Het Davidsfonds komt aan zijne 6156 leden de vlaamschgezinde synodale aan spraak van 20 april 1910 van Z. D. H. den Bisschop van Luik uit te deeleu. Die aan spraak bevat zooveel waarheid en wijsheid dat wij niet kunnen nalaten al onze lezers er eenigo uittreksels van mede te deelen. Mgr Ratten zeidaar de groote meerder heid van het Vlaamsche volk nog godsdien stig is, laat ons onze uiterste krachten inspannen en al onzeninvloed samenbrengen om dat Volk zijne moedertaal te bewaren. Die taal is een noodzakelijk bestanddeel van zijn leven een kostelijke waarborg voor zijn geloof en zedelijkheid een onmisbaar middel om het deelachtig te doen worden aan de voordeele.i van den vooruitgang en de beschaving de voorwaarde van zijne waardigheid en zijne vrijheid de noodzake lijke baud om het in gemeenschap van ge dachten en gevoelens te houden met de ontwikkelde standen van de maatschappij. Welke is de juiste beteekenis, welk is het ware doel van de Vlaamsche beweging? In haar diepste wezen is zij hoofdzakelijk, ik durf zeggen uitsluitend, een streven om het Vlaamsche volk te heffen uit dien toestand van verval waarin het verkeertorn het deelachtig te laten worden aan de vorderin gen en de voordeelen vau de hedendaagsche beschavingom het in staat te stellen zich beter en in zijne algemeenheid ten nutte te makeu de wetenschappelijke, maatschappe lijke en godsdienstige tennis die de geleerde standen hebben aangeworven. Met dit doel richt nu de Vlaamsche bewe ging al hare verzamelde krachten op het onderwijs van het Nederlandsch opdat het verstandelijk gedeelte des volks zijn vlaain- schen aard zou bewaren, en opdat er tusschen de lroogere en lagere standen geen steeds dieper en breeder wordende afgrond zou komen te gapen, tot groot nadeel van beiden. Welk was over 20 jaar en is heden nog de toestand 1" feitDe Vlaamsche adelen de rijke klassen zijn, op schaarsche uitzonderingen na, waarlijk Fransch geworden. De edeien en do rijken in het Vlaamsche land kennen het Vlaamsch niet, of niet goed. Gemeenlijk achten zij het voldoende wat plat Vlaamsch te kennen om aan dienstboden eu werklie den hunne bevelen ie geven. Daar buiten gaat alles in hunne huisgezinnen in 't fransch. De kinderen leereu vreemde talen, en krijgen daartoe engelsche of duitsche kindermeiden maar om het Vlaamsch, dat de taal is va» het volk, waartusschen zij zullen te leven hebben, en waarvan zij de hoofden en de leiders zouden moeten worden bekommert men zich niet. Er bestaat waar lijk tegenwoordig geen Vlaamsche adel meer. 2e feit: De goede burgerij, ik bedoel de advocaten, magistraten, geneesheeren, no tarissen, professors, kunstenaars, officieren, ambtenaren, rijkgewordeu handelaars en uij/eraars, bemiddelde burgers, renteniers en eigenaars, kortom de maatschappelijke stand die middelbare en lroogere studiën heelt gedaan, vordert snel op den weg der verfrauschiug. In de vlaamsche steden hoort men bijna geen vlaamsch meer spreken door personen die behooren tot den ontwikkelden stand. De gebruikte omgaDg- en bespre kingstaai is om zoo te zeggen uitsluitend Fransch. Zij durven, zy kunnen bijna geen Vlaamsch spreken, omdat ze gemeenlijk maar wat ruwe gewesttaal kennen Vader, moeder, kinderen, vrienden en gewone be zoekers van den huize spreken alleen nog Fransch, en laten het Vlaamsch voor het geriDge volk, de dienstboden en de werk lieden. 