Voor Kippenhouders
ZOMERVOEDER
HOOITIJD
V olks wetenschap
Landbou wboeken
keling der rassen. Sterke veerassen
kunnen alleen bij middel van rijke
rantsoenen worden gewonnen. Ook de
vroege ontwikkeling der dieren, waar
uit winst van tijd en van geld voort
spruit, is afhankelijk van een voedzaam
rantsoen voor de jonge dieren.
Wie zijn vee goed voedt, bereikt een
dubbel doel hij trekt meer nut uit zijn
vee en verrijkt zijn akkers. De land
bouwer moet bijgevolg krachtvoeder
aanwenden.
F. PlRARD,
Landbouw-Ingénieur
Nadruk verboden
De onzuiverheid en het groot getal
hoenders in een klein kot zijn de voor
name oorzaken der besmettelijke ziek
ten. P. P.
In een donkeren hoek van den vee
stal vindt men bij den kleinen landbou
wer een plaatsje aan de hoenders voor
behouden. Eenige stokken boven en
naast elkander geplaatst, en 't is alles.
Het is te verwonderen dat de land
bouwer, door goede verzorging, de
opbrengstvan zijne hoenders niet tracht
te vermeerderen.
De voorschriften voor het inrichten
van een goed hoenderkot zijn nochtans
geene nieuwigheid zij zijn honderden
jaren oud en ten bewijze zullen wij ze
overschrijven uit een boek van 1662
Hofstede en Landthuys
Aengaende de hoenderen, haer kot
sal men maecken op de zijde van het
Landthuys ende verre van des Hee-
renhuys, omdat dese vogels quellick
zijn, alle dingen vuyl maecken, ende 't
huysgesin moeylick vallen, 't Sal oock
staen tegen het Oost-Zuyt-Oosten,
omtrent den oven of keucken, indien 't
mogelick is, om dat de wermte, die de
hennen doet leggen, ende den roock,
die de hennen seer gesondt is, tot daer
soude mogen komen. Het sal oock een
kleyn vensterken hebben, recht tegen
het Oosten, daer langs dat de hoenders
sullen mogen 's morgens uyt, ende 's
avonts weder in vliegen, 't welck 's
nachts sal gesloten staen, op dat se te
verseekerder mogen in haar kot wesen,
voor alle beesten die hun souden mo
gen hinderen. Van buy ten sal een kleyn
leerken staen, lancks het welck de
hoenders sullen klimmen tot aen de
venster van 't kot, ende voorts in 't kot
om te vliegen op de stocken, ende daer
's nachts te rusten. Het hoenderkot
moet van buyten en binnen wel beset
zijn, om dat de hoenders zouden mogen
vrij zijn van de katten, fluwijnen, slan
gen ende ander beesten, die se souden
mogen beschadigen. Dat oock midden
in den vrijthof, omtrent het hoender
kot, eenige boomen oft wijngaert ge
plant zijn, om dat de hoenders souden
mogen in den Somer eenige plaetse
hebben uytte sonne, ende de kuycks-
kens beschermt sijn voor den kuycken-
dief, ende andere diergelijcke roof
vogels.
Dat alles wordt op den dag van
heden door de liefhebbers nog voor
geschreven, enkellij k met het verschil
eener kleine oneenigheid sommigen
willen het ingangsvensterken naar het
Oostenzooals hierboven, anderen naar
het Zuiden
Wij hebben daar niets bij te voegen
dan eenige kleine raadgevingen
De stokken waarop de hoenders sla
pen zullen best uit dennenhout ge
maakt worden, zes centimeters breedte
hebben en ongeveer een halve meter
van elkander geplaatst worden.
Kot en stokken zullen dikwijls zui
ver gemaakt worden en somwijlen met
petrool afgeborsteld.
De strooselturf, welke voor de stallen
gebruiRt wordt, is ook een uitmuntend
stroosei voor het hennenkot, en is zeer
gunstig voor het maken van legnesten.
