Yper Zaterdag, 26 Aug. 1911.
Bemesting in den Herfst
Mollen en Retain.
Hoenderteelt.
De centrifugale afrooming.
aan Het Nieuwsblad van
Dit is de laatste gedeeltelijke of
onvolledige bemesting waarover
we dit jaar zullen schrijven. In een
volgende nummer behandelen we
de groote, jaarlijksche of volledige
bemesting.
Het geldt nu vooral de bemes
ting der navruchten, waarover we
reeds in een vorig Bijvoegsel heb
ben geschreven.
De meest geteelde navruchten
zijn de wortels, de spurrie, de
raap en hierbij zou men de behaar
de vits kunnen voegen, welke om
streeks 15 September gezaaid, in
het voorjaar 20,000 tot 30.000 kg.
groen voeder per hectare oplevert.
De wortel, als navrucht geteeld,
wordt in rogge, in garst, in[kool-
zaad gezaaid; zij ontwikkelt zich
na de verwijdering der hoofd
vrucht en vereischt ongeveer 500k.
phosphaat (16°/0) 200 kg. chloor-
potasch en, volgens den toestand
des lands 200 tot 400 kg. sodani-
traat.
De spurrie en vooral de reuzen-
spurrie, kan buitengewone op
brengsten leveren. De ontstoppe-
ling, zoowel voor deze vrucht als
voor rapenteelt, moet zonder uit
stel volbracht worden. Spurrie
verkiest een lichten, humusach-
tigen grond en eïscht, benevens de
noodige phospho-potaschbemes-
ting, eene voldoende hoeveelheid
sodanitraat, die volgens M. Dam-
seaux, 500 kg. per hectare mag
bereiken, hoeveelheid die we over
dreven achten.
Aangezien de raap, in zoo kor
ten tijd, eene aanzienlijke hoeveel
heid organische stof moet vor
men, moeten de opneembare mest
stoffen in overvloed aanwezig
zijn. Indien men vroeger heeft
verwaarloosd groote hoeveelhe
den metaalslakken en kaïniet in
den grond te brengen, zal men nu,
bij de ontsfoppeling 300 tot 400
kil. metaa'slakken of superphos-
phaat, 200 kg. potaschsulfaat en
in alle geval 200 tot 300 kg. soda
nitraat toepassen.
Eene belangrijke vraag is de
ze: Wat kan men van eene bemes
ting der navruchten verwachten?
Op deze vraag kan men met ta
melijk veel juistheid antwoorden,
dank aan de talrijke proeven, die
daarover werden ingericht (1) en
waarvan wij hier In enkele woor
den den uitslag mededeelen. In 23
verschiiler.de gemeenten van Bel-
gie werden bemestingsprceven op
wortelen ingerichtmen gebruik
te als bemesting 6C0 kg. super-
phosphaat, 200 kg. chloorpotasch
en 400 kg. sodanitraat.
De waarde dezer meststoffen
bedroeg
voor het superphosphaat 30 fr.
de chloorpotasch 44 fr.
het sodanitraat108 fr.
Door aanwending der minerale
meststoffen alleen, dus voor eene
uitgave van 74 fr., verkreeg men
eene gemiddelde opbrengstver
meerdering van 4815 kg; gerekend
tegen 15 fr. maakt een verlies van
fr. 1.78.
De aanwending van sodanitraat
alleen, vermeerderde de opbrengst
met 7.358 kg., dus eene onbedui
dende winst van 2.37 fr.
Doch de vermeerdering der op
brengst steeg tot 13.814 kg. door
aanwending der drie meststoffen:
voor een uitgave van 182 fr. komt
men dus tot eene winst van
207.21 fr.
Er bestaan maar weinig proe
ven over spurrie. Wij willen hier
den uitslag mededeelen van drie
proefvelden ingericht Ulbeek,te
Houtvenne en te Zeeihe n, waar
eene toepassing van 200 kg. soda
nitraat de volgende opbrengstver
meerderingen gaf:
Ulbeek2.009 kg. groen voeder
Houtvenne: 2.502
Zeel hem4.500
Minerale meststoffen werden
vóór de hoofdvrucht toegepast,
hetgeen algemeene regel is. Wij
meenen dat voor deze vrucht, de
hoeveelheid van 200 kg. sodani
traat zelden of nooit moet worden
overtroffen.
