Bijvoegsel
aan
!l 11' ii hm, li I ii ii ii a n
maatscnanDBiijKG BBiangea
YPER HBROPISSEjnEHT
Minister Paul SEGERS
Raadselprijskamp
Utatbolicb üolbsgejind
Zaterdag
23 November 1912
u Rerum Novarum
OPROEP AAN DE VLAMINGEN
YPER
Boekennieuws
RAADSEL 6
POLITIERECHTBANK
MENGELWERK
N° 3
I
'T PUIDENESTJE
St. Ceciliafeest in St. Maartens-
eongregati?. Zondag avond heeft de
bloeiende St. Maartenscongregatie hare tal
rijke leden op een aangenaam en lustig fees
tje vergast De puike muziekkring, onder
de leden zelf gesticht, en bestuurd door den
knappen Léon Durnez, heeft, ter gelegen
heid van haar patroonfeest, een voortreffe
lijk avondpartijtje, waar speEen zang zich
afwisselden, op touw gezet. Overbodig is
het te zeggen dat die levenslustige jongelin
gen ten volle erin geslaagd zijn iets voort te
brengen dat allen heeft voldaan en zij dan
ook onder hunne gezellen welverdienden lof
hebben ingeoogst.
ueaDonneeraen i le doos Borspastnier
IF t
11rfjrf Dolf
IJ? ft
Hebt gij we! eens aandachtig den sterren
hemel gadegeslagen Hoe talrijk dieschoone,
schitterende sterren de eene klein, de
andere grooter de eene blauwachtig, de
andere rossig glinsterend. Wat eene ver
scheidenheid Gods almacht heeft hun de
baan afgeteekend die zij te volgen hebben en
eene aantrekkings- en afstootingskracht, wij
selijk door Hem geregeld, beheerscht al die
sterren en houdt ze bij elkaar om een prach
tig geordend en duurzaam firmament te
vormen.
Moest eene ster haar kring te buiten gaan,
moest zij een andere te veel aantrekken of te
veel afstooten, geheel het uitspansel zou in
de war geraken, en ook onze aarde zou in
het gedrang komen en door botsing of al te
innige aanraking met andere hemellichamen
ofwel verbrijzeld ofwel verschroeid of ver
brand worden...
r*l
Niet alleen aan den hemel is verscheiden
heid, maar ook op aarde hier op aarde
wordt die verscheidenheid onder menschen
gevonden. Men vindt, het is daar dat wij
willen komen, groote heeren en kleine bur
gers, werkgevers en werknemers, patroons
en arbeiders. De menschen zijn dus ook on
derscheiden, maar zij mogen niet vijandig
tegenover elkander staan men moet in
vrede en niet op voet van oorlog leven
anders loopt de maatschappij in de war.,
evengoed als het firmament, indien de sterren
niet op hunne plaats bleven of elkaar te veel
afstieten.
Er moet dan goede verstandhouding,
samenwerking, eenstemmigheid heerschen
onder de menschen en wel vooral tusschen
deze twee klassen;: de patroons en de arbei
ders, of, zoo gij wilt, de rijken en de armen
Is het inderdaad alzoo
Helaas verre van daar. Ziet rondom u
De twee klassen, de bezittende en de werken
de leven veelal in onderlinge ontevredenheid,
mistrouwen, verbittering... en hoe dikwijls
komt u voor den werkenden stand nog af
gunst bij en nijd.
Hoe dat gekomen is, willen wij voor het
oogenblik onverlet laten ten andere, het is
daar het bijzonderste niet. Als iemand in
een putgevallen is, dan is de vraag niet Hoe
ben ik erin gerocht maar wel Hoe ge
raak ik eruit 1
Zeker is het dat die toestand moet veran
derd worden. Afkeer, mistrouwen, verbitte
ring, dat is niet de gezonde toestand der
maatschappij, de toestand zooals hij door God
gewild wordt.
Welnu, de vraag hoe men dien toestand
kan en moet verbeteren, wordt de sociale
kwestie genoemd, of het maatschappelijk
vraagstuk.
Het schoonste werk over de sociale toe
standen, in de I9e eeuw verschenen, is, wie
zalhetbetwijfelen.de wereldbrief Rerum
Novarum van Paus Leo XIII i5 en Mei
1891
De socialisten, trouwe volgelingen van
Lassale en Marx, predikten klassenstrijd en
revolutie aan dat waren, dat zijn nog
volgens hen de eenige sociale redmid
delen. De katholieken, aangevoerddoorMgr.
von Ketteler, gaven als de eenige mogelijke
oplossing, het herstellen der christene liefde
en liefdadigheid. De gansche wereld zocht in
twijlel en bezorgdheid naar den waren weg
en het reddende licht. Dan klonk de stem
van den eerbiedweerdigen grijsaard, Paus
Leo XIII. Met helder verstand vatte hij
gansch den toestand in eene handgreep samen
en duidde de langverwachte redmiddelen
aan... Rerum Novarum was het uitgangs
punt van nieuwe wegen op sociaal gebied. In
breede en machtige trekken toont hij de oor
zaken aan van de onverdiende ellende waarin
een groot gedeelte van het volk verkeert de
redding is niet in het socialisme te vinden
zijne leering is ''daartoeI onmachtig," zij is
daarbij onrechtveerdig en predikt nutteloos
den klassenstrijd aan, kortom wat zij als red
middel voorstelt is erger dan de kwaal.
