Droevige Dagen
EUCHARISTISCH
CONGRES
SpieekM 52
Op Zaterdag 24 Oogst 1912
5 centiemen 't blad
47e jaar. Talmerk 2416
Te trekken bij den Uitgever, Tk 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapmzen ofte post, tegen 3 frank 's jaars
Dagklapper
Evangelie van den
13en Zondag na Pinksteren
Groote Betooging ter eere
van het Allerh. Sacrament
Aan de Vlaamsche Ouders
Algemeene Spaar
en Lijfrentkas
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
van den 24 tot den 31 Oogst
*5 if flg If 'if- '<k
ï4 s4 54 34 34 s4 s4 s4
Heilig Sacramentscongres
ps 'jfi pi pi p* p»_ p»
GEWESTELIJK
VAN F E'R
STUDIEDAG (24 Augusti)
Zondag 25 Augusti
Z.D.H. Gustavus-Jasephus Waffelaert
Bisschop van Brugge.
LUISTEKLIJKE PROCESSIE
;4 *4 *4 «4 54 *4 *4; «4 *4 «at
s« £4 s4 SBH 54 £4 £4 £4 s4 si
Tevreden zijn
•j$ 54 54 £4 dk dk 'dk £4 £4 m
iff if m 'if'if'ifVi
Pensioen van 65 fr.
•4 *4 dk. :4 s4 £4 '*4 s4 54 -54
Wettelijke Besluiten
I
DIT
VAN YPER
EN OMMELANDS
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
"s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER
STRATE, Tk 36, te Yper.
De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen *t blad is 't
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE Havas, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE RE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buitea
Oost-& Westvlaanderen wonen.
s. 24 - H Bartelmeeuws, apostel, wierd de
huid afgestroopt en daarna onthoofd.
Z. 25.( H- Hlodwig, koning van Frankrijk,
stieri van de pest in Kruisvaart van Tunis in
Algiers in 1270.
m. 26. H. Zepliyryn, m. 15" Paus van Rome
4 219. HH. Ireneus en Abundius, mm. HH.
Secudis en Alexander, mm.
d. 27. H. Jozef Calasanctius t H*
Eutlialia, mgm.. van haar eigen broeder gedood.
H.,Moyses F.thiopis.
w. 28. H. Augustijn, b.en kerkleeraar f433.
H. Hermes, m. patroon tegen de krankzinnig
heid.
d. 29. Jan-Baptisten onthalzinge. H6 Can
dida, mgm. He Basilla van Smyrne.
v. 30. He Rooze van Lima, mg. f 1617. H.
Fiacre, patroon tegen de krampe. H. Gauden-
tia, mgm met nog drie anderen.
Te dien tijde trok Jezus, op zijne reis naar
Jeruzalem, langs de grens tusschen Samaria en
Galilea. En toen Hij in zeker dorp kwam, traden
hem tien melaatsche mannen te gemoet die op
een afstand bleven staan. En zij verhieven hunne
stem en zeiden Jezus, leeraar, erbarm u onzer.
En hen ziende zeide Hij hunGaat heen, vertoont
u aan de priesters. En onderweg werden ze rein.
Maar één hunner keerde/.zoodra hij zich gene
zen zag, terug, terwijl hij met luider stem God
verheerlijkte. En hij viel op zijn aangezicht voor
zijne voeten neder, en dankte Hem. En deze was
een Samaritaan. Maar Jezus antwoordde en zei-
de .- Zijn niet alle tien gereinigd {Doch waar
zjjn de negen anderen Vindt men er geene die
teruggekeerd zijn om God eer te geven,dan alleen
dezen vreemdeling En Hij zeide hem Sta op
en ga heen uw geloof heeft u gered.
Welgekomen, Kristen Schaar,
Die, in het CoDgres, te gaar,
't Heilig Sacrament komt loven
Heil aan allen die gelooven
Dat God in de Hostie is,
En die de belijdenis
Huns geloofs komen versterken
Zijn er hier of daar die werken
Tegen God en het geloof,
't Weze een reden om de kloof,
Die zij grooter willen maken
Tusschen aardsche en hemelzaken,
Toe te halen voor den troost
En 't geluk van 's werelds kroost.