De gemiddelde uitslagen van 16
bemestingsproeven op rapen, wa
ren de volgende Opbrengsten
per hectare
Op grasland. Degenen, die on
middellijk na het binnenhalen van
het hooi, bij gunstig weder, eene
kleine hoeveelheid sodanitraat,
van 50 tot 100 kg. per hectare,
hebben aangewend, zien daarvan
nu den heerlijke [uitslag. Geen
stikstof op de weilanden, zegt de
theoriewel stikstof op de weilan
den zegt de praktijk, en 't is niet
met ieerstelsi is, maar de voort
brengselen der praktijk dat men
de beesten voedert. Evenals eene
vroegtijdige aanwending van ni
traat op weiland, den groei van
het gras in den beginne zoozeer
bevordert en daarvan de op
brengst zoozeer vermeerdert, zoo
bespoedigt nu ook weer eene klei
ne hoeveelheid nitraat den groei
der tweede snede, op voorwaarde
dat het weder gunstig zij.
Ook elders denkt men alzoo
over dit vraagstuk De bestuurder
van het landbouwstation te New-
Brunswick zegtIn de Vereenigde
Staten bestaat het hier besproken
vraagstuk der stikstofbemesting
op weiland niet: daar wordt het
sodanitraat algemeen aangewend,
omdat de landbouwers wel over
tuigd zijn, dat voor geen ander
gewas deze kostbare mest met
meer voordeel kan worden aan
gewend; na verloop van eenige
weken reeds is het hiertoe besteed
kapitaal met hoogeh interestterug-
betaald.
Ara.
(1) Volledige Bemesting, door P. Pipers 1906
en 1908.
Kg-
Zonder scheikundige meststoffen 28.360
600 kg. superph., 200 kg. chloor
potasch 33.270
400 kg. sodanitraat 38.939
De drie meststoffen te zamen 43.731
Waarde der meststoffen
Minerale meststoffen 74 fr.
Sodanitraat =io8fr.
de drie meststoffen 182 fr.
Waarde der opbrengst, tegen 15 fr.
de 1000 Kg. gerekend
Door de minerale meststoffen 73.65 fr.
Door het sodanitraat 158.67 fr.
Door de drie meststoffen 23o.55 fr.
Wij kennen allen het Sodanitraat. In
reklaamartikels hebben wij deze meststof
reeds hooren bestempelen met den naam
van Koning der meststoffenom aldus zijne
groote werkzaamheid, zijne spoedige
oplosbaarheid en zijne;gemakkelijke ver
werking door de gewassen te doen uit
schijnen. Dieuitdrukking heeft niets over
drevens, want het sodanitraat zou maar
alleen kunnen vervangen worden door
eene meststof, die de stikstof ook onder
nitrischen vorm inhoudt; bij al de andere
stikstofvormen is eerst nitrificatie of sal
peterwording noodig en elke nitrificatie
veronderstelt verlies van stikstof, verlies
van tijd en vermindering van waarde.
Denk nu echter niet dat zij, die den lof
der andere stikstofmesten verkondigen,
met deze eigenschappen van het nitraat
rekening houden. Integendeel, zij aar
zelen niet om de landbouwers in dwa
ling te leiden. Wij hebben dit bewezen
in een artikel over den prijs der stikstofeen
heid in het vorig Landbouw-Bij voeg
sel; wij zullen aldra diegenen tot eene
juiste opvatting der feiten moeten terug
roepen, die zich nu bezighouden met den
lof van het cianamied te bezingen.
De landbouwbladen moeten voorzeker
zich bezighouden met de verscheidene
soorten van meststoffen en met hunne
handelswaarde; 't is hun plicht de land
bouwers in te lichten, maar zij zouden die
artikels moeten weigeren, waarin de
schrijvers al te vrij met de waarheid
omspringen.
Zoo kunnen wij nu de volgende aan
halingen doen over het cianamied
Door het gebruik van cianamied op
bebouwde akkers vervangt men voordeelig
het ammoniaksulfaat of het sodanitraat...
