EN OMMELAN
Droevige Dagen
SpreeKüraad SS
voort DEypaus
w -w
<>p Zaterdag 27 Januari 1912
5 centiemen 't blad
&7e jaar. Tal merk 2395
Te trekken bij den Uitgever, Tk 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 8 frank 's jaar$
Dagklapper
Evangelie van den 4en Zondag
na Driekoningen.
Brief
Over Levensverzekering
K iesstrijd
De Werkman en
de Lijfrentkas
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
rs Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER
STRATE, T* 36, te YPER.
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en; bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen *t blad is 't
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE HaVAS, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN Yper, van al die buiten
Oost-& Westvlaanderen wonen.
1 mea
van den 27 Jan. tot den 3 Fehr.
z. 27. H JoanneR Guldenmond (Chrysosto-
trius
28. II. Julianus. - H. Cyrillus. - H. Ja
cob. Z Karei de Groote.
m. 29. H. Franciscus van Sales. H. Vale
rius. Z. Arnwolf-
d. 30. - IR Martina. - He Adelgond. - He
Bitllilda.
w 31, h. Petrus van Nolasco. He Eudoxie.
H« Marcella He Louise.
d. t Februari. - H. Ignatius. H. Ephrem.
H» Brigitta. H. Eubert.
v_ 2. O. L. V. Lichtmis.
fgs £s £3 £S ff ff ff ff ff
Te dien tijde toen Jezus in het scheepje steeg,
volgden Hem züne leerlingen. Eu zie. een hevige
storm verhief zich op het meer, zoodat de golven
over het scheepje sloegen Hij echter sliep. En
zijne leerlingen kwamen tot Hom en wekten
Hem zeggend Heer, red ons, wij vergaan. En
Jezus zeide hun Wat zijt gij bevreesd, kleinge-
ioovigen Toen stond Hij op, gebood de winden
en liet meer, en er ontstond een groote kalmte.
De menschen nu waren verwonderd en zeiden
Wie is deze, dat de winden en het meer Hem
gehoorzamen
ff if. if tf if if- if'- if if'
Vorige lijst
Onbekend
Yper, 20 Januari 1912.
Aan dbn Heer Opsteller van
't Nieuwsblad van Ypeb.
Mijnheer,
In 't verslag der zitting van den gemeente-
raai van Yper, verslag dat, heden, in 't
Nieuwsblad van Yper gegeven is, lees ik,
namelijk
Mededeelingen
M. de Voorzitter geeft lezing van twee
brieven van ouders, wier kinders de
stadsmeisjesschool bijwonen die opkomen
tegen de verhoogiBg van] hetuschoolgeld en
bet onderwijs in 't vlaamsch.
M. Begerem. 't Is maar met reebt
De lezers van 't Nieuwsblad moeten
denken, bij die woorden, die gij mij toe
schrijft, dat ik die brieven goedkeur.
Het is mij dus een plicht openlijk te ver
klaren dat ik die woorden niet,uitgesproken
heb. De waarheid is dat, nalezing van de
brieven door den heer Voorzitter, ik uitriep
C'est du droit pur bewijzende, op den
toon dien ik nam, dat ik geenszins de ziens
wijze, in de brieven opgevat, kon aanveer-
den.
Mijne woorden werden ongetwijfeld, in
dien zin verstaan, want de heer Voorzitter,
fr. 471.00
1.5o
mijne gezegdens bekrachtigende, voegde
er bij Ja dit recht is zoo verheven dat
wij allen, bier, het niet kunnen bereiken.
Mag ik u verzoeken, Mijnheer, in het
toekomende nauwkeuriger de woorden die
in de zittingen van den gemeente raad uit
gesproken zijn, in uwe verslagen over te
zetten.
Gelief, Mijnheer, dezen mijnen brief als
wijziging aan het bovenvermeld verslag, iD
bet naastkomend nummer van 't Nieuwsblad
van Yper, in te lasscben, op dezelfde plaats
waar 't verslag verscheen.
