Bijvoegsel
aan
Ihatbolkk IDolbsgejind
II II II
W EE V I CK
TRIMARD'S
Yan alles Wat
KOMEN
Raadsel prijskamp
Zaterdag
9 November 1912
Sn 't Kamp
RAADSEL 4
Rechten en Plichten
MENGELWERK N° 2
I
'T PUIDENESTJE
Kerk te Komen.
e... e. .e... .ou. .0.. i..a...i,
.i..e..ij. .ie. .i..e.a...i.
y.eaa.... e. .o.e.a.
.0. .e..ou.e i. .e.e. .a.
Zoekt de medeklinkers en ge vindt
vier verzen van Guido Gezelle
$rt
Xiriifkiii
IIfrstijf po If
wij overüid Vifervick aaneewe!/6 St?d£j en 8emeenten van het Arrondissement, hebben
werken ot versnreidiJvfn a a'$ eere Palm verdienende voor het onverpoosd
^o nummers dat Te Wervick^/^pe^^g W* V°?'
sanda is er fopvertmn„.a j n Persc"J Volk wekehjksch verkocht wordt. Die propa-
de onvermoeibare Wervirk^h 6 ir er?~e.n r°PaSancia Af deeling gesticht in den schoot van
strfid en^nze werk^no stJonSe WachU Van ff het eerste uur van onzen
oorecht^eiddaTwiidip m Jf W\Van Wervickj onster zijde, 't Is ook in volle
zooveel te meer dat het ™oedlSe Jo?.ge Werkers onzen rechtzinnigsten dank uitdrukken
betrouwen man Het tandvastlëen zlJn °P wien men, niet voor een tijd, maar voor a'tijd
zoo hii zich lier'fnmo ,V00r ons een 8enoegen ^e propaganda-groep te kunnen voorstellen
°a daPPere poging» be-
Ten huldigen dage wordt veel gesproken,
veel geschreven en gewreven over recht en
plicht; maar, helaas hoe weinig naar recht
en plicht gezien en geleefd, hoe zelden recht
en plicht wel verstaan.
Alles gadeslaande, woorden en werken van
oversten en onderdanen, van werklieden en
patronen, zou men genegen zijn te gelooven
dal elk rechten wil hebben, zonder naar
plichten om te zien. Maar zoo is de zaak
niet, wTant wie rechten heeft onder de ster
velingen heeft plichten, en, wil hij rechten
doen gelden, zoo moet hij ook plichten ken
nen en naleven.
Dat kan niet ontkend worden Zoo, een
werkman, die voor een patroon werkt, heeft
zijne rechtenmaar ook zijne plichten.
Welke zijn zijne rechten
Eerst en vooral, hij heeft recht op een be
hoorlijk loon, dat hem en zijn huisgezin toe
laat fatsoenlijk te leven; recht op gezonde
werkplaatsen; men mag den werkman geen
overtollige uren voor het werk houden, voor
al de zondagrust moet gewaarborgd worden
en blijven; hij heeft recht op eene men-
schelijke behandeling van wege patroon of
meestergast; recht, waar hij bij gevaarlijke
mekanieken staat of werkt, op beschutsel;,
voor zooveel het de mekanieken en het werk
dal er op verricht wordt, het toelaten.
Welke zijn zijne plichten
Te zorgen dat hij deugdelijk, goed werk
levere en regelmatig voortwerke, ten einde
zooveel mogelijk voort te brengen.
Niet doen dus, zooals men soms van
die kruipers ziet doen, van zoo gauw zij het
hoofd van den patroon gezien hebben, wer
ken zij zooveel als ze maar kunnen, en zelfs
boven hunne macht, maar nauwelijks is hij
weêr vertrokken, of aLles ligt stil, ze gaan
aan 't klappen en houden zich met andere
onnoodige dingen bezig. Dat is oneerlijk.
Neen. zulke doenwijze betaamt niet aan een
christen werkman. Gij wordt betaald voor te
werken, gij zijt verplicht, als eerlijk man, uw
werk gewetensvol te verrichten, alsof het voor
uw eigen ware.
.Werken dus, den maandag juist gelijk den
zaterdag, 't zij de patroon er bij staat of
niet, dat is eerlijk.