De stikstof van cianamied wordt dooi
den regen niet weggespoeld en vertoont
hare kracht op vruchten gedurende 2 of 3 ja
ren.
Rekening houdende met den vervoer-
prijs, wint men tegenwoordig 41 ,go fr.
per 1000 kg. op sulfaat en 3t fr. per
1000 kg. op het nitraat door het gebruik
van cianamied.
Ziedaar niet alleen bevestigingen zon
der bewijzen, maar zelfs wezelijke dwa
lingen, die in de dagbladen worden afge
kondigd, omdat ze hun worden toegezon
den onder den naam van den een of ande
ren zoogezeiden landbouw-ingenieur.Het
moeten verstandige landbouwers zijn, die
uit het tegenwoordig geschrijf de waar
heid kunnen ziften.
P. Pipers.
prof. in landb.
Wie zich op hoenderteelt toelegt
bevindt zich in ee« der twee volgende
gevallen
i° Men bewoont het dorp en men
beschikt over ruime gebouwen en uitge
strekte plaatsen waar de hoenders kunnen
verblijven. Dit is voorzeker het voordee-
ligst, op voorwaarde dat men ook daar
de regels der gezondheidsleer toepasse.
20 Men bevindt zich op eene dichtbe
bouwde plaats en men beschikt maar over
weinig ruimte. Daar ook kan men zich
met voordeel op hoenderteelt toeleggen,
indien men maar zorgt voor een goed,
wel onderhouden kippenhok,voor versche
lucht, voor zon en voor gepast voedsel.
Het hoenderhok moet zooveel mogelijk
binnen eene ruime stalling worden inge
richt. In de nabijheid van het hoenderhok
zorgt men voor de legplaatsen en verder
voor vrij verloop en een schuilplaats
gedurende den dag.
Doch ook op den buiten kan men niet
altijd de kippen in volle vrijheid laten
loopen en is men verplicht, zooals in de
stad ze in parken op te sluiten. In deze
parken zal men zorgen voor struikgewas
of boomen, welke eene schutplaats zijn
tegen wind en slecht weder, of lommer
verschaffen in de zomerhitte.
Een met gras begroeid hoenderpark is
uitmuntend. Moet men een afzonderlijk
kippenhok bouwen, dan zet men dit in 't
midden van het park, met de voorzijde
naar het Oosten gekeerd. Tegen dit hok
kan men de legplaats inrichten en onder
hetzelve eene schuilplaats voorde kippen
over dag.
De beste verblijfplaats voor de hoen
ders is een boomgaard; daar vinden ze het
malsche gras tot voedsel; ze vangen er
insecten en op die wijze levert de boom
gaard fruit, gevogelte en eieren op.
Op de hoeven dient meestal het voor
hof tot verblijfplaats der hoenders; daar
en in de stallen zoeken ze voedsel evenals
in den mest. 't Ware beter een afzonder
lijke plaats voor de kippen voor te behou
den een afdak te maken, waar ze eene
schuilplaats kunnen vinden.
Waar de hoenders in eene afsluiting
met harden vloer moeten verblijven zal
men zorgen, benevens eet- en drinkbak
ken, voor hètgeen men eene badplaats
zou kunnen heeten.
Iedereen heeft de kippen in mullige
aarde zien liggen, langs eene haag.
Zij weten op zeer behendige wijzede dro
ge aarde tussehen de pluimen over gansch
hun lichaam te jagen, om alzoo het on
gedierte dat hen plaagt te verwijderen.
Dit is een wezenlijk stof bad.
Ook voor zulke badplaats zal men zor
gen men graaft eene kuil in den grond,
ter diepte van ongeveer 3o centimeters,
en daarin brengt men droge aarde met
houtasschen doormengd. Natuurlijk moet
deze badplaats onder het afdak, tegen
water beschut zijn.
Hoeveel kippen kan men op eene gege
ven oppervlakte houden
Daarover is men het niet eens som
migen beweeren dat elke kip 10 vierkante
meters noodig heeft, anderen stellen zich
tevreden met de helft. Wat er ook van
zij te veel hoenders in een kleine ren
of park is nooit voordeelig.
A VI COLA.