De middelen totjredding zijn elders te vin
den. Eerst en vooral in de kerk, de katho
lieke kerk. Door hare leering, hare geboden,
hare instellingen zal zij ertoe bijdragen om de
rechtveerdigheid, de naastenliefde, de broe
derlijkheid te doen herleven, en dat is een
eerste doelmatig geneesmiddel. Daarbij ko
men nog menschelijke hulpmiddelen. De
staat heeft zijne plichten te vervullen, vooral
de rechten der zwakken, der arbeiders te
beschermen en te handhaven. De belangheb
benden zelf hebben een machtig wapen, een
doeltreffend redmiddel in handen te weten de
vereeniging
Is het dan te verwonderen dat ten allen
kante nieuwe vereenigingen zijn opgerezen
Studiekringen, boerenbonden, matigheidsge
nootschappen, vakvereenigingen en zooveel
andere, 't Is een prachtig opbloeien geweest
van een nieuw leven. Veel, onzeglijk veel is
reeds gedaan geworden,maar veel blijft nogte
doen.
De. vakvereenigingen zijn aan 't opkomen.
Jammer genoeg, vele katholieken schijnen
nog niet genoeg overtuigd van het nut, ja.
van de noodzakelijkheid der christene vak
vereenigingen. Sommigen zelfs, laat het ons
maar vlakaf zeggen, zijn de vakvereenigingen
opentlijk vijandig.
Is het ten gevolge van slecht begrepen
eigenbelang
Is het bij gebrek aan genoegzaam doorzicht
Weten zij wel wat christen vakvereeni
gingen zijn, wat hun doel is en hunne wer
king
Christen vakvereenigingen zijn op recht
veerdigheid gesteund, en, leeren zij hunne
leden de rechten kennen die hun toekomen,
ze leggen ook de plichten voor oogen die zij
na te leven hebben.
Voor ons, katholieken, is het niet genoeg
met aandoening in de stem, den kreet aan te
heffen Leve Leo XIII wij moeten ons ook
onderwerpen aan zijnen wil, ons schikken
naar zijne leering. Welnu, leest zijn we
reldbrief. Hij toont u klaarblijkend dat de
vereenigingen der werklieden op het natuur
lijk recht zijn gesteund, een recht dat noch
door den Staat, noch door wien ook mag
gekrenkt worden. Hij toont dat die christen
vereenigingen op onze dagen eene noodzake
lijkheid zijn geworden ze staan tegenover
andere soortgelijke vereenigingen die den
godsdienst en de maatschappelijke orde vijan
dig zijn zij alleen kunnen en moeten aan
hunne leden de redding verzekeren.
Dat is de leering van den Paus.
Willen wij dan luisteren naar de stem van
Leo XIII,bekrachtigd door die van Pius X,w'
zullen de vakbeweging niet vijandig zijn,
neen, maarze ondersteunen uit al onze krach
ten, als de eerste der sociale werken.
Daarbij, bedenkt het wel, de vakbeweging
komt er toch, of liever, zij is er. Het is een
machtige stroom die voortrolt, en uitzinnig
heid zouden wij het heeten tegen die stroom
te willen opvaren. Te recht dan ook schreef
wijlen staatsminister Beernaart Er dient
niet meer getwist over de vraag of er vakver
eenigingen zullen zijn, maar wel of de vak
vereenigingen christen zullen zijn of socia
list.
In volgende nummers bespreken wij verschil
lige punten welke Paus Leo XIII voorhoudt in
zijn loereldbrief.
Katholieke Vlaamsche Landsbond ff
HET VLAAMSCH EN DE NIEUWE LEGERWET
Door de Regeeriug zal weldra eene nieuw
ontwerp van legerwet ingediend worden.
De Vlamingen mogen ditmaal de gelegen
heid niet laten voorbijgaan om meer recht
vaardigheid in taalop\ichtmeer zorg voor
de Redelijke belangen der soldaten te eischen
Het bestuur van den Katholieken Vlaam-
schen Landsbond wil daarover heel het
Katholieke Vlaamsche land raadplegen en
roept daarom eene algemeene vergadering
bijeen op Zondag' 8 December te 3 uur
namiddag te Antwerpen.
