SpreeKdraad 58
OPGEPAST
21 Juli
CONCERTEN
Droevige Dagen
m m
Öp Zaterdag '20 Juli 1912
5 centiemen 't blad
47e jaar. Talnaerk 24-11
Te trekken bij den Uitgever, 7* 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodsc'hapmzen ofte post, tegen 8 frank 's jaars
Dagklapper
Evangelie van den
8en Zondag na Pinksteren
Nationale Feestdag"
te te te
ëjp ësp ys y& y$ y$ y$
Algemeen Stemrecht
Een Gevaar
blijf bij uwe leest
Over Vlaamsche Beweging
11
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
*s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER
STRATE, Tk 36, te Yper.
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen "t blad is "t
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE Havap, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN Yper, van al die buiten
Oost-& West Vlaanderen wonen.
van den 20 tot den 27 Juli
z 20. S. Jeroon Emiliaan, f 1537. He Mar-
griete, mgm. - S. Bolpe (Wilgefortis).
2 21. H° Praxedes. H« Fastrada, moeder
van Gregoris van Utrecht. - S. Victor,
m. 22. He Maria Magdalena.
23. H. Apolinaris, bm. De heilige m.
van Roermond in 1572.
to 24 H. Kerstine (Christina) mgm. en He Ker-
stiné. de wonderbare mg. van Brusthem bij St
Truiden,f 1224.
25. S. Jacob de meerdere apostel. S.
Christoijels, m. H« Valentina, mgm.
y 26. - He Anna, moeder der H. Maagd.
05 05 05 05 0* 05 05 05 05 05
Te dien tijde zeide Jezus tot zijn leerlingen
deze gelijkenis: Er was zeker rijk man, die een
rentmeester bad. En deze werd bij hem bechul-
digd, dat hij zijne goederen verkwitstte. En Hij
ODtbood hem en zeide hem Waarom hoor ik
dat van u Geef rekenschap van uw rentmeester
schap, want g\j kuntrgeen rentmeester blijven.
Maar de rentmeester zeide bij zichzelf: Wat zal
ik doen Want mijn heer ontneemt mij het rent
meesterschap. Snitten kan ik niet, te bedelen
schaam ik mij. Ikjjweet wat ik doen zal, opdat
ze mij, als ik uit het rentmeesterschap ontzet
ben, in hunne buizen opnemen. En hij ontbood
één voor één de schuldenaars van zijnen beer,
en hij zeide tot den eersten Hoeveel zijt ge
mijnen heer schuldig Deze zeide Honderd
vaten oliie. En hij zeide hem Neem uw schuld
brief, en ga vlug zitten, en schrijf vijftig. Weer
tot een anderen, zeide hij Maar gii hoeveel zyt
va schuldig: Honderd mud tarwe. Hi; zeide
hem Neem uwe papieren en schrijf: iTachtig.
En de heer prees den bedriegeiijken rentmeester,
omdat hü voorzichtig gehandeld had. Want de
kinderen dezer wereld zijn voorzichtiger dan
de kinderen des lichts, wat hun eigen kring
aangaat. Ook ik zeg u Maakt u zeiven vrienden
door middel van den bedriegelijken mammon,
opdat ze, bij uw verscheiden, u opnemen in de
eeuwige tenten.
s* 5* f» S* sf 5* 'J» y*
't Is nu juist het oogenblik dat de
gemeenteraden de lijst der kiezers
zullen herzien.
Nog altijd zijn er, die tijdens de
kiezing klagen dat ze het getal stem
men niet en bezitten waarop ze
meenen recht te hebben. Anderen
hebben vrienden of kennissen die in
't zelfde geval zijn.
Het kieswetboek is voor velen te
uitgebreid om geraadpleegd te wor
den, en daarom hebben wij een tabel
opgesteld dienstig voor de herzie
ning der kiezerslijsten. Al de in
lichtingen zijn]fzoowel geschikt dat
men gemakkelijk en duidelijk alle
voorwaarden tot het stemrecht kan
toepassen. Deze tabel is te bekomen
bij den uitgeverj van 't Nieuwsblad,
Boterstraat, 36, voor den prijs van
50 centiemen.