Het is niet dat wij op andere gemeenten edelmoedige en jeugde hulpkrachten missen
wel integendeel en wij zijn allen dankbaar wellicht hebben wij voor anderen ook eens de
goede en aangename gelegenheid een bijzonderen dank toe te sturen doch niemand zal het
kwahjk nemen dat wij het vandaag speciaailijk hebben ten opzichte van onze Wervickscbe
vrienden wier werking effen al voorbeeldig is. Nog eens dank, jonge vrienden, uit Ypei
reiken wij u een broederhand, zoo het was in 't verleden, zoo blijft het in de toekomstwij
rekenen op malkander, wij steunen op malkander, en te zamen gaan wij ter victorie
Op het werk en in alles wat het werk aan
belangt, is de werkman gehoorzaamheid en
eerbied verschuldigd aan zijnen baas. Een
werkman, die alzoo zijne plichten verslaat
en vervult, verdient eerbied en achting.
Doch boven dat alles heeft hij nog een
natuurlijken plicht, die voor hem een waar
recht is 't is van zich te vereenigen en
in en door de vereeniging te zorgen dat
hij voor zijn werk, dat hij zoo gewetens
vol verrichteen loon tracht te veroveren,
waarmede hij en de zijnen behoorlijk kun
nen bestaan. t
Ziet daar voor den werkman.
Wat de patroon aangaat, zijn plicht is
recht te laten geworden aan zijne werklie
den en dus ook en bijzonderlijk het veree-
nigingsrecht in niets - te krenken.
Indien nu patroon en werkman wederzijds
hunne plichten volbrachten, zou elk zijn
recht hebben en zou de verstandhouding lus-
schen hen er veel bij winnen.
i r*r
is."
Werklieden, geschiedt alles zooals het zijn
moet Uwe plichten vervult gij ze, uwe
rechten hebt gij ze
Helaas helaas l
Onder de werkersklasse, zooals onder de
burgersklasse vindt men gewetenlooze lieden,
dat zijn slechte, die oneer en schande bren
gen aan hunnen stand; deze vervullen hunne
plichten niet en kunnen dus geen aanspraak
maken op rechten onder dezen moogt gij
niet gerekend worden.
Nevens gewetenlooze, treft men onkundige,
onbekwame aan, en deze brengen schade en
belemmering aan uwe verheffing; deze doen
misschien wel wat zij kunnen, maar niet
wat zij moeten, en zoo kunnen zij geen
achting en genegenheid verwerven bij baas en
kaiant. Dat moet gij verhelpen met u te
volmaken ware vakmannen moet gij wor
den, meesters in uw vak en zoo dwingt gij eer-
beid af voor uwen stand. Daar was een tijd
dat men zei 't en is maar een werkmensch;
de tijd moet komen dat men zegt 't is een
werkman.
En uwe rechten, hebt gij ze
Helaas 't is nu nog deels zooals het
was over eenige jaren, en toen schreef Deken
De Grgse zaliger De meeste werklieden
hebben geregeld driemaal armoe in hun
leven, dat wil zeggen in drie tijdstippen van
hun leven moeten zij door de openbare of
Vervolg :-
Fons Crepeele, een jonge knapper uit de
buurt, wist al lang dat Deentje Biaem een
snel jong was, zoo zeker als zijnzuster
Maria wist, dat Remi Braem de fijntigste
jongen was van de stroke.
Daar Leentje ook beschotten vond in Fons
en Remi in Marietje, zoo schudde moeder
Braem "weerom den kop en grolde ij
vroeger
Die vervloekte wereld I
Tut i tut tut knulde Meetje, t Zij
nog twee jongens, laat ze maar roekeloeren;
dat en is aL nog geen meening en Remi j
zal wel voor ons zorgen.
Ge hebt uw Remitje ingezwolgen
ruttelde moeder dan, - maar al dat loopen
en bresschen deugt niet; we zullen op
einde alleen zitten en vader valt zoo zeer
't Was waar, Pier eerselde. De dokter
bijzondere liefdadigheid geholpen worden.
(Liefdadigheid die komt aanvullen wat in
werkelijkheid aan de rechtveerdigheid is te
kort gedaan, verkracht hare zending.) Dat
is' |mis, grootelijks mis, want, voor goed
werk, hebt gij recht op bestaan, op behoor
lijk bestaan. Niemand, zeker, betwist zulks,
maar intusschen herkent men u dat recht,
doch geeft men. u niet dat behoorlijk bestaan.