Alle katholieke" Vlamingen worden er op
uitgenoodigd.
Op de dagorde A) de Redelijke belangen
in het leger. B) de huidige toestand in taai
opzicht. C) Wat de Vlamingen eischen.
Het woord is vrij. Degenen die er het
woord willen voeren worden evenwel ver
zocht er op voorhand kennis van te geven op
het Katholiek Vlaamsch Secretariaat, om
aan de [bespreking een geregelden gang te
geven. De besluitselen der sprekers zullen
door het Bestuur onderzocht worden en in
voorkomend geval uitgevoerd.
Die vergadering moet den'doorslag geven
voor den eisch der Katholieke Vlamingen.
Het Katholiek Vlaamsch Secretariaat
MontigDy straat, 72, Antwerpen.
Vervolg :-
Uii was in den grond goed toen hij hem
liet overhalen gisteren-avond en plechtig be
loofde mee te gaan naar Frankrijk, was het
toch om aan de knorre te geraken, - om
vadter 1de noodige kloekte te bezorgen en gansch
het huisgezin uit den nood te helpen; maar
toch speelde 't vooruitzicht van meer vrij
heid en leute, een groote rol, m zijn ver-
raadsch besluit. Hij voelde hem te zeer ver-
nepen in dat eng kotje, bij dien zieken va
der, dat oud Meetje, die steeds-misti oostige
moeder en die serieuze zuster, die ïem ai
tijd tegenwrocht, bij de minste uitberstmg
van zijn jong, leutig herte.
Lena was bijgekomen en vroeg wat
Remi die naar 't Fransehe gaat, snikte
moeder.
Toe I pruLleman steek dat uit uw
zot-hoofd', mörde ze. j
Wij waren verheugd te zien hoe die klei
ne maar gloedvolle schaar jongelingen, on
der het bestuur van E. H. (Jallewaert, bene
vens godsvrucht en godsdienstigheid, toch
ook tijd vond om deftig en eerlijk vermaak
te verschaffen.
Onnoodig is het den lof te maken dier
welbegaafde zangers als de heeren
Louwyck Achiel, Andries Maurits en
Arthur, Dobbelaere Henri en Desagher,
overbodig is het een Emiel Demarey, een
Gustaaf Delahaye te prijzen, voor het luimi
ge van hunne tweespraken. Alleman kent
ze, doch graag maken', wij er hier gewag
va t, omdat het steeds zij zijn, tezamen nut
de muziekanten der congregatie, die altijd
gereed zijn om dat zalig oord. de Congre
gatie aantrekkelijk en liefelijk te maken.
Een woordje over de puike gelegenheids
aanspraak van den heer prefekt Antony.
Kortbondig heeft hij de beteekenis uiteen
gedaan van het le Ceciliafeest, wie de H.
Cecilia was, en waarom de muziekanten,
haar tot patronesse hebben aangenomen.
Hij vond er de gelegenheid in om te spre
ken over de Gilde der Cecilianisten die hier
vroeger te Yper bestond, onder de zangers
der kathedraal. Mochtjjdie gilde weder op
rijzen, tot grooter voordeel der Kerk en tot
machtiger verspreiding van het goede lied,
onder ons Vlaamsche Volk. Io^zijne slotrede
maant hij de congreganisten, en inzonder
heid de muziekanten aan, nooit geene on
tuchtige of lichtzinnige liederen te zingen
en het hunne bij te dragen om het deftige
lied meer en meer te doen verspreiden in
huisgezin, werkwinkel en vergaderingen.
Maar hij rechtte den kop en beet
Om u genoegen te doen, zeker En
voor al de voldoeningen, die ge mij aan
doet 't Is te veel dat ik 'n deuntje zing.
Ze sprak niet meer, maar stapte Meetjes
slaapkamer binnen en vertelde haar het
nieuws.
Och, Heere toch kermde 't vrouwtje.
Och Heere toch mijn jongentje I
Maar Remi kwam zelf Meetjes kamer in
en zette hem op een stoel nevens het bed;
Meetje nam zijn hand en keek hem zwijgend
aan, met dien openen, diepen blik, waarin
de oude menschen gansch hun ziele liggen.
Grootmoedertje, niet kijven, hé schert
ste hij. Ik moet weg of 'k ben een lafaard;
'k wil den nood hier in 't huis niet laten
komen.
Mijn jongentje kreesch Meetje, 't zal
hier zoo triestig zijn zonder u wie zal er
ons nog doen lachen
Hij moest zijn eigen geweld aandoen, om
zelf niet te weenen, want, dat oud lief din-
genlje vond altijd den rechten weg naar
zijn hert.