Aanveerd, Mijnheer, de verzekeiing
mijner geachte gevoelens.
G. BEGEKEM.
't Is spijtig dat de onderbreking in 't
Fransch gedaan wierd; ware zij in 't Vlaam
sch gedaan geweest, dan zou zij geen reden
hebben gegeven tot bovenstaande terecht
wijzing. 't Is vooral spijtig dat men in eene
gazet den toon niet kan weergeven waarop
eene zinsnede of onderbreking wordt uit
gesproken.
if\ if ff 'if. 'ff if 'if if if
VLOEKEN
Wie heeft niet hooren vloeken
De Farizeërs vloekten, als zij zeiden dat
de God-Mensch in zijne wonderwerken met
den duivel omging Caïphas vloekte, als hij
Jesus zot verklaarde en zijne Godheid
loochende de slechte moordenaar vloekte,
als hij met den gekruistenZaligmaker spotte,
en uitriep red U zeil, ais gij «oh zyi.
Vloeken is God of zijne heiligen iets toe
schrijven dat tegen hunne eer is van God of
zijne heiligen spotsgewijze spreken. Vloeken
is onzen lieven Heer verwenschen.
Welnu, vermits God onzen Schepper en
weldoende Vader is, is dat niet]ondankbaar?
Vermits er geen vc ordeel noch voldoening,
maar vervloeking en straffen van hetvloeken
kunnen komen, is dat niet uitzinnig en ge
vaarlyk Is het verstandig en vereenigbaar
den naam van God tej ontheiligen, als men
dagelijks bidt geheiligd zij Uw naam is
vloeken de taal der duivelen niet spreken en
duivel zijn
Geen wonder dat vro ger,in zuiver katho
lieke landen, de godslastering door de
Katholieke Kerk en door den Staat met de
straffen van den tijd gestraft wierd. Heden
daags, sedert den opstand van het protestan
tism die zooveel godsdienstoorlogen ver
wekte, blijft de Staat meest overal onzijdig,
bu.ten en boven eiken godsdienst hij stelt
de' geregelde uitoefening jvan eiken gods
dienst onder de bescherming der wetten,
maar straft geene overtredingen meer van
godsdienstige geboden, de Katholieke Kerk,
zoo min als de Protestantsche,]Joodsche en
andere Kerken, legt de godslasteraars geene
openbare boetplegingen meer op maar God
boudt daarom niet min voort aan zijn
gebod IJdelijk en zweert noch en spotde
Katholieke Kerk leert daarom niet min voort
dat de godslastering groot kwaad is, en hier
of hiernamaals door God gestraft wordt de
bestrijding en de uitroeiingder godslaste
ring blijven daarom niet min wenschelijk
voor het geluk van volk en vaderland.
Met het Kristen Vlaamsch Verbond zij het
ons dus toegelaten op alle daken te roepen
Geen godslasteringen meer Verwenscht
nooit God Duldt dat niet van uwe kinderen
en dienstboden 1 Gebruikt zelfs niet ijdelijk
den heiligen naam van God, gelijk in die
rauwe en ruwe verdoemeniswonschen tegen
u zeiven, die strijdig zijn met het 2e en 5e
gebod van God herinnert u dat godslaste
ringen en groeve woorden slechte opvoeding
of bedorvene makkers verraden en in geen
deftig gezelschap geduld worden; ontsnappen
u voortaan godslasteringen, belooft seffens
5 fr. aan den arme, gelijk zekere generaal
op zijn sterfbed, die zijne o rde gewoonte
alzoo afbrak en lioort gij God lasteren,
zegt Geloofd zij Jesus-ChriStus
£3 £3 £3 £3' £3 £3 £3 £3 £3 £3
Een eigenaar kan zich in eene brandver
zekering verzekeren tegen de schade welk
een brand hem zou kunnen veroorzaken. De
werkman kan zich in oene ziekengilde en
herverzekeringskas eenigermate vrijwaren
tegen de schade die eene ziekte hem kan
doen.
