Bijvoegsel
aan
it i NI I» 5 !l III i) 111
lijKe Belangen
TPE|&IBIIJIISSEjBE|T
TRIMARD'S
Een Ypersche Kunstenaar: ALBERT VAN EGROO
Raadselprijskamp
Ikatboliek Uolhsgtyind
Zaterdag
30 November 1912
YPER
DE KINDERMOORD VAN YPER
RAADSEL 7
VOOR ONZE TRAMMANNEN
ONZE
TRAMS
Sint Cecilia. De stadsharmonie
heeft als naar gewoonte het Ceciliafeest ge
vierd, maandag 11. met een banket opge
diend te 1 1/2 u. in de blauwe zaal van het
stadhuis. Meest al de gemeenteraadsleden
waren op het feestmaal tegewoordig.
Te Deum. Dinsdag werd in St.
Maartenshoofdkerk een plechtig Te Deum
gezongen ter gelegenheid van het Naamfeest
van Z. M. Koning Albert. Gebruikelijke
plechtigheden, gewone aanwezigheden ge'
wone toeloop. Men had in Yper nog het
nieuws niet vernomen van de dood van H.
K. H. de Gravin van Vlaanderen.
Sint Catharina. Maandag was het
Sinte Catharina, kleermakers en kleermaak
sters misdag. Natuurlijk dat men alsdan het
MENGELWERK
N° 4
I
'T PUIDENESTJE
Kantwerk. De Maatschappij les
Amies de la dentelle (afdeeling Brabant)
heeft besloten eene som van 800 frank toe
kennen, als prijs, aan dezen die de
schoonste teekeniDg van kant geriaamd
Binche zal voortbrengen. De voorwaar
den van den wedstrijd zullen aangeplakt
worden in de teekenakademie van Brussel
en in de beroepscholen van het land. Verde
re inlichtingen kunnen verkregen worden
mits zich te wenden tot Mevrouw Kéfer,
165, Notelaarstrrat, Brussel. Medegedeeld
wm
ALBERT VAN EGROO
Een Postbode doodelijk gekwetst
Hoe begint de Geschiedenis van Belgie?
I ft
II j) r r 6 r Ij t fl n I f
ÏJff r
r In een nummer van Het Volk in den
loop der verledene week verschenen, wierden
eenige verbeteringen aangekondigd voor het
personeel van de trams Yper-Dixmude.
Mochte zulks allengerhand verbeteren
't is de wensch van die mannen die waar
lijk in eenen buitengewonen vernepen toe
stand zich bevinden, 't is de wensch van veel
weldenkende personen uit stad en dorp, zelfs
onder gemeenteraadsleden en beheerders,
't is de vurigste wensch van de voormannen
en leiders van 't syndikaat, die in het werk
stellen al wat zij kunnen om door vereeniging
en samenwerking de mannen een menschelijk
bestaan te verwerven.
Zondag laatst was er vergadering voor de
vereenigden, eene waarlijk welgelukte, deugd
doende bijeenkomst. Tot nu toe was er nooit
zooveel volk geweest. Waren de mannen
vrijer? waren ze beter uitgenoodigd of
voelen zij hen meer verplicht tot vereeniging
en bijeenkomst
Wat het ook weze, eemdingen sprong in
de oogen overtuiging en vastberadenheid
bij de mannen en hunneleiders;dat getuigden
én gezegden én geestdriftige toejuigingen.
De heer Secretaris der Westvlaamsche
afdeelingen nam ei het woord om aan te wij
zen wat er tot nu toe door 't syndikaat beko
men was, en wat werk en opzoekingen het
gekost had om te weten waar de hond
gebonden lag.
Eindelijk, zoo scheen het uit zijne rede,
zou er bijzonderlijk telwerken vallen bij de
Nationale Maatschappij om voor de uhba
tingsmaatschappijen betere voorwaarden te
bekomen alsook[een loonsborema voor al de
bedienden.
Zoo zouden de mannen kunnen bestaan,
geregelde verhoogingen krijgen, en kunnen
zorgen voor zieken- en pensioenkas zoo
ook zou geheel hunne doening vaster en
zekerder worden.
