Bijvoegsel aan it i NI I» 5 !l III i) 111 lijKe Belangen TPE|&IBIIJIISSEjBE|T TRIMARD'S Een Ypersche Kunstenaar: ALBERT VAN EGROO Raadselprijskamp Ikatboliek Uolhsgtyind Zaterdag 30 November 1912 YPER DE KINDERMOORD VAN YPER RAADSEL 7 VOOR ONZE TRAMMANNEN ONZE TRAMS Sint Cecilia. De stadsharmonie heeft als naar gewoonte het Ceciliafeest ge vierd, maandag 11. met een banket opge diend te 1 1/2 u. in de blauwe zaal van het stadhuis. Meest al de gemeenteraadsleden waren op het feestmaal tegewoordig. Te Deum. Dinsdag werd in St. Maartenshoofdkerk een plechtig Te Deum gezongen ter gelegenheid van het Naamfeest van Z. M. Koning Albert. Gebruikelijke plechtigheden, gewone aanwezigheden ge' wone toeloop. Men had in Yper nog het nieuws niet vernomen van de dood van H. K. H. de Gravin van Vlaanderen. Sint Catharina. Maandag was het Sinte Catharina, kleermakers en kleermaak sters misdag. Natuurlijk dat men alsdan het MENGELWERK N° 4 I 'T PUIDENESTJE Kantwerk. De Maatschappij les Amies de la dentelle (afdeeling Brabant) heeft besloten eene som van 800 frank toe kennen, als prijs, aan dezen die de schoonste teekeniDg van kant geriaamd Binche zal voortbrengen. De voorwaar den van den wedstrijd zullen aangeplakt worden in de teekenakademie van Brussel en in de beroepscholen van het land. Verde re inlichtingen kunnen verkregen worden mits zich te wenden tot Mevrouw Kéfer, 165, Notelaarstrrat, Brussel. Medegedeeld wm ALBERT VAN EGROO Een Postbode doodelijk gekwetst Hoe begint de Geschiedenis van Belgie? I ft II j) r r 6 r Ij t fl n I f ÏJff r r In een nummer van Het Volk in den loop der verledene week verschenen, wierden eenige verbeteringen aangekondigd voor het personeel van de trams Yper-Dixmude. Mochte zulks allengerhand verbeteren 't is de wensch van die mannen die waar lijk in eenen buitengewonen vernepen toe stand zich bevinden, 't is de wensch van veel weldenkende personen uit stad en dorp, zelfs onder gemeenteraadsleden en beheerders, 't is de vurigste wensch van de voormannen en leiders van 't syndikaat, die in het werk stellen al wat zij kunnen om door vereeniging en samenwerking de mannen een menschelijk bestaan te verwerven. Zondag laatst was er vergadering voor de vereenigden, eene waarlijk welgelukte, deugd doende bijeenkomst. Tot nu toe was er nooit zooveel volk geweest. Waren de mannen vrijer? waren ze beter uitgenoodigd of voelen zij hen meer verplicht tot vereeniging en bijeenkomst Wat het ook weze, eemdingen sprong in de oogen overtuiging en vastberadenheid bij de mannen en hunneleiders;dat getuigden én gezegden én geestdriftige toejuigingen. De heer Secretaris der Westvlaamsche afdeelingen nam ei het woord om aan te wij zen wat er tot nu toe door 't syndikaat beko men was, en wat werk en opzoekingen het gekost had om te weten waar de hond gebonden lag. Eindelijk, zoo scheen het uit zijne rede, zou er bijzonderlijk telwerken vallen bij de Nationale Maatschappij om voor de uhba tingsmaatschappijen betere voorwaarden te bekomen alsook[een loonsborema voor al de bedienden. Zoo zouden de mannen kunnen bestaan, geregelde verhoogingen krijgen, en kunnen zorgen voor zieken- en pensioenkas zoo ook zou geheel hunne doening vaster en zekerder worden. Daarom, mannen, allen meêgewrocht, uwe vereeniging genegen door raad en daad, rechtveerdig in woorden en werken en alzoo zult gij eerbied en achting afdwingen bij uwe overheden en 't publiek die welhaast uwe zoo natuurlijke als