Voeding der Dieren.
HET NEERHOF.
Volkswetenschap
Briefwisseling.
Boekennieuws.
Haver en Maïs,
Het ellendig en noodlottig weder der
maand Augustus is oorzaak geweest van
een slechten haveroogst. Gebrek aan
goede haver is daarvan het natuurlijk
ge volg en bijge volg oo k eene aanzienlij ke
prijsstijging dezer graansoort. De land
bouwer, die geene haver bezit, zou er
willen koopen en hij die het geluk heeft
gehad de zijne behoorlijk binnen te krij
gen zou ze willen ver koopen, teroorzake
der hooge prijzen.
In beide gevallen echter wordt geaar
zeld en vraagt men zich af of de haver
door een aan voeder kan vervangen
worden.
Het staat buiten twijfel dat onder ons
klimaat de haver het best gepaste voeder
is voor het paard, doch dit wil niet zeg
gen dat ze onontbeerlijk is en altijd
moet worden toegediend.
Laat uwe paarden dit graan eten,
wanneer het goedkoop is, zegt M.
Garola, maar vervangt het door ander
voeder, wanneer de prijs is gestegen
verkoopt in dat geval de haver, welke
gij bezit en onthoudt u van er te koopen,
indien gij,er geene bezit...
Sommige landbouwers hebben sedert
lang dezen wijzen raad gevolgd en de C°
Gén. der omnibussen te Parijs, heeft
sedert jaren groote winsten gemaakt,
door in plaats van haver aan de paarden
maïs te geven. Ook heeft men in het
rantsoen dierzelfde paarden gerst inge
bracht en zij bevonden er zich uiterst
wel mede.
Daar de waarde van een voeder kan
vastgesteld worden door de scheikun
dige ontleding, kan men zeer gemakke
lijk aantoonen dat maïs en haver nage
noeg hetzelfde gehalte bezitten aan
voedende bestanddeelen.
Ziehier de gemiddelde samenstelling
van die voederstoffen
Haver Maïs
Verteerbare stlkstofbestanddeelen 8 7.2
Verteerbare vetstoffen 4 4.5
Zetmeel-evenwaarde 59.7 81.6
Men bemerkt dat door zijne grooter
verteerbaarheid de maïs voordeeliger is
dan de haver, waardoor de besparing
zeer aanzienlijk kan worden.
Men heeft echter beweerd, dat de
haver toch altoos noodzakelijk is voor
de trekpaarden, die snellen dienst moe
ten verichten, omdat het zenuwstelsel
zou geprikkeld worden door eene zelf
standigheid de Avenine welke in de
omhulsels der haver voorkomt.
Deze zienswijze \ycTd vooruitgezet dooi
M. A. Sanson, doch werd in twijfel
getrokken door M. M. Wolff en Wram
pelmayer tegenwoordig is men ervan
overtuigd, dat de haver door ander voe
der kan vervangen worden.
Overigens, terwijl in ons land de haver
het eenige graan is dat men aan de paar
den geeft, wordt in Spanje, Africa en
ganschhet Oosten steeds gerst gegeven,
in Amerika geeft men maïs en in Enge
land zeer dikwijls paardeboonen.
Meestal kan men een goed rantsoen
samenstellen met de voortbrengsels der
hoeve, waarbij dan een of meer handels
voeder wordt gevoegd, men ,zorge
slechts dat het rantsoen in zijn geheel
genoeg voedende stoffen, eiwitstof, vet
stoffen met eene behoorlijke zetmeel-
waarde bevat.
Voor de paarden der hoeve, welke een
regelmatig werk verrichten en meestal
op stap gaan, kan het weinig schelen of
de kracht van een bepaald voeder voor
komt. Of nu de voedende bestanddeelen,
stikstofhoudende en andere, verschaft
worden door maïs, door boonen, door
lijnkoeken, of door haver, dat komt
vooral voor die paarden op hetzelfde
neder. Men kieze het voordeeligste.
