EN OMMELAN Droevige Dagen SpreeKüraad SS voort DEypaus w -w <>p Zaterdag 27 Januari 1912 5 centiemen 't blad &7e jaar. Tal merk 2395 Te trekken bij den Uitgever, Tk 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 8 frank 's jaar$ Dagklapper Evangelie van den 4en Zondag na Driekoningen. Brief Over Levensverzekering K iesstrijd De Werkman en de Lijfrentkas 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en rs Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER STRATE, T* 36, te YPER. Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en; bovenal, God getrouwe ik wezen zal De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen *t blad is 't o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE HaVAS, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN Yper, van al die buiten Oost-& Westvlaanderen wonen. 1 mea van den 27 Jan. tot den 3 Fehr. z. 27. H JoanneR Guldenmond (Chrysosto- trius 28. II. Julianus. - H. Cyrillus. - H. Ja cob. Z Karei de Groote. m. 29. H. Franciscus van Sales. H. Vale rius. Z. Arnwolf- d. 30. - IR Martina. - He Adelgond. - He Bitllilda. w 31, h. Petrus van Nolasco. He Eudoxie. H« Marcella He Louise. d. t Februari. - H. Ignatius. H. Ephrem. H» Brigitta. H. Eubert. v_ 2. O. L. V. Lichtmis. fgs £s £3 £S ff ff ff ff ff Te dien tijde toen Jezus in het scheepje steeg, volgden Hem züne leerlingen. Eu zie. een hevige storm verhief zich op het meer, zoodat de golven over het scheepje sloegen Hij echter sliep. En zijne leerlingen kwamen tot Hom en wekten Hem zeggend Heer, red ons, wij vergaan. En Jezus zeide hun Wat zijt gij bevreesd, kleinge- ioovigen Toen stond Hij op, gebood de winden en liet meer, en er ontstond een groote kalmte. De menschen nu waren verwonderd en zeiden Wie is deze, dat de winden en het meer Hem gehoorzamen ff if. if tf if if- if'- if if' Vorige lijst Onbekend Yper, 20 Januari 1912. Aan dbn Heer Opsteller van 't Nieuwsblad van Ypeb. Mijnheer, In 't verslag der zitting van den gemeente- raai van Yper, verslag dat, heden, in 't Nieuwsblad van Yper gegeven is, lees ik, namelijk Mededeelingen M. de Voorzitter geeft lezing van twee brieven van ouders, wier kinders de stadsmeisjesschool bijwonen die opkomen tegen de verhoogiBg van] hetuschoolgeld en bet onderwijs in 't vlaamsch. M. Begerem. 't Is maar met reebt De lezers van 't Nieuwsblad moeten denken, bij die woorden, die gij mij toe schrijft, dat ik die brieven goedkeur. Het is mij dus een plicht openlijk te ver klaren dat ik die woorden niet,uitgesproken heb. De waarheid is dat, nalezing van de brieven door den heer Voorzitter, ik uitriep C'est du droit pur bewijzende, op den toon dien ik nam, dat ik geenszins de ziens wijze, in de brieven opgevat, kon aanveer- den. Mijne woorden werden ongetwijfeld, in dien zin verstaan, want de heer Voorzitter, fr. 471.00 1.5o mijne gezegdens bekrachtigende, voegde er bij Ja dit recht is zoo verheven dat wij allen, bier, het niet kunnen bereiken. Mag ik u verzoeken, Mijnheer, in het toekomende nauwkeuriger de woorden die in de zittingen van den gemeente raad uit gesproken zijn, in uwe verslagen over te zetten. Gelief, Mijnheer, dezen mijnen brief als wijziging aan het bovenvermeld verslag, iD bet naastkomend nummer van 't Nieuwsblad van Yper, in te lasscben, op dezelfde plaats waar 't verslag verscheen. Aanveerd, Mijnheer, de verzekeiing mijner geachte gevoelens. G. BEGEKEM. 't Is spijtig dat de onderbreking in 't Fransch gedaan wierd; ware zij in 't Vlaam sch gedaan geweest, dan zou zij geen reden hebben gegeven tot bovenstaande terecht wijzing. 't Is vooral spijtig dat men in eene gazet den toon niet kan weergeven waarop eene zinsnede of onderbreking wordt uit gesproken. if\ if ff 'if. 