Hij zocht en vond woorden, die Meetje
gerust stelden; hij liet voor haren geest de
stukken-van-vijf-frank dansen, die hij van
ginder zou afzenden en deed het oud vrouw
tje waterbekken, bij het blijde vooruitzicht
zijner thuiskomst te Bamis, dan, wanneer
hij vreugde en bestaan voor gansch het huis
gezin zou meebrengen.
GHELUWE
Verongelukt. Een tram was Zaterdag mor
gend op het gehucht Risquons-Tout aan hel
versporen, nabij de hofstede van Jan Warlop
Het machien stiet eenige geladen wagons in de
richting van de helling, welke naar het gehucbl
Vagevuur leidt. De remmen konden de rijtuigen
niet stil houden, die met groote snelheid de
helling afdaalden. Op dit oogenblik kwam juist
in tegenovergestelde richting de tram van 6 ur<
17 uit Meenen. De mist belette den machinist
van dezen tram het gevaarjbij tijds te zien. Eer
hevige botsing had plaats, waarop een groote
schrik onstond tusschen de reizigers van den
werkmanstram. Eenigen dezer laatsten bekwa
men kneuzingen doch zonder erg. De machi
nist. Ernest Dutelier, wonende in de Yperstraal
te Gheluwe, werd van de Iokomotif geslingerd
doch kwam er met eene lichte wonde van af
De stoffelijke schade isjaanzienlijk twee wa
gons zijn volkomen vernield, een andere i
in deerlijken toestand, bet voorste van de loko
motif was ingeduwd, doeh na een uur is hel
machien toch kunnen in gang gezet worden.
Panhnnnpprrlpn I Herinneru dat 1 enke
Waltherfi. genoeg (is om eenen pijnlijken hoest,
zoo oud hij ook wezen mocht, te geDezen. i fr. de
doos
KOMEN
DE VERGIFTIGING VAN KOMEN VOOR DEN
BOETSTRAFFELIJKEN RECHTBANK VANj YPER
Bijzonder verhoor, drie en-dertig getuigen
Het openbaar ministerie vraagt de vrijsvraak
Be beenhouwer Loridan is vrijgesproken
Be onkosten)',van"hetjgeding"L/oallen'^op'mde bur
gerlijke partij.
Onze lezers weten nog hoe in September
1911, de vergiftiging te Komen omtrent 200
slachtoffers miek, waarvan er zeven bezweken
zijn. Die zaak kwam Dinsdag voor 't gerecht te
Yper.
Beenhouwer Henri Loridan, thans gevestigd
(e Yper, was beschuldigd, onvrijwillig en on
voorzichtig de dood veroorzaakt te hebben van
Öndertusschen was Pier opgestaan en had
liet nieuws uit moeders mond vernomen; hij
bekeef zijne vrouwe, die maar altijd voort
stonne "kreesch 7
Ze'n eten daar niemand op, zeker, in
't Fransehe pruttelde hij. De jongen heeft
gelijk 't is dat er een hert in zit en hij
doet het voor ons ja, hij heeft gelijk, 'k
zegge gelijk.
Remi was zelf verwonderd er zoo goed
koop van af te komen. Hij had gevreesd
mei vader in stokke te geraken en zie, vader
was juist de eenige, die hem goedkeurde
en aanmoedigde dat was een groote distel
uit zijn vingers.
In den grond maakte Pier er werk in,
dat zijn Remitje vertrok, maar, nood dwingt,
en, alles wel overdacht en overlegd, 't was
de eenige kanse van redding en hij bewon
derde den jongen.
Ge hebt een hert in 't lijf, bofte hij.
Ga maar uw gang, 'k weet dat ge uw steke
kunt staan en voor niemahd duimtje moet
leggen; dat zit in 't ras. Ga maar jongen,
schart ze 't hoope, we hebben het noodig,
ik ben een kostelijke kerel en 't ware best...
Zwijg vader, smeekte Remi, die de
wooiden raadde, nog in vaders mond... Zwijg!
g'hebt genoeg gewrocht en geslaafd voor ons;
ge kunt nu rusten, wij zulten voor u werken.
't Was dus vast, Remi zou meegaan, met
Pol D'Haene, naar het Fransehe.
's Anderendaags had moeder werk tot over
Pieler Dillies, Maria Verkindt, Franqois Le-
fèvre, Désiré Vandooren, Marie Leclercq,
AJolphe Berghe en Jules Delmotte van on
vrijwillig ziekte en werkonbekwaamheid ver
oorzaakt te hebben aan menigvuldige lieden,
waaronder Maria en Margareta Desmarets, Emile
Devers, Emile Vandaele, Henri Masquelin,
Hélène Derycke, Elodie Houtekie. Désiré Mas-
schelein, Raymond Poncheaux, Maria Vande-
lannoilte en Maria Duvosqueldaar hij hen
voedstoffen gediend heeft waaruit dood, of
gezondheidskrenking voortkwam.