Wij willen echter wel toegeven dat
het misschien goed kan zijn de haver
niet geheel en al te vervangen voor
paarden die altijd daarmede gevoed zijn
geworden doch een vierde of de helft
der haver mag toch zeker door maïs
vervangen worden.
Voegen wij hierbij nog een uittreksel
van het boek door Dr Smets geschreven
over de voeding der huisdieren. Daarin
vinden wij den korteninhoud van
inlichtingen verzameld door Dr Klöpfer,
bij 26 tram maatschap pijen, die maïs in
het rantsoen der pa .rden hadden ge-
bracht. De verslagen van 22 maatschap
pijen luiden zeer gunstig over het
gebruik van maïs, waardoor de dieren
in goede gezondheid en krachtvol ble
ven
1° De maïs kan de haver vervangen
2° 5 Kg. maïs kunnen 6 kg. haver
vervangen
3° Op de pachthoeve mag men 's Win
ters de haver geheel en al door maïs
vervangen 's zomers de 3/4
4° Men zette de maïs 24 uren in gezou
ten water te weeken
5° Men ga langzamerhand van het
haverrantsoen naar het maïsrantsoen
over
6° De grootste hoeveelheid maïs moet
's avonds gegeven worden
7° Men geve nooit geen versche maïs.
8° De gestreepte of gekleurde maïs
mixed maïs) verdient de voorkeur.
v erboden nadruk)
Ziehier, volgens een fransch blad, een
geneesmiddel tegen den hoest der paar
den Het paard wordt in eenen goed
gesloten, kleinen stal gezet, men maakt
eene schup gloeiend heet en daarop giet
men Noordsche teer. Men sluit de deur
dicht en slechts na 20 minuten wordt ze
geopend. De stal is dan gevuld met een
welriekenden rook en het dier ontlast
overvloedig zijne verstopte longpijpen.
Hetzelfde middel zou kunnen aangewend
worden op het kippenhok, wanneer men
bemerkt dat de vogels hoesten.
Het Snot der Kippen.
Het snot of de hoofd vloed der hennen
is eène ontsteking van het slijmvlies der
neus-en oogholten. Om zich een goed
denkbleedte vormen over deze ziekte,
welke bij den mensch ten onrechte voor
e;ne ontsteking der hersens wordt
gehouden, moet men eenigeontleedkun-
dige kennissen bezitten over het oog en
zijne omgeving.
Bij de vogelen is het oog veel kleiner
dan de oogholte, en de ledige ruimte,
welke daardoor ontstaat is de «oogkas
Dwe is in verbinding met de neusholten
en strekt zich ook uit langsheen den
bek, door eene holte uit slijmvlies
gevormd.
Wanneer er snotziekte ontstaat,
wordt door het slijmvlies dier verschil-
1 nde holten eene vloeistof afgescheiden,
die onder den vorm van een min of meer
vast vocht door de neusholte een uitweg
zoekt. Dit vocht is zelfs merkbaar in de
oogen, welke daardoor niet zoo klaar
zien als naar gewoonte.
Deze ziekte wordt dikwijls veroor
zaak {.door eene verkoudheid, welke
ontstaat door eene plotselinge daling
dir warmte, bij voorbeeld, wanneer de
vogelen van uit een warm hok spoedig
in een te groote koude overgaan.
Meestal verdwijnt de ziekte na enkele
dagen, indien men zorgt dat de vogelen
droog en warm zitten en daarbij ver
stel kend voedsel ontvangenLaat men
deze zorgen ontbreken, dan kan de
gewone snotziekte in besmettelijke ont
aardendeze laatste is ernstiger en kan
in korte tijd vele slachtoffers maken.
Bij de besmettelijke snotziekte zijn de
ziekteverschijnsels gelijk aan die der
gewone snotziekteweldra echter
wordt het uitvloeisel dicht en witach
tig. De neusholten geraken al spoedig
verstopt, zoodat de vogel op eene andere
manier moet ademhalen dit ziet men
ais de besmette vogelen van tijd tot tijd
den bek openen,als moesten ze geeuwen.
