De Hommelpluk
SpretiKM s
m m Mi m ta m gs m
Op Zaterdag '28 Januari 1911
5 centiemen 'tblad
46e jaar. Taimerk 2343
Te trekken bij den Uitgever, Tk 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 8 frank f§ jaar$
Dagklapper
VOOR DEN PMjS
Wijze Baad
Kunnen werken
HOND DE WERELD
Vrank rijk
Holland
Duitschland
Odtton DE MA RRÊ
13
c
x:
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
rs Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER
STRATE, Tu 36, te Yper.
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen 't blad is 't
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE 1VE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten
Oost-& Westvlaanderen wonen.
van den 28 Jan. tot den 4 Fébr.
z 28. - H. Julianus. - H. Cyrillus, f 444.
Zalige Karei de Groote Krizor der Franken, t
814.
Z 29. H. Franciscus van Sales, b. van
Geneve, t 1622. H. Vaerius, bisschop van
Tier.
m. 3). H« Martina. - He Adslgönd, over
leden te Malboden, patrones tegen den kanker.
HeBatbilda,jkonicgin.
d. 81. -■ H. Petrus van Nolusco, 11256
w. 1. Februari. H. Ignatius b. van Antiochien,
wierd verscheurd duor de leeuwen in 't Coli
seum te Rome. H. Brigit'a, we van Schotland
f 518.
d. 2 O. L. V. lichtmisse.
v 3. H. Blasius, b. van Sebastet3l6 H.
Oscar. - He Berlinde, zuster van Sï-Amand.
V» if* ip if*
moeten God kennen, God beminnen en Ilem
getrouwelijk tot bet einde van ons leven
dienen. Die verplichtingen vloeien voort uit
de betrekkingen welke er bestaan tusschen
God en den mensch. God is onze Schepper,
onz9 Vader, onze Koning, wij zij l zijn arme
schepseleu, zijne kinderen, zijne onder
danen.
Welnu, gelijk kinderen en onderdanen
plichten te vervullen "hebben ten opzichte
van ouders en oversten, zoo hebben wij ook
verplichtingen tegenover God. Wij moeten
weten, wie Hij is, wat Hij van ons vraagt,
wat wij Hem verschuldigd zijn wij moeten
Htm beminnen, dit is, wij moeten zijnen
Wil volbrengen, en, aangezien de Wil van
God uitgedrukt is in zijne tien Geboden,
nauwkeuriger verklaard door de geboden
der H. Kerk, zoo moeten wij die geboden
onderhouden. Het woord Godsdienstvat
Evangelie van den 4n Zondag al die verachtingen samen,
na Driekoningendag,
Te dien tijde toen Jezus in het scheepje steeg,
volgden Hem zijne leerlingen. En zie, een hevige
storm verhief zich op hot meer, zooaat de gol
ven over het scheepje sloegen Hij echter sliep.
En zijne leerlingen kwamen tot Hem en wekten
llem zeggend Heer, red ons. wij vergaan. En
Jezus zeide hun Watzijt gij bevreesd, kleinge-
loovigen Toer. stond Hij op, gebood de winden
en het meer, en er ontstond eene groote kalmte.
Do menseden nu waren ver wonderd en zeiden
Wie is deze, dat de winden en het meer Hem
gehoorzamen
3* ftL
M
IS
Vorige lijst fr. 436 00
M. Napoleon Meersseman 50.00
Eerw. Heer Ryckeboer, pastor op
St-Niklaais, Yper
Eene dienstmeid
V. A. D Yper
Als men de wereld beschouwt, is men niet
weinig verwondert te bestatigen, dat er
hedendaags zoovele menschen zijn, die leven
alsof zijvan God niet afhingen; zij verachten
zijne wettenen geboden, zij lachen en spot
ten met de Heilige Kerk, met hare over
heden, met hare geboden zij valleu uit
tegen Paus, Bisschop en priester, en dat
zonder wezen ijk te weten waarom in één
woord, zij leven in een beweenlijke en ver
derfelijke onverschilligheid en komen niet
zelden onvoorbereid toe aan de poorten der
eeuwigheid, om een eeuwig ongeluk in te
loopen.