Wat gedaan om het te verhelpen
Als uwe patronen moedwillig weerstaan
om u uw recht te laten weervaren, zoo gezeid
door de concurrentie die zij moeten volhou
den, er blijft u slechts één middel over
t is bij u de onderlinge concurrentie afschaf
fen en te verbroederen in en door eene ster
ke vereeniging.
Vereeniging! Ziedaar uw redmiddel dooi
den grooten Paus Leo XIII zaliger aange
wezen, als rechtveerdig verklaard en als een
natuurrecht erkend1.
Eendracht maakt macht
Erkent uwe vereeniging, betrouwt haar.
Siaapl niet, rust niet, als het uwe vereeniging
geldt, want daarin ligt uwe kracht en uwe
macht, daardoor verheft en veredelt gij u,
en zoo komt gij tot een menschenweerdig
beslaan dat u toelaat al uwe plichten te ver
vullen, plichten jegens u zeiven, plichten je
gens vrouw en kinders, plichten jegens God,
Kerk en Vaderland.
De Vereeniging 1 Ziedaar uw redmiddel, uw
schat 1
Als zij 11 roept, weest er.
Als zij u aanspreekt, antwoordt haar.
Als zij u 'noodig heeft, springt bij.
Als men haar aanrandt, verdedigt haar.
Schaamt u niet over uwe vereeniging;
blijft bij uw gedacht en uwe overtuiging.
Weest sterk, sterk door eendracht, door
kennis en bekwaamheid, door getal en door
geld.
Weest vrij, vrij bovenal van politieken
dwang, van politieke heerschappij.
Zwijgt, zwijgt nooit over uwe vereeniging.
Licht uwe verdwaalde, verachterde, be
nauwde broeders in, brengt ze bij het groote
leger, breekt de lamheid der onvereenigden.
Werkt, werkt, opdat gij, in volle recht
veerdigheid, uw recht op behoorlijk leven
tegenover baas en meester, en stad' en land
zoudt doen gelden.
Weest mannen uit een stuk, christenen die
God en hunnen plicht boven alles stellen.
Ja, daar was een tijd dat men zegde 't is
maar 'n werkmensch; de tijd moet komen
dat men zegt 't is een werkman. Ziet daar
het werk der vereeniging.
Leve de vereeniging, die plichten zal doen
kennen en rechten doen eerbiedigen 1
had hem 't zwingelkot verboden; 't was d&ér,
beweerde hij, dat de man zijn spa-
hoeste opgedaan had; maar Pier was doof
al dat oor, en toen de dokter met nog meer
nadruk, dreigend sprak
Ge moet absoluut uitscheiden met zwin
gelen 1
En met eten ook zeker 1... snakte Pier.
Gelukkig dat ze nog een appeltje hadden
itegen den dorst, doch de landsche menschen
laten dat zoo geerne onaangeroerd.
Meetje, die nu niets meer kon verrichten
en veel tijd had om na te denken, was ook
in den grond ongerust en dikwijls, als ze
de gelegenheid vond om met Remi alleen
te spreken, kortvlerkte en vermaande ze hem;
Manneke, niet te veel loopen! Ge moet
op uw huis peinzen en vader laten rusten;
hij heeft het dood-noodig.
Als het niemand zag, dan nam hij Meet-
tjes hoofd tusschen zijn handen, keek haar
schalks in de oogen, en zottebolde
Grootmoedertje, 'k zie u liever dan
al de meisjes van de wereld, en 'k zal voor
u en vader en moeder zorgen, zoolang ik
asem heb.
Ze streelde dan, met haar verfrommelde
handjes, langs zijn gloeiende kaken en loech,
met heel haar tandeloos mondje open.
Lena die veel min van zegs en uiting
was dan Remi, stilde moeder met weinig
woorden 7
wat rust en verzet vinden kunnen en waar
ze dan ook hunne ouders of vrienden ont
vangen mogen als ze bezoek krijgen.
Wat het bijwonen der soldafenmis in 't
:amp betreft, volgens genomen inlichtingen
en persoonlijke bestatiging, gaan er van de
soldaten die 't kamp doen, hoogstens 15 t.h.
naar de mis. Mits goede inrichting zou dat
veel kunnen verbeteren. Er zou, daar zoo
wel als in de soldatenmissen in de garni
zoenen, den soldaten een aanwezigheidsbewijs
moeten gegeven worden, mede tellende voor
de punten bekomen voor aanmoediging en
belooning in hunne verblijfplaatsen. Dank
dien maatregel zouden de ouders en bestuur
ders de plaatselijke soldateninrichtingen, hen
beter kunnen leiden, en nazien of de rekruten
ginds hun grooten plicht van mis hooren niet
verzuimen.
