DIT IS SpreeMraad Si EN OMMELANDS Droevige Dagen Rond de Wereld m mm mm m. m m m m es et *1 e- m e-ei Stadsnieuws Op Zaterdag 10 Februari 1912 5 centiemen 't blad 47e jaar. Talsierk 2397 Te trekken bij den Uitgever, Tk 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapmzen ofte post, tegen 8 frank 's jaars Dagklapper Evangelie van den Zondag van Sexagesima De Steunpijlers der Maatschappij Engeland m m Tripoiitaoië Denemarken m m m Portugaal m Frankrijk Rusland Stadsproces tmë 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en fs Zaterdags na de markt, tegen 3 fr, 's jaars; 3 ir. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moét vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER STRATE, Tk 36, te Yper. Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal De bekendmakingen kosten o fr. 15 de reke binnen "t blad is 't o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE Havas, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten Oost-& Westvlaanderen wonen. van den 10 tot den 17 Febr. z. lo. He Scholasliea. H. Wilhelm van Malaval. Gelukz. Hugo. Z. tl. H. Saturnyn. H. Jan de Britlo. H. Adolf. ra. 12. He Eulalie. d. 13. H. Agabus. PI- Gregoris. He Katharina. te. 14. H. Valentyn H. Nicepkorus. d. 15. HH. Faustinus en Jovila. - He Vero- nika. H* Agapia. He Georgia. v. 16. H. Onesiraus. FI« Juliana. H. Gregoris, N. Pt gg IÉ *5 fg ift ¥i Vt Te dien tijde, toen nu een talrijke schare ver gaderd was, wijl men van stad bij stad naar Jezus toestroomde, sprak. Hij in gelijkenis De zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien. En by zijn zaaien viel een gedeslte langs den weg en werd vertreden, en de vogelen des hemels pikten bet op En een ander deel viel op de rots, en nauw ontkiemd verdorde het bij gebrek aan vocht. En een ander deel viel te midden der doornen, en de doornen schoten mede op en verstikten het. En een ander deel viel in de goede aarde, en opgegroeid bracht het honderdvoudige vrucht voort. Na deze woorden riep Hij uitWie ooren heeft om te hooren, hoore. Maar zijee leerlingen vroegen Hem wat deze gelijkenis beteekerde. Hij nu zeide U is Let gegeven, de geheimen te kennen van het koninkrijk Gods, maar aan de ovêrigen in geiyk*nissen, dat ze ziende niet zien en hoorende Diet begrijpen. De zin echter is deze Het zaad is het woord Gods. de'duivel en neemt het woord uit hun hart weg opdat ze niet gelooven en zalig worden. Doch die op de rots dat zijn zij die het woord, wan neer zij het hooren, metlvreugde aannemen, en dezen 'hebben geen worteldie voor een yd gelooven en ten tijde der bfPro®J'n|„u (iat worden. Dan wat onder de doornen Telt .dat zdn zij die hooren en door zorgen «n rijkdom en genoegens des levens onderweg verstikt worden en geene vrucht doen rijpen. Maar wat in d goede aarde valtdat zyn alwie met goed en rechtschapen hart het woord hooren en bewa ren, en vracht dragen in volharding. Sprekende tot werklieden, zegde bun de vermaarde schatrijke Amerikaan, Carnegie KapitaalVerstand en Werk zijn voor de maatschappij als de drie pikkels van eenen klavierstoel Zoolang die pikkel kloek en sterk zijn,blijft de stoel recht,maar komt een van de drie te plooien of te breken, rukt men er een af of verbrijzelt men bem, onvermijdelijk moet de stoel vallenHij blijft buiten dienst zoolang de derde pikkel niet hersteld is. De kapitalist heeft du» ongelijk te denken dat het Kapitaal gewichtiger is daa welke der andere steunen der maatschappij. De medshulp van Vorstand en YVerk is hem onontbeerlijk. Zosder hen, of met slechts één van beide, moet het vallen. Het Verstand mist, als het denkt dat het de voornaamste steun is. Zonder Kapitaal en Werk is die grondslag zonder