Iudien zij beter wisten, wat dé godsdienst
is, en hoedanig de godsdienst wezrn moet,
dan zouden zij begrijpen, dat zij God moeten
dienen en zelfs, dat het hun niet vrij staat
God te dienen z< oals zij het goedvinden,
maar zooals God bet wil en voorschrijft.
De godsdienst is de sameavatting van al
de verplichtingen, welke do mensch ten
opzichte van God vervullen moet,
Die verplichtingen worden ons aangeleerd
n de eerste les van den Catechismus Wij
Ziehier, door een voorbeeld bewezen, hoe
redelijk de godsdienst is
Een wereldsche vrouw, die, evenals vele
andere, niet wist wat godsdienst is, en die er
zich weinig aan gelegen liet, klaagde eens
bij eenen priester over het slecht gedrag
harer dochter.
Maar, vrouw, zegde de priester, ziju
er dan wel tusscjhen ouders en kind zulk-
danige verplichtingen, dat eene dochter
verplicht is hare moeder te eeren en te ge
hoorzamen
Hoe, Mijnheer, antwoordde de vrouw,
ben ik hare moeder niet Laat ze nog zoo
oud zijn, is zij niet altijd mijne dochter?
Is het van mij niet dat zij alles heel't Is zij
niet verplicht mij te eerbiedigen en te be
minnen
Maar vrouw, die betrekkingen van
gezag en onderdanigheid ziju misschien
zaken waar men zich weinig aan gelegen
mag laten, die veranderen volgens tijd en
omstandigheden
Veranderen,Mijnheer, dat kan immers
niet zijn de rechten eeuer moeder op hare
kinderen zijn onveranderlijk.
Gij gelooft dus dat er noodzakelijks
betrekkingen bestaan tusschen u en uwe
dochter gij gelooft dat gij het recht bezit
haar te gebieden en dat zij verplicht is u te
gehoorzamen, en gij gelooft dat zulks eene
zaak is die niet kan veranderen, die steunt
op uwe hoedanigheid van moeder en op
hare hoedanigheid van doch er. Gij gelooft
dit alles?
Ja, Mijnheer, ik geloof dat zonder
eenigen twijfel.
Welnu, verander de namen stel God
in uwe plaats en u zelve in de plaats van
uwe dochter. Dan hebt gij den godsdienst,
en erken uwe dwaling waarin gij tegenover
God verkeert.
Inderdaad, zoo is het. Gelijk er nood
zakelijk en onveranderlijk betrekkingen
bestaan tusschen ouders eu kinders, betrek
kingen, waaruit wezenlijke verplichtingen
voortvloeien van eerbied, liefde en gehoor
zaamheid, zoo bestaan er noodzakelijk een
onveranderlijke betrekkingen tusschen God
en den mensch natuurlijke betrekkingen,
wijl God, door de schepping, de Va Ier der
menschen isea de menschen zijue kinderen
zijn bovennatuurlijke betrekkingen, wijl
God den mensch bestemd beeft tot een
bovennatuurlijk geluk,het geluk des Hemels,
waarop de mensch geen recht had.
De dagbladen hebban onlangs verteld,
dat de leden der koninklijke familie van
Duitschland allen eenen stiel kennen.
Wat schoone les voor vele kleine en
vooral voor begoede burgers
Zeg eens Hoeveel burgersdochters zou-
den kunnen hunnen kost verdienen door f
eigen werk, indien ze plotselings moesten j
alleen staan ia de wereld
Hoeveel kunnen nog breien, koken, do f
kleederen herstellen, het gewone kleedsel j
maken, henaden, roks, enz.