Wanneer eene besmettelijke ziekte
tusschen de hoenders ontstaat, moet
men niet te lang aarzelen en hoe langer
hoe meer tijd en geld verliezen men
ontmake zich van al de hoenders, zieke
en gezonde, en vooraleer er andere aan
te schaffen, ontsmette men het hoen
derkot op degelijke wijze.
Om te ontsmetten brandt men op een
komfoor of veunzer eene hoeveelheid
solfer en men late het deurken dicht
totdat de rook verdwenen is, daarna
late men gedurende een paar dagen de
frissche lucht in het kot dringen en het
is wederom bewoonbiar.
Het gras moet gemaaid worden
wanneer de meeste grasplanten in
bloei staan 't is op dat oogenblik dat
zij de grootste hoeveelheid voedende
stoffen bevatten,en datde eiwitachtige
bestanddeelen en de koolhijdraten de
grootste waarde door hunne verteer
baarheid hebben bereikt. Wacht men
langer, dan wordt het hooi harder en
minder voedzaam.
Wanneer men te vroeg maait, is de
voedzaamheid van het voeder zeer
groot, maar de hoeveelheid is te
gering,terwijl ook het drogen niet zoo
gemakkelijk gebeurtimmers het
gras bevat alsdan eene veel grooter
hoeveelheid water.
De verteerbaarheid verschilt merke
lijk volgens het tijdstip van het
hooien bij klaver, heeft men, in het
begin van den bloei, 68 8 verteer
bare droge stof, waarvan 75 eiwit
en 56 koolhydraten in vollen bloei
zijn nog 62 °/0 verteerbaar, waarvan
69 °/o eiwit en 49 koolhydraten
eindelijk na den bloei, nog slechts
56 droge stof verteerbaar 58.5
eiwit en 39 koolhydraten.
Om hoedanigheid met hoeveelheid
te paren, moet in den bloei gemaaid
worden, en nooit mag men de zaden
tot rijpheid laten komen.
Na het maaien begint het hooien,
welk voor doel heeft de grootste hoe
veelheid water uit de planten te ver
wijderen door blootstelling aan lucht
en aan zon 65 a 70 van het water,
dat in de groeiende gewassen voor
komt, moet door het hooien ver
dwijnen.
Een vroegtijdig hooien bevordert
den groei der tweede snede. In som
mige gevallen is men verplicht zeer
vroeg te maaien, zoo bij voorbeeld,
wanneer eenige vroege plantsoorten
door zaadvorming zich te zeer zouden
ontwikkelen, de overhand zouden
krijgen en de samenstelling der gras
zode zouden bederven.
$f Bij het_hooien onderscheidt men
verschillende ^bewerkingen het in
zwaden leggen, wat door den maaier
wordt verricht; het breken der zwa
den bij middel eener handrijffof bij
middel van een hooischudderof paar-
denhark, of ook wel met de vork;)het
keeren van het hooi, met dezelfde
werktuigen het vormen van oppers
of het aan hoopen zetten,die in
omvang toenemen, naarmate het
gras droger wordt.
Bij het hooien van vlinderbloemige
gewassen, zooalspdaver, moeten de
bewerkingen met groote voorzichtig
heid geschieden want de bladeren,
die het] voedzaamste gedeelte ®uit-
maken, gaan [gemakkelijk verloren.
Sommige landbouwers laten het
gras te lang in zwaden liggen; daar
door ontstaat verhitting en het hooi
krijgt eene bruine kleur.
Het gunstigste weder om de zwaden
te breken en ook om te hooien is een
droog, warm weder, met betrokken
hemel. Het hooi moet verscheidene
malen per dag gekeerd worden en
's nachts in hoopen worden gezet.