Daarom, mannen, allen meêgewrocht,
uwe vereeniging genegen door raad en daad,
rechtveerdig in woorden en werken en alzoo
zult gij eerbied en achting afdwingen bij uwe
overheden en 't publiek die welhaast uwe zoo
natuurlijke als billijke pogingen zullen steu
nen en sterken.
Ontvangsten van i
Januari tot 3o Juni.
1911
1912
MEER
Yper-Veurne
94.601,64
104.545,02
9.943,38
Yper-Waasten Steenwerek
60.340,22
71.240,96
10.900,74
Yper-Poperinghe-Dixmude
50.743,76
5g.023.0I
8.279,25
Poperingbe-Veurne
79.532,91
8l.43l,8l
1.898,90
Oostende-Dixmude
50.675,74
53.440,24
2.764,50
335.894.27
369.681,04
33.786,77
N. B. i°) De lijn Dixmude-Rousselaere
kannog in vergelijking niet gebracht worden,
daar zij in igi i nog niet uitgebaat was.
2°) De lijn Rousselaere-Bixscbote is tot
nu toe nog niet uitgebaat.
3°) De lijn Yper Gheluwe maakt deel van
de Maatschappij Kortrijk de ontvang
sten ervan waren: 1911 2461287
I9t2 27.583.OJ,.
Onze lezers bemerken in bovenstaanden
tafel dat de ontvangsten stilaan en regelmatig
klimmen.... een reden te meer om te hopen
dat ook de bedienden hun loon zullen zien
verhoogen.
-: Vervolg :-
Nu nog, zou hij blindelings tot in t hert
van het bosselke gaan en de braamhutten
opentrekken, waaruit hij, in zijn kinderjaren,
de hagerutjes en de rietmusschen roofde, hij
zou blindelinge de kopwilge vinden, langs
het rootputje, waaruit hij alle jaren de
boschuil-jongen haalde en hij zou t bul
kunnen grijpen, waar hij over drie jaar van
afgletste en wel 'n kwart van zijn zeiven lag.
Ginder, al den zuidkant van 't huisje, lag
de put, waarin de puiden kermis hielden en
waar de zwarte-kobbe zoo schoon zong, al
flodderen van riet tot riet, naar heur nestje,
dat ver-aan in den put, boven t water hong
te wiegewagen.
En dhhr, boven 't dak, kijkt de kave
rookte een witte rook van blaren en rijs
hout kroop de pijp uit, golvend lijk een
peerdemane en vloog een eindje sleep-ho-
rizontaal den westen in en zottebolde yoort,
werk staakt en de patronesse viertniemand
kan daar iets tegen hebben als 't maar eerlijk
en deftig gaat. Wel integendeel, dat zijn
oude gebruiken, en in de oude tijden als-
wanneer de gilden en ambachten bestonden
gingen de leden stoetsgewijze naar de pa
troonmisse en daarmee begon het feest,
t Giüg toen veel christelijker dan nu en
't was er niet slechter om. Maar wat nu zoo
dikwijls te betreuren is, 't is dat sommigen
feeste vieren, op eene aardige wijze ver
staan. Is dat nog menschelijk door de stra
ten te loopsn, half of heel bedronken al
tuiten en tieren Christen Vlaamscb
Volk keert terug naar oude vlaamsche zeden
en christen gebruiken en gij zult er beter
mêe varen.
Verleden week hebben wij reeds verteld hoe
in de vaart naar Romen, op 150 meters van den
Dickebuschsteenweg, a! den kant der huizen
Glissoux, twee kinders Gaston en Antoinette
Sigier twee kleine handjes gelijk de bandjes
van eene pop, meenden zij eerst zagen uit
bet water steken, en hoe andere voorbijgangers
zich niet vergisten en wel zagen dat het een
kinderlijkje was.
M. Van den Hende, bijgevoegd politiecom
missaris en agent Samyn, verwittigd waren
eerst ter plaats. Men kon gemakkelijk het lijkje
uit het water halen, daar het niet ver af den
dijk lagen opgehouden was door het waterriet.
Het lijkje werd naar het burgerlijk gasthuis
gedregen waar Dr Van Robayes de schouwing
deed. Het was een knechtekindje van 5 5 7
maanden oud. Het parket dat naar Kemmel was
is slechts dien zelfden Donderdag te 3 1/2 ure
's namiddags ter plaats gekomen.