3e feitI)e hoogere overheden en politieke mannen zijn over 't algemeen niet in staat behoorlijk Vlaamsch te spreken en te schrijven men ondervond het tijdens het bestrijden der ongelukswet van 1879 en men ondervindt het bij elke kiezing of politieke vergadering. 4e feitDe vlaamsche priesters, hoewel zij de moedertaal beter geleerd en beoefend hebben, bekennen dat zij haar niet voldoende meester wierden gedurende hunne middel bare studiën, en dat alleen zij, die ze op eigen hand hebben bestudeerd, ze behoorlijk spreken en schrijven. Zij voelen, evenals vele wereldlijken, hunne onmacht om in beschaafde taal een gesprek te voeren of een redetwist vol te houden over gelijk welk vraagstuk van bijzonderen aard. De woorden eigen aan elk vak wierden hun niet aange leerd. Een Vlaming kau doorgaans over politiek, rechtsleer, huishoudkunde, natuur lijke wetenschapper), landbouw of gezond heidsleer, meet-en wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde of letterkunde, zelfs over godsdienstleer of geloofsverdediging niet uitweiden zonder de eigennamen en vak woorden in 't Fransch te noemen of vooraf verscheidene uren studie te besteden aan het opzoeken en aanleeren van de eigene Ylaamsche vakwoorden. 5e feitDe vrouwen van den hoogeren stand en zelfs vau de burgerij zijn ver- franscht. Wat, al huismoeders, wat al god vruchtige of liefdadige duinen, wat al voor name en lieve jufvrouwen spreken met huane echtgenoten, ouders of kinders uit- sluitelijk Fransch. Zij stellen zich aan alsof ze geen vlaamsch sermoen begrepen zij bidden en biechten uitsluitend in 't Fransch, zij lezen alleen Fransche romans, zij zingen alleen Fransche romancen, en zijzouden zich vernederd achten, sprak men hun aan ia 't Vlaamsch, of lieten zij een Vlaamsch woord van hunne lippen vallen. Waar grootmoeder geen woord Fransch kende, kent de klein dochter geen Vlaamsch meer, en stelt er eene eer in het niet te kennen, of gaat zelfs zooverre het te verachten. De feiten hiervoren vermeld vinden hunne uitlegging in de gebrekkige inrichting van het onderwijs voor jongens en meisjes. Ik daag een Vlaamschen leerling uit, hoe ver standig hij ook weze, om zijne moedertaal behoorlijk machtig te worden, indien hij, gedurende heel den tijd zijner middelbare studiën aan een Fransch schoolstelsel onder worpen is. Het zou onbillijk zijn te beweren dat de Vlamingen geen ernstige reden tot klagen hebben. Bij de Walen zou een Vlaamsch schoolstelsel geen 24 uren duien Maar, zegt men, wat kwaad zou hot doen zoo het Fransch de taal der Vlamingen wierd Zou de eenheid van het Vaderland er niet bij winnen, dank aan gemakkelijkere betrekkingen tusschen Walen en VlamiDgen, en volledigere en snellere samensmelting van beide rassen Ik geloof dat bet een groot kwaad, een grove rechtschenning zou zijn aan de Vla mingen hunne moedertaal te ontnemen. De taal is het levendigste bestanddeel van alle nationaliteiten voor de volkeren, zooals voor de enkelingen, is bet reebt op bet be staan het allereerste recht. Vlaamsch Belgis is geen ondergeschikt of overwonnen deel van 't land De eenheid van het gemeen schappelijk vaderland zou er niet bij winnen, zoo Vlaamsch Belgie langzamerhand verne derd wierd tot een soort van Polen of Ierland waarvan de rechtmatige klachten elk recht geaard en eerlijk merisch sedert eeuwen ontroeren. De zoo hoog geroemde gemakke lijkheid van verkeer zou nooit bereikt wor den door het eigenlijke volk, daar dit noch tijd