Het tribunaal was voorgezeten door M
Biebuyck. voorzitter. M. advokaat Begerem
pleitte voor den betichte; MM. advokaten Lebbe
en Glorie vertegenwoordigden de burgerlijke
partij.
DE GETUIGEN. M. Vandaele, onderzoeks
rechter, geeft verslag over de zeven enkwesten
van het parket. Honderd vijf en zeventig
personen hebben min of meer aangetast gewei st
van vergiftiging na vleeschpastei gieten te
hebben komende van M.Loridans.
Het onderzoek der ingewanden van de afge
slorvene slachtoffers en der overblijfsels van
vleesch heeft bewezeD dat de verkochte pastei
de oorzaak was van ziekte en dood. M. Loridan
heeft niet altijd gelijk getuigt in zijne verklarin
gen hij heeft onvoorzichtig gehandeld met
pastei le verkoopen waarvan de gelatine niel
gesteven was. Doch het is bewezen dat aangetast
vleesch dezelfde uitwendige schijn kan hebben
als gezond vleesch.
M. Deraeve, policiecommissaris en M. Ta-
vernier, commandant der gendarmerie te
Komen geven ook verslag van hunne enkwesten.
De wetsdoktoor Poüpaert en geneesheer La
grange bevestigen dat het onmogelijk is bij der
oog t3 bts'atigen zekere dieren ziekten en dat de
ongestevene gelatine geen teeken is dat hel
vleesch slecht was.
De scheikundige-expert Rulot heeft, in de
ingewanden en in den overschot van vleesch,
de paralyphike B-microben gevonden die de
ziekte en de dood hebben veroorzaakt. Deze
microben kunnen gedood worden door hooge
verwarming; welnu de pastei was niet vol
doende geheet geweest, immers, van binnen
was zij niet heel en gansch genoeg. Het is
enkel het scheikundig onderzoek dat het bijzijn
van deze microben kan vaststellen, een veearts
kan bij eenvoudige inspectie niet bestatigen
indien het vleesch ervan is aangetast.
Veearts Domicent van Waasten, verklaart dat
bij beenhouwer Loridan altijd de zuiverste
netheid heerschte, en dat de pastei, hem des
Zondags morgend getoond, wel genoeg bereid
was en goed uitzicht had.
Marie Delvoye heeft zien thuis dragen te
Loridan's, eenige weken voor de vergiftiging,
een zak waarin, denkt zij, een kalf zat. Loridan
loochsnt.
Leonie Dubois is 's Zondags naai Loridan's
gegaan en heeft gevraagd hoe tij zijne pastei
had gemaakt, daar verschillige personen ziek
waren. Loridan antwoordde als naar ge
woonte.
Anna Dehollander heeft niet gezegd dat
Loridan den verkoop van den paslei staken
moest omdat er verschillige zieken waren.
Huisvrouw Paul Cauwe beweert dat zij
zekeren morgen, te Loridans een kalf heeft zien
binnendragen, en zelfs, 's Vrijdags morgen een
kalfverdij uit de ijskas zien halen. Loridan
loochent.
Jules Vermes van Hollebeke, verklaart dat
de kalveren van 't zijnent voortkomend, ge
dolven zijn geweest.
's Middags was het verhoor der getuigen
gedaan de zitting herbegon ten 2 1/2 ure
's namiddags.
Meester Glorie neemt eerst bet woord voor
de burgerlijke partij hij steunt hierop dat
Loridan verschillende verklaringen heeft afge
legd. Hij vraagt 10.000 fr. voorde Weduwe
Vandooren, 1.000 fr. voor Decaestecker en
500 fr. voor de familie Plamont-Lepinois.
HET OPENBAAR MINISTERIE vertegen
woordigd door M. Van der Heyde zegtDrie
zaken zijn te onderzoeken -. 1°) Zijn de ziekte en
de dood der slachtoffers toe te wijten aan bet
gebruiken van bedorven vleesch 2°) Is er
onvoorzichiigheid of onbehendigheid in 't spel
2°) Is er verband tusschen de onvoorzichtigheid
of onbehendigheid en de dood der slachtoffers
Na onderzoek van deze drie vragen besluit
het openbaar ministerie met eene vraag van
vrijspraak.