Vergelijkt onze mamzei kens van tegen-
woordig eens met onze moeders en groot-
moeders 1
Moeder, grootmoeder zaten nooit met j
ledige handen
Onze mamzellekens durven niets meer
deen ja toch wel, crocheteeren, teekenen,
schilderen, piano spelen. Maar, hnnne ban- j
den vuil maken met kuischen, de stoof
afpoetsen, bijspringen ak er groote kuüch j
is 1 Foei I
Wat zouden de vriendiunekens wel zeg- j
gen, als zij hen eens moesten verrassen in
werkklredij, met de kuischvod in de hand
of met de holleblokken aan da voeten
Wat of voeding Wat opvoeding
Waar leeren zij die flauwe praat
Da kinderen moeten naar het pensionnaat,
om fransch te leeren zij moeten in een
goed pensionnaat gaan ja, zeker, daar
waar zij moeten fran ch spreken. De rest is
bijzaak.
Of de kinc eren in 't pensionnaat handwerk
zullen leeren, dat komt er niet op aan
Of de kinderen zullen ia staat zijn eene
moeder te vervangen,bij ziekte of overlijden,
daar wordt niet iu het minst op gedacht.
Of de kinderen na een huwelijk zullen
kunnen stoppen, naaieu, kleêren maken,
enz., daar moet m-?a zich niet meê bekom
meren 1
Of de kinderen den kost zouden kunnen
verdienen voor hun eigeu neen, daaraan
denken weiuigen.
j Wij beklagen zulke kinderen I
I Wij verstaan dat zulke meisjes zich moe-
I ten dood vervelen, of enkel aan de schoone
kleêren denken, plezier maken, enz. enz.
Maar, wij verstaan nog beter, dat zij,eens
getrouwd geene huismoeders meer zijn lijk
onze moeders, en onze grootmoeders 1
't Zijn nog enkel pronkpoppen 1 en wee
den man die er zoo een treft. Wee den nee-
riugdoener, die met zulke pronkstukken
moet handel drijven
Daarom, ouders, gij vooral burgers,
neemt eene les aan genoemde koningskin
deren.
Leert uwe kinderen huiswerk verrichten,
zooals pij 't zelf leerdöt van uwe ouders
Maakt er huisvrouwen van, dan zul
len het goede moeders, voorbeeldige echtge-
nooten worden. Dan zullen zij gelukkige
huishoudens vormen I...
Maandag laatst was er te Parijs, in de
Academie van kunsten en wetenschappen,
stemming voor eene openbare plaats. Twee
kandidaten waren voorgesteld Mad. Curie,
de vrouw van den ontdekker van het radium
en M. Brauly, de uitvinder] van den draad-
loozen telegraat. Beiden hadden voorstaan
ders. Mad. Curie had met haren man mede
gewerkt tot de ontdekking van het radium,
en is nu nog gedurig met wetenschappelijke j
werken bezig.
M. Brauly's titels konden natuurlijk niet
betwist worden door niemand, maar.... hij is I
een gekend katholiek en zelfs leeraar aan de
katholieke hoogeschool. Dit was de groote j
reden waarom sommigen hem tegenwerkten I
en ook waarom zekere bladen opentlijk den i
strijd voerden tegen zijne aanweering. In
Vrankrijk is het zelfs zoover gekomen, dat
Pasteur om reden van zijn geloof in de Aca-
demie had moeten geweigerd worden.
In de eerste stemming kreeg M. Brauly 29
stemmen en Mad. Curie 28 eene stem werd
afzonderlijk uitgebracht,
De tweede maal bekwam M. Brauly 3o
stemmen tegen 28 hij was dus gekozen.
Wat er bij deze stemming al werd uitge
meten tegen M Brauly is ongehoord een
lid dat zeer bijzonder is, vroeg aan zijn ge-
buur een brieje te willen schrijven voor M.
naam van Mad. Curie...