Het enkwest werd dadelijk ingesteld geleid
door M. Schramme afgeveerdigde onderzoeks
rechter.
Wij geven hier het portret van het lijkje zoo
het genomen werd door M. Antony, photograaf,
op bevel van den onderzoeksrechter.
De lijkschouwing verder gedaan door de
wetsdoktors Lagrange en Poupart, in tegen
woordigheid van het parket, vrijdag 22 Novem
ber, bewees dal het kind geen kwetsuren had
en ook geen geweld had te lijden gehad, dat
het wellicht niet van af den dijk in het water
geworpen werd, maar voorzichtig in het water
riet geplaatst werd waar het ontdekt werd.
Een eerste spoor verlaten
M. de onderzoeksrechter Schramme wilde op
de zaak niet slapen, men moest seffens aan
't werk, seffens de misdadiger ontdekken anders
was het misschien een droevige kindermoord
die voor altijd in hel doodboek bleef.
Talrijke onderzoeken en doorsnuisteringen
werden ingesteld in stad en in heel de streek,
terwijl al de parketten verwittigd werden en
overal het signalement van het kiad met portret
gezonden werd.
Een onderbrigadier der douanen van het
bureel Abeele, M. Vaneesbeeck, werd Vrijdag
22 onderhoord door M. Schramme. Alswan-
neer M. Vaneesbeeck rond 7 u. het treinonder-
door den wind in honderdduizend slimpen
geslegen.
Zijn gedachten vielen op vader en moeder,
op Meetje etn ook op Lena, die, spijts haar
koud en zoo wat barsch uiterlijk, toch een
zorgvuldig jong en een door-goed herte was.
Hij dacht vooral aan moeder, die zoo
veel Van haar jongens hield, die ze zoo
geerne rond haar wist en voelde, en die nu
zooveel werk in hem maakte.
Hij dacht ook veel aan Meetje en hij zag
ze daar voor zijn geest, 'lijk ten uchtend, toen
die groote tranen uit haar diep ingevallen®
oogen op haar gerimpelde wangen rolden.
O 't deerde hem zoo.
Iladde hij zijn woord niet verpand, hij zou
niet meegegaan zijn, maar nu kon hij niet
verder ze zouden met hem lachen en hem
voor asschevijster uitgeven. Neen, hij 'wilde
hem niet geven, hij moest mee.
Wanneer moeder hem 's avonds, na veel
vermaningen, vroeg, of het hem niet speet,
antv oordde hij vastberaden
't Deert me, moeder, u te verlaten,
maar vier maanden is geene eeuwigheid en
Frankrijk en is tenden de wereld niet.
En ge zult u wel gedragen ginder en
alle dagen een weinig bidden en 's Zondags
misse hooren 1... vroeg ze.
Ja, ja, moeder wees gerust. Juist zoo
als hier, verzekerde hij.
- Och moeder, met al uw sermoenen,
zoek deed, had hij, tusschen de reizigers zonder
te verklaren reisgoed, eene vrouw bemerkt met
klein kind in de armen die het hoofd afgewend
hield en het landschap bekeek. Hij kon toch
geen juist signalement geven van de reizigster.
Men dacht eerst dat het onderzoek in Fransch
Noorden ging moeten ingesteld worden. Het
vervolg der zaak bewees dat dit een te verlaten
spoor was.
Het signalement van het kind bij het portret
gevoegd was het volgende Knechtekind. Oud
omtrent 6 maanden, gewicht 1 kilos 480 gram
men, grootte 64 centimeiers. Druine oogen,
weinig blond haar. Kleeding katoenkleedje
wit en blauw gestrieptrooze mutsje, geluwe
schoentjes, witte kousjes, bavette wit waarop
Bété.
Een nieuw spoor gewichtige verklaringen
Camille Deconinck, poseur aan den telefoon-
dienst, was Woensdag, huiswaartkeerend naar
Vper, te Desselgbem op den trein geslapt naar
Kortrijk. In zijn 3 klas-compartiment zat eene
heel jonge vrouw, een meisje om zien, met een
kind in de armen omwonden in een zwarte
scbale. Camille Deconinck kon een heel juiste
beschrijving geven van die vrouw en had zeil
bemerkt dat het kindje geluwe schoentjes
droeg.