billijke pogingen zullen steu nen en sterken. Ontvangsten van i Januari tot 3o Juni. 1911 1912 MEER Yper-Veurne 94.601,64 104.545,02 9.943,38 Yper-Waasten Steenwerek 60.340,22 71.240,96 10.900,74 Yper-Poperinghe-Dixmude 50.743,76 5g.023.0I 8.279,25 Poperingbe-Veurne 79.532,91 8l.43l,8l 1.898,90 Oostende-Dixmude 50.675,74 53.440,24 2.764,50 335.894.27 369.681,04 33.786,77 N. B. i°) De lijn Dixmude-Rousselaere kannog in vergelijking niet gebracht worden, daar zij in igi i nog niet uitgebaat was. 2°) De lijn Rousselaere-Bixscbote is tot nu toe nog niet uitgebaat. 3°) De lijn Yper Gheluwe maakt deel van de Maatschappij Kortrijk de ontvang sten ervan waren: 1911 2461287 I9t2 27.583.OJ,. Onze lezers bemerken in bovenstaanden tafel dat de ontvangsten stilaan en regelmatig klimmen.... een reden te meer om te hopen dat ook de bedienden hun loon zullen zien verhoogen. -: Vervolg :- Nu nog, zou hij blindelings tot in t hert van het bosselke gaan en de braamhutten opentrekken, waaruit hij, in zijn kinderjaren, de hagerutjes en de rietmusschen roofde, hij zou blindelinge de kopwilge vinden, langs het rootputje, waaruit hij alle jaren de boschuil-jongen haalde en hij zou t bul kunnen grijpen, waar hij over drie jaar van afgletste en wel 'n kwart van zijn zeiven lag. Ginder, al den zuidkant van 't huisje, lag de put, waarin de puiden kermis hielden en waar de zwarte-kobbe zoo schoon zong, al flodderen van riet tot riet, naar heur nestje, dat ver-aan in den put, boven t water hong te wiegewagen. En dhhr, boven 't dak, kijkt de kave rookte een witte rook van blaren en rijs hout kroop de pijp uit, golvend lijk een peerdemane en vloog een eindje sleep-ho- rizontaal den westen in en zottebolde yoort, werk staakt en de patronesse viertniemand kan daar iets tegen hebben als 't maar eerlijk en deftig gaat. Wel integendeel, dat zijn oude gebruiken, en in de oude tijden als- wanneer de gilden en ambachten bestonden gingen de leden stoetsgewijze naar de pa troonmisse en daarmee begon het feest, t Giüg toen veel christelijker dan nu en 't was er niet slechter om. Maar wat nu zoo dikwijls te betreuren is, 't is dat sommigen feeste vieren, op eene aardige wijze ver staan. Is dat nog menschelijk door de stra ten te loopsn, half of heel bedronken al tuiten en tieren Christen Vlaamscb Volk keert terug naar oude vlaamsche zeden en christen gebruiken en gij zult er beter mêe varen. Verleden week hebben wij reeds verteld hoe in de vaart naar Romen, op 150 meters van den Dickebuschsteenweg, a! den kant der huizen Glissoux, twee kinders Gaston en Antoinette Sigier twee kleine handjes gelijk de bandjes van eene pop, meenden zij eerst zagen uit bet water steken, en hoe andere voorbijgangers zich niet vergisten en wel zagen dat het een kinderlijkje was. M. Van den Hende, bijgevoegd politiecom missaris en agent Samyn, verwittigd waren eerst ter plaats. Men kon gemakkelijk het lijkje uit het water halen, daar het niet ver af den dijk lagen opgehouden was door het waterriet. Het lijkje werd naar het burgerlijk gasthuis gedregen waar Dr Van Robayes de schouwing deed. Het was een knechtekindje van 5 5 7 maanden oud. Het parket dat naar Kemmel was is slechts dien zelfden Donderdag te 3 1/2 ure 's namiddags ter plaats gekomen. Het enkwest werd dadelijk ingesteld geleid door M. Schramme afgeveerdigde onderzoeks rechter. Wij geven hier het portret van het lijkje zoo het genomen werd door M. Antony, photograaf, op bevel van