nut. Mengelwerk van'tNieuwsblad vanYpernrio V Wat zou ik daarop zeggen Jan Gij mint al veel te veel de kan En reuk van bier mij niet behaagt. Is het te veel van u gevraagd Dat gij van nu af 't zuipen laat En nooit meer naar de herberg gaat Katrien, voortaan noch bier, noch wijn Gij moogt er heel gerust op zijn. Gedurende de zes eerste regelen van het koepiet, had de zanger gepoogd de stem eener vrouw na te bootsen, onder de twee laatste had hij grof gezongen. Generaal, uw Jan is een sukkelaar, schertste Raeveloos. Het dunkt mij dat het mij schrikkelijk moeilijk zou vallen om den wille eener vrouw, volledigen afstand te doen van bier en wijn. Derde koepiet riep Draevelinck. Eindelijk, vergeten wij ook niet dat het Werk faalt als het beweert meer gewicht te hebben dan welke andere steun. Dit gedacht heeft in 't verladen menige betreurensweer- dige en onherstelbare misslag berokkend. Alle drio zijn de grondslagen eener mach tige eenheid, Yereenigd kunnen zij wonderen te weeg brengen gescheiden is niet een van groote weerde... Kapitaal, Verstand en Werk moeten ver- eenigd streven. Wie tweedracht onder hen zaait is de vijand van alle drie, de vijand der geheele maatschappij r*' Wat denken liberalen en socialisten van die eenvoudige maar slaande waarheid Zij die, moest men hunne leugentaal geloo ven,het kapitaal van een andere, niet het hunne zullen vernietigen; zijjdie door drogredens en vorvalsehte begrippen het Verstand op een dwaalspoor willen brengen, het zijnen oorsprong God doen looche nen om bet aan 't stoffelijke te verslaven zij die, in den schijn, het Werk buitenmate willen verheffen om sleclffs, in hunne weer- galooze baatzucht, hun eigen persoon en belangente doe» aankleven. Ia groote en onverstaanbare bewoording bitsen zij den werkman op naar een over dreven en onbekende eden, terwijl zij hem, heimelijk alleen, doen dienen tot voetbank om bui eigen te rerheffen op een glorietroon, al baadde ook bet voetstuk in eene zee van menschenbloed. Leugenaars Volksbedriegers Zij der maatschappij zij zijn de vijanden én van Kapitaal, én van ^Verstand, en van Werk; de vijanden, zij ze, der geheele sa menleving God behoede ons rustig en bloeiënd België van den klauw dier wangedrochten 1 gi pi pi ps pi 'p* pr» p* Pt. Pi De Engelsche vorst,die met zijne gemalin, de reize naar Indië gedaan badisdezer dagen gave en gezond.te Londen aangekomen. Op den weg naar 't paleis werd den stoet levendig toegejuicht. Een plechtige dankdienst voor zijne be houden terugkomst, had in St Pauluskathe- draal plaats. Ongeveer 5060 menschen woon den den dienst bij. De Indische Keizerskroon De Indische keizerskroon, waarmede koning George van Engeland bij den Durbar in Delhi met den glans der met juweelen getooide Indische vorsten gewedijverd heeft, is volstrekt geen historisch kleinood. Zy is integendeel nog maar een paar maanden oud en een stuk werk van den Loodeaschen juwelier Garrard. De kroon werd op bijzon dere bestelling van den koning vervaardigd en de bijzonderheden van dit nieuw gevorm de kroonjuweel zijn tot lieden als een staats geheim verzwegen. Zij is persoonlijk eigen dom van den monarch en vertegenwoordigt een groot vermogen alleen aan diamanten zijn er niet minder dan 6170 edelgesteenten, in den kroonband ingezet. «Zulk een menigte van heerlijke juweelen en edelgesteenten is er wellicht nog nooit tot één enkel sieraad verwerkt, vertelt thans, nu met den Durbar zijn verplichte geheim houding is opgeheven, de Engelsche hofju welier, die de kroon heelt vervaardigd. Den eenen nacht ua den anderen werd het wordende sieraad in een bijzondere ijzeren kluis gesloten en van avond tot morgen bewaakte een schildwacht den kostbaren