noch middels heeft, om, buiten zijue moedertaal, nog eene tweede taal te leer n, en daar de ovprbeersching van het Fransch voor dat zelfde mindere volk een onwaardig knechtschap, en een net van onverdragelijke belemmeringen voor zijne verstandelijke, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling zou worden. Daarbij, de Vlaamsche taal is een zeer gewichtig beletsel tegen eene in palming van Belgie door Frankrijk, en een bolwerk tegen de uitbreiding vaa de heden daagsche dwaalleeringeu die, in ons land vooral, door 't Fransch verspreid worden. Het ware eene dwingelandij ten nadeele van da meerderheid der Belgische burgers de door de Grondwet gewaarborgde vrijheid der landstalen te schenden, en den Vlamingen het recht te ontzeggen in hunne moedertaal geregeerd en gevonnist te zijn. Vervlaamscht het onderwijs, besluit Mgr Rutten, 1° Om de Vlamingen niet kwaad en vijan dig te maken 2° Om de ontwikkelde standen in staat te stellen een zaligen invloed op het minder volk uit te oefenen, nu bijzonderlijk dat het socialism zijne anarchistische leering onder 't volk tracht te verspreiden 3° Om het priesterambt waardig en vruchtbaar bij bet volk te maken. jnj jmj JSU ,T-l? J2D JSlf Die voorzeker naar den Disch niet zal moeten gaan, is de Algemeene Spaar- en Lijfrentkas, die ook eene Verzekeringskas tegeri sterfte en ongevallen is. Den 31 December 1909 bezat zij één milliard %es honderd acht millioen negen honderd duist franken haar mits intrest, pensioen of beloofde vergoe ding behandigd. 2,710,112 spaar- of rentebezitlers brachten haar fr. 1,421,000 000 1.075.000 pensioenbetrachlers 148,700 000 39.301 verzekerden tegen slerfte 11,000,000 005 verzekerden tegen ongevallen 1.200 000 en sommige andere 27 000 000 Te zamen fr. 1,608.900 000 Wat (Led die Kas met al dat geld Zij kocht daarmee voor de rentboekbezitters, Staatsrenten fr. 501 382 900 en voor haar zeiven id. fr. 259 700.646 gouw-ot stadsrenieu fr. 175 631 663 en maatschappij renten fr. 196,59.3,401 Zij gaf in leening, mits hypotheek, aan bijzorideren fr. 15,106.052 Aan creditmaafschappijen voor werkmanswoonsten fr. 77.948 286 Aan landbouwcreditmaatsch., fr 236 227 Voor landbouwleeningen fr. 12,761.020 Zij gebruikte, voor wissels en leeningen van korten duur fr. 234 658 306 Zij stak in buizen en meubels fr. 250.000 Te zamen fr. 1,474.268 5^1 Zij hield het overige in kas, 't zi.' fr 124 631.500 Te zamen fr. 1,608,900,000 Zij trok dooreen 3 fr. 18 van haar geld, en betaalde op tijd en stond aan alle rechthenbende hunne intresten, pensioen- en vergoedingen. Zij is de best gekende, meest betrruwde en deugdelijkste instelling van 't land. Wij hebben reeds meermaals gesprokn van het echte schrikbewind, dat de socialis tiscke syndikaten in Vrankrijk doen heer- scben. Dat verergerde van dag tut dag D- rooda kopstukken vergenoeg-n zich nmt meer, met de ongesyndikoerde wei-kimden gevangen te zetten en te mishandelen, zij doen l-en reeds eenvoudig vermoorden Da» is over ei-n paar dagen geneurd te Le Havr-, waar sedert eenigen tijd eene w> rks aking tusschen de kooldragers was uitgebr* ise Een kooldrager, 42 jaar, vader va,, kinderen, werd door de werkstakers geste nigd en doodgestampt. Eene fransche kapitalische maatschappij, die den zetel harer werkzaamheden in Oos tenrijk heelt, beweert dat de oostenrijkscbe overheid haar vervolgt. De fransche regee- ring heeft uit weerwraak den taks op d>m petrool van Oostenrijk nog verzwaard. Zij en kost nog niet genoeg In Vrankrijk is het leven allerduurst. A! wat een mensch noodig heeft om te leven, is er dubbel en dik belast. De Oostenrijkers zitten er, naar het cbijnt. niet veel meê in, met deze bedreigh.g Ze zeggen doet wat ge kunt Belast gij nog meer onzen petrool, wij zullen den faks op uwen champagne vermeerderen 1 Petrool kau men niet missen, maar champagne wel. 