Naarmate het droger wordt vermin
deren de bewerkingen. Doch zal men
zorg dragen, de oppers of hoopen zoo
dicht mogelijk bij elkander te bren
gen, om dezelve spöedig^tot f een
groote mijt te kunnen samenbrengen,
wanneer er regen zou komen. Regen
benadeeligt zeer erg de hoedanigheid
van het hooi eiwitstoffen en kool
hydraten verminderen, terwijl celstof
toeneemt;het$hooi wordt [bruin en
kan eindelijk zelfs verrotten]
Wanneer het weder regenachtig is,
kan het hooien in geen gunstige
voorwaarden geschieden; alsdanfzou
men beter doen tot andere bewarings-
middelen zijne toevlucht te nemen.
F. Pirard,
Nadruk verboden
Wij bevinden ons op het tijdstip
des jaars, dat de landbouwer de
zomer-voedergewassen zaait. Deze
gewassen zijn menigvuldiger dan
men zou denken wij noemen
maïs, wikken, erwten, boonen,
gierst, sorgho, moha, boekweit,
witte mosterd, kooien, rapen, ruta
baga, enz.
Wij zullen ons vandaag tot twee
voorname plantsoorten beperken
maïs en wikken.
Maïs is een uitmuntend voeder
voor het vee.Zelfs in droge zomers
worden hooge opbrengsten ver
kregen, omdat maïs zeer diep
inwortelt. De koeien vreten dit
gewas gaarne de melk vermeer
dert er door in hoeveelheid en in
hoedanigheid.
Maïs kan na snijrogge en na
inkarnaatklaver geteeld worden;
hij vereischt zeker zooveel voe
dende bestanddeelen niet wan
neer hij enkel tot groen voeder
wordt geteeld als wanneer de ge
wassen ook zaden moet vormen;
evenwel zal men goed doen te
zorgen voor eene welvoorziene
tafel. Bevat de grond weinig orga
nische bestanddeelen, dan zal men
3o tot 35,ooo kg. stalmest in-
ploegen en daarbij 400 tot 5oo kg.
superphosphaat en i5o tot a5o kg.
nitraat aanwenden.
Als variëteit wordt meestal de
paardetand gekozen, die tot
100,000 kg. groen voeder par hec
tare kan opleveren. Deze variëteit
is echter traag ingroeien misschien
zou men beter doen de dikke gele
uit te zaaien.
Het geheele land moet niet in
eenmaal bezaaid worden; naar
mate het aantal beesten dat men
te voeden heeft, zal men min of
meer groote perceelen, met eene
tusschenruimte van viertien dagen
zaaien. Uit de volle hand zaait men
i5o kg. per hectare.
Wikken vormen ook een uih
muntend voeder. Zij stellen weinig
eischen aan grond en aan bemes
ting. Men zaait van i5o tot 200 kg.
per hectare en men vermengt
meestal het zaad met haver, rogge,
boekweit, gierst of moha.
Op arme gronden, die weinig
stalmest ontvangen, kan men met
voordeel 200 kg. superphosphaat
en 100 kg. Chloorpotasch aanwen
den.
In stikstofarme gronden zal de
toepassing van een kleine hoeveel
heid stikstof, 75 tot 80 kg. nitraat
per hectare, voorzeker goede uit
slagen opleveren.
Wikken moeten in vollen bloei
gemaaid worden, 't is alsdan dat
ze de grootste hoeveelheid voeden
de bestanddeelen inhouden.
P. della Campagne.
Nadruk versboden.)
De zon
Eiken dag komt de zon op, verlicht
ons en verdwijnt weer dit is zoo alle-
daagsch, dat we er meestal geen aan
dacht aan schenkenWij bemerken het
soms niet eens. Zijn de zonnestralen|te
brandend,[[dan klagen wejerover zijn
ze (niet warm genoeg, dan klagen we
ook. Kortom, hetjris meestal [om te
klagen dat de zon onze aandacht[trekt[!