'ff if 'if if if VLOEKEN Wie heeft niet hooren vloeken De Farizeërs vloekten, als zij zeiden dat de God-Mensch in zijne wonderwerken met den duivel omging Caïphas vloekte, als hij Jesus zot verklaarde en zijne Godheid loochende de slechte moordenaar vloekte, als hij met den gekruistenZaligmaker spotte, en uitriep red U zeil, ais gij «oh zyi. Vloeken is God of zijne heiligen iets toe schrijven dat tegen hunne eer is van God of zijne heiligen spotsgewijze spreken. Vloeken is onzen lieven Heer verwenschen. Welnu, vermits God onzen Schepper en weldoende Vader is, is dat niet]ondankbaar? Vermits er geen vc ordeel noch voldoening, maar vervloeking en straffen van hetvloeken kunnen komen, is dat niet uitzinnig en ge vaarlyk Is het verstandig en vereenigbaar den naam van God tej ontheiligen, als men dagelijks bidt geheiligd zij Uw naam is vloeken de taal der duivelen niet spreken en duivel zijn Geen wonder dat vro ger,in zuiver katho lieke landen, de godslastering door de Katholieke Kerk en door den Staat met de straffen van den tijd gestraft wierd. Heden daags, sedert den opstand van het protestan tism die zooveel godsdienstoorlogen ver wekte, blijft de Staat meest overal onzijdig, bu.ten en boven eiken godsdienst hij stelt de' geregelde uitoefening jvan eiken gods dienst onder de bescherming der wetten, maar straft geene overtredingen meer van godsdienstige geboden, de Katholieke Kerk, zoo min als de Protestantsche,]Joodsche en andere Kerken, legt de godslasteraars geene openbare boetplegingen meer op maar God boudt daarom niet min voort aan zijn gebod IJdelijk en zweert noch en spotde Katholieke Kerk leert daarom niet min voort dat de godslastering groot kwaad is, en hier of hiernamaals door God gestraft wordt de bestrijding en de uitroeiingder godslaste ring blijven daarom niet min wenschelijk voor het geluk van volk en vaderland. Met het Kristen Vlaamsch Verbond zij het ons dus toegelaten op alle daken te roepen Geen godslasteringen meer Verwenscht nooit God Duldt dat niet van uwe kinderen en dienstboden 1 Gebruikt zelfs niet ijdelijk den heiligen naam van God, gelijk in die rauwe en ruwe verdoemeniswonschen tegen u zeiven, die strijdig zijn met het 2e en 5e gebod van God herinnert u dat godslaste ringen en groeve woorden slechte opvoeding of bedorvene makkers verraden en in geen deftig gezelschap geduld worden; ontsnappen u voortaan godslasteringen, belooft seffens 5 fr. aan den arme, gelijk zekere generaal op zijn sterfbed, die zijne o rde gewoonte alzoo afbrak en lioort gij God lasteren, zegt Geloofd zij Jesus-ChriStus £3 £3 £3 £3' £3 £3 £3 £3 £3 £3 Een eigenaar kan zich in eene brandver zekering verzekeren tegen de schade welk een brand hem zou kunnen veroorzaken. De werkman kan zich in oene ziekengilde en herverzekeringskas eenigermate vrijwaren tegen de schade die eene ziekte hem kan doen. Maar er is nog een erger geval dan brand of ziekte, en dat is de dood die iedereen overvallen zal die dikwijls overkomt wan neer men ze 't minst verwacht die een einde stelt aan 't leven en meteen'aan 't gewin, somtijds als men er voor 't huisgezin nog broodnoodig is bouwers, fabriekanten en werklieden, maar ook voor alle ambtenaars, in alle beroepen, zoo voor advokaten als rechters, voor ge- neesheeren als apothekers, voor handelaars als kunstenaars, voor allen, hoofden eens iuisgezin8, die persoonlijk door hun werk, beroep of ambt] in 't onderhoud hunner familie moeten voorzien. Welnu tegen de schade door de dood alzoo veroorzaakt, kan men zich ook verze- seren met eene levensverzekering aan te gaan. Wat i3 dan eene levensverzekering Ik eg het uit door een voorbeeld. Jan maakt met Pol eene overeenkomst Jan betaalt aan Pol dadelijk in eens éene som van duizend frank en Pol belooft bij Jans overlijden aan dezes erfgenamen eene som van vijftien honderd franks te betalen. Jan is hier de verzekerde en Pol is de ver zekeraar. Natuurlijk zal Jan, indien bij voorzichtig is, zulke