Het geloof verheft de menschen
Tot het toppunt vaD elks wenschen,
Tot de hemelsche eeuwigheid
En Gods Oppermajesteit.
Zoet en zalig is 't te reizen
Naar des hemels feestpaleizen
Op de vleugels van 't geloof
Daar is men noch blind noch doof
Mengelwerk van 'tNieuwsblad van Yper nr41
DOOR
HONORÉ STA ES
(Overdruk met toestemming van 't Davidsfonds)
Ga op zoek. wanneer gij met ledige han
den terrugkeert. slijp ik mijnen sabel op uw
apengezicht.
Faas verbleekte eenigzins, wendde zich tot
de weduwe en zegde
Bazinne, de sergeant vraagt wijn.
Toen ik ziek werd, kocht mijn brave
Edward twintig flesschen, antwoordde de
vrouw met eenen zucht. B Ik heb er tot
hiertoe acht geledigd. Haal de overige.
Burger sergeant, sprak de veldwachter
aarzelend, de bazinne zegt dat er hier
eenige flesschen zijn. Maar gij ziet dat de ar
me vrouw ziek is. Heb medelijden met haar
Laat haar haren wijn. Hij moet dienen om
haar te versterken.
Gaat gij, brigand schreeuwde de
Sansculot. De boerin kan anderen koo-
Yoor al de verhevenheden
Van het te verwerven Eden
Daar leert men de deugden aan
Voor 't geluk van het bestaan,
Hoe men God hier moet beminnen,
Waken moet op ziel en zinnen,
Om aan de ondeugd te weerstaan
En den Hemel in te gaan
Daar leert men met alle menschen
Handlen, zoo wij zelve wenschen
Dat met ons gehandeld zij.
Goed en zoet van wederzij.
O kon iedereen zich schikken
Naar Gods leering en beschikken,
Wat zou het veel beter gaan
In '('gemeenzaam volksbestaan
God wierd bovenal aanbeden,
Geen geboden overtreden,
Eer getoond voor d'overheid
En voor elk rechtveerdigheid.
God I vermeerder ons geloove,
In 't Congres waar wij U loven,
Laat ons deugdzaam zijn en goed
En schenk ons eens 't eeuwig goed.
Ten 9 1/2 u., vergadering der studieafdeelin-
gen in 't Sint-Vincentiuscollege, Meenenstraat
(voor priesters en wereldlijken, heeren en. da-
men)
ten 21/2 vergadering voor de onderwijzers
in 't College en voor de onderwijzeressen in
't Klooster der H. Familie.
I. Eerste Af deeling priesters
a) Verslag van E. H. Dumortier, onderpas
tor, Rousselaere Het godsdienstig
onderwijs als voorbereiding tot de
veelvuldige communie der kinderen.
b) Verslag van den Z. Eerw. Heer Delanote,
Deken van GhistelHoe gedaan om de
kinderen meer te doencommuniceeren
II. Tweede Af deeling burgers
Verslag van M. Jos. Van den Berghe-Moer-
mau van Rousselaere Wat de ouders
kunnen en moeten om hunne kinderen
dikwijls te doen communiceeren
III. Derde Af deeling (priésters en wereld"
lijken).
a) Verslag van E. H. Ghys, bestuurder van
de Damen der H. Familie te Tliielt
Liturgische opleiding der kinderen als
pen. Ik geloof dat het volk, welk wij, ten
koste van ons bloed, komen verlossen, ons
ten minste wel een slokje wijn mag geven.
Reutels wenkte Tiste en daalde met hem
in den kelder. ik wilde dat de laatste
Sansculot in de naam zat. gromde de werk
man. Wie zal al dien wijn betalen
Betalen morde Faas. Laat niet zien
dat gij kwaad zijt, of zij betalen u met eenen
sabel op uwe rug. Gust, gij weet dat ik een
moedig man ben maar rechtuit gezegd
ik beef wanneer ik eenen Sansculot hoor
spreken. Die Jacobijnen zijn echte mon
sters.
Welken nacht gaan wij beleven
u Ik zal u bijstaan, Gust. En moet ik
hier sneuvelen, in Gods naam dan.
Gaan wij nu naar boven.
Eenige oogenblikken later waren de sol
daten aan het wijn drinken. Zij werden hoe
langer, hoe luidruchtiger, en hieven weldra
de Carmagnole aan.