Te Kortrijk, bij het afstappen, vroeg de jonge
vrouw, in vlaamsch van ons zuid-west Vlaan
deren, waar dat de trein stond om naar Yper
te gaan. Camille Deconinck bemerkte ook
dat het meisje geen coupon had met roode
doorschreef, dus geen coupon heen en terug.
's Anderendaags alswanneer hij hoorde van
de vondst van het kinderlijkje, kwam hel
gedacht van de ontmoeting van den vorigen
avond te binnen pn hij vertelde 't aan zijne
schoonzuster Anna Phlypo.
Deze, wonende bij de vaart, bachten de
herberg Het Gel uw Huis had ook iets te
vertelien. Zij was zij ook den Woensdag avpnd
weergekeerd met denzelfden trein, en onder-
wege va:i de statie tot aan haar huis, had zij een
jonge vrouw ontmoet een kind dragend. Die
vrouw was blijven staan terwijl Anna Phlypo
voorbijtrok, men had gezegd om haar te laten
vorenstekeu.
De opzoekingen. De moordenares gevonden
De Coninck en zijne schoonzuster hadden al
wat zij bemerkt hadden aan den onderzoeks
rechter kenbaar gemaakt. Deze vond dit nieuwe
spoor klaarder dan het eerste, misschien wel
het goede.
Die jonge vrouw, gezien haar enkel-coupon,
kon niet weg zijn, en gezien haar vlaamsche
spraak, gezien den weg die zij genomen had
moest al Voormezeelewaart te zoeken en te
vinden zijn. Dus al dit gewest werd er voorzich
tig en haastig gewrocht.
Zaterdag reeds waren inlichtingen op 't par
ket gekomen dat naar Meesen moesten uitzetten.
Onderwege kreeg de veldwachter van Voorme
zeele, Isidore Dechamps, bevel eene jonge
dochter van die gemeente op te zoeken en naar
Yper te brengen, dit bevel, eenige uren daarna,
veranderde in aanhoudingsbevel.
Veldwachter Dechamps liet hel niet liggen en
vond allicht dat de bedoelde jonge dochter hel
.dorp verlaten had sedert enkele uren om naar
Kemmel te gaan bij een oom.
Hij ook vertrok naar Kemmel en daar met
medewerking van den plaatselijken veldwachter
hield hij bet meisje aan, 't was de misdadigster:
Julia Van Eeckhoutte, oud 17 jaar oud.
De bekentenissen van de Moordenares
Zondag namiddag, rond 3u., werd in rijtuig
de ellendige kindermoordster naar Yper ge-
voerd om een lang onderhoor te onderstaan bij
Jen onderzoeksrechter Schramme. Het duurde
niet lang eer zij volle bekentenis deed.
Op 8 jarigen ouderdom verloos Julia Van
Eeckhoutte hare moeder en werd in hel
gesticht van Voormezeele geplaatst. Haar vader
is een eerlijke landbouwwerkman die nog
drie ander kinders heeft tegenwoordiglijk ook
in het gesticht te Voormezeele.
Op 14 jarigen ouderdom werd Julia Van
Eeckhoulte in dienst gesteld te Rijsel. Van daar
trok zij naar Brussel. 'I Is te Brussel ook dat zij
moeder werd van dit arm en schuldeloos kind
in het gesticht der Moederschap.
Woensdag 20 November kwam zij huiswaarts
en werd ontmoet door De Coninck en Anna
Phlypo. Zij had net booze voornemen gemaakt,
vooraleer in het vaderlijk huis te gaan, haar te
ontmaken van het kind met het in de vaart te
werpen. Het is hetgeen zij ook deed.
Na die volledige bekentenis werd zij naar het
gevang overgevoerd.
Droevige bedenking
Ouders ziet eens wel toe vooraleer gij uwe
dochters heen zendt in den vreemde. Gij zijl
soms er op uit op hoogere loon en gij weet soms
niet welk slavenwerk moet afgeleverd woiden
0111 dien loon te winnen. Maar hoe dikwijls,
veel erger, in die groote en onbekende steden
vinden uwe dochters ook de gelegenheid van
hunnen ondergang naar ziel en naar lichaam.