't Was ook in dien zin dat de belgische regeering tewege was te werken, Is de fransche Kamers zulke hooge rechten legden op verschillige artikels die in Belgie ge maakt en naar Frankrijk uitgevoerd worden. Tot heden heeft onze regeering nog geen gevolg gegeven aan haren opzet. De libera len en de socialisten hebben er hen tegen verzet. Dat is zoovele als aan de fransche CO SO •x CC CC t_ GO e.. 0 CS "55 ■>-« 3 -a Mengelwerk van 't NIEUWSBLAD VAN YPER N°35 DOOR 't Kwol hem Hu, dat hij hem zoo kwaad gemaakt had. Waarom moest (die gaper ook zoo'n stressen ver- Lellen waar ze allen hij waren Fielten was weiger over zijne eere, niet omdat ze hem 2elf kostelijk scheen, maar omdat zijne moeder hem dan altijd met hein- zagerijen lastig viel en t werkvolk er eveneens gebruik van maakte om hem te begekken en te treilen, en dat mocht hij niet lijden.. Nu, morde hij inwendig, hij moet het maar weten, 't zal hem leeren. Wanneer de tuiter van het hof noene riep, lag Witten nog altijd op het land. Zijn huilen had op gehouden maar hij bleef gedurig nog zonder jkeeren of roeren. Fielten ging naar huis met Tientje. Zarren en Celina volgden stillekens. De andere plukkers hie ven staan en kijken, 'k Ga ik tot er bij, zei Bierten, Misschien, let er den jongen iets en ze trokken al te gare mee. Wanneer ze bij Witten kwamen hoorden ze hem klagend kreunen en snikken van het zeer. Wat scheelt er u vroeg Berten, Kom, t is noene, Blij draaide wat zijn hoofd en asemsnokte, maar zei niets. Komt voort, toe Kunt ge gaan Berten trok hem overeinde. Kwestie of en is hij geen been afgestampt van die sloeber, zei Romme, Ze stonden er rond nieuwsgierig in een medelij dende verwachting naar wat ze vernemen zouden, Berten en Gaston hielpen den jongen heel pp. Blij steende en wees naar zijn been, 't Is hier, deed hij tusschen'twee hikken, mij n been, Draag hein, Berten, zei Tiele, ge zie 't wel, de jongen kan niet gaan. Algelijk ze kregen Witten weg. Berten en Gaston leidden hem voorzichtjes voort en hij hinkte wankel- pootend mee. Zijn wezen was kavezwart en bemoord van de eerde die hij met zijne tranen af en rond zijn wezen gewreven had. In zijn kop vlekten roode striemen van '1 bloed die de stoppels er uit gekrabd hadden, en zijne kleers reuzelden van de vuiligheid, die er van Fieltens kloefen achtergebleven was. Henrietje kwam trekhielend achter met zijn lippe triestig gespannen, en 't water in zijn oogen, t Keek zoo diep bedrukt met eene onzeggelijke mee warigheid op zijn armen maat. die er zoo' deerlijk gehavend uitzag, Zwijg van die boeretuiten, zei Gaston, dat en heeft niet meer herte dan een steen, en ze stampen op een mensch lijk op een zak Zoo gerocht de droeve stoet op het hof. Witten vroeg om naar zijn bedde gedaan te zijn, en ze brach ten hem in de schure. Na het eten kwam Romme idieve- linge bij hem geslopen en ze neschte zijn smeerig aan- gezichte met eenen natten doek, vaagde zoetjes de inoor weg en stopte hem dan vertrouwjelijk eenen appel