schat. De kroonband bestaat uit twee rijen diamanten. Daartusschan in zijn achttien groote edelgesteenten ingezet en wel vier smaragden, vier saphiren en acht groote diamanten. De tusschen deze edelgesteenten vrijblijvende tusschenruimte zijn eveneens weer met diamanten versierd, die in den vorm van bladornamenten geschikt zijn.Het voorste middenveld van den kroonband siert een buitengewoon prachtige Indische sma ragd, die alleen reeds 34 karaat weegt en in zijn soort nauwelijks zijnB gelijke heeft. Maar ook de overige smaragden en sapbiren zijn waardig een keizerskroon le sieren, want zoowel door zijn schoonheid als deor zijn grootte vertegenwoordigt elk dezer steenen op zichzelf reeds een aanzienlijk vermogen. Nog altijd is er oorlog tusschen de Italia- geholpen door de Araben en andere volks stammen, langs den anderen kant. De Italianen, die gelijk men weet, de Tri politanen met de wapens niet kunnen over meesteren, trachten deze nu met strooibrie- ven teovertuigenvan hunne goede inzichten. Deze papieren werden onlangs uit vliegma- chienen geworpen 1 Denkt Italië nu oorlog tevoeren met papier en inkt In alle geval laten de Arahen zich hierdoor niet misleiden en zullen den strijd tot het uiterste voortzetten. Volgens de verklaring van een Turksche minister nopens de oorlogskosten, kan Turkije het lang uithouden, 't Kost nog geen vijf per honderd van wat de Italiaansche regeering voor haar leger uitgeeft. Aangaande hunne verliezen trachten de Italianen dit zooveel mogelijk te verduiken te verminderen of zelis niet op te geven. Volgens een Turksch bericht hebben de Turken in een der laatste gevechten, op 25 januari nabij Benghasi, 32dooden en 81 ge wonden. De Italianen verloren honderden mannen. Wanneer men in 't begin van den oorlog de berichten las.peisde men dat de Italianen maar te pakken hadden, maar hoe vinden zij zich nu bedrogen heid van de feesten in Koëf, waaraan de Czaarmet zijn gezin deelnam en die eindigde met den moord op Stolypine. M M Bij zijne gewone wandeling gevoelde de koning zich niet al te wel en den toestand verergerde by zijne thuiskomst, 't Schijnt dat hij eene erge verkoudheid opgedaan heeft. Sedert dat men den Koning weggejaagd heeft, is me dat daar een boelt je gekomen. Wel 4000 verdachte koningsgezinden of katholieken zuchten in de gevangenissen zij wetén zelfs niet waarom en worden ook niet voor de rechtbanken verzonden zij worden er slecht behandeld, ja zelfs gefol terd. Ziehier een staaltje Een dezer,E.H.Figueredo,had de misdaad begaan om niet terstond na de invoering der republiek de werklieden vereenig ing, waar van bij almoezenier was te ontbinden. Daarom werd hij gevangen genomen en opgesloten, niet in eene gewone cel maar in een kolenkot in den kelder. Hij kreeg noch tafel, noch stoel, noch bed, en opdat hij zich niet op den grond zou kunnen uitstrekken, w ejh d ebofeuj, Sf^i ueil muur totdat een cipier het niet langer Kon aanzien en de zuster van den priester ging waarschuwen. Deze begaf zich naar het ministerie en de minister ontsloeg den bestuurder der gevan genis, maar... om hem eenen beteren post te geven De priester zit nog in de gevangenis, on verhoord, vergeten.... Zouden de mogendheden daar niet een oogsken kunnen op houden?... Nu wil de regeering nog een bijzonder toezicht instellen over het onderwijs zelf, over het programma der klassen, over de gebruikte schoolboeken. En M. Guist'hau is zoo onbeschaamd te beweeren dat de vrijheid van onderwijs daardoor niet geschonden wordt. Er zul'en geen onderwijzers mogen be noemd worden, of zij zullen moeten voorzien zijn van een diploma, dat ook al aan de goedkeuring der officieele everheden zal moeten onderworpen