Onderzoek dus de lijsten en wend
u tot de plaatselijke bestieren, of tot
het bureel van den Katholieken
Bond, Meenenstraat, te Yper, die uw
recht zal doen gelden.
05 05 0S' 05 '05 05 05 05 05 05
O lieve Vlaamsche dichterkunst,
Gun mij vandaag de gaaf en gunst
Ter eer van 't Vaderiand te dichteD,
Dat mijne vaad'ren weieens stichtten.
Aan Belgie mijne liefdegroet,
Uit vrijheidszin en heldenmoed
Ontstaan in achttienhonderddertig.
Voor vrijheid vroom en strijclensveerdig
Een goede Vorst, die veel gemeens
Met mijne vaad'ren had, zei>ens
De Belgen zijn goê onderdanen
Maar willen vrij hun wegen banen,
De leeuw wil meester zijn en vrij,
En duldt noch dwang i och slavernij.
Dat leerd' in achttienhonderddei tig
Een koning die 't Volk onbermhertig,
Stiefvaderlijk behacdl6n dorst,
Maar zijnen naam verloos van Vorst.
Het Volk koos eenen nieuwen Koning,
Die, op den dag van zijne kroning,
't Land vrijheid, werk en liefde schonk,
En Belgie's lot aan 't zijne klonk.
Mijn hert is gansch aan U. Mijn Zonen,
Riep Leopold, en ik zal toonen
Hoe ik uw land en leven min,
Ik ben aan U met ziel en zin
En inderdaad die wijze Koning
Schonk vrede en vrijheid aan elks woning,
Prees d'onderlinge vriendschap aan,
En vlijt om steeds vooruit te gaan,
Terwijl hij wijslijk vriendschapsbanden
Aan 't vlechten was met alle landen.
Hij heerschte vier en dertig jaar,
En weerde zorgzaam elk gevaar,
Hij minde 't. Volk en 's Lands belangen,
En bracht ons hoog in 's werelds rangen.
Zijn zoon, zijn groote Leopold,
Verhief nog meer op 's werelds bol
't Geliefkoosd land van zijnen Vader.
Hij dreef de Belgen al te gader
Naar hooger wil en werkzaamheid
Eu buitenlandsohe bezigheid.
Hij gaf ons Congo te beschaven,
Aldaar ons meesterschap t'handhaven,
En roem en rijkdom op te doen,
Tot meerder eer van 's Lands blazoen.
Hij kon binst vier en veertig jaren
De vrede met elk land bewaren,
De rust met 't werk doen sameDgaan,
En 't Land voor goed doen voortbestaan.
Hij schonk ons Land en Congo samen
Aan zijnen goeden en bekwamen,
Zijn welbeminden broeders zoon,
Die weerdig was van Belgie's troon.
't Land juichte onlangs, in het jaar negen,
En toond' hoe 't Albert was genegen,
Toen Hij met zijne Elisabeth
De Kroon wierd op het hoofd gezet.
Nu viert 't Land weder zijnen Koning,
Zijn vrede en rust in ieders woning,
Zijn voorspoed, kunstroem en geluk,
Zijn vrij zijn van elk vreemde juk.
Welaan 's Lands vrij zijn weze op heden
Gevierd, gefeest in feestlijkheden
En aan den Meester van t Heelal,
Aan God, zij lof en dank vooral.
STAD YPER
op Zondag 21 Juli 1912
ter gelegenheid van den
Om 7 1/2 ure 's avonds, Beiaardconcert,
door den stadsb&iaardier M. N. 1GODT.
Programma
1. Brabanqonne.
2. Congo. Cyr. Tieberghien
3. Vous êtes jolie. Paul Delmy
4. Raopelle-toi. Georges Rupès
5. Van't schoone wiedsterke
E. Hullebroeck
6. De kwikstaart. id.
7. O groene linde. J. Pauwels
8. O 't ruischen van het ranke riet.
P. D'Acosta
9. Quand l'oiseau chante. D. Tagliafico
10. Strijd. A. Meulemans
11. Vers l'avenir. Gevaert
Om 9 ure 's avonds, Concert door het Stads-
muziek, onder,/ de leiding van M. J.