Dikwijls ook ziet men het zieke hoen
met een veerkrachtigen schok den kop
schudden, terwijl men een geluid hoort
dat gelijkt aan het woord tchek
De oogkas en de holten, die daarmede
in verbandt staan, worden met dit
kaasachtig vocht gevuld de oogen zijn
uitpuilend en bedekken zich soms met
een zeer dik gezwel, welk moet door
gesneden worden om het oog vrij te
maken.
Door de ophooping en drukking van
de voortbrengselen der ziekte, zakt
soms het mondgehemelte zoodanig naai
beneden, dat de ademhaling en het
doorlaten van voedsel belemmert kun
nen zijn en het dier van verstikking en
uitputting kan sterven. Het behoeft
geene uitlegging hoe in zulke omstand-
heden het leggen en ook het vetten
moet benadeeligd worden.
Zoodra de snotziekte tusschen de kip
pen verschijnt moeten de aangetaste
vogelen onmiddellijk afgezondérd en het
hok ontsmet worden teiwijl tot ver
zorging der zieke dieren hunne oogen
en neusholten moeten gewasschen wor
den ofwel met eene oplossing van 2 gr.
zwavelzuur op een liter kokend water,
ofwel met eene oplossing van 10 tot 15
gr. kopersulfaat (blauwen aluin) op een
liter water. Om de oogen te wasschen
aediene men zich van een penseel of
spuitje.
De snotziekte is, e venals de diphteritis
en de cholera eene microbische ziekte,
en men weet dat al die aanstekelijke
ziekten vooral die dieren aantasten,
welke door een of andere oorzaak ver
zwakt zijn en wier organism tegen de
aanvallen van die microben niet genoeg
weerstand kan bieden.
Wanneer de hoenders goed gevoed en
goed onderhouden worden in een gezond
hok, is de snotziekte bijna nooit gevaar
lijk. Daaruit volgt dat men aan de voe
ding veel aandacht moet schenken
wanneer de ziekte optreed men zal
den voorkeur geven aan opwekkend
voedsel, samengesteld uit haver, vleesch-
meel voedend phosphaat en uit warm
voedsel.
Men vergete niet dat bij de snotziekte,
evenals bij alle andere ziekten overi
gens, de voorbehoedmaatregelen meer
te beteeken hebben dan de geneesmidde
len.
Een ziek dier is niet zelden een ver
loren dier.
Avicola.
(Verboden nadruk)
Een Amerikaan, die te Rome verblijft
heeft eep zonderling broedmachien uit
gedacht. Bemerkt hebbende, dat in de
biekorven dezelfde warmtegraad heerscht,
welke noodig is om eieren uit te
broeden, is hij op de gedachte gekomen
een biekorf te gebruiken als broedtoestel,
zoodat de bieën de kippeneieren uitbroe
den, zonder dat ze het zelfs bemerken.
Op een doek, over een vierkantig raam
gespannen, legt hij een twaalftal eieren.
De aldus gevormde ladeof doos wordt
in het bovenste van de biekorf geplaatst
en vormt dus de zoldering van de werk
kamer der bieen. Over de eieren werd
een licht deken gelegd. De verkregen
uitslag was uitmuntend en de uitvinder
gelukte erin tachtig kiekens in achtmaal
uit te broeden met denzelfden biekorf.
De Fruitkuur.
De meeste voeder mid delen bevatten
stikstofhoudende bestanddeelen, vet en
koolhydraten nu eens hebben de eerste
de overhand, dan weer de andere. Het
vleesch, bij voorbeeld, bevat vooral
eiwitachtige stoffen en minder vet en
koolhydraten dan andere voedstoffen.