den onderzoeksrechter. De lijkschouwing verder gedaan door de wetsdoktors Lagrange en Poupart, in tegen woordigheid van het parket, vrijdag 22 Novem ber, bewees dal het kind geen kwetsuren had en ook geen geweld had te lijden gehad, dat het wellicht niet van af den dijk in het water geworpen werd, maar voorzichtig in het water riet geplaatst werd waar het ontdekt werd. Een eerste spoor verlaten M. de onderzoeksrechter Schramme wilde op de zaak niet slapen, men moest seffens aan 't werk, seffens de misdadiger ontdekken anders was het misschien een droevige kindermoord die voor altijd in hel doodboek bleef. Talrijke onderzoeken en doorsnuisteringen werden ingesteld in stad en in heel de streek, terwijl al de parketten verwittigd werden en overal het signalement van het kiad met portret gezonden werd. Een onderbrigadier der douanen van het bureel Abeele, M. Vaneesbeeck, werd Vrijdag 22 onderhoord door M. Schramme. Alswan- neer M. Vaneesbeeck rond 7 u. het treinonder- door den wind in honderdduizend slimpen geslegen. Zijn gedachten vielen op vader en moeder, op Meetje etn ook op Lena, die, spijts haar koud en zoo wat barsch uiterlijk, toch een zorgvuldig jong en een door-goed herte was. Hij dacht vooral aan moeder, die zoo veel Van haar jongens hield, die ze zoo geerne rond haar wist en voelde, en die nu zooveel werk in hem maakte. Hij dacht ook veel aan Meetje en hij zag ze daar voor zijn geest, 'lijk ten uchtend, toen die groote tranen uit haar diep ingevallen® oogen op haar gerimpelde wangen rolden. O 't deerde hem zoo. Iladde hij zijn woord niet verpand, hij zou niet meegegaan zijn, maar nu kon hij niet verder ze zouden met hem lachen en hem voor asschevijster uitgeven. Neen, hij 'wilde hem niet geven, hij moest mee. Wanneer moeder hem 's avonds, na veel vermaningen, vroeg, of het hem niet speet, antv oordde hij vastberaden 't Deert me, moeder, u te verlaten, maar vier maanden is geene eeuwigheid en Frankrijk en is tenden de wereld niet. En ge zult u wel gedragen ginder en alle dagen een weinig bidden en 's Zondags misse hooren 1... vroeg ze. Ja, ja, moeder wees gerust. Juist zoo als hier, verzekerde hij. - Och moeder, met al uw sermoenen, zoek deed, had hij, tusschen de reizigers zonder te verklaren reisgoed, eene vrouw bemerkt met klein kind in de armen die het hoofd afgewend hield en het landschap bekeek. Hij kon toch geen juist signalement geven van de reizigster. Men dacht eerst dat het onderzoek in Fransch Noorden ging moeten ingesteld worden. Het vervolg der zaak bewees dat dit een te verlaten spoor was. Het signalement van het kind bij het portret gevoegd was het volgende Knechtekind. Oud omtrent 6 maanden, gewicht 1 kilos 480 gram men, grootte 64 centimeiers. Druine oogen, weinig blond haar. Kleeding katoenkleedje wit en blauw gestrieptrooze mutsje, geluwe schoentjes, witte kousjes, bavette wit waarop Bété. Een nieuw spoor gewichtige verklaringen Camille Deconinck, poseur aan den telefoon- dienst, was Woensdag, huiswaartkeerend naar Vper, te Desselgbem op den trein geslapt naar Kortrijk. In zijn 3 klas-compartiment zat eene heel jonge vrouw, een meisje om zien, met een kind in de armen omwonden in een zwarte scbale. Camille Deconinck kon een heel juiste beschrijving geven van die vrouw en had zeil bemerkt dat het kindje geluwe schoentjes droeg. Te Kortrijk, bij het afstappen, vroeg de jonge vrouw, in vlaamsch van ons zuid-west Vlaan deren, waar dat de trein stond om naar Yper te gaan. Camille Deconinck bemerkte ook dat het meisje geen coupon had met roode doorschreef, dus geen coupon heen en terug. 