Misschien trekken zij er naartoe, die jonge
meisjes, onbekend met het kwaad, of onschul
dig nog. Ah de gevaren zijn zoo verschrikke-
grolde vader... Ge weet wet hoe hij opgebracht
is de menschen blijven zooals ze zijn.
Moeder verzuchtte diep.
't Was tijd van te rusten en, even als alle
avonden, na den zegen van vader en moeder
ontvangen te hebben, vroeg Remi dien ook
aan Meetje.
Ze duwde zoo hard van avond, met haar
stijve vingers, op zijn effen, melk-wit voor
hoofd en ze neuzelde":
Jongentje, niet weggan morgen-uch-
tend zonder bij mij te komen.
Ze trokken vroeg ter ruste, want morgen
moest Remi weg, met den eersten trein.
En als moeder, 11a een slapeloozen nacht,
(de koffie gemaakt en Remi geroepen had, be
merkte ze wel dat de jongen ook weinig
geslapen had en zijn oogen opgezwollen wa
ren, doch ze gebaarde van niets en verkropte
haar eigen leed.
Volgens belofte bezocht hij Meetje te bedde.
Ze greep zijn hand en nokte
Remitje, wacht niet te lang van weer
te keeren, ik zou er zot van worden I
Hij troostte haar, over-wel en over-kwalijk,
zottebolde voor den vorm, al kriepen en
kroppen en verliet haar, met bloedend hert;
nu slechts gevoelde hij, hoe zeer hij zijn
huis en huisgenooten beminde.
't Uur van vertrekken was er vader en
moeder gaven hun zegen en de jongen vertrok,
Het Ceciliafeest van de Koorzangmaatschappij Orphéon dat morgen Zondag 1 December gevierd wordt het Concert van den
Cercle Symphonique dat Zondag aanstaande 8 December in stad's feestzaal gegeven wordt, zijn twee gelegenheden waarvan wij willen ge
bruik maken om, in Het Ypersche Volk katholiek volksgezind Nieuwsblad van Yper, een woord te schrijven over den bestuurder beider kringen
M. ALBERT VAN EGROO.
Wie is hij Wat is hij 1
Ja, hij is de bestuurder van die beide maatschappijen, hij is de ziel, het leven ervan ja, hij is ook leeraar van muziek, hij is een
meester in het vormen zijner leeringen ja, dat is hij... en verder
Verder is hij op/zichzelf, in zichzelf een kunstenaarKunstenaar in den echten, den vollen zin des woords, kunstenaar in geest en hert, in
verstand en gevoelen, in lijf en ziel... kunstenaar heel eenvoudig, zonder beslag een van de schaarsche soort, zoo men er soms mist of te
kort heeft in grootere steden een dien wij, te Yper, bezitten,... misschien zonder genoegzame waardeering en achting.
Albert Van Egroo is geboren Yperling
(7 Juni 1879). Hij studeerde te Yper,
had muzikaal talent dat zat
't Is daarmee niet uit, we gaan verder
Nu begon het stille, het vruchtbars
kunstenaars leven van den held van
18 jaar ja dan begon het,.., bet begint
nog altijd of beter het gaat altijd
voort, in 't spelen, in 't volmaken, in
't componeeren en 't voorbrengen van
kunstwerken die de goedkeuring weg
dragen, de bewondering verwekken en
den componist zelf de deugddoenste eer
en de meeste voldoening verschaffen.
Onze lezers mogen wel die werken
kennen, de Yperlingen vooral, om
om beter te leeren achten
eerst hetgeen uit eigen
eigen stadsgenooten komt.
van langs
en prijzen
stad en van
in
't bloed studeerde voort en ontwikkel
de zijn begaafdheden aan Vtadsmuziek-
school,later aan 't Brusselsch Conserva
torium. Een korte kunst-levensbeschrij
ving! En daarna? en de uitslag Hoort.