Wel waagde Reutels het nog eens op te
merken dat de pachteresse ziek was, doch de
huzaren gaven geen aandacht op de woorden
van Faas, en zongen uit volle longen voort.
Terwijl de Repuliekeinen den Franschen
voorbereiding tot de H. Communie, en
nl. de H. Communie der schoolkinderen
onder de H. Mis.
b) Verslag van E. H. Bernaert, bestuurder
der Katholieke Scholen te ThieltDe
beste manier om de kinderen te leeren
Mis hooren als bereiding tot de H.
Communie.
IV. Vierde Af deeling onderwijzers
a) Verslag van den Heer Delobel, onderwij
zer te Rousselaere De rol van den
onderwijzer ten opzichte der veelvuldige
en dagelijkscke communie der kinderen.
b) Verslag van den HeerBoudolf, onderwij
zer te Boesinghe Wat de onderwijzer
kan en moet om de joDgens beter de H.
Mis te doen volgen en begrijpen.
c) Verslag van den Heer Ach. De Cock,
hoofdonderwijzer te Voormezeele Wat
de onderwijzer kan en moet om het
godsdienstig onderwijs als voorberei
ding tot de plechtige communie doel
matig te maken.
V. Vijfde af deeling (kloosterzusters en
onderw ijzer essen)
a) Verslag van E. H. Dassonville, Pastor te
Dickebusch Over het godsdienstig
onderwijs in de kloosterscholen.
b) Verslag van E. H. Gallens, bestuurder
der H. Familie te Rousselaere Litur
gische opleiding der Kinderen in de
meisjesscholen.
c) Verslag van de Eerw. Zuster Justine, van
't klooster der Grijze Zusters te Rous
selaere Hoe de meesteressen bij hunne
jonge leerlingen de dagelijksche com
munie kunnen bevorderen.
ten 41/2 uren ALGEMEENE VERGADE
RING, met vrijen ingang, in 't Volkshuis,
Hondstraat.
Sprekers Heer Advokaat De Groeve, van
Brugge;
E. P. Ladislas, der Minderbroe
ders, van Meelielen.
ten 7 uren gezamentlijke aanbidding in St-
Maartens hoofdkerk.
3ï 3E>
's morgens te 7 uren, mis met algemeene com
munie voor de kinderen.
te 10 uren, plechtige hoogmis in St-Maarten,
gezongen door den Z. E. H. Kan. Vanden-
Berghe, vicaris-generaal en aartsdiaken der Ka
thedraal
met pontificale assistentie van
gezamenlijk gregoriaansch gezang der geloo-
vigen (mis van 't H. Sacrament).
Sermoen door den E. H. Doom, onderpas
toor op St-Gillis, te Brugge.
te 21/2 uren, in 't Volkshuis, vergadering
voor de ehristene Huismoeders. Aanspraak van
oproerzang uitbulderden, verscheen er een
hoofd vóór het venster der huiskamer. Het
keek gedurig eenige stonden met vlammen
de oogen naar de soldaten en verdween daar
na.
Niemand had het bemerkt.
Toen het lied geëindigd was, stond de
sergeant recht en bromde tot Reutels
Burger, de boerin, die hier woont, is
ongetwijfeld zeer rijk.
Ik denk het niet, burger-sergeant,
antwoordde Faas angstig, want de man be
greep reeds waar de Sansculot naartoe wil
de.
Gij liegt, brigand Ik heb hooren
zeggen dat er in deze hoeve eenekarrevracht
goudstukken zijn.
Burger-sergeant, vroeger was de wedu
we Draeman inderdaad rijk doch sedert
eenige jaren heelt zij veel tegenspoed gehad.
Verleden zomer stierven al hare koeien van
de veepest, en werd haar oogst door den
hagel verwoest. Daarenboven heeft zij vele
oorlogschattingen aan het Fransche leger
moeten betalen.
Haar zoon is een vijand der Republiek.
Hij is sedert eenige weken spoorloos
verdwenen, burger-sergeant. De menschen
E. P. Frulsaert, Rector van 't Klooster te
Beauplateau.
te 3 uren Vespers en te 3 1 /2 uren Ponti
ficaal Lof door Z. D. H. Mgr. Waffelaert, Bis
schop van Brugge, waarna
door de bevlagde straten der stad Boter-
straat, de Stuerstraat, Maloulaan, Elverdinghe-
straat, Boesinghestraat, de Surmont de Vols-
berghestraat, Dixmudestraat, Groote Markt,
Hondstraat,Weninckstraat, Rijselstraat, Halle
straat, Leet.