WITTEBROODT.
Programma
1® Deel
1. Allegro militaire. XXX.
2. Jeanne Hackette, ouverture. Allier
3. Hommage a lamémoire de Grétry.
Van Calck
4. Giriméo Polka concertante pour
petite et grande clariuette. D. Gatti
2e Deel
5. Marche triomphale. Paul Gilson
6. Démons et fées, danse caractéristique.
J. Heymans
7. Hommage au Roi, caprice patriotique.
Van Herzeele
Nu dat de gemoederen tot hunnen gewo
nen toestand beginnen terug te keeren
mogen de Belgen de vraag stellen Moet het
iemand spijten dat de katholieken overwon
nen hebben.
De socialisten zullen zeggen
Nu krijgen wij het Zuiver Algemeen Stem
recht niet, het eenig middel tot verbeteriug
van onzen toestand.
Daarop rijst onmiddelijk eene andere
vraag
Is het beter voor de werklieden daar waar
Zuiver Algemeen Stemrecht bestaat
In Frankrijk, bijvoorbeeld
Daar bestaat het Algemeen Stemrecht na
genoeg zooals onze socialisten het zouden
willen.
Frankrijk was in 1870 de eerste natie der
wereld nu staat het op den vierden of op
den vyfden rang.
Per hoofd gerekend, onder ekonomisch
oogpunt, staat Frankrijk weeral op den 4en
of 5en rang, Belgie op den eersten ver uit.
Is het in Frankrijk beter voor de werk
lieden
In Belgie hebben de werk!ieden een ouder
domspensioen het is maar 65 fr. en men
mag weldra verbetering verhopen.
In Frankrijk zijn nog geene ouderdoms
pensioenen er is wel eene wet op, maar die
zal binnen 30 jaren vruchten afwerpen. Er is
daar geene Bpraak van er verbetering aan
toe te brengen.
In Frankrijk, 7 fr. per 100 kilos rechten
op tarwe zeer hooge rechten op tabak,
koffie, stekskens, verkenvleesch.
In Belgie niets van dat alles.
In Frankrijk alle zonen soldaat.
In Belgie een zoon per huisgezin.
Zeg, wat zijn de Franschen met hun alge
meen stemrecht gevorderd.
In Portugaal joeg men over een paar jaar
den Koning wee, het ging slecht voor de
werklieden in Portugaalde republiek zou
beteinis brengen.
Het algemeen stemrecht bestaat er, maar
bet Republikeinsche voorloopig bewind
wachtte eerst 6 maanden eer het kiezing
hield, en dan legde het de zaken zoo aan
boord dat geen enkel kandidaat, die niet
Republikeinsch was, zich kon aanbieden.
Men hield hem aan eu stak hem in den
bak.
Al de gekozen waren natuurlijk republi
keinen.
De toestand verbeterde niet, maar ver
slechtte nog. Gedurig braken onlusten uit,
omdat het volk noch werk noch briod had.
Zijn algemeen stemrecht heeft hem in niets
geholpen.
Wat den raDg van Portugaal betreft,onder
handels- en nijverheidsoogpunt, Portugaal
komt heel aan het steertje op den 20 steu en
25 sten rang.
Genoeg niet waa Dat bewijst volkomen
dat het algemeen stemrecht in 't geheel niet
de beste gouvernementen vormt.
s# .y$. iff st$ Ëf'
In de Figaro een Parijzerblad, onder
den titel Een Europeesch gevaar, schrijft
deffieer Emiel Oilivier een artikel, waarin
het volgende vooikomt, nopens algemeene
werkstaking.
De dingen welke zich te gelijkertijd
voordoen in Engeland,in Belgie en in Frank
rijk, werpen een vraagstuk op, dat de sa
menleving tot hiertoe nog niet gekend heeft:
een ontzaggelijk vraagstuk, aau hetwelk
niet enkel den voorspoed en den vrede ver
bonden zijn, maar weldra het bestaan zeiven
der natiën.