Wij hebben ongelijk de zon ver
licht ons en verwarmt ons zij schenkt
ons leven en opgeruimdheid, en toch
klagen en morren wij. Zouden wij niet
beter doen haar eens met aandacht
gade te slaan en haar voor eenige
oogenblikken onze oplettendheid te
verleenen
's Morgens schijnt de zon zich te ver
heffen aan de Oosterkimzij bereikt
haar hoogste punt 's middags, in het
Zuiden, en daalt en verdwijnt daarna
wederom in het Westen.
Deze schijnbare beweging is het ge
volg van de beweging der aarde om
hare as. Wij kunnen hetzelfde waar
nemen bij de maan en bij de sterren.
Wanneer de zon aan den hemel stijgt
is het eigenlijk onze gezichteinder die
daalt, en onze gezichteinder stijgt wan
neer wij meenen dat de zon in het
Westen daalt. De aardbol maakt eene
omwenteling om zich zeiven in 23 uren,
56 minuten en 4 seconden.
Er bestaat ook nog eene ïandere
beweging van de aarde om de zon;
deze gebeurt in 365 dagen en eenige
uren. Op dezen weg beschrijft de aarde
een eivormigen kring.
Op welken afstand bevindt [zich de
zon
Reeds in de verste oudheid hielden
de sterrekundigen zich met dit vraag
stuk bezig. Over twee honderd [zestig
jaar, vóór onze tijdrekening, hadfAris-
tark van Samos reeds berekeningen
opgemaakt om den afstand te bepalen
die ons van de zon scheidt, doch in de
laatste jaren is men er eerst toe geraakt
dit met zekerheid vast te stellen.
De zon is 150,000,000 kilometers van
de aarde verwijderd; dus 23,000 keeren
zoo ver als de oppervlakte der aarde
van haar middenpunt verwijderd is.
Het licht doorloopt, in rechte lijn,
300,000 kilometers per second, zoodat
het zonnelicht 500 seconden,[of 8 minu
ten noodig heeft om (tot ons te gera
ken.
Een vliegmachien, dat 100 kilometers
per uur aflegt, zou 171 jaren, 2 maanden
en 25 dagen noodigjhebben om van de
aarde naar de zon te vliegen.
De oppervlaktejder zon isjji2,000maal
grooter dan de oppervlakte der aarde.
De inhoud van dit hemellichaam kan
geschat worden op
i,374,300,000,000,000,°00 kubieke kilo
meter. Daar de inhoud der aarde
1 milliard kubieke kilometer bedraagt,
kan die der zon 1,372,000 maal grooter
geschat worden.
Deze getallen i|[zijn te groot om er
zich een denkbeeld over te vormen;
doch nemen [wij'een voorbeeldj om de
verhouding tusschen den omvang van
zon, aarde en andere lichamen voor [te
stellen.
Veronderstellen wij dat de zon ver
beeld wordt doorheen ballon die onge
veer 32 m. 50 doorsnede heeft, dan moet
de aarde voorgesteld worden door een
balletje met 30 centimeter doorsnede,
geplaatst op een afstand van 3,500 me
ter van' de zon. Jupiter, de grootste
der planeten, zal 3$m. f30] doorsnede
hebben^ en zich op een afstand van
kilometers bevinden, terwijl, Satur-
nus, met bijna 3 meters doorsnede, op
33 kilometer [afstand moet geplaatst
worden.
Wat het gewicht der fzon betreft, dit
is 325,000 [maal grooter dan dat der
aarde, en daar [het soortgelijk gewicht
der aarde 5,44 maal grooter is danfeene
zelfde hoeveelheid water, Kan het ge
wicht der zon, in kilogrammen, voor
gesteld (worden door het getal?! 1920,
opgevolgd van 27 nullen.g
HjDe oppervlakte derk'zon is niet'effen,
zij 3!vertoont [schitterende en donkere
plaatsen. Dankjaan deze zonneplekken
heeft een hollandsch geleerde, in [1611
de beweging der zon om hare[as waar
genomen. Deze beweging gebeurt! in
27 dagen 4 uren en 29 minutenZij
werd reeds voorzien in vroeger eeuwen
door Giordano Bruno in 1591 [en door
Kepler in 1609.