Ook in 't Kamp diende de aalmoezenier in
rechtstreeksche betrekking te komen met dc
soldaten en deze in de carrés te kun
nen bezoeken om hun zedelijken steun en
aanmoediging te geven.
Men ziet het, er is voor onze soldaten
nog dringend veel verzèdelijkingswerk in t
richten. Werden al'.een maar de enkele aan
gegeven maatregelen genomen, hoopvol zou
den wij de toekomst inzien omdat liet hle
geldt het knapenschap van ons volk, da
we aan de familie moeten kunnen teruggeven
lichamelijk en zedelijk ontwikkeld, opdat ze
met nieuwe overtuiging en sterkere wils
kracht vooruit zouden gaan op den weg van
waarheid en plicht.
Reeds meermaals werd geklaagd over den
erbarmelijken 'zedetoestand van het kamp.
Opdat de ouders en de oversten, zoo gees
telijke als wereldlijke, daarover ingelicht wor
den en zoo mogelijk de noodige maatregelen
nemen, doelen wij het volgende mede uit een
artikel van Hooger Leven», een zeer ern
stig katholiek weekblad
Is het kamp voor onze soldalen een
schrikbeeld van lichamelijke overspanning, het
is bovendien en vooral een gevaar waar wei
nig uitverkorenen tegen opgewassen zijn.
Bezoeken zelf in het kamp van Beverloo
gedaan en ingewonnen inlichtingen nopens
dén toestand, laten ons toe te bevestigen dat
dit kamp en 't schijnt te Brasschaet al
even erg gesteld in zedelijk opzicht veel
te wenschen laat. Er bestaan b:jna geen huizen
waar de soldaat, na eene afmattende dagtaak,
zich deftig en zonder gevaar verzetten kan.
Men verzekerde ons dat er gedurende den
kamptijd rond de 300 vreemde danseressen
en serveuzen aldaar komen overgewaaid
zonder die van de streek zelve te rekenen.
En al dat volkje gelint en gestrikt, gewit,
gezwart en geroodseld, gekrold en gestreken,
acht zich maar at te zeer geroepen om onze
jongens van den rechten weg af te helpen en
met zich in den poel van zedelijke en li
chamelijke ellende te dompelen.
Er zou daar natuurlijk eerst en vooral
een groote kuisch moeten gedaan worden en
dan ook bijgehouden; maar dit al'.es zal
steeds weinig baten zoolang eir daar niet een
of meer goede soldatenkringen bestaan, met
lees- en schrijftafel, enz., waar onze jongens
Moeder, sprak ze kort en goed, wij zijn
hier zeker nog, ik en Remi
Ja, rutteLde ze, vogels-op-takken 1
En uw Fons dan
Hij kan wachten, moeder, of elders gaan.
Zoo stonden de zaken in 't Puidenest. Va
der verslechtte stilaan, vastgegrepen door eene
sleepende borstziekte, die hem langzaam ten
grave trok. Met den winter was hij merke
lijk achteruit gegaan en moest door de groo
te hoeveelheid van kloekte opgeholpen wor
den. 't Zou beteren met den uitkomen
meende hij maar de uitkomen was er,
en Pier ondervond dat hij tenden gesponnen
was. i
Op een Zondag na-noen, wen ze allen in
't Puidenestje rond den beerd zaten, kwam
Pol D'Haene, een jongen van Remi's jaar,
die in 't Fransche wrocht, het huisje binnen;
hij werd er gul onthaald en bleef er lang
en veel gezeten, aan 't vertellen van dat aar
dig verre land, waar de menschen zoo schrik
kelijk veel geld winnen en zoo prinselijk
gevoed worden en tegen-avond vroeg hij Re
mi mede naar Stroombeek-plaats, om een pot
je te drinken.
'k Heb ze thoope I zwetste hij, al op
zijn zak slaande, waarin de vijffrankenaars
rinkelden.
Remi trok mede, overladen met aanbeve
lingen en vermaningen.