's Anderendaags alswanneer hij hoorde van de vondst van het kinderlijkje, kwam hel gedacht van de ontmoeting van den vorigen avond te binnen pn hij vertelde 't aan zijne schoonzuster Anna Phlypo. Deze, wonende bij de vaart, bachten de herberg Het Gel uw Huis had ook iets te vertelien. Zij was zij ook den Woensdag avpnd weergekeerd met denzelfden trein, en onder- wege va:i de statie tot aan haar huis, had zij een jonge vrouw ontmoet een kind dragend. Die vrouw was blijven staan terwijl Anna Phlypo voorbijtrok, men had gezegd om haar te laten vorenstekeu. De opzoekingen. De moordenares gevonden De Coninck en zijne schoonzuster hadden al wat zij bemerkt hadden aan den onderzoeks rechter kenbaar gemaakt. Deze vond dit nieuwe spoor klaarder dan het eerste, misschien wel het goede. Die jonge vrouw, gezien haar enkel-coupon, kon niet weg zijn, en gezien haar vlaamsche spraak, gezien den weg die zij genomen had moest al Voormezeelewaart te zoeken en te vinden zijn. Dus al dit gewest werd er voorzich tig en haastig gewrocht. Zaterdag reeds waren inlichtingen op 't par ket gekomen dat naar Meesen moesten uitzetten. Onderwege kreeg de veldwachter van Voorme zeele, Isidore Dechamps, bevel eene jonge dochter van die gemeente op te zoeken en naar Yper te brengen, dit bevel, eenige uren daarna, veranderde in aanhoudingsbevel. Veldwachter Dechamps liet hel niet liggen en vond allicht dat de bedoelde jonge dochter hel .dorp verlaten had sedert enkele uren om naar Kemmel te gaan bij een oom. Hij ook vertrok naar Kemmel en daar met medewerking van den plaatselijken veldwachter hield hij bet meisje aan, 't was de misdadigster: Julia Van Eeckhoutte, oud 17 jaar oud. De bekentenissen van de Moordenares Zondag namiddag, rond 3u., werd in rijtuig de ellendige kindermoordster naar Yper ge- voerd om een lang onderhoor te onderstaan bij Jen onderzoeksrechter Schramme. Het duurde niet lang eer zij volle bekentenis deed. Op 8 jarigen ouderdom verloos Julia Van Eeckhoutte hare moeder en werd in hel gesticht van Voormezeele geplaatst. Haar vader is een eerlijke landbouwwerkman die nog drie ander kinders heeft tegenwoordiglijk ook in het gesticht te Voormezeele. Op 14 jarigen ouderdom werd Julia Van Eeckhoulte in dienst gesteld te Rijsel. Van daar trok zij naar Brussel. 'I Is te Brussel ook dat zij moeder werd van dit arm en schuldeloos kind in het gesticht der Moederschap. Woensdag 20 November kwam zij huiswaarts en werd ontmoet door De Coninck en Anna Phlypo. Zij had net booze voornemen gemaakt, vooraleer in het vaderlijk huis te gaan, haar te ontmaken van het kind met het in de vaart te werpen. Het is hetgeen zij ook deed. Na die volledige bekentenis werd zij naar het gevang overgevoerd. Droevige bedenking Ouders ziet eens wel toe vooraleer gij uwe dochters heen zendt in den vreemde. Gij zijl soms er op uit op hoogere loon en gij weet soms niet welk slavenwerk moet afgeleverd woiden 0111 dien loon te winnen. Maar hoe dikwijls, veel erger, in die groote en onbekende steden vinden uwe dochters ook de gelegenheid van hunnen ondergang naar ziel en naar lichaam. Misschien trekken zij er naartoe, die jonge meisjes, onbekend met het kwaad, of onschul dig nog. Ah de gevaren zijn zoo verschrikke- grolde vader... Ge weet wet hoe hij opgebracht is de menschen blijven zooals ze zijn. Moeder verzuchtte diep. 