In de krijgsgasth u i\en
Den 12n Januari werd een zieke soldaat,
Gaston Lefebvre opgenomen in een gasthuis,
den 19" was zijn toestand zoo erg dat de
geneesheer de ouders deed verwittigen Met
den laatsten trein kwam de vader toe en
spoedde zich naar het ziekenhuis, in de hoop
zijn kind nog levend te zien.
Al toogde hij den portier zijn telegram,
toch werd hij niet toegelaten. Hij moest 's
anderdaags weerkeeren. Als om 7 ure de
vader werd binnengelaten door den portier,
was de zoon reeds om 5 ure overleden.
Een fransche gazette La France Mili
taire verteld dat er van het fransch leger
i38oo wegloopers of deserteurs zijn en 53.000
alleen niet opgekomen.
De hoogere overheid is daarover ten volle
ingelicht, maar durft of wilt niet tusschen-
komen.
Zaterdag morgend, rond 2 ure, brak er
brand uit in de groote katoenspinnerij van
MM. Etienne Motte en C'e te Roubaix. Die
fabriek is een der belangrijkste van heel de
streke zij strekt zich uit van in de rue
d'Alger tot aan den ijzerweg van Tourcoicg
naar Orchies, op den Laboureur. Het vuur
was ontstaan in een magazijn, gelegen links
van den inkom van de impasse Motte, in de
Grande-Rue, en dat opgepropt was met
balen katoen. De brand nam in een oogwenk
eene groote uitbreiding, daar het katoen
licht verteerbaar voedsel opleverde voor de
vlammen. De pompiers snelden ter plaats
en goten strcomen water uit over den vuur
poel het gevaar was groot, want de na
burige gebouwen waren erg bedreigd, doch
dank aan het onverpoosd werken der pom
piers en van het personeel der fabriek, kon
men den brand bepalen tot het katoenmaga
zijn. Ten4 1/'2ure begon het vuur in hevig
heid af te nemen, daar men er gedurig met
deriien spuiten water over uitgegoten had
men ging moedig voort met blusschen tot
8 ure 's morgens. Het vuur smeulde nog
geruimen tijd voort onder de puinen van het
magazijn, dat gansch vernield is evenals
heel de inhoud.
De schade voor het gebouw en voor de
koopwaren bedraagt 1 miljoen 200 000 fr.,
gedekt door verscheidene verzekeringsmaat
schappijen. Gelukkig zal de braud voor de
werklieden geen verlet voor gevolg hebben.
Men weet tot hiertoe nog niet aan welke
oorzaak de brand moet toegeschreven wor
den.
De forten te Vlissingen, aan de monding
der Schelde, zijn nog steeds aan de dagorde
van alle groote bladen. De mogendheden
zullen misschien eerst of laatst eene conferen
tie beleggen om die kwestie te bespreken, die
voor een handel van Belgie van het grootste
belang is, maar niet minder belangrijk voor
de onafhankelijkheid van ons land.
Ingeval vaneen oorlog jmet Vrankrijk,
oorlogschepen beletten, die Antwerpen zou
den willen ter hulpe komen om onze onaf
hankelijkheid te handhaven. Op die wijze
had men vrij spel aan onze oostergrens en
Vrankrijk wierd overrompeld al door ons
land... zoo schrijven het ten minste de groote
fransche bladen, die altijd wel zijn ingelicht
ze peisden het ten minste.
Wi
De Times, het ontwerp van kunstverdedi
ging in Nederland onderzoekend, zegt
Het zou bijzonder wenschelijk zijn indien
men, bij middel van vriendelijke gesprekken,
onderzocht of de uitoefening van Holland's
souvereine rechten in deze zaak overeenkom
stig is met de uitoefening der rechten en ver
dragen van andere mogendheden, wat betreft
de uitvoering hunne verplichtingen betreffen
de de onzijdigheid van België.
Een vriendelijk gesprek kan in dit opzicht
enkel nut opleveren.