Dat vraagstuk is het volgende
Mag er in eenen Staat, een burgerrecht
bestaan, dat alle belangen, alle koutrakten,
te boven gaat, en waarvan de plotselinge
uitoefening, van alle toezicht ontbloot,gelijk
van alle bekrachtiging, vau aard zal zijn den
gang van alle nijverheden in gevaar te bren
gen het maatschappelijk leven stil te doen
staan de ellende, het lijden en de tranen te
doen heerschen.
Mag het toegelaten zijn aan eenige politie
kers, die in de eene of de andere werkbeurs
verccholen zitten, naar hunne beliefte, op
het onverwachts, in een land dat enkel
vraagt te kunnen werken, een soort van
doodendar s van opstand te blazen, en alle
betrekkingen met de buitenwereld af te
breken, en ons af te zonderen in eenen wilden
nood Zou zulk recht, indien het bestond,
geene barbaarscbheid zijn, slechter dan de
ariBtokratieke en monarchieke verdrukkin
gen.
Ik ben er vast van overtuigd
De vraag welke de heer Oilivier opwerpt
is van het hoogste gewicht.
Zij luidt, kort samengevat, als volgtMag
het aan iemand toegelaten zijn de algemeene
werkstaking uit te roepen huisgezinnen
in ellende te dompelen de nationale nij
verheid verlies te doen ondergaan en haar
bestaan in gevaar te brengen, evenals de
openbare rust en veiligheid.
Vroeger waren de ambachten en bedxijven
geregeld werkstakingen waren verboden
dat gaf aanleiding tot misbruiken en de re
geling en wetten werden afgeschalt.
Doch de onbeperkte vrijheid, dreigt ook
aanleiding te geven tot misbruiken daar
ook zal eene tegenwerking uit voortspruiten.
'*0k if •-& '*J&, 1#
Schoenmaker,
Veronderstelt, lezers, dat een schoenma
ker, die nooit aDders gewerkt heeft dan met
zijne els en zijnen pekdraad, bij eenen meu
belmaker komt, dezes werk gadeslaat en
hem zegtBuurman, ge werkt verkeerd
ge moet den beitel en de schaaf op die ma
nier hanteeren ge moet dat meubel niet
zoo, maar zóó ineenzetten. Die meubelma
ker zal den schoenmaker rap op zijne plaats
zetten en zeggen Kameraad, ge zijt zeker
niet goed wakker Wat kent ge van mijnen
stiel Blijf bij uwe leest.
Zoo 00K, indien een metser aan eenen
brouwer zou willen leeren hoe hij bier moet
brouwen, of een landbouwer aan een archi
tect hoe hij de planneu van een huis moet
opmaken, enz., die brouwer, die architect,
enz. zullen die nieuwe leermeesters rap aan
de deur kegelen, denkende dat er hun in het
hoofd iets hapert. En iedereen, die een
gezond verstand heeft, zal hun volkomen
gelijk geven en het spreekwoord herhalen
Schoenmaker, blijf by uwe leest.
Maar datzelfde gezond verstand schiet bij
velen te kort in zake van godsdienst, bij
voorbeeld, om maar.ée'n punt aan te halen,
in zake van het lezen der slechte schriften.
Aan wie komt het toe te oordeelen welke
schriften, boeken of gazetten, slecht zijn?