overeenkomst maar sluiten als hij Pol voor een eerlijk en treffelijk man aanziet en hij wel weet dat Pol er warm in zit. Zijn geld geven aan den eersten den heston op gevaar at er niets meer van terug te zien, ware voor Jan eene ware lichtzinnigheid, eene echte dwaasheid begaan. Bij het vaststellen vaD de soni die Jan aanstonds betalen zal en van deze die Pol hem belooft uit te keeren zal men rekening houden van Jans ouderdom op 't oogenblik der overeenkomst, van 't getal jaren die hij mogelijks nog heeft te leven en ook van den intrest die Pol met Jans gestorte geld binnen die jaren kan of zal winnen. Mengelwerk van 't Nieuwsblad van Yper nr8 DOOR HONORÉ STA ES (Overdruk met toeslemming van 't Davidsfonds) V Nauwelijks had hij deze woorden gespro ken, of hij zag, in de schemering, die de Godslamp omgaf, vier mannen met eene groote kist verschijnen. Een oogenblik later verdwenen zij uit de schemering, doch een zwak geluid van voeten, die met voorzich tigheid op den kerkvloer gedrukt werden, kondigde den bultenaar aan dat men hem naderde. Twee minuten later ontwaarde Pieter vier schimmen en hij zegde Jongens, met hoeveel koffers zijt gij reeds weg Met zes, Draevelinck,» antwoordde eene stem, eveneens stil. Is er geen onraad daar buiten Ik heb geenen enkelen Sansculot op mijnen weg gezien. In het klooster moet men nog niet voornemens zijn op te kramen want men maakt er een gedruisch om er duizelig van te worden. Ga spoedig weer op ronde. Er moeten ten minste nog vijf koffers met sieraden naar Den Bonten Os gevoerd worden, en al de heiligenbeelden staan nog op hun voetstuk.» Is mijnheer de pastoor in de kerk Hij is met den meier in de sakristij c Moed. jongens, God zal u beloonen En Draevelinck trad buiten. Vijf minuten daarna was hij opnieuw bij het klooster. Uit al zijne macht begon hij met zijne vuisten op de poort te trommelen en schreeuwde middelerwijl Hé... citoyens... doet open voor een Republikein Vivat de Republiek en vivat de leute 1 Burger-commissaris, het is Pieter Draevelinck die vóór de poort staat Een weinig later werd de poort behoed zaam geopend en zag de bultenaar twee gen darmen verschijnen, die hem vergramd be keken. k Citoyens, moi je suis Républicain riep de knecht van Draeman, op de borst slaande. Gij hoort wel dat ik Fransch kan. Dat heb ik geleerd van den Waalschen ketel lapper, die altijd op onze hofstede vernacht te, wanneer hij in het dorp kwam. De Re- Natuurlijk ook zou Jan noch Pol zulk eene overeenkomst sluiten, indieu zij zeker waren er groote schade bij te doen. Elk van hen zal dus hoop op winst moeten hebban maar die hoop van winst zal dan ook voor de tegenpartij een gevaar van verlies uitmaken. Voor Jan zal de hoop van winst hierin bestaan dat zijne erfganamen eene grootere som zullen krijgen dan hij zelf gestort heeft, in 't geval bij vroegtijdig kwaaie te sterven; maar leeft hij Jang dan had bij evenwel en misschien beter gedaan zijn duizend franken eenvoudiglijk op de;,'spaarkas te stellen en door de intresten te laten aangroeien zijne erfgenamen zouden dan hierbij winnen en dat is voor Jan 't gevaar van verlies. Voor Pol bestaat het gevaar van verlies hieiiu dat hij vroeger dan bij berekend en gemeend had de vijftien honderd franken moet uitbetalen, en de hoop van winst iigt voor hem iu Jans lang leven. Veronderstellen wij dat Jan op 't oogen blik der overeenkomst 50 jaar oud was en dat alle menschen dia zulken ouderdom be reiken, nog vijftien jaar gemiddeld te leven hebben de eene meer, de andere min. Moest Jan zijne duizend fraiks op de spaarkas zetten en dan nog 15 jaar leven, dan zouden zijne erfgenamen uit de spaarkas 1557 fr. mogen halen maar moest hij na 10jaar sterven dan zouden zij maarl343 ft', ta deelen hebben. Zij zouden dan bij eene levensverzekering van 1343 fr.tot 1500 fr. of 157 fr. profijt doen en 't profijt zou zooveel te grooter zijn naarmate Jan vroegjr stierf. Leefde Jan langer dsn 15 jaar dan zou de c/yi in de spaarkas nog grooter worden en kering verlies doen en hoe langer Jan leeft hoe grooter 't zou zijn. Hetgeen voor de eene winst is, wordt voor de andere verlies, en verlies wordt winst. 