Ten eerstg. Vrijdag 7 Juni 1896
(ziet hij was dag op dag 17 jaar oud)
werd Albert Van Egroo ter statie afgehaald,
ten stadhuize geleid, gefeliciteerd en
gelukgewenscht. Hij had immers den 2en
prijs behaald in den hoogsten cours te
Brussel. Op de ontvangst waren de
StadsharmonieMijnheer Van Egroo,
vader, was er bestuurder van en
't was M. Fraeijs die sprak in de naam
van de harmonie de Orphéon en
't was M. Jules Antonv die sprak de
Mandolinisten en 'twas M. Charles
Dehouck die sprak de K. Fanfare en
't was M. Callewaert-DeMeulenaeredie
sprak en't was schepen Berghman
die sprak namens het stadsbestuur.
Ten tweede. Vrijdag 4 Juni
1897 werd voor de tweede maal de
jonge kunstenaar Albert Van Egroo, op
gelijke wijze afgehaald en ingehaald
hij had de eerste prijs met onderscheiding
bekomen in denhoogsten coursvanSol-
fège aan 't Conservatorium van Brussel.,
en nog eens waren de maatschappijen
daar... en 'twas M. de Burgemeester
die sprak, namens het stadsbestuur, om
den jongen laureaat proficiat te wen-
schen en een heildronk voor te stellen
op zijn verderen bijval.
Het stukje Bébé Mignon heeft de componist opgedragen aan Hare Majesteit Koningin Elisabeth die, naar we vernamen, ook een brief
van rechtzinnigen dank en hertelijke gelukwenschen terugzond. Voor die weten welke begaafde muziekante onze Vorstin is, is zulk ant
woord wel de meeste goedkeuring en hoogschatting.
III. Sérénade, trio voor piano, viool en violoncelle.
IV. Drie werken voor harmonie 1) Modern marche 2) Gloriaprocessie-marche (op het motif der IV Mis, duplex 1); 3Dies irae
dood-marche. Deze laatste hoorden wij in al hare hertroerendheid, over enkele maanden, bij de begraving van der. Heer Vader van den
componist, 't Was ook te dezer droevige gelegenheid dat de beproefde zoon en kunstenaar dit aangrijpende rouwlied opstelde en erin al de
klachten wist uit te drukken van zijne kinderlijke droefheid. Christen kunstenaar, had hij zoo juist al het machtige van den rouwklacht
begrepen in den kerkzang Dzes irae en op dit rouwlied, als thema,een stap-marche voor harmonie weten te maken met een ongehoord mees
terschap van begeleiding en compositie.
V 1) Feuille l'Album, 2) Introduction Scherzo voor Orchest.
1
BesluitReeds veel werk. Ja maar nog zal onze jeugdige en vindingrijke kunstenaar zich daarbij niet houden klein werk zal hij
ongetwijfeld voort maken: van die kleine stukjes die enkel door kenners en keurders naar weerdekunnen geschat worden al doen ze ookdeugd
aan de menigte maar tot grooter werk, tot groot werk is hij bestand en de kunstliefhebbers en vrienden zullen hopen op hunnen Yper-
schen kunstenaar.
Veelzijdig werk. Eenigszins, toch niet overloopend, want in alles blijft het uitgewrochte den stempel dragen van den geest, van he
hert, van de ziel die het afmiek.
Intusschen... terwijl hij componeert,.., terwijl Ljj leeraart,... is Albert Van Egroo bezig met zijn vriendenen vrienden telt hi,geloof
het vrij in Orphéon in Cercle Symphonique waar hij dirigeert waar hij speelt.
Zijn spelzijn vioolspel hoe keurig en kunstig, hos hertroerend en zielverheffend, hoe doorfijn en volmaakt is het niet!... neen, dat
kan geen beschrijving wijs maken aan die het nooit hoorden... dat hooren is genieten et toch onvoldaan vragen om nog,., nog en nog een
teugske van dat genot in 't smaken van die kunsten dat spel!
Zijn bestuur!., wel daar staan Albert Van Egroo's kringen die hij hoog opleidt, altijd hooger en hooger. 't Zijn daar vrienden onder mal
kander die klimmen tot kunstvolmaaktheid, naarmate zij hun bestuurder beter volgen. Wij wenschen dat er veel volk ging luisteren en
naar den Orphéon en naar den Cercle Symphonique om te genieten, om te smaken, om overtuigd te zijn.
Wij wenschen aan den held, voorspoed en geluk, wij wenschen het hem rechtzinniglijk, mochte hij nog schooner lauweren plukken
op zijne nog breed openstaande kunstbaan en erin voldoening en bevrediging vinden. -4. Z.