Is het een schoenmaker, metser, timmerman,
fabriekant, rentenier, enz. die daarover
moet oordeelen Of is dat het vak niet van
hen, die door GOD aangesteld zijnom zijnen
godsdienst te verdedigen en zuiver te bewa
ren, te weten de H. Kerk,;den Paus en de
Bisschoppen
Ik vraag me dan af, wanneer de H Kerk
oordeelt, en de Kerkvergadering van Trente
heeft dit plechtig verklaard, dat schriften
die den godsdienst (zijn bedienaars, sacra
menten. ceremoniën,enz.) eu de goede zeden
aanranden, slechte schriften zijn, ik vraag
me dan af, zeg ik, op welk gezag een eenvou
dige geloovige dan steunt, om te verklaren
dat het geene slechte zijn, en ze te lezen
tegen het verbod der H. Kerk
Ik wil hier nu niet onderzoeken welke
redenen, of beter gezegd, welke ijdele voor
wendsels iemand kan hebben om zich een
schijn van verontschuldiging te geven in het
lezen dier slechte schriften. Ik stel maar
alleen deze vraag Is het niet aardig dat,
in tijdelijke zaken, het spreekwoord
Schoenmaker, blijf bij uwe leest gedurig
toegepast wordt, maar dat men het niet wi
kennen in zake van slechte schriften en, in
algemeen, in zake van godsdienst,
ËS. sJf S# S# ËS| Sflt S#
De Vlaamsche Beweging is dus niet alleen
een taalstrijdgelijk het i dikwijls gezegd
wordt. Wij weten wel dat Guido Gezelle
waarheid sprak toen hij dichtte
Die/geen taal heeft
is geen naam weerd
waar geen taal leeft
is geen volk
Maar bij het in eere-herstellen der moeder
taal de ziel der natie kan de Vlaam
sche Beweging zich toch onmogelijk be
palen Zij voert ook in haar schild een
krachtdadig veroveren der verbeurde vlaam-
schejrechten. Doch daarom is zij niet een
Mengelwerk van 't Nieuwsblad vanYpernr33
DOOR
HON ORÉ STA ES
(Overdruk met toestemming van 'f Davidsfonds)
Tot hiertoe had ik te vergeefs pogingen
aangewend om de schuilplaats van den
voortvluchtigen pastoor van Vlieregem te
ontdekken. Dezen morgen, echter, werd mij
die schuilplaats aangewezen door eene bur-
geres uit het dorp, die ik in mijnen dienst
genomen heb. Deze vrouw was dezen nacht
twee personen gevolgd, die in het poortje
van uwen hof verdwenen. Zij had zich achter
eenen boom verborgen, was daar tot tegen
den morgen verbleven, en verklaarde mij
een-en-dertig menschen gezien te hebben,
die op deze wijze in uw huis gingen en, na
eenigen tijd, terug naar buiten kwamen. Ik
dacht dat mijne bespiedster eene spookge
schiedenis vertelde, doch toen zij mij zegde
dat het heden Allerheiligenis, en al die lieden
gewis in het buis van Bavo Bruyninckx te
biechten gingen, was het raadsel opgelost.
Liva slaapt de pastoor nog
Het meisje beefde en gaf geen antwoord
de veekoopman rees recht en kermde
Burger-commissaris, die vrouw heeft u
bedrogen
«Uw schrik bewijst dat zij waarheid
sprak, spotte Jaak. De wet spreekt zeer
strenge straffen uit tegen degenen, die onbe-
ëedigde priesters in hun huis herbergen.
Verontrust u echter niet: gij hebt het middel
in uwe handen om alle straffen van u te
keeren.
En dit midde! is...?» vroeg Liva met
trillende stem.
Wordt mijne echtgenoote, Liva, en nie
mand zal u, uwen vader of den pastoor deren.
Het is waar, ik bega door die toegevendheid
eene wetsovertreding maar ik heb aan de
Republiek reeds zoovele diensten bewezen,
dat zij mij die enkele ongehoorzaamheid aan
hare bevelen wel mag vergeven.
Het meisje zat gedurende eenige oogen-
blikken roerloos vóór zich te staren, terwijl
haar vader zuchtte en steende. Dan barstte zij
in tranen los en vroeg Bnikkend
En indien ik weiger uwe vrouw te wor
den
Dan, Liva, antwoordde de Sansculot,
eenen somberen toon aan zijne stem gevende,
zal ik mij verplicht zien de straf te doen
uitvoeren, aan het misdrijf verbonden, waar
aan gij en uw vader plichtig zijt. Gij zult mij
echter die marteling sparen, want ik zou er
meer door lyden dan gijzelve.
En waarin zal die straf bestaan
Vooreerst, uw huis zal in brand gestoken
worden.
Dat verlies is niet zwaar genoeg om er
mij voor te slachtofferen.»
Daarenboven zullen al de goederen uws
vaders als nationale eigendommen aangesla
gen worden.
Mijn vader zal, in zijnen ouden dag,
liever met mij gaan bedelen, dan mij uwe
vrouw te zien worden.