Meenen. Slatiedicven. Sedert eenigentijd werd
het zuiden van West-Vlaanderen en het noor
den van Henegouw bijzonderlijk geteisterd met
dief ten van allen aard. 'tWas voornamelijk in
de staties van den ijzerenweg, dat de schelmen
binnenbraken, waar zij de koopwarenmaga-
zijnen plunderden. Ondanks het wakend oog
der policie bleven de dieven op vrije voe
ten loopen. In de laatste maanden werden
er juist in de streek (58 statie-diefstallen ge
pleegd. Alleen in de statie van Meenen werd
er niet gestolen. Do aandacht van de policie
dezer stad werd getrokken op die uitzondering
en het ministerie van ijzerenwegen werd ver
wittigd. Maandag stapten te Meenen af MM. Du-
soleil, Verhulst, Herman en Pauwels, allen
politieofficiers bij het opperkomiteit van na-
zich in het ministerie te Brussel. Na te Da-
dizeele en te IJedeghem verscheidene huizen
bezocht te hebben, deden zij, vergezeld van
de politie van Meenen, talrijke huiszoekin
gen in deze stad. Verschillige voorwerpen
werden aangeslagen, en naar het komissa-
riaat overgebracht. Men denkt dat leden der
dievenbende Meenen bewonen en alhier niet
stolen in de statie om door de policie niet
verontrust te worden. Aanhoudingen worden
verwacht. De vier poLieieofficiers keerden om
6 ure naar Brussel terug.
Hevige brand te Londen. 14 dooden en II gekwetsten.
Zondag morgend, rond 2 ure, is brand ont
slaan in de groote magazijnen Van John Bar
ker, gelegen wijk Kensington te Londen. Tal
rijke bedienden bevonden zich in de slaap
zalen «ap het oogenblik dat de brand uit
brak. Vier bedienffen die uit de vensters ge
sprongen waren, werden op den slag gedood;
een tiental bedienden werden onder de b an-
dende puinen bedolven.
De pompiers waren slechts het vuur na
een vijftal uren meester. De uitgestrekte ma
gazijnen zijn ten gronde afgebrand. De scha
de is aanzienlijk.
Een elftal bedienden die door de bran
dende vlammen gevlucht waren, werden erg
gekwetst
Geen vrouwen advokaten. Ilel hof van beroep
van Rome heelt op zijne beurt beslist dat mevr.
Thérèse Labriola niet tot de balie mag toegelaten
wcrlen.
Nieuwe Olie. Tot in de laatste tijden werd
in de fabrieken van ingelegde groenten in Italië
en Duitschland, het za 'd van den tomaat, goud
appel, ofpommo di Oro zooals de Italianen
dit noemen, weggeworpen als tot niels geschikt.
Sinds echter beeft men bevonden dat dit zaad
zeer rijk is aan oliestof en men heeft kleine
slagerijen opaericht, waar het verwerkt wordi
en voor 12.000 kgr, een 1000-tal kilos uitmun
tende olie oplevert, die in elk opzicht met olijf
olie te vergelijken is.
Tielijk thuis 1 Niet te drinken Geen
twist en duizend en nog.
't Was heel laat dien avond als hij inkwam
en toch vond hij ze nog allen rond dén
heerd, buiten vader.
Hij had de gewoonte niet lang uit te blij-
veln en veel te drinken en, in hunne ongerust
heid, waren ze opgebleven.
Hij kwam ontutterd binnen, met de klak
op 't één oor, al lachen, lijk een zot.
Jongen, jongen, streed moeder, ge zijt
van brouwers hondje gebeten
Remi sprak er niet op, maar hij greep
zijn moeder in de leen en hefte ze op.
Zotte Jongen I knulde ze.
Meetje loech, dat ze kraaide; de jongen
greep 't vrouwtje bij den kop en gaf haar
twee klinkende piepers.
Zeere zeere I streed Lena, naar uw
bedde, groot kind
Zoo haastig, zeker, morde Remi... Ge
zult het niet dikwijls meer moeten bevelen
Al is 't, dat broeder en zuster wel over
een kwamen, toch maakte het verschil
van karakter, dat ze niet innig aan malkaar
waren; Remi botste meermaals met zijn uit
bundigheid, op het gelaten meisje, 'lijk op
een gesloten deur, en meesttijds eindigde zijn
wildheid met pruilen en half-vinnige woorden.