Optocht van alle christenen mannenverga-
deringen der dekenieên Yper, Meenen en Po-
peringhe.
Verscheidene Iloogeerweerde Bisschoppen en
Prelaten zullen aan de processie deelnemen.
De vergaderingen en congregatieën der Da-
men en Jufvrouwen volgen het Allerheiligste
Sacrament.
De laatste benedictie wordt gegeven op de
Leet.
Gezamenlijk gezang van lofzangen ter eere
van het Allerhoogweerdigste.
Het ligt no? ieder in het geheugen welke
strijd er gevoerd is geweest om het onderwijs
in en door onze moedertaal te doen door
dringen in de gestichten van het Vlaamsche
land. De herwording is nu in volle werking,
van jaar tot jaar neemt zij toe in uitbreiding
in kracht en weldra zal men de gelukkige
gevolgen er van kunnen waarnemen.
Over het algemeen zijn de nieuwe maat-
rege'en door HH. HH. de Bisschoppen,
naar aanleiding der wet Segers Franck geno
men, met geestdrift onthaald geworden
maar toch hoeft er bijgevoegd te worden dat
sommige ouders in deze zaak hunnen plicht
deerlijk over hoofd zien en voortgaan met
hunne kinderen aan waalsche gestichten toe
te vertrouwen.
Al is het ook waar, dat in die inrichtingen
het onderwijs allerbest op de hoogte is en
dat zelfs in vele met ernBt wordt gearbeid aan
het aanleeren van het Nederlandsch, toch
is het ook zeker dat de vlaamsche jongens,
welke daar hun onderwijs en opvoeding ont
vangen, geene geleidelijke ontwikkeling ge
nieten en verstoken blijven van de vele
voordeden welke het onderwijs bij middel
van de moedertaal verschaft.
Wij durven hopen dal de bestuurders van
onze gestichten de voorschriften der overheid
aangaande 't taalgebruik zullen doen naleven
ook tegen den wil van onredelijke ouders,
die voor hunne kinderen afwijking van het
nieuwe heilzame stelsel zouden verlangen.
Nogtans is het feit dat een zeker getal
Vlamingen ver van huis 't waalsche onder
wijsstelsel gaan opzoeken, wel eenigermate
geschikt om den goeden wil van de vlaam
sche oversten en leeraars zoo niet geheel te
ontzenuwen dan toch merkelijk te verzwak
ken.
Natuurlijk hebben die ouders, strikt geno
men, het recht hunne kinderen te sturen waar
zij willen, maar er kan wel een dag komen
dat die kinderen de handelwijze hunner
uit het dorp zeggen dat hij waarschijnlijk
verongelukt is. Ja, ja, de weduwe Draeman
heeft veel verdriet in hare oude dagen.
Heeft zij nog kinderen
Neen, burger-sergeant.
Dan zullen al hare goederen, na hare
dood, in vreemde handen komen. Zij
zelve zal er niet veel genot meer van hebben,
want ik zie dat zij het niet lang meer zal
uithouden. Bijgevolg kunnen wij haar geen
leed doen daar haar nog eene kleine oorlog
schatting te vragen.
Burger-sergeant, ik durf u verzekeren dat
de weduwe u niets kan geven.
Zwijg, domkop Het schijnt dat gij met
de boeren samenspant om de soldaten der
Republiek moeilijkheden aan te doen. Wij
hebben ons vaderland verlaten om de Bel
gen uit de macht hunner dwingelanden te
verlossen. Dit volk zou uit dankbaarheid
onze voeten moeten kussen en het wil ons
van honger doen vergaan. Veldwachter, zeg
aan de boerin, dat wij van haar de geringe
som van vijf honderd livres eischen. Dit
geld moet binnen tien minuten in mijne
handen zijn, zooniet zullen wij zeiven in hare
koffers zoeken.