't Is nochtans recht en redelijk dat de hoop van winst voor Pol grooter zij; immers hij moet Jans* geld bazorgen en intresten doen opbrengen hij dient voor zijn werk beloond te worden. Hoe dat Vooreerst indien hij zelf de 1000 fr. op de spaarkas stelde zou hij na 15 jaar er 1557 fr.in vinden om de erfgenamen van Jan bij zijn overlijden uit te keeren dat ware 57 fr. profijt maar hot ware klein gewin voor zoo langen tijd in gevaar te zijn van te verliezen. Daarom zal hij uitzien om die 1000 fr. aan grooteren intrest te kunnen plaatsen. Aan 4 ten hon derd geplaatst is hij na 15 jaar in bezit van 1743 fr. om de 1500 fr. uit te keeren aan de erfgenamen van Jan hij heeft dus reeds 243 fr. winst en leeft Jan langer, zijne winst zal nog grooter zijn, en van eenen anderen kant zal zijn verlies minder groot zijn bij een vroeger afsterven van Jan. Zelfs,zal er maar verlies zijn indien Jan geen 12 jaar leefde dus reeds een verschil van 3 jaar ten voor- deele van Pol. Daar hebt ge zoo eenvoudig mogelijk uit gelegd welke de werking is van eene levens verzekering. Maar Jan kan ook andere voorwaarden aanbieden. Hij kan voorstellen om de som van 1000 fr. in verschillige keeren te betalen bijvoor beeld in 10 of 15 keeren telkens eene zelfde som, of ook wel telkens eene ongelijke som verminderende telken jare. Hij kan ook nog vragen dat de 1500 fr. aan hem uitbetaald worden als hij 69 of 65 jaar oud is of aan zijne erfgenamen als hij voor dien ouderdom sterften meer andere. Al dia voorstellen zal Pol van zijnen kant nauwkeurig onderzoeken, wikken en wegen om te zien als hij er kans van winst aan ziet en ingevolge van dat onderzoek zal hij meer of min dan 1500 fr. beloven te betalen. Maar welke ook., de overeengekomene voorwaarden zijn, om eene ware levensver zekering uit te makon, moeten er bij de over eenkomst, voor beide partijen kansen van wïnst.en verlies tegen elkander opwegen, maar met eenig voordeel aan den kant van den verzekeraar,' die er recht toe heeft om zijn werk en om Jt gevaar van verlies waarin hy zich dadelijk stelt. ('t Vervolgt). C. L. H. £3 £3 £3 £3' £3 £3 £3 £3 £3 £3 Wanneer de kiesstrijd geopend zoo vroeg deze week een lezer van 't Nieuwsblad, en er valt er niet aan te twijfelen,zoo spreken soms ook anderen. De kiesstrijd zegt gij Maar die is immers altijd open Mij dunkt dat in den breeden zin van 't woord die vrage wat misplaatst is Geen jacht en geldt het hier, die hare be paalde tijdstippen in 't jaar voor zich houdt, waar maand en dag vastgesteld zijn! Neen 1 De kiesstrijd is een onophoudend werken, bs- We zullen u dat trachten te bewijzen 1 Vooreerst vraagt het opmaken en in regel zetten der kiezerslijsten een groot termijn, 't Is ook het gewichtigste punt in den kiesstrijd en dat werk is een werk van alle dage, een werk dat benevens vele kennissen een taaie langmoedigheid noodig heeft, 't Is een werk dat langen tijd eer de kiezing daar is, moet voltrokken zijn. Een tweede deel van dien kamp is zeker wel het opstellen en verspreiden van dagbla den en vlugschriften, wat ook aanhoudend is van daags na de kiezing tot den dag zelve der volgende stemming, 't Is weerom een middel van de grootste aangelegenheid. Wel mogen wij de leuze der Duitsche Ka tholieken ons in 't gedacht houden., inschrij ven, met de penne medewerken, en aankon digingen plaatsen in katholieke dagbladen. Iedereen weet diensvolgens ook hoe hunne partij in de jaren 70 zoo geweldig vervolgd door Bismarck heden de sterkste is der Duitsche kamers. 