Maar er is nog een erger geval dan brand
of ziekte, en dat is de dood die iedereen
overvallen zal die dikwijls overkomt wan
neer men ze 't minst verwacht die een
einde stelt aan 't leven en meteen'aan 't
gewin, somtijds als men er voor 't huisgezin
nog broodnoodig is
bouwers, fabriekanten en werklieden, maar
ook voor alle ambtenaars, in alle beroepen,
zoo voor advokaten als rechters, voor ge-
neesheeren als apothekers, voor handelaars
als kunstenaars, voor allen, hoofden eens
iuisgezin8, die persoonlijk door hun werk,
beroep of ambt] in 't onderhoud hunner
familie moeten voorzien.
Welnu tegen de schade door de dood
alzoo veroorzaakt, kan men zich ook verze-
seren met eene levensverzekering aan te
gaan.
Wat i3 dan eene levensverzekering Ik
eg het uit door een voorbeeld.
Jan maakt met Pol eene overeenkomst
Jan betaalt aan Pol dadelijk in eens éene
som van duizend frank en Pol belooft bij
Jans overlijden aan dezes erfgenamen eene
som van vijftien honderd franks te betalen.
Jan is hier de verzekerde en Pol is de ver
zekeraar.
Natuurlijk zal Jan, indien bij voorzichtig
is, zulke overeenkomst maar sluiten als hij
Pol voor een eerlijk en treffelijk man aanziet
en hij wel weet dat Pol er warm in zit. Zijn
geld geven aan den eersten den heston op
gevaar at er niets meer van terug te zien,
ware voor Jan eene ware lichtzinnigheid,
eene echte dwaasheid begaan.
Bij het vaststellen vaD de soni die Jan
aanstonds betalen zal en van deze die Pol
hem belooft uit te keeren zal men rekening
houden van Jans ouderdom op 't oogenblik
der overeenkomst, van 't getal jaren die hij
mogelijks nog heeft te leven en ook van den
intrest die Pol met Jans gestorte geld binnen
die jaren kan of zal winnen.
Mengelwerk van 't Nieuwsblad van Yper nr8
DOOR
HONORÉ STA ES
(Overdruk met toeslemming van 't Davidsfonds)
V
Nauwelijks had hij deze woorden gespro
ken, of hij zag, in de schemering, die de
Godslamp omgaf, vier mannen met eene
groote kist verschijnen. Een oogenblik later
verdwenen zij uit de schemering, doch een
zwak geluid van voeten, die met voorzich
tigheid op den kerkvloer gedrukt werden,
kondigde den bultenaar aan dat men hem
naderde.
Twee minuten later ontwaarde Pieter vier
schimmen en hij zegde
Jongens, met hoeveel koffers zijt gij
reeds weg
Met zes, Draevelinck,» antwoordde eene
stem, eveneens stil. Is er geen onraad daar
buiten
Ik heb geenen enkelen Sansculot op
mijnen weg gezien. In het klooster moet
men nog niet voornemens zijn op te kramen
want men maakt er een gedruisch om er
duizelig van te worden.
Ga spoedig weer op ronde. Er moeten
ten minste nog vijf koffers met sieraden naar
Den Bonten Os gevoerd worden, en al de
heiligenbeelden staan nog op hun voetstuk.»
Is mijnheer de pastoor in de kerk
Hij is met den meier in de sakristij
c Moed. jongens, God zal u beloonen
En Draevelinck trad buiten.
Vijf minuten daarna was hij opnieuw bij
het klooster. Uit al zijne macht begon hij
met zijne vuisten op de poort te trommelen
en schreeuwde middelerwijl
Hé... citoyens... doet open voor een
Republikein Vivat de Republiek en vivat
de leute 1 Burger-commissaris, het is
Pieter Draevelinck die vóór de poort staat
Een weinig later werd de poort behoed
zaam geopend en zag de bultenaar twee gen
darmen verschijnen, die hem vergramd be
keken.
k Citoyens, moi je suis Républicain
riep de knecht van Draeman, op de borst
slaande. Gij hoort wel dat ik Fransch kan.