De gewassen zijn zeer verschillend van
samenstelling, sommige bevatten veel
stikstof, andere veel vetstoffen of kool
hydraten zoodat men zonder vleesch,
eieren noch melk, een rantsoen zou kun
nen gebruiken met gewassen alleen en
daarbij toch gezond blijven. Doch van
het oogenblik dat eenige arbeid wordt
vereischt, moeten bovengemelde voed
stoffen tusschen komen
Zeker zou men een voedend rantsoen
met fruit alleen kunnen samenstellen,
maar zulk fruitregiem moet toch altoos
eene uitzondering blijven ofeene genet s-
kuur bij sommige ziekten men zou
aldus zelfs een aan vettings regiem kun
nen vormen tot vastlegging van eiwit
achtige bestanddeelen, ofwel een uit
puttingsregiem tot vermindering in het
lichaam van de stikstofhoudende be
standdeelen.
Men kan het fruit verdeelen in water
achtige verzuurde vruchten druif,
oranje, citroen, aardbezie, stekelbezie,
kers, enz in zoete vruchten banaan,
vijg, dadel in olieachtige vruchten
noot, amandel, enz.
Bij een fruitregiem bedient men zich
vooral van de eerste soort en vooral van
de druiven, aardbeziën en citroenen.
Deze vruchten bevatten slechts eene
k leine hoeveelheid ameldronk, welke
bij het rijpen verdwijnt. Ze zijn arm aan
eiwitstoffen en vetstoffen hun sap is
welriekend en hunne celstof is gedeel
telijk verteerbaar voor den mensch Zij
munten uit door hun hoog suikergehal
te, hunne zuurheid, hun watergehaltt
en door de loogzoutigheid van hunne
aschbestanddeelen
De hoeveelheid suiker verschilt van 4
tot 20 t. h. volgens de fruitsoort, en
deze suiker is rechtstreeks opneembaar.
De zuurheid is ook zeer verschillend,
zij bestaat uit verschillen de vrije zuren
of uit zuren tot zouten verbonden
appelzuur vindt men in den appel, de
peer, de pruim, de abrikoos, de kers
wijnsteenzuur in-de druif appel- en
citroenzuur in de bessen citroenzuur
in de citroen, de oranje, enz.
Al de organische zuren welke in den
bloedsomloop komen, kunnen er eene
volledige verandering ondergaan, wel
ke onder vorm van koolzuurzout potas
sium achterlaten waarmede ze verbon.
den zijn
Door aanraking met dit koolzuurzout
worden de zuren van het organism
vooral het piszuur welke aan de
verbranding ontsnapt zijn, verzadigd en
opgelost.. M. Linossier heeft berekend
dat een kilogram citroensap zooveel loog
zoutigheid in het organism brengt als
4 gram sodium bicarbonaat, een kilo
gram druiven zooveel als 6 gram en een
kilogr. aardbeziën, zooveel als 9 gram
Het potasium vormt piszuurzoutenwel
ke oplosbaarder zijn dan die van het
sodium het versterkt het hart en
maakt de hartkloppingen meer regel
matig.
De hoeveel water in deze vruchten is
tamelijk groot dit doet ons begrijpen
dat hunne voedingswaarde maar zwak
is en dit verklaart ook gedeeltelijk
waarom ze pisafdrijvend zijn.
Door de zure zouten welke ze bevatten
zijn ze ook afdrijvend deze bestanddee
len werken rechtstreeks op de inge
wanden, bevorderen de afscheidingen
en beletten de verstoptheid. Daar de
vruchten ook mangaan inhouden, bren
gen ze in het organism een onmisbaar
bestanddeel.
De fruitkuur, vooral die met druiven,
heeft ook een onrechtsréekschen invloed
op het organism, omdat deze kuur voor
al gehouden wordt in een daartoe
geschikt midden.
Bij de druiven kuur, welke ongeveer
eene maand duurt, verbruikt men in het
begin 500 gram druiven om te eindigen
met 2, 3 en zelfs 5 kg. per dag. Bij de
citroenkuur verbruikt de zieke in hei
begin 2 citroenen per dagen eindigt met
20 tot 30 vruchtendaarna vermindert
hij weer trapswijze tot 2 citroen.
De aardbeziekuur wordt minder toe'
gepast, omdat deze vruchten niet zoo
gemakkelijk verteeren en niet zoovee
suiker bevatten als druiven, doch ze
brengen meer loogzoutigheid in het
organism.