Er bestaan in de ruimte nog grooter
lichamen dan de zon, Sirius, onder
andere. De zon is slechts een lichaam
van middelmatige grootte, deel mf-_
makende van den Melkweg, welke niets
anders is dan eene oneindige ver
zameling van sterren, die zich in de
ruimte bewegen te zamen met de zon,
de aarde, de planeten en de kometen.
F. DE Vinesky.
Nadruk verboden.)
Twee landbouwboeken
Hebben de landbouwers nog niet
genoeg te lezen in hunne landbouw-
en weekbladen
Waar zullen ze den tijd halen om nu
ook nog boeken te lezen
Ik hoor deze uitroepingen bij ver
schillende lezers, en toch, of eerder
daarom juist, durf ik hun beide boeken
aanbevelen
't Zijn geene leesboeken, maar-
wel boeken die geraadpleegd moeten
worden, en daarvoor is er steeds tijd
en moet er tijd zijn.
Wie eene reis naar Antwerpen wil
doen, zal den wegwijzer naar Aarlen
niet onderzoeken, maar dien naar
Antwerpen moet hij kennen zoo ook
wie boonen wil kweeken, moet niet
onderzoeken hoe men rogge teelt,
maar hij zal met voordeel eens alles
overzien, wat op boonenteelt betrek
king heeft-,
Vele lezers kennen reeds de belgischó
uitgave van Veldvruchten, Groente
en Ooftteelt. Zulk werk is niet ge
schikt om in éénen adem gelezen te
worden, maar elke landbouwer moet
het hebben, om op tijd en stond dat
gene te lezen, wat hij op dat oogen
blik weten moet. Van Veldvruchten
is nu een nieuwe druk verschenen,
geheel herwerkt en nog vermeerderd.
De eerste oplage was in enkele
maanden uitverkocht, omdat talrijke
boerenbonden het boek voor hunne
leden aankochten zoo maakten zij
eene besparing op de verzendings
kosten. Den landbouwer, welke dit
boek nog niet bezit, geven wij den
raad, zich hetzelve zonder uitstel aan
te schaffen alles wat in dat boek
staat, moet elke landbouwer weten,
en er staat nagenoeg alles in wat over
den landbouw aan den landbouwer
kan gezegd worden.
Dit dik boekvan meer dan 500 blad
zijden, kost toch maar 60 centiemen,
en als men zich met elkander verstaat,
of aan het Bestuur van de hoerengilde
vraagt om eene gezamenlijke bestel
ling te doen, dan komen de kosten
van verzending op zeer weinige cen
tiemen.
Het tweede boek, waarvan wij het
verschijnen met genoegen hebben
gezien is niet geschreven voor alle
boeren, gelijk het vorige, maar wel
voor meer ontwikkelde boeren, doch
vooral voor landbouwleeraars en voor
bestuurders van landbouwvereeni-
gingen, die door hetzelve te raad
plegen veel kostbaren tijd kunnen
sparen.
Het Landbouw-Woordenboek,
waarvan wij hier de verschijning aan
kondigen, is een zeer uitgebreid werk,
dat van veel arbeid en langdurige
opzoekingen getuigt. Alhoewel het
werk twee lijvige boekdeelen vormt
en op prachtig papier gedrukt is,
wordt hetzelve toch aan den betrek
kelijk geringen prijs van 7 frank ver
kocht.
't Is wellicht om de steeds hooge
eischen van de uitgevers te vermijden
en om aldus de prijzen zoo laag te
kunnen stellen, dat men voor den
aankoop zich moet wenden tot den
schrijver P. Pipers, prof. in landbouw
kunde, St-Jacobsmarkt,76, Antwerpen.
Landbouw-Ii .genieür.lK