Duitschland zou]een slechten dienst bewij
zen aan dej'zaak des vredes, die het zegt zoo
zeer ter herte te treffen, indien het definitief,
dergelijk voorstel moest van de hand wijzen.
De Evening Standard bevat een interview
van generaal sir Alfred Turner over de ver
dediging der Hoüandschejkust. De generaal
weet niet waar de verdediging der Holland-
sche kust toe dient.
Van België sprekende, meende de gene
raal te kunnen'zeggen, dat er tusschen dat
land en Nederland niet de beste verhouding
bestaat. Antwerpen isj' voor België van het
hoogstej belang, en,*i voert Nederland zijn
versterkingsplan uit, dan zou België's stel
ling aanzienlijk verzwakt worden, waar
immers de Schelde aan de genade van Neder
land zou zijn overgeleverd.
De voorgen o rnen versterkingen zouden
allien Duitschl»^d's stelling bovenmate ver
beteren terwijl zij Engeland en Frankrijk
verplichten hunne uitgaven te vermeerderen.
De generaal meent dat het plan niet kan
doorgaan zonder ernstige internationale be
raadslaging.
Uit den doode herreken.
Van den Schipper O., uit Noordbroeck, is
bij zijne familte te Zuidbroeck een eigenhan
dig schrijven ontvangen, dat hij gezond en
wel in Atnertka verblijft. Drie jaren geleden,
toen er een lijk werd gevonden, is O., dood
verklaard.
Het valsche Russische goud.
Een geleider van een huur auto reed, nu meer
dan een baif jaar geleden op een kouden,
donkeren wiumravond, twee mannen en eene
vrouw naar eene statie in Berlijn De geleider
moest maar even wachten, zij kwamen dadelijk
terug. De geleider wachte lang, zij kwamen niet
terug.
De bestuurder keek het rijtuig eens na, en
vend... eene portefeuille met bankpapier, tot
een bedrag va 1 40,000 roebels, een tasch met
juweelen, peerlen, goud, ter weerde van
50,000 roebels.
De geleider, een eerlijk man, die de wet
kende, gaf den schat aan de policie, die op hare
beurt mededeeling deed van de vondst. Doch de
een jaar bewaard worden. Zijn ze dan niet
opgeëischt door den rechtmatigen eigenaar,
dan heeft de vinder er aanspraak op.
Gelukkige geleider 1 Neen dacht de eige
naar van de auto zoover zijn we nog niet.
Hij vond den schat, doch in mijn auto. Ik heb
er recht op.
De gemeente Berlijn wilde haar deel van den
schat hebben de belasting te betalen door den
vinder. In dit geval ongeveer 10,000 frank,
i Neen zegde de gemeente Charlottenburg,
het geld is gevonden in een auto, waarvan de
eigenaar burger van Charlottenburg is ik heb
recht op die 10,000 frank.
De Staat moest er ook het zijne van hebben.
Da wet zegt dat alles aan de Staatskas valt wat
in openbare vervoermiddelen gevonden wordt,
en niet binnen het jaar opgeëischt is. De rech
ter zal dus hebben uit te maken, of een huur
auto, evengoed als eeu postkoets of spoorweg
coupé, valt onder de rubriek openbaar
vervoermiddel.
De strijd werd zoo belangrijk, dat men bijna
vergat, zich af te vragen hoe het mogelijk is,
dat iemand 90,000 roebels verliest, zonder
hiervan aangifte te doen.
Of was het zoo duidelijk, dat dit geld, deze
juweelen van diefstal afkomstig moesten zijn,
en dat de verliezers het daarom niet waagden
zich te melden Maar zelfs van een diefstal
wist de policie niets. Eu bovendien zoo nalatig
zijn boeven niet, om het juist gestolen goed in
een rijtuig te laten liggen...
Dan bleef er ééne mogelijkheid. Die twee
mannen en eene vrouw waren nihilisten,
Russische nihilisten. Iloe kwamen ze anders
aan roebels
Oppassen geleiderzegde de policie.