Dien avond haapten de vrouwen de be
dreiging niet op, besloten in de jongens
woorden Ge zult het niet dikwijls meer
De nieuwe Kerk. Hierbij geven wij een zicht op de nieuwe kerk van Komen waarvan
de eerste steen gelegd wierd op 3 November 1909, die plechtiglijk ingezegend werd op
Maandag 21 October 1912 en bepaald voor den dienst werd geopend den volgenden Dins
dag. De kerk die Komen te danken heeft aan Pastor Decock, Burgemeester Vander Mersch
en zaliger M. Paul Ferrant, is opgemaakt volgens de plans van bouwmeester J. Coomans
van Vper.
M. Coomans is ver en bij bekend om zijne ontwerpen en uitvoeringen zoo van nieuwe ge
bouwen als van herstellingen.Hier zijn wij niet van zin de reeks werken op te sommen en te
prijzen van den yperschen bouwmeester,enkel vestigen wij den aandacht onzer lezers opzijne
godsdienstige gebouwen kerken en kapellen. Als voorbeelden en kunststukken kunnen wij
aanstippen de kapel van het O. L.!.V. gesticht (Krankzinnigengesticht) te Brugge, de Sint
Janskerk tejKortrijk, de parochiale
Deze laatste, waarover de Komennaars met recht en reden fier zijn, is een perel te meer in
de kunstkroon van den bouwmeester. De ktrk van Komen moet niet onderdoen voor de
Kortrijksche Sint Janskerk. Zij is heel en al eene kerk der streek in eigen bouwmateriaal;
wat, ons dunkens, niet belet heeft aan M. Coomans in zijne schepping herinneringen te
gaan zoeken aan den bouwtrant van het Noorden.
De kerk is volgens kruisplan gebouwd, met een vierkantigen toren nevens den ingang. De
eenvoudigheid en ongezochtheid zoo in het algemeen plan als in de onderdeelen afzon
derlijk beschouwd, geven aan de kerk haar grootsch uitzicht een uitzicht van stevigheid
die de eeuwen zal doorstaan.
Binnen zal de aanblik nog veel gunstiger indruk maken als eens de muren niet meer zoo
naakt zullen zijn en kleurramen in de vensteropeningen zullen gestoken zijn.
Wij meenen dat de critiek over de kerk critiek zal altijd bestaan zich zal moeten op
houden bij kleinigheden. En welke critiek
Wat al leering, wat al kunstonderricht zal de nieuwe kerk, zoo een heerlijkkunstgewrocht,
voor het volk van Komen niet medebrengen. Eene kunstkerk met al het leven dat daarin
;teekt, spreekt aan het volkshert en verheft het hooger op in verstandige en geestelijke
ielsontwikkeling.
De Stokvisch slaat op. Het jongste opslag-
bericht, dat eiken dag wat nieuws aanbrengt,
geldt den stokvisch. Eene aanzienlijke stijging
ier prijzen wordt aangekondigd, daar de molu-
wevangsl weinig opbracht.
De veehandel tusschen België en Holland.
n de maand September laatst werden uit
Holland in Belgie ingevoerd 4303 koppen vee,
waarvan 502 stieren en 852 ossen gekocht wer
den door de groote vleeschhouwers van Brussel,
\nlwerpen en Gent.
De totale invoer in de 9 eerste maanden van
iet jaar bedroegen 51,330 st. hoornvee, tegen
32 450 stuks in 1911.
De invoer van Ilollandscbe paarden was ook
grooter.
Voor de bierhandelaars.De Landsbond der
handelaars in bier heeft een ver. oekschrift aan
de Kamers gestuurd, om te vragen dat langs
wettelijk en weg zou bevolen worden ter griffie
van de plaatselijke handelskemer de door hen
op fiesschen en kannen gebruikte opschriften en
en fabrieksmerken neer te leggen, welke voor
werpen hun uitsluitende eigendom zouden
olijven. Deze opschriften en merken zouden
liet meer mogen gebruikt worden zonder hun-
ae loestemming.
Rechtsvervolging zou mogen ingespannen
worden tegen mededingers die deze fl -sschen of
sannen gebruiken, om er hun eigen waar in ta
koop aan te bieden, de opschriften of fabrieks
merken erop doen verdwijnen en aldus oneer
lijke mededingen aandoen'.
Een fortuin in zijn haar Een inwoner van
Colorado, Vereenigde Staten van Amerika, de
neer M. Gorwack, die nederig leefde te Lead-
tille, heeft op zonderlinge wijze forluin ge
maakt, dank aan zijn haarkapper en zijn baar.