worden. M. Guist'hau wil ten slotte al degenen straffen, die door d wang of bedreiging, kin deren uit de ofBcieele school hebben doen weghouden. En natuurlijk,alle vermaningen van de geestelijkheid tegen het goddeloos onderwijs, alle goede raadgevingen zullen als dwang of bedreiging aanzien worden, en uit vrees voor moeilijkheden, zulleu de ouders hunne kinderen niet meer naar de vrije scholen durven zenden. Het nieuw ministerie in Frankrijk wil dus den schoolstrijd nog verergeren, en meer en meer de kinderen aan het goddeloos onder wijs en aan het juk der Logie overleveren. M M Uit Rusland wordt er gemeld datKoeljab- kof,overste der politie zich aan geldverduis- teringen heeft püchtig gemaakt. Hij had groote sommen ontvangen om een veiligheidsdienst in te richten ter gelegen- De Schoolstrijd De kommissie van openbaar onderwijs der franscha Kamer heeft woensdag de uitleg gingen gehoord van den minister M. Guist' hau,over de maatregelen welke de regeering denkt te nemen om den schooldwang stren ger te maken, of liever om meer en meer de vrijheid van het onderwijs te vernietigen- Uit de verklaringen van M. Guist'hau blijkt inderdaad dat meu de kinderen wil verplichten, niet naar de eene of andere Bchool te gaan,maar alleen naar de ofiicieele goddelooze school. Inderdaad, de maatre gelen door den minister aangekondigd, zullen de inrichting en het bestaan van vrije katholieke'scholen onmogelijk maken. Nu reeds moet de bestuurder van elke nieuwe vrije school aan het gouvernement de toela ting vragen, eu de schoolgebouwen zelf zijn aan het officieel toezicht onderworpen; onder voorwendsel dat de gebouwen niet aan de vereischtegezondheidsvoorwaarden voldoen, kan de overheid de school doen sluiten. 'k Weet dat ge een felle rooker zijt, Aizoo geraakt ge uw duiten kwijt. Daarbij, 'k wil niet dat tabaksgeur, Mijn huis en spijzen gansch besmeur. Smijt gij, uit hoofde van mijn hand, Uw rookgerief voor goed van kant De tabak wordtjvoor mij venijn Daar moogt gy'heel gerust op zijn. Dat is nu toch te veel, bromde Raeve loos. Waarachtig, als die Katrien zoo fijn gevoelig is dat zij geen tabakswolk j<kan ver dragen, zou ik haar spoedig mijne hielen laten zien. Maar liefde is blind, voegde hij er zachter bij, terwijl hij als droomachtig vóór zich keek. Blind, geheel en gansch blind. Ik ondervind het. Wat heb ik niet reeds uitgestaan om den wille van Liva Vernedering, pijn en onrecht. Ik heb in het gevang gezeten, de boeren hebben op mijnen rug getrommeld als op een ezelsvel, de af schuwelijkste lastertaal werd op mijne reke ning verzonnen. En dat alles gebeurde uit liefde. Schielijk, echter, wierp hij het hoofd ach terover en vervolgde dwaas lachend «Maar mijn lijden js'voorbij... ik zal thans anderen doen lijden.M ijne liefde zal zegepra len...zoo waar als ik commissaris van Vliere- gem ben... Zing voort, bult. Draevelinck zong Als 't feestgeluid u roept ter straat, Blijft gij, als liefdrijk huwlijksmaat, Dan in ons huisje bij ons kroost En gunt ge mij den zoeten troost, Als eene vrouw van goed fatsoen, Een wandling naar mijn zin te doen Katrien dat doe ik zonder pijn Gij moogt er heel gerust op zijn. Dat staat bij weder toe, brabbelde Jaak, die niet ophield zijne pint vast te grij pen, en reeds zoo dronken was, dat hij op zijnen stoel over en weder waggelde. De burgeres Raeveloos zal zooveel van haren echtgenoot niet eischen. Ik zing voort 1 riep Pieter. 