ouders ten zeerste zullen betreuren wan
neer er veel zal veranderd zijn in 't Vlaamsche
land, en er in alle gemeenten jongelingen
zullen zijn opgestaan om het volk van zijne
zedelijke en stoffelijke belangen te spreken
en 't voor te lichten in zijne eigene taal aan
gaande den vooruitgang van land- en nijver
heid wanneer zij den zedelijken vooruitgang
van de mindere menschen zullen behartigen
en hun welstand verhoogen, door de uitbrei
ding van 't vakonderwijs mogelijk gemaakt
wanneer de jongelingen alzoo zelve in aan
zien zullen klimmen en eeu zegen worden
voor anderen, dan zullen zij die hun middel
baar en bijgevolg ook hun hooger onderwijs
heelemaal in eene vreemde taal hebben ge
noten, als vreemdelingen in Israël staan.
De zaak is van te groot felang dan dat er
niet de aandacht met nadruk zou opgevestigd
worden en door al onze propagandisten
worde in acht genomen. Elders ook, maar
vooral op de taalgrens is het noodig tijdig de
ouders dezen plicht voor te houden.
Hoe meer wij vooruitgaan, hoe meerder
en sneller wij voortswaarts willen en hoe
minder wij met de verkregene toestanden
tevreden zijn.
Ofschoon wij nu allen barons zijn tegen
onze ouderen van voorheen, en er geen ver
gelijking te maken is tusschen de menschen-
kinderen van nu en die van over 70 jaren,
moet gij daarom niet gelooven dat er minder
ontevredenen zijn. Integendeel. Onze voor
ouders morden niet zij kenden of wisten
niet beter en behielpen zich met het weinige
dat zij hadden. Nu onze streken met spoor
wegen, met steenwegen, met vaarten en
kanalen, ten overvloed doorsneden zij, nu
de telefoon-telegraafdraden boven onze hoof
den gespannen en de afstanden voor het
woordelijk of persoonlijk verkeer letterlijk
weggecijferd zijn. nu is men minder tevreden
dan te voren, 't Is aardig al de kinderen van
Adam schijnen bedorven kinderen te zijn
geworden bied hun de sterren aan, zij zul
len er de maan bij vragen, en zoo gij hen die
nog geeft, zullen zij er nog de zon bij willen
nemen, zonder een oogenblik er op na te
denken dat wij die niet missen kunnen en
dat wij zonder haar volstrekt in het donker
zouden geraken.
Zoo is de mensch ofschoon de heele wereld
op wieltjes loopt, dank aan de velos, motocy-
cletten, automobiels en andere snelgerijen,
zou men nog altoos rapper en sneller willen
gaan, en zoo men morgen weer een tuig
uitvindt dat in snelkracht aide andere over
treft, zal men het ding met gretigheid aan
vatten, al moesten er zelf een honderdtal de
armen en beenen bij breken waaghalzerij is
een deugd geworden, vooruit is de weg
wachten of geduld kent men niet meer.
De tevredenen zijn de gelukkigen, maar
ze zijn de zeldzamen.
ar. Leest en verspreidt
'T NIEUWSBLAD van YPER
Burger-sergeant, ik verzeker u nog
maals
Een soldaat der Republiek heeft niet veel
geduld, lummel. Met verkropte stem zeg
de Faas nu aan de pachterse dat de soldaten
van haar oogenblikkelijk vijf honderd livres
eischten. De Weduwe sloeg verserhrikt de
handen ineen en kermde
Zooveel geld hebben wij in huis niet. 1
Reutels vertaalde deze woorden.
Onsteek eenen lantaarn, beval de over
ste. Wij zullen zien of men ons bedriegt.
Nu strekte de vrouw de armen uit tot den
sergeant en jammerde
Mensch, heb toch medelijden met mij
Ik zal u geven wat ik heb.
Hebt gij mijn bevel hier verstaan, re
kel schreeuw de Sansculot tot den veld
wachter, die bedrukt naar de zieke stond te
kijken.
Faas leid hen op het kelderkamerke,
kermde de oude vrouw.» Onder mijn bed
staat een oude holsblok, waar veertig kronen
in liggen.