't Was tijd van te rusten en, even als alle avonden, na den zegen van vader en moeder ontvangen te hebben, vroeg Remi dien ook aan Meetje. Ze duwde zoo hard van avond, met haar stijve vingers, op zijn effen, melk-wit voor hoofd en ze neuzelde": Jongentje, niet weggan morgen-uch- tend zonder bij mij te komen. Ze trokken vroeg ter ruste, want morgen moest Remi weg, met den eersten trein. En als moeder, 11a een slapeloozen nacht, (de koffie gemaakt en Remi geroepen had, be merkte ze wel dat de jongen ook weinig geslapen had en zijn oogen opgezwollen wa ren, doch ze gebaarde van niets en verkropte haar eigen leed. Volgens belofte bezocht hij Meetje te bedde. Ze greep zijn hand en nokte Remitje, wacht niet te lang van weer te keeren, ik zou er zot van worden I Hij troostte haar, over-wel en over-kwalijk, zottebolde voor den vorm, al kriepen en kroppen en verliet haar, met bloedend hert; nu slechts gevoelde hij, hoe zeer hij zijn huis en huisgenooten beminde. 't Uur van vertrekken was er vader en moeder gaven hun zegen en de jongen vertrok, Het Ceciliafeest van de Koorzangmaatschappij Orphéon dat morgen Zondag 1 December gevierd wordt het Concert van den Cercle Symphonique dat Zondag aanstaande 8 December in stad's feestzaal gegeven wordt, zijn twee gelegenheden waarvan wij willen ge bruik maken om, in Het Ypersche Volk katholiek volksgezind Nieuwsblad van Yper, een woord te schrijven over den bestuurder beider kringen M. ALBERT VAN EGROO. Wie is hij Wat is hij 1 Ja, hij is de bestuurder van die beide maatschappijen, hij is de ziel, het leven ervan ja, hij is ook leeraar van muziek, hij is een meester in het vormen zijner leeringen ja, dat is hij... en verder Verder is hij op/zichzelf, in zichzelf een kunstenaarKunstenaar in den echten, den vollen zin des woords, kunstenaar in geest en hert, in verstand en gevoelen, in lijf en ziel... kunstenaar heel eenvoudig, zonder beslag een van de schaarsche soort, zoo men er soms mist of te kort heeft in grootere steden een dien wij, te Yper, bezitten,... misschien zonder genoegzame waardeering en achting. Albert Van Egroo is geboren Yperling (7 Juni 1879). Hij studeerde te Yper, had muzikaal talent dat zat 't Is daarmee niet uit, we gaan verder Nu begon het stille, het vruchtbars kunstenaars leven van den held van 18 jaar ja dan begon het,.., bet begint nog altijd of beter het gaat altijd voort, in 't spelen, in 't volmaken, in 't componeeren en 't voorbrengen van kunstwerken die de goedkeuring weg dragen, de bewondering verwekken en den componist zelf de deugddoenste eer en de meeste voldoening verschaffen. Onze lezers mogen wel die werken kennen, de Yperlingen vooral, om om beter te leeren achten eerst hetgeen uit eigen eigen stadsgenooten komt. van langs en prijzen stad en van in 't bloed studeerde voort en ontwikkel de zijn begaafdheden aan Vtadsmuziek- school,later aan 't Brusselsch Conserva torium. Een korte kunst-levensbeschrij ving! En daarna? en de uitslag Hoort. Ten eerstg. Vrijdag 7 Juni 1896 (ziet hij was dag op dag 17 jaar oud) werd Albert Van Egroo ter statie afgehaald, ten stadhuize geleid, gefeliciteerd en gelukgewenscht. Hij had immers den 2en prijs behaald in den hoogsten cours te Brussel. Op de ontvangst waren de StadsharmonieMijnheer Van Egroo, vader, was er bestuurder van en 't was M. Fraeijs die sprak in de naam van de harmonie de Orphéon en 't was M. Jules Antonv die sprak de