Rijd niet naar buiten, blijf in d« stad, want
die nihilisten zullen u op een goeden dag uit
den weg ruimen. Gij kent ze en zij zijn op een
getuige niet gesteld.
Niemand zal het durven loochenen hel
geval werd belan.rijk.
Mengelwerk van 't NIEUWSBLAD .VAN YPER N°53
DOOR
Gaston wierd van |de boerinne alleane geroe
pen In de nevenkamer en als hij weerkeerde zagen Iele
plukkers dat .hun maat geen beetje een vriendelijk we
zen pp had. Ze wisten algauw van Fielten wat er
'schprde Hij vertelde dat Gaston bijkans de helft van
zijn 'daguren op voorbate gekregen had om op zwier
te kunnen gaan pf schulden te vereffenen, en dat het hem
nu voorzeker legenstak een goed deel min dan zijne
makkers1 te ontvangen.
v Dat gaat alzoo met die verrevhegers, zei hij,
luide genoeg om van Gaston gehoord te zijn at
|wil overal van zijnen man maken en moet dan tus
schen. vier pogen de boerinne te voele valleu om
kluiten pp voordeel te krijgen. Ze bekeken Gaston van
ter zijden maar hij gebaarde het niet gehoord te ico
bén. Wel schoot ér eene vonke in zijne oogen en vei -
1 bokken zijne lippen in eenen zuren grijns1, maar t w as
Ze hadden nu hun geld en mochten aan het sprin-
§en gaan. Haastig sleepten ge stoelen en tafels weg
'd' kan den kant, jen veiiptonitfein ai wat kon beletten.
A aarvolgens dat liet in hunne gossie viel zochten ze
plaats hier of daar langs den muur bij een meisen
een maat en wachtten op het gespeel.
Ei waar is Gaston
Hij kwam binnen en met de meeste bereidwil
ligheid van de wereld [begon hij aan het orgelen te
gaan.
I11 een zwaai, schrijverden ze met zes1, zevein
koppels in de ronde, zoo driftig dat ze knotsten tegen
malkaar en de eene door de andere dansten. Ze deden
al te male mee ;tot Cielina en de dochters: toe. In
den hoek stond een tafelke met eene kitte vol bier.
Jan, die lalle stappe van de keete kwam om bij de leute
te zijn, zorgde'voor den drank en schonk van Jijd tot
tijd de glazen vol.
Na de eerste sprongen begonnen ze in hun zweet
te geraken. Fielten had zijn veste uitgestropt en was
geen oogenblik uit de ronde. Zarren, die maar half weg
kon met den dans, en meesprong voor de leute, deed
een schromelijk geweld om de mate te houden. Ge
durig viel hij Ce li na .lastig, die ook maar weinig van
jde doening kende en liever te kijken had dan mee te
'springen. Ze ontzag haar dien last eu nog, hij trapte
gedurig op beur teenen, maaide tegen heur schenkels
of hij yernestelde in heur roks bij zoover dat ze met
eenige koppels bijna dooreen qp den vloer tuimelden.
Hij vond daar zijn smaak in, maar op den duur had
•er Ceiina genoeg van en blazend vluchtte ze op eenen
stoel 0111 een asemLje te scheppen.
Ze dronken lijk de grieken en dansten dat ze
schuimden. Achter 'de eerste furie zochten ze ruste
en .afwisseling. Tiele sprong recht en begon
Ik ben een kostelijk gewas,
Dat groeit in onze streken;
Het geurt en fleurt, is groen tils gras,
En staat in lange reken,
Langs persen of aan draden hoog
Hangt het zijn bloemen lief ten toog,
't Is d'hommel die men er aanschouwt,
Waarvan men 't zoete bierke brouwt,
't Is d'hommel die men er aanschouwt,
Waarvan men 't zoete bierke brouwt
In koor herhaalden ze die laatste reke en dan
zong Tiele voort. -Na ieder stro-of hernamen ze den
weerzang en staken binstdien hunne glazen in de
luchl. Als het (uiitf .was riep-e-n ze,1 bra vod bravo en
klakten [hunne handen dat ze gloeiden.