Indien wij moesten cotnpositiën
vergeten hebben, de liefhebbers wezen
zoo goed deze te laten kennen aan de
redactie.
I 1) Feuille d'Album, 2) Tour-
ment twee compositiën voor piano die
verleden jaar den eersten prijs wonnen
in den wederlandschen wedstrijd te
Parijs.
II 1) Epithalame, 2) Laisseve-
nir a moi tous les petits enfants (twee
stukjes van Desgènets) 3) Message
(woorden van L. Nuytten); 4) Bébé
Mignon5) Jeune Maman (beiden
woorden van M. Maes)... vijf werkjes
dus voor zang en piano,... en uitste
kende wonderwerkjes, echte pereltjes,
kunstjuweeltjes waarin het talent van
de componist zich keurig en fijn ont
vouwt.
lijk groot en talrijk zoo niet binnen toch buiten
den dienst, en men moet zoo sterk staan om
te weerstaan. Ziet toe christene, vlaamsche
ouders, ziet toe waar gij uwe kinders zendt
en hoe dichter onder uwe oogen, hoe beter.
Getuigenverhoor
Maandag is Julia Van Eeckhoutte, te 9 1/2 u.,
van 't prison naar het tribunaal gevoerd ge
weest om in de tegenwoordigheid gesteld te
worden van de opgeroepen getuigen.
Zij heeft beurtelings herkend geweest door
twee treinwachters, de twee telefoonwerkers
t. w. Camille Deconinck en zijn werkgezel
Henri Bergen van Kortrijk die in het zelfde
compartiment had plaats genomen van Dessel
ghem naar Kortrijk.
Dan verscheen huisvrouw Van Mollem van
Laeken bij wie de plichtige haar kind in voeding
besteld had.
Julia Van Eeckhoutte was de week te voren
uit haar dienst gezet geweest te Brussel en zij
had gezegd dat zij haar kind wêer zou nemen
gezien zij moeilijk met een maandgeld van
zonder nog een woord te spreken, met de
bezatste op den eenen schouder en de pikke
met strooi bewonden op den anderen. Hij
stapte 'lijk een peerd, zonder ommezien,
zwaaiend met den pikhaak, op welks scherp
uiteinde een kork vastgesteken zat, en hij
ging, maar altijd gaan, at weenen, zonder zijn
oogen te durven afvagen, om zijn lijden niet
te verraden.
En daar stonden ze aan 't poortje van
t Puidenest en ze zagen hem gaan, alleen,
menseh-alleen, door den duisteren, tot aan
den draai van de straat, bij de woonste van
Crepeele's, en dan was het uit en gedaan.
Remi was weg naar 't Fransche.
Ze trakelden in huis en weenden lang en
veel.
Alle avonden baden ze nu een kruisge
bed voor den uitwijkeling en ze spraken den
dag door van hem.
Nog geen veertien dagen was hij weg, ze
ontvingen al een briefje.'t Was kort en goed
Lieve Ouders, Meetje, en Zuster,
Ik laat u weten den staat van mijne ge
zondheid en verhoop van u hetzelfde.
Ge zoudt uwe oogen open zetten 'lijk bol-
lanteerens, moest ge hier zijn. Wel, wel, daar
zal kappen aan zijn, aan die dertig hectaren
beeten, al één brokke daar zal savelen aan
zijn, aan die veertig hectaren tarwe doch
geld schept moed.
25 fr. voor haar kind 20 fr. te maande kon
betalen. Zij zou baar kind, zegde zii, bij eene
moei, Sophia Tancré, te Voormezeele, of bij
hare meter te Kemmel bestellen. Vrouw Van
Mollem had natuurlijk niet het minste achter
denken, 't is maar als zij in de gazet de kinder
moord te Yper las dat zij begon te twijfelen en
dat zij haar twijfel kenbaar miek aan de politie
van Laeken.
Het parket is weer ter plaats langs de vaart
geweest en M. de architect Leernould heeft
gelast geweest van het grondplan der plaats van
den euveldaad op te maken.