De Jacobijn beet van gramschap op de tan
den, en ging voort
Eindelijk, de gendarmen zullen hier ko
men, de burgers van Hoeckeen Bruyninckx
binden en wegleiden. Daarna zult gij hem,
wien gij het leven verschuldigd zijt, nooit
meer zien, daar niemand terugkeert uit de
moorddadige luchtstreek, waarhenen de Re
publiek hare vijanden doet vervoeren.
Een scherpe kreet rolde uit de keel van den
veekoopman.
Liva vestigde eenen blik van onuitspreke
lijke smart op den grijsaard en vroeg
Vader, wat moet ik antwoorden
Laat mij wegsleuren, kind, zegde Bavo.
Ik bea oud en versleten en zal de martelin
gen niet lang moeten verduren. Weldra zal ik
naar den Hemel mogen gaan, waar ik op u
zal wachten.
noor die moedige taal versterkt, sprak het
meisje
En mijnheer de pastoor, vader
Mijnheer de pastoor zal, evenals ik, wei
geren zijne vrijheid te koopen aan den prijs,
dien Jaak voorstelt.
Nu keerde Liva zich tot Raeveloos en
vroeg
Burger, zal ik mijnen vader en mijnheer
den pastoor in hun ballingschap mogen ver
gezellen
Liva, dien troost mag of kan ik u niet
vergunnen.
Daar gij evenveel schuld hebt als uw va-
derzult gij ook aangehouden worden. Terwijl
men de burgers van Hoecke en Bruyninckx
naar Guyane zal overbrengen, zult gij naar
eene gevangenis in Frankrijk gevoeid wor
den.
Vader, wat zegt hij nu zuchtte het
meisje.
Kind, verlies den moed niet, steende
Bavo. Onze-Lieve-Heer zal immer bij ons
zijn om ons te versterken.
Een pijnlijke spotlach verscheen thans op
Liva's lippen en zij zegde tot den Sansculot
Raeveloos, uit onze woorden kunt gij
opmaken, welk antwoord gij van mij te ver
wachten hebt.
Maar zijt gij beiden zinneloos riep de
commissaris. Denkt wel aan het lot dat u
tegengrijnst. Gij stelt eene akelige toekomst
boven vrij zijn, weelde genieten, aangebeden
worden door een machtig man, die zich den
gelukkigsten der menschen zou rekenen te
mogen vliegen op uwe wenken en uw heil te
bewerken Waarlijk, gij zijt uitzinnig
Liva had geheel en gansch hare zielesterkte
herwonnen. Den rechterarm legde zij over
den schouder haars vaders, den linkerhand
strekte zij uit naar den Sansculot, en Jaak
out beziende, sprak zij met kloeke stem
Raeveloos, het lot, welk gij ons bestemt,
is inderdaad vreeslijk,'en zou ons doen hui
veren, indien wij niet wisten, dat er boven
het blauwe hemelgewelf een God woont, die
zijne kinderen beschermen en voor hun lij
den beloonen zal. Ik heb u zooëven hooren
zeggen, dat gij machtig genoeg zijt om ons
van de folteringen, die ons wachten,te bevrij
den; maar ik wil geen beroep doen op uw
hart, daar ik weet dat het een afgrond van
boosheid is. Ziehier nu het antwoord, dat ik
te geven heb op uw huwelijksaanzoek?: Ik
verfoei u en doorsta liever alle pijnen, dan
uwe vrouw te worden.
Zulke stoute taal had de Jacobijn niet ver
wacht. Ook trof zij hem met verstomdheid.
Welhaast, echter, ontvlamde hij in woede
en schreeuwde
Gij zegt dat gij mij verfoeit. Welnu, de
blinde liefde die ik tot hiertoe voor u koes
terde, is schielijk in haatveranderd. In plaats
van u te liefkozen, zal ik u martelen, aan
houdend rrartelen totdat gij bezwijken zultl»
Op dit oogenblik werd eene deur geopend,
en Raeveloos zag den ouden zielenherder van
het dorp in de kamer treden.
(W.ordt voortgezet
DIT IS
m YPER
EN OMMELANDS