Meester Begerem, neemt het woord als ver
dedigervan Loridan, eene taak, zegt hij, nog
gemakkelijker gemaakt door het besluit van het
openbaarministerie. Het is niet bewezen, zegt
hij, dat Loridan aangetast vleesch heeft ge
bruikt. Wat meer is, indien, zoo de expert
zegde, een veearts tij der ooge de aangetastbeid
door microben niet' kan vaststellen, hoe had
Loridan dat kunnen gewaar worden
Wat het gebruik betreft van zekere vloei
stoffen, het scheikundig onderzoek heeft
daarover niet gevonden en het is daarbij be
slissend in zijn antwoord -. Indien de pastei de
oorzaak is van de dood, de ware oorzaak is dat
het vleesch aangetast was met paratyphike-B-
Hij is schrijft men uit Antwerpen de man op de echte plaats. Voor het Belgisch
zeewezen valt nog alles te doen, Minister Paul Segers is de man om alles klaar te maken.
Als kind van Antwerpen de groote havenstad is Minister Segers met de zaak bekend, en
wilskracht en vastberadenheid heeft hij
ook genoeg om het werk door te drijven
en tot het doel te geraken. Zulke vastbe-
radene wilskracht die geen moeite ontziet,
die alle moeilijkheden overwint heeft hij
bewezen te bezitten in menige omstandig
heden. Heel de provincie Antwerpen is
doorzaait met solidarisme en onderlingen
bijstand, dank aan Paul Segers. De poli
tieke herleving in stad diereedszulken rij
ken oogst heeft opgebracht, heeft Antwer
pen te danken aan Paul Segers, ook
vierden de Katholieken te Antwerpen, na
de zegepraal van 2 Juni 1912, niet alleen
de triomf van het gouvernement en van de
partij, maar ook de triomf van den
schranderen leidsman, Paul Segers. Het
ministerie van zeewezen, dat een reuzen-
laak heeft af te maken, met een minister
als M. Paul Segers aan 't hoofd, belooft
veel voor den economischen toestand van
België.
Als Vlamingen ook, mogen wij ons gelukwenschen M. Paul Segers fn de raad van de
kroon te zien treden. Hij is van degenen niet die, hoogverheven, zijn volk zal verlaten, zijn
programma zal verloochenen. Het ministerie van zeewezen zal vlaamsch zijn, zoo het be
taamt, want de taai van het zeewezen is vlaamsch al hebben de bureelen van ijzerwegen van
dewelke het zeewezen tot hiertoe meest afhingt, de zeescholen verfranscht. In alle vlaamsche
kwestiën, waarvan het leven en het zelfbestaan van het volk afhangt zal het vlaamsche volk
op Minister Segers mogen rekenen en steunen.
SS-
het hoofd', om heel zijn bundel op te maken
en in de splinternieuwe bezatse van kaf-zak
goed te steken; ze peisde op alles en weende
slagwater, wen ze in den overleg zijner baai-
lijven een gewijde medalie naaide, buiten
Remi's weet.
Dien dag slabbakte Remi; hij ook had
nog veel weg en weer te loopen, goen-dag
en goen-avond te wenschen aan vrienden en
kennissen en vooral aan Marietje Crepeele.
Hij trok er in den achternoen naar toe
en zette hem nevens haar, bij 't venster, 'waar
ze te speltewerken zat.
Hij had daar zoo dikwijls gezeten, in de
wintersche avondstonden en, uit trijfeling de
spellen versteken in heur plaatse en ook
soms, wen ze haar een stond verwijder
de het kussen genomen en zelf wat met
de boutjes gefutterd, tot heel het spel ver
brod' was en hij geen uitkomst meer zag;
dan was het een kijven voor de mode en
een giechelen van de andere wereld, als ze
terug kwam en heel die verkaaide bakte
moest ontwerren.
Hun verkeer was jongensspel geweest en
thoopeloopinge van gebuurs, maar, nu dat
onverwacht scheiden daagde, nu voelden ze
alle twee, hoezeer ze van malkaar hielden en,
onebwust, malkanders leven ingegroeid waren.
Toen Remi afscheid nam, deed Marie hem
uitgeleide, klappend en vertellend van dingen
die niets inhielden, om haar gejaagdheid en
aandoening te verduiken; maar als de jon-
microben, en dat kon Loridan al geen kanten
te wete komen. Meester Begerem besluit en
vraagt de vrijspraak.
Meester Lerbe, voor de burgerlijke partij,
steunt hierop dat Loridan ongelijk had nog
voort te verkoopen als men hem reeds gezegd
had dat de pastei slecht was. Hij wijst hierop
dat zekere getuigen hadden moeten opgeroepen
worden, dat had bewezen dat Laridon reeds
's Zaterdags morgen verwittigd werd. Hij beefl
den verkoop niet gestaakt, daarom is hij
plichtig, daarom moet hij gestraft worden.