Arm schaap, gij zult dezen nacht niet
doorstaan, dacht Reutels. Raeveloos, gij
zijt de grootste schurk, die er bestaat
Tot bewijs van het verstandig vooruitzicht,
de spaarzaamheid en den welstand onzer
werkers bevolking, bestatigen wij met vreugd
en voldoening dat de algemeene Spaar- en
Lijfrentkas, wier schuld gewaarborgd is door
den Staat, den 3i december 1911 het aan
zienlijk getal van 2 901.733 spaarboekjes
uitgegeven had, waarvoor zij 1 milliard
8 millioen fr. van de spaarders ontvangen
had mits intrest; daaibij dat zij 1.220.000
pensioenboekjes uitgedeeld had, waarvoor zij
deschoone som van 185 millioen ontvangen
had op voorwaarde er op tijd en stond pen
sioenen voor uit te keeren en daarbij nog
dat zij aan 45738 personen, die haar i3 mil
lioen premien betaald hadden, verzekerings-
brieven ter hand gesteld had.
Het verheugt ons niet min dat zij op zelfden
datum 89 millioen mits intrest in leening
gegeven had aan bouw- en leenmaatschap-
pijen die daarmee de werklieden hebben
kunnen helpen gezonde werkmanshuizen
bouwen of koopen.
Om de in nood zijnde Belgen geboren
vóór het jaar 1847, op de vraag van menige
hunner, in te lichten, weze er hun hier konde
gedaan, dat zij van nu voort, elk naar hun
gemeentehuis, mogen gaan, om voor het jaar
19I2 het ouderdomspensioen te vragen.
De gemeenten, die aan het Ministerie van
nijverheid en arbeid de nieuwe voorgeschre-
vene formulen van pensioenaanvragen ge
vraagd hebben, hebben ze kosteloos ontvan
gen.
Aan de pensioenbetrachters is het du, van
al de vereischte inlichtingen te geven, om te
bewijzen dat zij recht hebben op het jaar-
lijksch pensioen van 65 fr.
Volgens de nieuwe wet van 11 mei 1912 is
er jaarlijksch 65 fr. toegestaan aan alle
Belgen, die in Belgie verblijven, geboren zijn
vóór 1 januari 1843, en in nood zijn.
Daarbij alle noodhebhende, in Belgie
verblijvende Belgen, die geboren zijn tus
schen 1 jan. 1843 en 3i dec. 1848, en die ten
minste 18 fr. in de Algemeene Lijfrentkas
gestort hebben, kunnen ook, het jaar van
hetwelk zij 65 jaar oud geworden zijn, het
ouderdomspensioen van 65 fr. 's jaar beko
men.
Dat alwie dus zich in bovengemelde voor
waarden bevindt, van nu voort, en ten laatste
vóor3i dec. 1912, naar zijn gemeentehuis
optrekke, om vóór het loopende jaar 1912
het pensioen van 65 fr. te vragen.
Het Staatsblad van 14 Oogst 11. kondigt
de wettelijke erkenning af van den Boekbe-
werkersbond Hand in Hand gevestigd
te Yper en samengesteld door bazen en
werklieden der drukkersnijverheid.
De bijzonderste diensten van den boekbe-
werkersbond Hand in Hand bestaan in
eene Pensioenkas en eene Werkloozenfonds-
kas; twee menschlievende instellingen dus.
De bandieten, die gij naar hier gezonden
hebt, zullen uw boos en wraakzuchtig hart
wel tevreden stellen. Maar Onze-Lieve-Heer
zal wel eens komen.
Middellerwijl had hij een bollantaarn geno
men en ontstoken.
a Komt mede met mij, burgers, zegde
hij nu. De pachterse zegt dat al haar geld
onder haar bed in eenen klomp steekt.j
Burgers al den buit, dien wij kunnen
maken, hier op de tafel brengen 1 beval de
sergeant. Wie iets in den zak durft steken,
zal met mij afrekenen.
Nu verlieten al de Sansculotten, opgeleid
door den bevenden veldwachter, de huiska
mer. Gust en Tist bleven bij de pachter
se.
Nauwelijks waren de Republikeinen uit
het vertrek of eene stem riep op verdoofden
toon door het sleutelgat der achterdeur
Spoedig open
Edward, zegde de oude verschrikt.
Gust ontgrendelde vlug de deur, deed ze
open, en Draeman sprong binnen.
Edward, vlucht, steende de zieke. Zij
zullen u vermoorden.
(JHjoxM voortgezet.}