Jules Desserranno, oud 26 jaar, postbode te
Gits kwam terug van de kermis van St. Joseph
(de Geite) Hooglede. Halfwege op eene zeer ee
nige plaats werd hij in den duisteren door een
onbekenden aangevallen en verschillige dolk
steken toegebracht. Desserranno viel bloedend
neer in bezwijmiDg. Voorbijgangers vonden hem
laat in den nacht en droegen bem in de herberg
De Hert D* Demeulenaere van Hooglede
deed den gekwetste seffens berechten.
We smijten nu vette, Pol en ik, geheele
(dagen en verdienen hard de munte, maar dat
is nog niets, bij hetgeen we zulleni verdiénen
in den beeten-braak. Wacht maar ze zul
len komen afgedokkerd.
•Zorgt ge wel voor mijn vinke Is de
grauwe keune-moere al gejongd Schuifelt de
meerlaar al in 't bosselke
Lena, niet vergeten een kanarie-jong te be
spreken aan Fons.
Ge weet wel zeker aan welken Fons
Vader, Moeder en Meetje, uwe benedictie,
als 't u belieft.
Ik zie u ali »n toch zoo geerne ik lees
alle dagen een klein beetje, 's morgens en
's avonds, en 'k hoor alle Zondgaen misse
in de kerk van Gonesse, voor ons allen, opdat
vader zou mogen genezen, opdat Meetje, mijn
sporrewaan van 'n Meetje, nog duizend jaar
kloek en gezond zou mogen blijven, opdat
Liena niet meer zou strijden als ik haar met
Fons pLaag; nu, ik peis op alles en allen.
Dag, vader en Moeder, dag, Meetje en Lena.
Ik verwacht een briefje weder.
Uw Remi.
O. 't was kermis in 't huisje moeder en
Meetje loechen en weenden overhands of door
malkaar; vader was 'lijk genezen en Lena
spoeterde naar Crepeele's om 't nieuws te
vertellen, maar Marietje's oogjes pinkelden
van doendigheid en, wijl Lena aan t .ver-
De gedarmerie van Rous, elaere aanstonds ver
wittigd kwam ter plaatse en de wachtmeester
Vanheyst opende een enkwest, Men vermoede
zekeren Tempaire, oud 20 jaar, boerenknecht te
Hooglede. Men vond hem, hij loochende stellig
maar zoodanig werd hij ondervraagd dat hij ein
digde alles te bekennen hy was de misdadiger.
En de reden van zulke schrikkelijke misdaad?
Jaloerscbheid hij was jaioersrh dat Desserran
no, een blijde jongen, naar Hoogledegekomen was
om zich tevermaken.endathij in den feestavond
zoo groote bijval behaald haald Daarom wilde
Tempaire zich wreken. Gaal dat niet alle ge
dacht te boven waar gaan wij naartoe met die
wilde jeugd en al hare messen en dolken.
Hooglede ligt in het rechterlijk arrondissement
Yper, ook is het parket van Yper ter plaats
geweest en Tempaire vastgehouden en in het
gevang te Yper opgesloten.
tellen was, draaide ze, met een verraadscha
rappigheid, een brief voor heur oogen, waar
Remi's handteeken op stond en futselde hem
weer in den zak 't verging al in leute.
Geregeld alle drie \vekeïr ontvingen ze nieuws
van hunnen uitwijkeling, en rond Sinte-
Pietersdag zond hij tweehonderd frank af.
't Was het eerste geld. O dat gezegend geld,
hoe kwam het er te pas I
Ja, verzekerde vader ons Remitje zal
de armoede den kop inslaan.
Maar van dan af vertraagde Remi's schrij-
yen zijn brieven verkortten, en hij was zoo
begeerig niet meer om nieuws te ontvangen.
Na Oegst zond hij nog honder frank, met
de belofte, op den winterkant, met geheel
het murwenest af te zakken.
Ondertusschen liep de campagne ten ein
de de uitwijkehngen kwamen af bij heele
bressen, en Braem stond alle avonden buiten,
tot een gat in den nacht, op den waak naar
Remi.
Maar Remi kwam niet en liet niet van
hem hooren.
De onrust en de angst overvielen het Puide
nest.
Ze schreven en herschreven naar Mon
sieur Durenne, A Gonesse, pour Remi Braem
doch geen antwoord.
"Wordt voortgezet,