(Verboden nadruk)
Melk ontroomen is niets anders dan
haar de vetstoffen ontnemen, 't is de afzon
dering van serum en room. Deze bewer
king kan op verschillende manieren
geschieden, doch zonder tegenspraak is
de afrooming door middelpuntvliedende
kracht de beste. Ziehier waarop dit stelsel
berust.
Wanneer men in eene flesch twee
vochten van verschillend gewicht doet,
stijgt het lichtste naar de oppervlakte, het
zwaarste blijft beneden in de flesch. Het
zelfde gebeurde eertijds bij het ontroo
men der melk in teilen of bakken.
Men kan dat bovendrijven verhaasten
door de flesch te schudden en ze met snel
heid, als een steen in een slingerkoord,
te doen rondzwieren. De scheiding der
twee vochten heeft alsdan bijna oogen-
blikkelijk plaats. De afroomer is niets
anders dan de toepassing hiervan. De
melk komt ineen bol,die met zeer groote
snelheid draait; de lichtere room richt
zich naar het middenpunt, terwijl de
ontroomde melk of serum naar den
wand dringt. De room vliet af langs een
buisje dat in het midden Uitmondt, de
ontroomde melk langs een ander buisje
aan den buitenkant.
De voornaamste voordeeleti dezer ont-
rooming zijn de volgende
Bij het oude stelsel stegen de vetbol
letjes langzaam naar de oppervlakte
eerst de dikke, daarna de middelmatige
en eindelijk de kleine evenwel bleven er
vele kleine vetbolletjes onder weg, omdat
ze niet door de melk konden henendrin-
gen. Dat gedeelte der vetstoffen was dus
verloren.
Men is van meening, dat na 6 uren de
roomlaag ongeveer de helft bevat van de
vetbolletjes, die indemelk aanwezig zijn
na 12 uren tijds 70 °/0; na 18 uren 80 °/0;
na 24 uren, 85 °/0. Daarna vermeerdert de
roomlaag weinig of niets meer. Bij de
centrifugale afrooming worden de vetbol
letjes met veel meer kracht uit de melk
gedreven. M. Chevron heeft berekend,
dat de kracht, die een liter room noodig
heeft om naar boven de stijgen, bij de
gewone ontrooming slechts 12 gram
bedraagt, terwijl de middenpuntvliedende
afroomer,voor dezelfde hoeveelheid room
eene kracht van 46 kg. ontwikkelt, wan
neerhij 5ooo keeren omdraait per minuit.
Men zal gemakkelijk begrijpen dat met
zulke kracht de afzondering zeer spoedig
gaat en dat de kleine vetbolletjes al spoe
dig denzelfden weg der dikke afleggen.
Daardoor komt het dat men met de cen
trifugale ontrooming 1/6 tot i/5 boter
meer verkrijgt dus meer boter.
Door de kunstmatige ontrooming ver
wijdert men onmiddellijk uit de melk,
haren, stof, vezels en andere onrein
heden; daarenboven blijft de room niet
gedurende verscheidene uren blootge
steld aan de lucht en de onreinheden
dus beter boter.
De bewerking der melk geschiedt spoe
dig en met reinheid. De ontroomde melk
is daardoor zoet, gezond, verteerbaar en
voedzaam. Zij is uitnemend geschikt tot
voeding en bemesting der dieren, op
voorwaarde dat men zorge voor toevoe
ging van vetstoffen of koolhydraten.
Daar de ontrooming met snelheid wordt
uitgevoerd, kan men de melk nog warm
zijnde, aan de dieren geven. De beste
warmtegraad om de melk te ontroomen
is van 3o tot 35 centigraden.
Er worden tegenwoordig zeer kleine
afroomers, tegen billijken prijs vervaar
digd, zoodat zelfs op de kleine boerderijen
dit werktuig met voordeel kan gebruikt
worden.
Beter nog is het dit werk. en ook de
boterbereiding gezamenlijk te verrichten
in samenwerkende melkerijen.
De vootdeelen der kunstmatige afroo
ming zijn voornamelijk de volgende
i° Spoedige en vollediger ontrooming
20 Zuiverder room en beter boter;
3° Gezuiverde en zoete ontroomde melk,
40 Minder wei k en minder materieel;