Zeggen wij om te eindigen, dat de
pronkzuchtige damen om de fluweel
achtige zachtheid der huid te bewaren
een bad in aardbeziesap zouden kunnen
nemen, doch dit heeft niets te maken
met eene fruitkuur en daarom zeggen
we daarover niet meer.
F. de Vinesky
(Nadruk verboden)
Ik heb voor de eerste maal groen
voeder ingekuild. Wanneer kan dat voe
der verbruikt worden en welke voorzor
gen dienen er in acht genomen te worden
bij het verbruik
A. Na twee maanden inkuiling is hel
voeder bruikbaar. Met eene scherpe schup
wordt dagelijks zooveel voeder, in lood
rechte richting, afgesneden als men dien
dag noodig heeft. De geopende kuil wordt
tegen regen en zonneschijn beschut dooi
middel van eene oude deur, een dekzeil
of stroo.
—Ik breng jaarlijks in mijn groetentuir.
een groote hoeveelheid goed gevormder:
stalmest, welke vóór den Winter wordt
ondergegraven, daarbij komt dan nog in
de Lente eene goede hoeveelheid vloei-
mest. Toch zijn er eenige gewassen, wel
ke in mijnen tuin niet gedijen en onge
dierte is er gansch het jaar door in over
vloed.
A. Laat stalmest en vloeimest
voor een jaar geheel en al weg. Strooi
van nu reeds, vervolgens dat het terrein
beschikbaar komt 10 kg. metaalslakkei,
en 10 kg. kaïniet per are. Ook waar nu
de aardbeziën, de asperge en de overblij
vende planten staan kunt ge deze mest
stoffen uitstrooien en bij droog weder
inharken. In de Lente moet ge dan zor
gen voor nitraat-bemesting waar blad
groenten moeten geteeld worden zult ge
5 kg. per are nitraat, waar wortel- en
knolgewassen komen, 3 kg. en voor
erwten en boonen 1 kg. per are nitraat
toepassen. Wij hebben de overtuiging
dat ge U over deze handelwijze niet zult
beklagen.
In mijnen boomgaard staan fruit-
boomen van 30 tot 40 jaar oud. Ik zou ze
met kunstmest willen bemestenwan
neer moet nitraat worden gebruikt
AGeef het nitraat reeds in de
maand November of ten laatste in de
eerste helft van December. Op die wijze
heeft die stikstofmest den tijd om zich
door den grond te verspreiden en in het
bereik te komen der wortelen, welke bij
zulke boomen zeer diep zitten. De gras
zoden zullen dan in de Lente zich niet
meester maken van de aangewende stik
stofmest. In de maand Februari mag een
tweede toepassing van nitraat plaats heb
ben. Vreest niet te veel nitraat te gebrui
ken op boomen van zulken ouderdom
wilt ge daarover ingelicht zijn, verschat
u dan het uitmuntend werk van M. Ickx,
boomteeltkundige te Brasschaet, over
de Bemesting der Fruitboomen. Daarin
zult ge proeven met afbeeldingen vinden,
die u op duidelijke wijze zullen aantoo
nen hoe nuttig en noodzakelijk het aan
wenden van groote dosissen kunstmest
is.
Wij hebben het eerste nummer ontvan
gen van een tweetalig halfmaandelijksch
geillusteerd tijdschrift, verschijnende den
le en 3" Zaterdag van elke maand. Het
voert voor titel Cultura en zal zich
inlaten met alles wat landbouw, hofbouw,
groenteteelt," veekweek en vogelteelt
betreft.
De lijst der medewerkers bevat namen
van gekende vakmannen, liefhebbers en-
specialisten. Ket eerste nummer geeft
belangwekkende artikels en fraaie afbeel
dingen. Deze laatste zouden echter wat
beter kunnen afgedrukt zijn. De abonne
mentsprijs is 4 fr. per jaar. (Meir 103-105
Antwerpen.) Wij wenschen aan dit
nieuwe vakblad een langdurig en schit
terend bestaan.
F. PlRARD
Landbouw-ingenieur