Dan 'zinden ze op wat anders, en ze speelden
pand. Al te male gingen ze zitten in eene lange rij en
leder kreeg een naam. (Dlat was een leven en eene
schetteringe. Fientje deelde de panden en maar nn
Wïerden ze te roeren als wanneer Narden horlogie
moest staan. Romine den ommegang doen, Gaston
bi echte hooren en Fielten negen ellen liefde meiten
met Steefe. Als ze daarvan geno-eg hadden greep- Gaston
zijn boekorgel en ze gerochten Weer aaij Aansprong,
't Vrouwvolk met heur vendelende roks joeg het zand
'op van den vloer in de lucht en 't stoof tot in hunne
uitgedroogde kele, die ze gestadig neschten en blusch-
ten. Sofie had al twee keers zout gesmeten en Marie
speitte gedurig water maar 't smolt en 't verdampte
lijk op een heete stoofbuize men had waarlijk gezeid
dat de tichels warm gesleept Waren.
Nu eene halve ure draaiden ze van een en roch-
j ten moe en stinkend van het zweet, naar zate. Maar
i ze mochten niet zitten zonder entwat te doen en ze
[praamden Narden 0111 te zingen, 't Was van Alli-snab-
i bel-diebel-das-kidei.
God van den hoogen hemel tierde Steefe,
terbinst ze heur gloeiend .gezicht met een waaienden zak
doek afkoelde. Wat -een litanie is dat I Hoe zeg-je
dat, Narden en ze 'stamërde 'achter,snabbel'.^kaEL
bel.... kiskedei.... j j
Das-kidei verbeterde Witten die zulke stres
sen beter onthield dan zijn Onze-Vader.
Daarmee hadden ze n-og een_geheelen lioop verzet
en wupten dan weer met verschen ijver op, om nog
faian 't flikkeren te gaan. Gaston trok een straatgemeene
opgevende polka af, die ze met brokken en stukken
meen-eurieden en hier en daar da fransche woorden
schromelijk radbraakten. Het ging er op den voois
van C'est la danse nouvelle, mademoiselle Ze spron
gen (en snokten lijk de marionetten van een scliietkraam,
jmet [een moed en een drift zonder gelijke.
Ze vergaten de kruike niet en de baas had zijn
[werk bij den tafel.
Jan, schud een keer, of er nog wat in is I riep
Gaston.
i 't Döet, nog wel een paar flesschen zei Jan
die (eerst door de tote mikte en dan de pulle schudde
dat hel klutste.
Ceiina hield haar gerust in den hoek, bij tafel'.
Ze Was vermoeid en slaperig. Fielten had ze al een
keer lóf twee willen meetrekken in den boel. Nu kwam
hij weer in eene brutale heftigheid en sleepte haar
.Van den stoel.
Laat ze gerust snauwde .hem Zarren. Ge
ziet dat ze niet Wilt. Waarom moet ge ze pramen
Zijt ge misschien jaloers van uw lief, onnoo-
zelaar, antwoordde de boer onbeschoft en uit erger
ging hij nog' een stap dichter bij de bevende Ceiina
slaan.
'k Zeg dat ge ze zult gerust laten beet Zarren
hem vinnig toe, steek gr nog een hand aan als ge
durft 1 MfiFdt voorlgcti
bto
"O
G
V
+-»
tu
O
O
tu
Q
i~'|».iWi trnrmmvfriftinf
DIT IS
'T
JWSBLAD TM YPEB
EN OMMELANDS
20.00
2.00
10 00
*1
e
P ;nljr af* Ja *a1 -
zijn IJuitschLnri 'r .atyr,r.r,t r.-*,
i4oiUnd -algauw oc-miscnnst rïcr ciJgelSCnc
1
U
O)