Meester Begerem is aan'het wederantwoord,
om nog eens te bewijzen dat Loridan in 't goed
geloof was, hij bewijst dat Loridan, niettegen
staande veearts Decaestecker gezegd had dat het
vleesch niet slecht was en hij voort mocht
verkoopen, nochtans het verkoopen gestaakt
heeft. Een man die weet dat hij slecht gehandeld
heeft zal alzoo niet te werke gaan gelijk Loridan
te werke ging.
DE UITSPRAAK. Ten 5 u. 10 gaat het
tribunaal in de deliberatiekamer en ten 5 u. 20
kondigt de Voorzitter de volgende uitspraak af
Gezien dat niets is bewezen ten laste van
den betichte, is deze vrijgesproken van alle
vervolg en zonder onkostende onkosten vallen
ten laste der burgerlijke partij.
veto zonder licht, 2 fr. Deseheemaker Aloïse,
Elverd'nghe. 3 wagens aaneeD, 2 fr., Vandoorne
Auguste, burgerlek verantwoordelijk. Devos
Désiré, Yper, gespan vorlaten en geen licht, 2
maal 3 fr. Devos Désiré. Yper, gespan verla
ten en geen plaat, 3 maal 3 fr. BayenJ Alixe,
Yper, 2 maal gespan verlaten, geen licht, 4 maal
2 tr. Van Eecke Charles, Kortryk, geen licht
achter auto, 5 fr. Paltyn Emile, Voormezeele,
geen plaat aan wageD, 2 maal 2 fr. - Bekaert
Charles, wagen verlaten en geen licht, 2 maal 2
fr. alsook Vanhaverbeke Jules en Vinckier Paul
allen van Poelcapelle. Latruwe Emile, Poel-
capelte, wagen verlaten, 1 fr. Dubois Oscar,
Yper, geen licht, bel. frein of plaat, 3jtmaal 2ffr.
Dupont Pierre (voorw.J en Desmettre Emile,
beiden van Rjjssel, voor te snel ryden, SO fr. en
8 dagen. Fenelon Arthur, Ryssel, voor snel-
rfiden en onleesbare letters op auto, 2 maal 50 fr.
en 8 dagen. Bouve Cesar, Vlamertinghe, hond
zonder muilband, 2 fr. Bruneel Camille, Boe-
singhe, hond zonder muilband noch medaillie, 2
maal 2 fr. Ooghe Julie, Boesinghe, hond zon
dermuilband en geen medaillie, 2 maal 1 fr.
voorw. Versavel Eric, Reninghelst, hond
zonder muilband, geen medaille en geen rustge-
stel aan wagen, 3 maal 2 fr. voorw. Struyve
Louise, hond zonder muilband, 2 fr.
Decroix Helène, Zillebeke, herhaalde belee-
digingen 10 fr. voorw. Dekoor Gaston, De
poorter Gas'on, NoyezCyrille,Coudron Georges,
Bouckaert Theophile, allen van Zonnebeke en
Depoorter Remi (voorw.) van Becelaere allen 10
tr. voor braak of schenden van huisgoederen.
Geldhof August van Elverdinghe. 5 fr. voorw.
voor verlaten van vee op een anders grond. -
DeroixJulien van Becelaere, Declerck Alfons
Zonnebeke en Deseure Henri, Vlamertinghe, 5
fr. voorw. voor openbare dronkenschap.
Vanbelle Victor, Gheluvelt, 2 fr. om na uur zijn
herberg niet te sluiten. - Thallieu René, Lema-
hieu Honoré, Busscher Georges en Vandenber-
ghe Abel (voorw.) allen van Gheluvelt 2 fr..
Knockaert Jules 5 r. om na d'uur in de herberg
gebleven te zijn. Bekaert Achille, Zillebeke 2
fr omjjna uur zijn herberg niet jte sluiten.
Bostyn Charles, Gryson Pierre fvoorw.) Vanden
Bussche Henri(voorwJ Carbon Cyrille en Braem
Isidore allen van Zillebeke 2 fr. om na uur in de
herberg gebleven te zijn. Geen licht aan 'veto
Decorte Camille, Zonnebeke, 2 fr. voorw en Van
Eenoo Marie, 2 fr. Yper. Geen licht noch frein
Bryer Florent van Yper, 2 fr, voorw. Riquière
Henri van Vlamertinge, geen licht aan wagen
en twee wagens aaneen, 2 maal 2 fr. voorw
Lantsheere Arthur, Poelcapelle, geen bel aan
veto, 2 fr. voorw. Verdon.ck Henri, twee wa
gens aaneen, 2 fr. voorw. Ameel Charles,
Vlamertinghe, twee wagens aaneen en geen
plaat 2 maal 2 fr. voorw. Claerebout Emile,
twee wagens aaneen 2 fr. Defever Henri, Vla
mertinghe, met velo op trottoir gereden, 2 fr.