'kGa gaarne, Jan, gelijk gij weet, Als elke vrouw, zeer schoon gekleed. Een nieuw gewaad bij elk seizoen, Dat zou mij veel genoegen doen. Houdt gij daarvoor uw guldens veil 'k En zoek op aard geen grooter heil. Ik koop u stoffen fraai en fijn Daar moogt gij heel gerust op zijn. liet Beroepshof van Gent komt den 16 voor den tram Ypsr-Gheluwe tegen Mr C. Cardinael Snick en zijne kinderen, en waar de stad Yper tusschen kwam. De Staat had om den tram te leggen 8 aren 75 centiaren grond noodig uit n° 257 m/7 Wijk E der stad Yper, en 6 aren 82 centiaren uit nr 257 der zelfde wijk, 'tis te zeggen den striep grond waar de tram Yper-Gheluwe nu ligt tusschen het Minneplein en de Stceaen brug te Yper. De Staat vroeg de onteigening dier 1557 m2 tegen de familie Cardinael-Snick maar de stad Yper zei 532 m2 50 daarvan be lmoren mij toe. Den 25 April 1906 stak de Rechtbank van Yper, op verslag der aangestelde schat tors, de weerde uit van den grond, dien de Staat noodig had, zonder te beslissen aan wie de som van 11556 fr. 04 toekwam, en stelde drie deskundigen aan om te onder zoeken aan wie die som moest betaald wor den. Den 20 December 1907 besliste de Recht bank dat er aan de familie Cardinael 11410 fr. 54 en aan de stad Yper 145 fr. 50 toekwam. De Staat verstak de zaak naar Gent, om dat de toegestane som hem overdreven scheen. De familie Cardinael, vóór het Beroepshof betrokken, vroeg dat, hij verandering van het vonnis wanof beroep, geheel de uitge- stekene som baar zou toegekend worden, omdat zij eigenares was van geheel den onteigenden grond. De stad Yper vroeg dat de weg waarop de tram moest geleid worden, als openbare stadsweg zou erkend worden, en dat er haar 3288 fr, voor den genomen grond zou be taald worden. Het Hof van Beroep bekrachtigde de twee vonnissen der Rechtbank van Yper wanof beroep, eu verwees de Staat tot de betaling van al de proceskosten. Wij spreken hiervan, omdat het onze lezers, dia zich aan stadszaken gelegen laten, belang inboezemt, en omdat er nu voor de tweede maal door 't Gerecht eene zeer belangrijke beslissing nopens stads buitenveslingen genomen wierd. Het verslag van 1896 blad 27 over stads zaken vermeldt het vonnis van 15 Mei 1896 der Rechtbank van Yper in zake der stad tegea M. Cardinael Snick, die moest wat grond afstaan om het Waterkasteel te maken. Mr Cardinael hield dan staan dat zijn grond langs stads buitenvestingen, bouwgrond was, omdat hij gelegen was langs eenen openbaren wegde stad Yper integendeel beweerde dat die wegen enkel uitwegen waren voor de aanpalers en de bijzondere eigendom der stad waren, en de Rechtbank gaf de stad gelijk, erkennende dat Yper altijd en in alle bestuurlijke akten die wegen als bijzonderen eigendom behandeld had. De stad nam zelfs alsdan die uitspraak te baat om alle aanpalers onzer buitenveslin gen te doen erkennen dat zij enkel bij ge noegzaamheid op stads eigen grond moch ten gaan en keeren, en in 1906 deed zij de Nationale maatschappij der buurtspoor wegen 10 fr. 's jaars betalen om den tram Yper-Gheluwe op hare buitenvestingen te de stad nu, in het proces van den Staat tegen de familie Cardinael,heeft houden staan vóór de Rechtbank van Yper en 't Ilof van Gent dat de weg tusschen het Minneplein en de ëteenenbrug een openbare weg was, omdat Yper in 1895 het tegenovergestelde beweerde en dan gelijk kreeg, en omdat, zoo die weg openbare vrije W9g geweest ware, de Staat de tramlijn er op zou mogen leggen hebben zonder betalen de aanveer- ding van stads' zienwij ze, zegt bet Hof, zou haar het recht op welkdanige vergoeding doen verliezen inderdaad wat openbaar is, moet voor het openbaar nut niet ont eigend worden, en de Staat legt overa- kosteloos trams op openbare wegen. Het Hof van Gent vond dat de oude krygs- gronden, na de uitgeroepene ongebruik- baarheid van Yper's versterkingen, bijzon deren eigendom van den Staat wierden, en dat de wet van 11 Juni 1853 er enkel de verkoopiDg of vervreemding kon van toe laten, omdat