Mandolinisten en 'twas M. Charles Dehouck die sprak de K. Fanfare en 't was M. Callewaert-DeMeulenaeredie sprak en't was schepen Berghman die sprak namens het stadsbestuur. Ten tweede. Vrijdag 4 Juni 1897 werd voor de tweede maal de jonge kunstenaar Albert Van Egroo, op gelijke wijze afgehaald en ingehaald hij had de eerste prijs met onderscheiding bekomen in denhoogsten coursvanSol- fège aan 't Conservatorium van Brussel., en nog eens waren de maatschappijen daar... en 'twas M. de Burgemeester die sprak, namens het stadsbestuur, om den jongen laureaat proficiat te wen- schen en een heildronk voor te stellen op zijn verderen bijval. Het stukje Bébé Mignon heeft de componist opgedragen aan Hare Majesteit Koningin Elisabeth die, naar we vernamen, ook een brief van rechtzinnigen dank en hertelijke gelukwenschen terugzond. Voor die weten welke begaafde muziekante onze Vorstin is, is zulk ant woord wel de meeste goedkeuring en hoogschatting. III. Sérénade, trio voor piano, viool en violoncelle. IV. Drie werken voor harmonie 1) Modern marche 2) Gloriaprocessie-marche (op het motif der IV Mis, duplex 1); 3Dies irae dood-marche. Deze laatste hoorden wij in al hare hertroerendheid, over enkele maanden, bij de begraving van der. Heer Vader van den componist, 't Was ook te dezer droevige gelegenheid dat de beproefde zoon en kunstenaar dit aangrijpende rouwlied opstelde en erin al de klachten wist uit te drukken van zijne kinderlijke droefheid. Christen kunstenaar, had hij zoo juist al het machtige van den rouwklacht begrepen in den kerkzang Dzes irae en op dit rouwlied, als thema,een stap-marche voor harmonie weten te maken met een ongehoord mees terschap van begeleiding en compositie. V 1) Feuille l'Album, 2) Introduction Scherzo voor Orchest. 1 BesluitReeds veel werk. Ja maar nog zal onze jeugdige en vindingrijke kunstenaar zich daarbij niet houden klein werk zal hij ongetwijfeld voort maken: van die kleine stukjes die enkel door kenners en keurders naar weerdekunnen geschat worden al doen ze ookdeugd aan de menigte maar tot grooter werk, tot groot werk is hij bestand en de kunstliefhebbers en vrienden zullen hopen op hunnen Yper- schen kunstenaar. Veelzijdig werk. Eenigszins, toch niet overloopend, want in alles blijft het uitgewrochte den stempel dragen van den geest, van he hert, van de ziel die het afmiek. Intusschen... terwijl hij componeert,.., terwijl Ljj leeraart,... is Albert Van Egroo bezig met zijn vriendenen vrienden telt hi,geloof het vrij in Orphéon in Cercle Symphonique waar hij dirigeert waar hij speelt. Zijn spelzijn vioolspel hoe keurig en kunstig, hos hertroerend en zielverheffend, hoe doorfijn en volmaakt is het niet!... neen, dat kan geen beschrijving wijs maken aan die het nooit hoorden... dat hooren is genieten et toch onvoldaan vragen om nog,., nog en nog een teugske van dat genot in 't smaken van die kunsten dat spel! Zijn bestuur!., wel daar staan Albert Van Egroo's kringen die hij hoog opleidt, altijd hooger en hooger. 