Dat heb ik geleerd van den Waalschen ketel
lapper, die altijd op onze hofstede vernacht
te, wanneer hij in het dorp kwam. De Re-
Natuurlijk ook zou Jan noch Pol zulk
eene overeenkomst sluiten, indieu zij zeker
waren er groote schade bij te doen. Elk van
hen zal dus hoop op winst moeten hebban
maar die hoop van winst zal dan ook voor de
tegenpartij een gevaar van verlies uitmaken.
Voor Jan zal de hoop van winst hierin
bestaan dat zijne erfganamen eene grootere
som zullen krijgen dan hij zelf gestort heeft,
in 't geval bij vroegtijdig kwaaie te sterven;
maar leeft hij Jang dan had bij evenwel en
misschien beter gedaan zijn duizend franken
eenvoudiglijk op de;,'spaarkas te stellen en
door de intresten te laten aangroeien zijne
erfgenamen zouden dan hierbij winnen en
dat is voor Jan 't gevaar van verlies.
Voor Pol bestaat het gevaar van verlies
hieiiu dat hij vroeger dan bij berekend en
gemeend had de vijftien honderd franken
moet uitbetalen, en de hoop van winst iigt
voor hem iu Jans lang leven.
Veronderstellen wij dat Jan op 't oogen
blik der overeenkomst 50 jaar oud was en
dat alle menschen dia zulken ouderdom be
reiken, nog vijftien jaar gemiddeld te leven
hebben de eene meer, de andere min.
Moest Jan zijne duizend fraiks op de
spaarkas zetten en dan nog 15 jaar leven,
dan zouden zijne erfgenamen uit de spaarkas
1557 fr. mogen halen maar moest hij na
10jaar sterven dan zouden zij maarl343 ft',
ta deelen hebben. Zij zouden dan bij eene
levensverzekering van 1343 fr.tot 1500 fr. of
157 fr. profijt doen en 't profijt zou zooveel
te grooter zijn naarmate Jan vroegjr stierf.
Leefde Jan langer dsn 15 jaar dan zou de
c/yi in de spaarkas nog grooter worden en
kering verlies doen en hoe langer Jan leeft
hoe grooter 't zou zijn. Hetgeen voor de eene
winst is, wordt voor de andere verlies, en
verlies wordt winst.
't Is nochtans recht en redelijk dat de
hoop van winst voor Pol grooter zij; immers
hij moet Jans* geld bazorgen en intresten
doen opbrengen hij dient voor zijn werk
beloond te worden. Hoe dat Vooreerst
indien hij zelf de 1000 fr. op de spaarkas
stelde zou hij na 15 jaar er 1557 fr.in vinden
om de erfgenamen van Jan bij zijn overlijden
uit te keeren dat ware 57 fr. profijt maar
hot ware klein gewin voor zoo langen tijd in
gevaar te zijn van te verliezen. Daarom zal
hij uitzien om die 1000 fr. aan grooteren
intrest te kunnen plaatsen. Aan 4 ten hon
derd geplaatst is hij na 15 jaar in bezit van
1743 fr. om de 1500 fr. uit te keeren aan de
erfgenamen van Jan hij heeft dus reeds 243
fr. winst en leeft Jan langer, zijne winst zal
nog grooter zijn, en van eenen anderen kant
zal zijn verlies minder groot zijn bij een
vroeger afsterven van Jan. Zelfs,zal er maar
verlies zijn indien Jan geen 12 jaar leefde
dus reeds een verschil van 3 jaar ten voor-
deele van Pol.
Daar hebt ge zoo eenvoudig mogelijk uit
gelegd welke de werking is van eene levens
verzekering.
Maar Jan kan ook andere voorwaarden
aanbieden.