't En zijn de openbare meetingen niet die het meest bijbrengen tot het welgelukken der goede zaak, 'k en peize't niet Als de rede naar daar spreekt, heeft hij eenige honderden aanhoorigen vóór hem, maar als een dag bladschrijver eenen opstel laat drukken, hij, die onbekende, spreekt tot duizenüe burgers. Oordeelt dus over den machtigen invloed die de drukpers te wege brengt... En dien strijd Is hij wel soms gesloten zeker niet, want zie duizende dagbladen over- stroomen ons klein Belgie, wekelijks, ja zelfs dagelijks Gioot niet waar, oneindig groot is de invloed die door het dagblad te wege wordt gebracht'Gis het dagblad dat de openbare meening]vormt. Een derde deel van dien veldtocht is zijne mannen leeren kennen, en niet alleen van wezen maar ook van gedacht. Geene bloote kenn:s is voldoende maar eene gegronde voor al is van noode. Zulke kennis verkriigt men methet bezoeken der kiezers ten huize in alle mogelijke gelegenheden, met het inlijven derzelve in de geestelijke, de maatschappe lijke en de verzetgenootschappen, met dezen bij te staan die steun of bescherming van doen heeft. Alle menschen zijn gevoelig aan de diensten die men hun bewijst, en de on dankbare zijn toch maar uitnemingen. Jaar uit, jaar in, alzoo bezig zijn, dat is zonder ophouden de kiezing beweiken, zelfs voor iemand die dit do.l niet onmiddelijk voor oogen heeft. Indien zin is de vraag Wanneer de kiesstrijd geopend? misplaatst, nochtans in een meer beperkten zin komt zij heel wel van passé. Wanneer twee volkeren elkander vijandig zijn, maken zij van beide kanten lang gereed schap te voren. De soldaten worden maanden en jaren geoefend. Men is gedurig strijdveerdig en men werkt dapper voort om den zegepraal te bereiden. Eigentlijk rusten dat doet zulk volk nooit 1 Niettemin, wanneer de oorlog verklaard wordt, is de bedrijvigheid tot gereedschap gelijk aan deze van eenen biekorf de optocht wordt aangevuurd door het muziek en tijdens den slag stelt overheid en onderdaan zijn leven ten pande voor het Vaderland. Dat is de samenvatting en het uitwerksel druKKLTgTOi'aeiriruugitfcn'-gHtft. Vüri-ya£- perheidenzelfopoffering waarmee de strijders dag en nacht bezield waren. Verstaat ge ons, oude en jonge strijders van onze steeds jeugdig geblevene katholieke partij De kiesstrijd en is niet anders dan eene onophoudende verdubbeling der middels die men gansch 't jaar door in 't werk moet stelien om den zegepraal te bereiden 't en is niets anders dan de edelmoedigheid tot zelfverloochening verheven, om den vijand te vellen, en Kerk en Vaderland hunne heilige vrijheid te bewaren. De kiezerslijsten bestudeerd, geschreven en gewreven, gesproken tot de kiezers in 't bijzonder en in 't openbaar, meer dan te voren, vervaard van de nederlaag en ver lekkerd op de overwinning, en rusteloos gewrocht zonder ons en onze middels te sparen, dat is het nieuw en laatste tijdstip van den kiesstrijd dien wij van ston den aan moeten beginnen. Groot en klein, kiezers en volksvertegenwoordigers, allen zonder uitneming, zullen werken voor de eer van onze Ypersche Katholiekepartij, voor de welvaart van het Vaderland, en vooral tot behoudenis en verheerlijking van ons Geloof 1 £3 £3 £3 £3 £3 £3 £3 £3 £3 £3 Welke wij\e van storten \al men kie\en Men stort met voorbehouden of met afge staan kapitaal naar keus. Met afgestaan publikeinen zijn brave lieden. Vivat de com missaris Raeveloos Een der Sansculotten greep hem vast, slin gerde hem eenige malen over en weder, en trok hem dan binnen. Halt, kameraad haltschreeuwde Draevelinck, toen de gendarm hem eindelijk stil liet staan. «Indien gij zoo geweldig blijft, zal onze vriendschap niet lang duren. Ik houd nogal van eene schermutseling maar, rechtuit gezegd, gij zijt een weinig te ruw. De Republikeinen barstten in eenen schater lach los, en deze die hem over en weder ge slingerd