't Zijn daar vrienden onder mal kander die klimmen tot kunstvolmaaktheid, naarmate zij hun bestuurder beter volgen. Wij wenschen dat er veel volk ging luisteren en naar den Orphéon en naar den Cercle Symphonique om te genieten, om te smaken, om overtuigd te zijn. Wij wenschen aan den held, voorspoed en geluk, wij wenschen het hem rechtzinniglijk, mochte hij nog schooner lauweren plukken op zijne nog breed openstaande kunstbaan en erin voldoening en bevrediging vinden. -4. Z. Indien wij moesten cotnpositiën vergeten hebben, de liefhebbers wezen zoo goed deze te laten kennen aan de redactie. I 1) Feuille d'Album, 2) Tour- ment twee compositiën voor piano die verleden jaar den eersten prijs wonnen in den wederlandschen wedstrijd te Parijs. II 1) Epithalame, 2) Laisseve- nir a moi tous les petits enfants (twee stukjes van Desgènets) 3) Message (woorden van L. Nuytten); 4) Bébé Mignon5) Jeune Maman (beiden woorden van M. Maes)... vijf werkjes dus voor zang en piano,... en uitste kende wonderwerkjes, echte pereltjes, kunstjuweeltjes waarin het talent van de componist zich keurig en fijn ont vouwt. lijk groot en talrijk zoo niet binnen toch buiten den dienst, en men moet zoo sterk staan om te weerstaan. Ziet toe christene, vlaamsche ouders, ziet toe waar gij uwe kinders zendt en hoe dichter onder uwe oogen, hoe beter. Getuigenverhoor Maandag is Julia Van Eeckhoutte, te 9 1/2 u., van 't prison naar het tribunaal gevoerd ge weest om in de tegenwoordigheid gesteld te worden van de opgeroepen getuigen. Zij heeft beurtelings herkend geweest door twee treinwachters, de twee telefoonwerkers t. w. Camille Deconinck en zijn werkgezel Henri Bergen van Kortrijk die in het zelfde compartiment had plaats genomen van Dessel ghem naar Kortrijk. Dan verscheen huisvrouw Van Mollem van Laeken bij wie de plichtige haar kind in voeding besteld had. Julia Van Eeckhoutte was de week te voren uit haar dienst gezet geweest te Brussel en zij had gezegd dat zij haar kind wêer zou nemen gezien zij moeilijk met een maandgeld van zonder nog een woord te spreken, met de bezatste op den eenen schouder en de pikke met strooi bewonden op den anderen. Hij stapte 'lijk een peerd, zonder ommezien, zwaaiend met den pikhaak, op welks scherp uiteinde een kork vastgesteken zat, en hij ging, maar altijd gaan, at weenen, zonder zijn oogen te durven afvagen, om zijn lijden niet te verraden. En daar stonden ze aan 't poortje van t Puidenest en ze zagen hem gaan, alleen, menseh-alleen, door den duisteren, tot aan den draai van de straat, bij de woonste van Crepeele's, en dan was het uit en gedaan. Remi was weg naar 't Fransche. Ze trakelden in huis en weenden lang en veel. Alle avonden baden ze nu een kruisge bed voor den uitwijkeling en ze spraken den dag door van hem. Nog geen veertien dagen was hij weg, ze ontvingen al een briefje.'t Was kort en goed Lieve Ouders, Meetje, en Zuster, Ik laat u weten den staat van mijne ge zondheid en verhoop van u hetzelfde. Ge zoudt uwe oogen open zetten 'lijk bol- lanteerens, moest ge hier zijn. Wel, wel, daar zal kappen aan zijn, aan die dertig hectaren beeten, al één brokke daar zal savelen aan zijn, aan die veertig hectaren tarwe doch geld schept moed. 25 fr. voor haar kind 20 fr. te maande kon betalen. Zij zou baar kind, zegde zii, bij eene moei, Sophia Tancré, te Voormezeele, of bij hare meter te Kemmel bestellen. Vrouw Van Mollem had natuurlijk niet het minste achter denken, 't is maar als zij in de gazet de kinder moord te Yper las dat zij begon te twijfelen en dat zij haar twijfel kenbaar miek aan de politie van Laeken. Het parket is weer ter plaats langs de vaart geweest en M. de architect Leernould heeft gelast geweest van het grondplan der plaats van den euveldaad op te maken. Jules Desserranno, oud 26 jaar, postbode te Gits kwam terug van de kermis van St. Joseph (de Geite) Hooglede. Halfwege op eene zeer ee nige