Hij kan voorstellen om de som van 1000
fr. in verschillige keeren te betalen bijvoor
beeld in 10 of 15 keeren telkens eene zelfde
som, of ook wel telkens eene ongelijke som
verminderende telken jare. Hij kan ook nog
vragen dat de 1500 fr. aan hem uitbetaald
worden als hij 69 of 65 jaar oud is of aan
zijne erfgenamen als hij voor dien ouderdom
sterften meer andere.
Al dia voorstellen zal Pol van zijnen kant
nauwkeurig onderzoeken, wikken en wegen
om te zien als hij er kans van winst aan ziet
en ingevolge van dat onderzoek zal hij meer
of min dan 1500 fr. beloven te betalen.
Maar welke ook., de overeengekomene
voorwaarden zijn, om eene ware levensver
zekering uit te makon, moeten er bij de over
eenkomst, voor beide partijen kansen van
wïnst.en verlies tegen elkander opwegen,
maar met eenig voordeel aan den kant van
den verzekeraar,' die er recht toe heeft om
zijn werk en om Jt gevaar van verlies waarin
hy zich dadelijk stelt.
('t Vervolgt). C. L. H.
£3 £3 £3 £3' £3 £3 £3 £3 £3 £3
Wanneer de kiesstrijd geopend zoo vroeg
deze week een lezer van 't Nieuwsblad, en er
valt er niet aan te twijfelen,zoo spreken soms
ook anderen.
De kiesstrijd zegt gij Maar die is immers
altijd open Mij dunkt dat in den breeden
zin van 't woord die vrage wat misplaatst is
Geen jacht en geldt het hier, die hare be
paalde tijdstippen in 't jaar voor zich houdt,
waar maand en dag vastgesteld zijn! Neen 1
De kiesstrijd is een onophoudend werken,
bs-
We zullen u dat trachten te bewijzen 1
Vooreerst vraagt het opmaken en in regel
zetten der kiezerslijsten een groot termijn,
't Is ook het gewichtigste punt in den
kiesstrijd en dat werk is een werk van alle
dage, een werk dat benevens vele kennissen
een taaie langmoedigheid noodig heeft, 't Is
een werk dat langen tijd eer de kiezing daar
is, moet voltrokken zijn.
Een tweede deel van dien kamp is zeker
wel het opstellen en verspreiden van dagbla
den en vlugschriften, wat ook aanhoudend is
van daags na de kiezing tot den dag zelve
der volgende stemming, 't Is weerom een
middel van de grootste aangelegenheid.
Wel mogen wij de leuze der Duitsche Ka
tholieken ons in 't gedacht houden., inschrij
ven, met de penne medewerken, en aankon
digingen plaatsen in katholieke dagbladen.
Iedereen weet diensvolgens ook hoe hunne
partij in de jaren 70 zoo geweldig vervolgd
door Bismarck heden de sterkste is der
Duitsche kamers.
't En zijn de openbare meetingen niet die
het meest bijbrengen tot het welgelukken der
goede zaak, 'k en peize't niet Als de rede
naar daar spreekt, heeft hij eenige honderden
aanhoorigen vóór hem, maar als een dag
bladschrijver eenen opstel laat drukken, hij,
die onbekende, spreekt tot duizenüe
burgers. Oordeelt dus over den machtigen
invloed die de drukpers te wege brengt... En
dien strijd Is hij wel soms gesloten zeker
niet, want zie duizende dagbladen over-
stroomen ons klein Belgie, wekelijks, ja zelfs
dagelijks Gioot niet waar, oneindig groot
is de invloed die door het dagblad te wege
wordt gebracht'Gis het dagblad dat de
openbare meening]vormt.
Een derde deel van dien veldtocht is zijne
mannen leeren kennen, en niet alleen van
wezen maar ook van gedacht. Geene bloote
kenn:s is voldoende maar eene gegronde voor
al is van noode. Zulke kennis verkriigt men
methet bezoeken der kiezers ten huize in alle
mogelijke gelegenheden, met het inlijven
derzelve in de geestelijke, de maatschappe
lijke en de verzetgenootschappen, met dezen
bij te staan die steun of bescherming van
doen heeft. Alle menschen zijn gevoelig aan
de diensten die men hun bewijst, en de on
dankbare zijn toch maar uitnemingen.