Alleman Jules, Vlamertinghe, gespan verlaten,
2 fr. Lacour Emile, Boesinghe, 4 wagens aan
een. 2 fr. Dumortier Amelie, burgerlijk verant
woordelijk. Decat Arthur, Elverdinghe, 5
wagens en geen plaat, 2 maal 2 fr. %Vandepit-
te Jules, Brielen, velo zonder plaat, 2 fr. voorw
D'Hellem Maurice, Dickebusch, geen licht
aan velo, 2 fr. voorw. Gllivier René, Woesten,
Binnen kort verschijnt de Almanak' van
'den West-Vlaamschen onthoudersbond.
Wij durven hem aan onze lezers en aan al
de vrienden der matigheid ten zeerste aan
bevelen; even als vorige jaren, bevat hij,
buiten de gewone aanwijzingen over dag en
maand en jaar, zeer (a;angenaam-geschreven
verhalen, die allerbest de noodzakelijkheid van
onzen strijd en het nut van de onthouders
beweging door levende voorbeelden aanhalen;
voorenaan komt een artikel over onzen
flinken minister drankbestrijder Carton de
Wiart met zijn portret. Het geheele, met al
hier, aldaar een luimigei, kruimige zet is op
fijne en kunstige wijze verlevendigd door een
aantal teekeningen. De almanak, 96 blad-
zijdten groot, met flinken letter gedrukt en
goed' ingebonden, is te verkrijgen bij het Se
cretariaat der maatschappelijke werken, Ou
denburg, 19, te Brugge, j j
tegen 0,15 fr. 'tstuk
0,12 fr. per 100
j« 0,10 fr. 1000
0,08 fr. 4000
gen heur de hand gaf en vroeg
Marietje, zult ge altemets op mij pei
zen?... lei ze heur hand in de zijne, al
snikken, en stamelde
Ja, ajle dagen, elk oogenblik, tot ge
weerkomt.
Hij monkelde van geluk en preutschheid
en troostte haar
Jongske, wees gerust, na oegst kom
ik af met pak en zak.
Uit doenigheid vroeg hij haar, schalks:
Zult ge zes maanden op mij kunnen
wachten
Zes jaar, als 't noodig is, verzekerde ze.
Hij kroonhalsde.
Ze zetten hun neer, op den hoogen talui
van den gracht, waar ze zoo dikwijls sa
men gezeten waren, in de zomersche Zon
dagen, soms met acht, tien gebuurs, en voor
aleer te scheiden, sneed ze met heur spel-
lewerkschaartje, een klein tresje van heur
haar en gaf het hem ter gedenkenis. Hij
zelf schoot in zijn zak en, niets anders
vindend, gaf hij haar zijn oud paternoster-
ke, met de aanbeveling
Hij zal u aan mij doen denken en ge
kunt hem soms rondbidden voor mij, want
we zullen ginder weinig tijd over hebben.
En zoo scheidden ze, niet meer als jon
gens vol kinderspel, wijlig van zin, maar als
volzette menschen, bewust van al het zoete
en zalige, dat lang kiemend, nu groeide en
bloeide in hunne jeugdige herten.
Wie maakt hier op de beste rijme
VUILE REDEN GELD I DE TIJD
Wen de jongen nu zijn huizekotje na
derde, overviel hem plots, met een enkelen
slag, een geweldige weemoed zijn herte
kromp ineen zijn krop woeEe toe en de
tranen sprongen uit zijn oogen.
Daar voor hem, stond het arm, doch dier
baar hutje, met zijn eenlijk groen-bemoste
klak. Van waar hij stond, scheen het enkel
'eene kap op den blooten grond, want langs
achter was dte euzie gedoken door de doorn
haag, en al zijdï, door het droge riet, 'dat den
put beboordde en tot 'boven den oorboom
van den gevel wuifde. Al den noordkant
schoten de ranke populieren, dicht tegen het
doeningje, recht ten hemelze staken hun
ranke spillen al over de kave en de daking
van het kortwoonstje, dat ze schenen te be
schermen; al de overzijde gaven ze den
arm aan de andere boomen en alzoo van
reek tot reek, zoodat ze allen gearmd en
gesnoerd, te dansen stonden, in den knij-
zenjden, (tinsenden lentewind.
Dèèr stond de jongen boomslag stil, heel
het doeningje op te vatten, zooals het er
stond en lag, in zijn klare algeheele aanschou
welijkheid en dan ook, in al zijne afzon
derlijke deelen.
In dat klein bosselke, waar de wind zoo
moorsehte te wintertijde en waar het zoo
aardig donker in was, bij zomertijde, daar
had hij In geleefd, gedretst, gekerpent en
gekasjouwd, door de mozige dijken, in de
dichte taalje en tot boven-op de hoogste
boomen. "(Wordt voortgezet