zij de bijzondere eigendom van den Staat geworden waren, terwijl open bare straten en plaatsen onvervreemdbaar zijn. Het Hof vond nog dat de Staat tusschen het Minneplein en de Steenenbrug de krygs- gronden openbaarlijk verkocht had in Oogst 1856, en door die gronden eenen uitweg van 5 meters breedte voor de wederzijdsche aanpalers gemaakt had, met last voor de aanpalers dien weg te onderhouden, en cat de Staat de bijzondere eigendom van dien uitweg bleef behouden. Het westelijk ge deelte van dien weg verdween, volgens 't Hof, in 1863, tij lens het delven van den vaart Yper-Komon, omdat, sedert dien, de cadastrale plans dien weg, van in den draai, Ik ben aan 't werken niet gewoon En houd' mijn handen liever schoon. Daarom is 't dat ik niet en trouw Dan met een man, die van zijn vrouw Een groote dame maken kan, Zijt gij die proef nog meester, Jan Zoowaar mijn naam is Jan Floryn, Daar moogt gij heel gerust op zijn. Nu loopt de maat over, kreet de com missaris in gramschap. Zulke kerels zou den de mannen slaven maken van de vrou wen. Al zeg ik het zelf, ik heb eene uiterst zachte inborst, maar deed Liva zulke voor- stellen,ik zou haar eeneduichtige lesgeven.» Burger-commissaris, nu keeren de kaar ten, zegde de bultenaar lachend. Ditmaal is het Katrien alleen die spreekt. e Een braven sul, een' dwazen bloed, Die zonder aarzien alles doet Wat ik hem, in mijnen gril, gebied, Verlang ik vast en zeker niet. Een echte vrouw lust, voor haar deel, Van tijd tot tijd wat huiskrakeel. En daarom wil ik geenen man Met wien ik nooit eens twisten kan. Bravo I schreeuwde Jaak. De ezel verdiende zijne straf. Katrien zou eene goede burgeres der Republiek zijn. Generaal Drae velinck, gij hebt eene kloekere stem dan de beste os van Vlieregem. «Wil ik nog een liedje zingen, burger commissaris Neen, ik heb pijn in het hoofd gekregen en ga eene kleine wandeling doen. Zie, daar zitten al mijne gendarmen te slapen. Zij kennen de kracht van het Vlieregemsche bier nog niet. «Nu gaan wandelen, burger-commissaris! het is stikdonker. Raeveloos trok geweldig aan den arm van Lessonnat, die zat te snorken als een zwijn, en bromde Word wakker, burger-brigadier wij gaan de burgeres Bruyninckx bezoeken. Burger-commissaris, de burgeres Bruy ninckx moet sedert lang in haar bed liggen, want het is bijna middernacht, zegde Pieter. Bemoei u met uwe zaken, leelijke aap, gromde Raeveloos, en hij stond met veel moeite van zijnen stoel op en trok andermaal aan den arm van den brigadier. Burger-commissaris, mag ik u vergezel len vroeg de bultenaar, terwijl hij met schrik aan de kerksieraden dacht. «Gij ons vergezellen, mismaakte domkop!» riep Jaak met eenen dwazen schaterlach. Indien gij ons durft volgen, maak ik uwen rug plat. Op dit oogenblik werd Lessonnat wakker. Hij sprong op, en trok zijnen sabel, keek verdwaasd in het ronde, en vroeg dan met beroeste stem Waar is de vijand Wij zullen hem misschien op onze wan deling ontmoeten, antwoordde de commis saris. Lessonnat, mijn hoold weegt zoo zwaar als een kanonbal. De buitenlucht zal mij verkwikken. Binnen een half uur zijn wij hier terug. De brigadier mompelde eenige onverstaan bare woorden, nam Jaak bij den arm, en de beide Sansculotten gingen waggelend uit de zaal. De bultenaar zag de dronkaards met ban- gen blik achterna en beefde bij het denk beeld dat zij de dorpelingen, die kerkgoed wegvoerden, zouden kunnen ontmoeten. IVofdl voortgezet. i VS.'Aüas» tea NIEUWSBLAD Tl» YPE DOOR HON ORÉ STA ES (Overdruk met toestemming van 't Davidsfonds) f*' 11HI1 lïnss'flon o»»«" J- lr,_'Tfl inil AAM aI A/Ia i o ^tvllvu et O. li uuu ir\ OOK - mogen leggen.

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 1