Jaar uit, jaar in, alzoo bezig zijn, dat is
zonder ophouden de kiezing beweiken, zelfs
voor iemand die dit do.l niet onmiddelijk
voor oogen heeft. Indien zin is de vraag
Wanneer de kiesstrijd geopend? misplaatst,
nochtans in een meer beperkten zin komt zij
heel wel van passé.
Wanneer twee volkeren elkander vijandig
zijn, maken zij van beide kanten lang gereed
schap te voren. De soldaten worden
maanden en jaren geoefend. Men is gedurig
strijdveerdig en men werkt dapper voort om
den zegepraal te bereiden. Eigentlijk rusten
dat doet zulk volk nooit 1
Niettemin, wanneer de oorlog verklaard
wordt, is de bedrijvigheid tot gereedschap
gelijk aan deze van eenen biekorf de optocht
wordt aangevuurd door het muziek en tijdens
den slag stelt overheid en onderdaan zijn
leven ten pande voor het Vaderland.
Dat is de samenvatting en het uitwerksel
druKKLTgTOi'aeiriruugitfcn'-gHtft. Vüri-ya£-
perheidenzelfopoffering waarmee de strijders
dag en nacht bezield waren.
Verstaat ge ons, oude en jonge strijders van
onze steeds jeugdig geblevene katholieke
partij
De kiesstrijd en is niet anders dan eene
onophoudende verdubbeling der middels die
men gansch 't jaar door in 't werk moet
stelien om den zegepraal te bereiden 't en
is niets anders dan de edelmoedigheid tot
zelfverloochening verheven, om den vijand
te vellen, en Kerk en Vaderland hunne
heilige vrijheid te bewaren.
De kiezerslijsten bestudeerd, geschreven
en gewreven, gesproken tot de kiezers in
't bijzonder en in 't openbaar, meer dan te
voren, vervaard van de nederlaag en ver
lekkerd op de overwinning, en rusteloos
gewrocht zonder ons en onze middels
te sparen, dat is het nieuw en laatste
tijdstip van den kiesstrijd dien wij van ston
den aan moeten beginnen. Groot en klein,
kiezers en volksvertegenwoordigers, allen
zonder uitneming, zullen werken voor de eer
van onze Ypersche Katholiekepartij, voor
de welvaart van het Vaderland, en vooral
tot behoudenis en verheerlijking van ons
Geloof 1
£3 £3 £3 £3 £3 £3 £3 £3 £3 £3
Welke wij\e van storten \al men kie\en
Men stort met voorbehouden of met afge
staan kapitaal naar keus. Met afgestaan
publikeinen zijn brave lieden. Vivat de com
missaris Raeveloos
Een der Sansculotten greep hem vast, slin
gerde hem eenige malen over en weder, en
trok hem dan binnen.
Halt, kameraad haltschreeuwde
Draevelinck, toen de gendarm hem eindelijk
stil liet staan. «Indien gij zoo geweldig blijft,
zal onze vriendschap niet lang duren. Ik
houd nogal van eene schermutseling maar,
rechtuit gezegd, gij zijt een weinig te ruw.
De Republikeinen barstten in eenen schater
lach los, en deze die hem over en weder ge
slingerd had, trok hem nu verder het kloos
ter in. Eenige oogenblikken daarna kwam
men aan eene deur, die open stond, en hier
gaf de ruwe geleider van den bultenaar den
boerenknecht zulken geweldigen stoot in den
rug, dat Pieter drie of vier stappen verre in
eene groote zaal vloog en eindelijk met den
neus tegen den planken vloer terecht kwam.
Draevelinck kwam met moeite overeind,
keek rond en zag den commissaris, een zestal
gendarmen, alsook acht of tien inwoners van
het dorp, bij eene lange tafel zitten, die vol
bierglazen stond. De bultenaar bemerkte
oogenblikkelijk dat al deze lieden dronken
waren, en trok hier het gevolg uit dat het
hem niet moeilijk zou zijn zijne rol te spelen.