had, trok hem nu verder het kloos ter in. Eenige oogenblikken daarna kwam men aan eene deur, die open stond, en hier gaf de ruwe geleider van den bultenaar den boerenknecht zulken geweldigen stoot in den rug, dat Pieter drie of vier stappen verre in eene groote zaal vloog en eindelijk met den neus tegen den planken vloer terecht kwam. Draevelinck kwam met moeite overeind, keek rond en zag den commissaris, een zestal gendarmen, alsook acht of tien inwoners van het dorp, bij eene lange tafel zitten, die vol bierglazen stond. De bultenaar bemerkte oogenblikkelijk dat al deze lieden dronken waren, en trok hier het gevolg uit dat het hem niet moeilijk zou zijn zijne rol te spelen. Er ontstond eene groote beweging onder het gezelschap,toen men Pieter in de zaal zag vliegen. De commissaris keek zoo veibaasd naar den bultenaar, alsof hij een wonder had- de zien gebeuren, de gendarmen lachten en schreeuwden en twee van hen trokken den sabel in de meening dat er moest gevochten worden de inboorlingen van Vlieregem, eindelijk, zagen eerst naar Draevelinck, dan naar elkander, en riepen ten slotte, dat een spioen in de gendarmerie gedrongen was. Het rumoer verging echter spoedig en Raeveloos vroeg met heesche stem aan de gendarmen, die voor Pieter de poort van het klooster ontsloten hadden Burgers, wat komt dit monster hier ver richten i) Burger-commissaris, dat weten wij zoo min als gij, werd hem geantwoord. Dat is de knecht van Draeman, den grootsten vijand der Republiek!» schreeuwde een der Vlieregemnaars. Hij is door zijnen meester naar hier gezonden om te zien wat wij hier doen. Werp hem buiten riepen vijf of zes stemmen. Burger-commissaris, ik zal de ribbekast van dit wanschepsel in stukken slaan, bromde Lessonnat. Niet te haastig, burgers, sprak Raeve loos, wiens verbazing ondertusschen voorbij gegaan was. Goede Republikeinen gaan in alles voorzichtig te werk. Wij moeten weten wat hier achter schuilt. En zich dan tot den bultenaar wendende, vroeg hij barsch Wie heeft u hier gezonden, aap Pieter vaagde met de mouw eenige drup pels bloed weg, die hem uit den neus op de lippen vielen, trok een zeer boertig gezicht, en sprak onbeschroomd Burger-commissaris, mijn vader zegde altijd dat beginselen moeilijk zijn, en ik ondervind thans dat de man niet mis was. Ik wil een goed Republikein worden, ik kom aan de Republikeinen vragen wat ik daarvoor moet doen, en die mannen spelen met mij gelijk de kat met de muis. Hadde Liva Bruyninckx geweten dat het met Pieter zóó zou afloopen, zij zou hem zeker niet geraden hebben tot den commissaris zijne toevlucht te nemen. De woorden Liva Bruyninckx maakten een zonderling uitwerksel op Raeveloos. Zijn gelaat werd eenigszins minzaam en hij zegde vriendelijk Burger Draevelinck, is het inderdaad de burgeres, van wie gij spreekt, die u tot mij gezonden heeft? Niet liegen, hoort gij Word ik gewaar dat gij met bedrog omgaat, het zal met u niet wel afloopen. Burger-commissaris, dat is eene heele historie, antwoordde de boerenknecht, ter wijl hij immer voortging met boertige ge zichten te trekken. Doch, alvorens ik begin te vertellen, zou ik gaarne weten of ik hier moet blijven zitten gelijk een kikker op een kluitje. Ik heb eenen geweldigen dorst, en vrees niet lang meer te kunnen spreken, wanneer niemand van u zegt Pieter, zet u bij ons en neem ook een slokje. Zet u naast mij, beval Jaak. De bultenaar stond zuchtend op, legde de beide handen op de plaats, waar de gen darm hem zoo onzacht aangeraakt had, en trad dan waggelend naar den stoel, dien den commissaris hem aanwees. Nu bood Raeveloos hem eenen pot bier n. Is er bloed in vroeg Pieter. Bloed 1 Wordt gij gek Wordt voortgezet. aan Tffn tl ené -io Hrorm, nllAAn wr] U.Ü LUT^CiiaLliVU nuuuuu Kiij Xouw iuruuo»uin\;

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 1