De heer Corwack deed zijn baar snijden, toen
de haarkapper zijn haar in hel helle zonlicht
uitkammend, eensklaps uitriep Maar mijn-
moeten bevelen, te meer, daar hij
een steke los was maar 's anderendaags-
morgens stond hij zoo verborsteld en mis
troostig op, dat heel zijn uiterlijk zielsdruk
verraade en, uit afleiding, schoot de bedrei
ging van gisteren-avond moeder te binnen;
wijl ze hem den morgen zegen gaf, keek ze
hem diep in de oogen en vroeg
Remi, wat beteekenen uwe woorden van
gister
Hij werd rood en verlegen, hij sloeg zijne
oogen neer en wrikkelde met de teenen;
maar achter een stond, rechtte hij den kop,
zag zijn moeder in 't aangezicht en ant
woordde
Moeder, ik ga naar 't Fransche, over
morgen.
Naar Frankrijk 1... kropte ze en greep
de tafel vast, om niet te vallen.
Ja, moeder, zegde hij nu vast. Ja, ik
ga meê met Pol D'Haene; 't is effen; klap
pen kan niet helpen.
Moeder wist bij ondervinding, dat er geen
zeggen aan hielp; hoe meer hij tegengegaan
was, hoe koppiger hij werd.
Meetje had hem, als klein kind, be'.roe-
leld en bedorven, en al zijn grillen ingevolgd,
en, als hij later-tijde spartelde en danste van
grilligheid, om zijn zin te hebban, gaf Meetje
toe, spijts vader en moeder, en zoo was
de jongen opgegroeid, uitermate open, vroolijk
en lieftallig, maar eigenzinnig en koppig.
heer, het is verbazend, gij hebt gouden loover-
tjes op uw hoofd. Inderdaad, het is eene eclfie
goudmijn.
De heer Corwack zegde niets, maar bij dacht
na en ontdekle dat zijne haren wellicht die
loovertjes opnamen tijdens de baden die hij alle
dagen nam in eene kleine bron achter zijnen
akker, te Leadville.
Hij onderzocht de zaak en stelde vast dat de
bron zeer veel goed bevatte. Corwack kocht of
huurde dadelijk den grond langs beide oevers
van de beek en heeft nu zijn goedveld, niet zijn
haar aan een maatschappij verkocht voor 2
miljoen frank.
De Bruxellesville verkocht. De Compa
gnie Maritime du Congo heeft aan de Empreza
National de Navegacoa 1, te Lissabon hoofdstad
van Portugal de welingerichte stoombootBru
xellesville verkocht.
Het is aan boord van de «Bruxellesville»
dat Z. M. de koning, torn nog kroonprins, in
Oogst 1909, uit Kongo, naar Antwerpen terug
gekeerd is.
De Bruxellesville is een prachtig vaartuig,
gebouwd in 1909 en metende 5771 ton.
Remi, vroeg moeder weenend, wat gaat
er u tegen thuis
Niets, moeder, antwoordde hij, maar ik
ben moede van voor niet te werken bij de
boeren; al ons slaven telt voor zero; wij
winnen niet genoeg om vader kloekte te
bezorgen.
Jongen, jongen 1 zuchtte ze, g'hebt u
laten opwinden door D'Haene's losbol.
Hij schudde het hoofd en stribbelde tegen,
koppig al .-
Neen, ik ben oud genoeg om te weten
wat er mij te doen staat. AL wat Fransch-
man is, spotte gisteren-avond met mij, omdat
ik hier moorsch gelijk een voermans-peerd,
voor hongerioonen, zoodat er zelfs niets
overschiet om 's Zóndags met de vrienden
uit te zetten. Pol D'Haene geeft alle jaren
vijfhonderd frank aan zijn ouders, en hij
heeft nog genoeg over om leute te maken.
Zoo dat ge geen geld noch leute ge
noeg hebt, bij ons, kind
Hij kleurde, want ja, hij had uit 's herten
grond gesproken en zijn eigen verraden. Pol
D'Haene en zijn maten hadden, benevens de
groote winning, ook de vrijheid en de wilde
leute afgeschilderd, ginder, in 't verre, vreemde
land. Remi had dien avond, meer dan ooit,
dien luchtkring van lijden, verdriet en een
tonigheid, die thuis heerschte, op zijn jong,
zot, leutig herte voelen wegen, en hij hunkerde
naar de wijde, vrije, opene wereld.
"(Wordt voortgezet^