Er ontstond eene groote beweging onder
het gezelschap,toen men Pieter in de zaal zag
vliegen. De commissaris keek zoo veibaasd
naar den bultenaar, alsof hij een wonder had-
de zien gebeuren, de gendarmen lachten en
schreeuwden en twee van hen trokken den
sabel in de meening dat er moest gevochten
worden de inboorlingen van Vlieregem,
eindelijk, zagen eerst naar Draevelinck, dan
naar elkander, en riepen ten slotte, dat een
spioen in de gendarmerie gedrongen was.
Het rumoer verging echter spoedig en
Raeveloos vroeg met heesche stem aan de
gendarmen, die voor Pieter de poort van het
klooster ontsloten hadden
Burgers, wat komt dit monster hier ver
richten i)
Burger-commissaris, dat weten wij zoo
min als gij, werd hem geantwoord.
Dat is de knecht van Draeman, den
grootsten vijand der Republiek!» schreeuwde
een der Vlieregemnaars. Hij is door zijnen
meester naar hier gezonden om te zien wat
wij hier doen.
Werp hem buiten riepen vijf of zes
stemmen.
Burger-commissaris, ik zal de ribbekast
van dit wanschepsel in stukken slaan,
bromde Lessonnat.
Niet te haastig, burgers, sprak Raeve
loos, wiens verbazing ondertusschen voorbij
gegaan was. Goede Republikeinen gaan in
alles voorzichtig te werk. Wij moeten weten
wat hier achter schuilt. En zich dan tot
den bultenaar wendende, vroeg hij barsch
Wie heeft u hier gezonden, aap
Pieter vaagde met de mouw eenige drup
pels bloed weg, die hem uit den neus op de
lippen vielen, trok een zeer boertig gezicht,
en sprak onbeschroomd
Burger-commissaris, mijn vader zegde
altijd dat beginselen moeilijk zijn, en ik
ondervind thans dat de man niet mis was. Ik
wil een goed Republikein worden, ik kom
aan de Republikeinen vragen wat ik daarvoor
moet doen, en die mannen spelen met mij
gelijk de kat met de muis. Hadde Liva
Bruyninckx geweten dat het met Pieter zóó
zou afloopen, zij zou hem zeker niet geraden
hebben tot den commissaris zijne toevlucht
te nemen.
De woorden Liva Bruyninckx maakten
een zonderling uitwerksel op Raeveloos.
Zijn gelaat werd eenigszins minzaam en hij
zegde vriendelijk
Burger Draevelinck, is het inderdaad de
burgeres, van wie gij spreekt, die u tot mij
gezonden heeft? Niet liegen, hoort gij
Word ik gewaar dat gij met bedrog omgaat,
het zal met u niet wel afloopen.
Burger-commissaris, dat is eene heele
historie, antwoordde de boerenknecht, ter
wijl hij immer voortging met boertige ge
zichten te trekken. Doch, alvorens ik begin
te vertellen, zou ik gaarne weten of ik hier
moet blijven zitten gelijk een kikker op een
kluitje. Ik heb eenen geweldigen dorst, en
vrees niet lang meer te kunnen spreken,
wanneer niemand van u zegt Pieter, zet
u bij ons en neem ook een slokje.
Zet u naast mij, beval Jaak.
De bultenaar stond zuchtend op, legde
de beide handen op de plaats, waar de gen
darm hem zoo onzacht aangeraakt had, en
trad dan waggelend naar den stoel, dien den
commissaris hem aanwees.
Nu bood Raeveloos hem eenen pot bier
n.
Is er bloed in vroeg Pieter.
Bloed 1 Wordt gij gek
Wordt voortgezet.
aan
Tffn tl ené -io Hrorm, nllAAn wr]
U.Ü LUT^CiiaLliVU nuuuuu Kiij Xouw iuruuo»uin\;