plaats werd hij in den duisteren door een onbekenden aangevallen en verschillige dolk steken toegebracht. Desserranno viel bloedend neer in bezwijmiDg. Voorbijgangers vonden hem laat in den nacht en droegen bem in de herberg De Hert D* Demeulenaere van Hooglede deed den gekwetste seffens berechten. We smijten nu vette, Pol en ik, geheele (dagen en verdienen hard de munte, maar dat is nog niets, bij hetgeen we zulleni verdiénen in den beeten-braak. Wacht maar ze zul len komen afgedokkerd. •Zorgt ge wel voor mijn vinke Is de grauwe keune-moere al gejongd Schuifelt de meerlaar al in 't bosselke Lena, niet vergeten een kanarie-jong te be spreken aan Fons. Ge weet wel zeker aan welken Fons Vader, Moeder en Meetje, uwe benedictie, als 't u belieft. Ik zie u ali »n toch zoo geerne ik lees alle dagen een klein beetje, 's morgens en 's avonds, en 'k hoor alle Zondgaen misse in de kerk van Gonesse, voor ons allen, opdat vader zou mogen genezen, opdat Meetje, mijn sporrewaan van 'n Meetje, nog duizend jaar kloek en gezond zou mogen blijven, opdat Liena niet meer zou strijden als ik haar met Fons pLaag; nu, ik peis op alles en allen. Dag, vader en Moeder, dag, Meetje en Lena. Ik verwacht een briefje weder. Uw Remi. O. 't was kermis in 't huisje moeder en Meetje loechen en weenden overhands of door malkaar; vader was 'lijk genezen en Lena spoeterde naar Crepeele's om 't nieuws te vertellen, maar Marietje's oogjes pinkelden van doendigheid en, wijl Lena aan t .ver- De gedarmerie van Rous, elaere aanstonds ver wittigd kwam ter plaatse en de wachtmeester Vanheyst opende een enkwest, Men vermoede zekeren Tempaire, oud 20 jaar, boerenknecht te Hooglede. Men vond hem, hij loochende stellig maar zoodanig werd hij ondervraagd dat hij ein digde alles te bekennen hy was de misdadiger. En de reden van zulke schrikkelijke misdaad? Jaloerscbheid hij was jaioersrh dat Desserran no, een blijde jongen, naar Hoogledegekomen was om zich tevermaken.endathij in den feestavond zoo groote bijval behaald haald Daarom wilde Tempaire zich wreken. Gaal dat niet alle ge dacht te boven waar gaan wij naartoe met die wilde jeugd en al hare messen en dolken. Hooglede ligt in het rechterlijk arrondissement Yper, ook is het parket van Yper ter plaats geweest en Tempaire vastgehouden en in het gevang te Yper opgesloten. tellen was, draaide ze, met een verraadscha rappigheid, een brief voor heur oogen, waar Remi's handteeken op stond en futselde hem weer in den zak 't verging al in leute. Geregeld alle drie \vekeïr ontvingen ze nieuws van hunnen uitwijkeling, en rond Sinte- Pietersdag zond hij tweehonderd frank af. 't Was het eerste geld. O dat gezegend geld, hoe kwam het er te pas I Ja, verzekerde vader ons Remitje zal de armoede den kop inslaan. Maar van dan af vertraagde Remi's schrij- yen zijn brieven verkortten, en hij was zoo begeerig niet meer om nieuws te ontvangen. Na Oegst zond hij nog honder frank, met de belofte, op den winterkant, met geheel het murwenest af te zakken. Ondertusschen liep de campagne ten ein de de uitwijkehngen kwamen af bij heele bressen, en Braem stond alle avonden buiten, tot een gat in den nacht, op den waak naar Remi. Maar Remi kwam niet en liet niet van hem hooren. De onrust en de angst overvielen het Puide nest. Ze schreven en herschreven naar Mon sieur Durenne, A Gonesse, pour Remi Braem doch geen antwoord. "Wordt voortgezet,

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 5