in de hand, Hier, neem, zei ze, 'k heb hem voor u ge spaard, maar te naaste keer moogt ge niet meer zulke dingen uitbabbelen. Ge ziet hoe ge dan vaart. Hij nikte liet hoofd en gaf zijn wezen een pijn lijken wrong met een zween van schijnheilig leedwe zen,. .1 Fielten was blij1 dat zijn moeder voor den óogen- blik uit de voeten was. Hij had gezien hoe Witten hem half vermoord naar de schure liet slepen, en ver nomen met een welgekomene verlichting dat er hem noch arms noch beenen gebroken waren. Na den noene keerden ze weer naar het hom melhof, Hier en daar neuzelde er een met zijnen ge- buur óf brabbelde iets tusschen de tanden dat van Fielten of de andere niet moest geweten zijn. De ge moedelijkheid was weg, en 't ging nu al in een ge heimzinnig wantrouwen. Wanneer ze tegen avond op hielden, hadden ze rnin geplukt dan ze gerekend had den, maar 't kon niet missen. Fielten had heel het spel verbrod, en ze konden hem nu iu hunne oogen niet meer geluchten. Hij was een vuile vradschaard die altijd verwarring in de zaken moest brengen, en overal schuld was dat de leute op een scheve afliep. 't Was na den vieren wanneer de boerinne met Bontje van de markt terugkwam., Seffens wist ze van Marie wat er te voornoene op het land met Fielten en Witten gebeurd was. Maar de doch er had het fijne van de zaak verzwegen daarom bleef er Sofie ge rust in en ging haar zonder naderen uitleg te vragen, ontzeilen in de groote kamer., Binstdien was Foutje zonder van iets te gebaren naar de schure geloopen, waar het peisde van jden armen Witten lijk een Lazarus op zijn stroo te yin- dens En zie, Witten zat op de renne die hij losgemaakt had, en liet hem onder het eten van den appel, zach tjes in den wind over en w.eere zwieren.. Ze zeiden dat ge half dood waart, zei het zioete manneken, en 't bleef lijk een preusch heerken verwonderd aan de deure staan, Peuh deed Witten minachtend, peist ge dat ik maar een kieken ben, en hij hield yijn spotters- oogen rustig op den kleinen student gericht,. Hij liet hem van de renne sleeren en kwam na der met een slepen van zijn verlamden pook Had het moeten gij zijn, ge waart in smout, zei hij boffend op de taaiheid van zijn vel. Fontje zette hem op Gastons stijviingskofferken en Witlen kruide er hem bij lijk eene katte. Hij had gezien dat Sofies lceppekind een zaksken spekken uit zijne beurze getrokken had zijn kijkers; gingen be- geerig open en hij had gereed de lof-spraak pp de tonge, om gelijk den vos den buit mee te rafelen.. Bij het thuiskomen zagen de plukkers aanstonds dat de boerinne scheef gemutst was, 't W;as zeker de doen in ge van te morgen die haar kittelde. Maar ze waren 't allicht gewaar wat er op handen was., Marie vgrtelde '1 aan Fientje, Fientje zei het aan Tiele en zoohaast 'Tiele het wist wierd het monds- gemeene.j Fontje had bij Witten gezeten in de schure, en Witten had het pnnoozel schaap een heele hoop aardige redens uiteengedaan onder andere dat Zar ren met Celina vrijde, dat Fielten een pieper gegeven h,ad aan Tiele en dat het vrouwvolk gemaakt jwas van een hondesteerk Fpntje had die dingen zeere overgezeid aan zijn moeder en daar, 't was er weeral boven op. De oude viezigheid die nog te smeulen lag schoot vonke en nu met die streken van Witten, 't was olie op het vier, Romme ging vragen aan Witten die nog gee- V.ervolg blad.

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1910 | | pagina 2